Van Meneer Cheung tot Ushi: als tv je vertelt dat je niet echt een Nederlander bent


Anti-Aziatisch racisme Anti-Aziatisch racisme wordt gevoed door de manier waarop Aziaten op tv worden uitgebeeld. Hanky Panky Goodbye is een documentaire die dit aan de kaak stelt, zoals ook het boek en de voorstelling De Bananengeneratie. „Door die grappen word ik ook als grap gezien.”

Roosmarijn Wind maakte Hanky Panky Goodbye, een korte documentaire. „Ik hoop dat mensen beter beseffen wat ze aanrichten.”
Roosmarijn Wind maakte Hanky Panky Goodbye, een korte documentaire. „Ik hoop dat mensen beter beseffen wat ze aanrichten.”

Annabel Oosteweeghel

Roosmarijn Wind droeg vroeger een zonnebril, „zodat mensen mijn ogen niet zagen”. De actrice werd op school gepest om haar Zuidoost-Aziatische uiterlijk. „Ik dacht: wat is anders aan mij? Zijn het mijn ogen? Misschien dit eens proberen.” De actrice maakte Hanky Panky Goodbye, een korte documentaire over anti-Aziatisch racisme, die woensdag op NPO3 komt, en nu reeds online staat. „Ik hoop dat ik met deze documentaire andere Nederlandse Aziaten kan helpen. En dat mensen die je uitschelden op straat beter beseffen wat ze aanrichten.”

Wind kende als actrice weinig rolmodellen aan wie ze zich kon spiegelen. „Alleen Pocahontas en het meisje Winky Wong in Het paard van Sinterklaas. Verder werden Aziaten op tv alleen maar belachelijk gemaakt, waardoor ik me schaamde.” In haar werk als actrice loopt ze ook tegen racisme aan, ze krijgt vaak stereotyperende rollen aangeboden: „Als werknemer in een massagesalon, nagelsalon, of als slim meisje.”

Hanky Panky Goodbye is de nieuwste uiting in een golf van protesten tegen anti-Aziatisch racisme. Zo schreef Pete Wu het boek De Bananengeneratie. De theatrale spinoff daarvan trekt momenteel volle zalen. In het kielzog van Kick Out Zwarte Piet en Black Lives Matter staan ook Aziatisch Nederlandse jongeren op tegen racisme, en voor het eerst wordt er naar hen geluisterd. Dat heeft ook een urgente reden: de ‘Asian hate’ is sinds de corona-pandemie flink toegenomen. Aziaten worden fysiek en verbaal aangevallen op straat. De daders zien klaarblijkelijk een verband tussen de Chinese herkomst van corona en een Aziatisch uiterlijk. Een voorbeeld is het carnavalsliedlied ‘Voorkomen is beter dan Chinezen’ (2020) van Lex Gaarthuis. In het lied oppert de dj van Radio 10 dat je corona krijgt van het eten van Chinees-Indische gerechten: „Het komt allemaal door die stink-Chinezen.”

‘Aziatisch’ staat hier overigens voor Nederlanders met hun wortels in Oost-Azië en Zuidoost-Azië, voornamelijk China, Japan, Korea, Vietnam. Maar ook bijvoorbeeld Chinezen en Javanen uit Suriname en van de Antillen, en mensen uit de Indische archipel. Ja, dat is een zeer diverse groep, maar het hele idee van racisme is dat je mensen over één kam scheert.

Het anti-Aziatisch racisme wordt gevoed door de karikaturale manier waarop Aziaten op televisie worden uitgebeeld. Bekende voorbeelden: Ushi, een typetje van Wendy van Dijk. Meneer Cheung in Ik Hou van Holland. Ping Ping in de Bon Bini-films. Domme, rare, krompratende types, die dienen als de ‘exotische ander’. Pete Wu, schrijver van De Bananengeneratie: „Ze zijn bedoeld als een gezellige grap, maar ze stralen wel op mij af, en bepalen hoe andere mensen naar mij kijken. Ik word daardoor ook als grap gezien.” Door die alomtegenwoordige stereotypering zijn Aziaten gedwongen om de hele tijd te bewijzen: ik ben niet zo. En het draagt bij aan een laag zelfbeeld. Wu: „Omdat de representatie lang negatief is geweest, moet je je steeds verhouden tot wat dan wel ‘normaal’ is, en daarom word je als mens nooit volledig.”


Lees ook dit artikel: Liever je eigen, Chinese naam dan Gijs of Victoria

Vechtersbaas of aseksuele accountant

Mediawetenschapper Reza Kartosen-Wong (UvA) deed onderzoek naar mediagebruik van Aziatisch-Nederlandse jongvolwassenen. Die bleken zich te hebben afgekeerd van Nederlandse media, mede door de stereotype wijze waarop die Aziaten afbeelden. „Zij zijn in Nederland geboren, maar krijgen van de tv het idee dat ze geen echte Nederlanders zijn.” Kartosen-Wong schetst de contouren van de racistische stereotypes: „Aziaten zijn erg slim, ze werken heel hard, als een soort robots. Ze zijn stil, onderdanig.” Zoals dat gaat, zijn er ook tegenstrijdige stereotyperingen. Enerzijds heb je de kenmerken van het zogenoemde onderdrukkingsracisme (dom, kinderlijk), anderzijds die van het competitie-racisme (sluw, gevaarlijk). Bij dat laatste hoort de idee van ‘Het gele gevaar’ – angst voor de grootmacht China.

Ook vermeend positieve stereotype kenmerken, zoals die van de ‘intelligente workaholics’, werken beknellend, zegt schrijver Wu: „Wat nou als je dom en lui bent, dan voldoe je weer niet aan de verwachtingen.” Onderzoeker Kartosen-Wong verwijst naar een mbo-studente die hij interviewde: „Zij zat ermee dat ze ‘maar’ mbo deed, daardoor voelde ze zich minder Aziatisch”.

De mediawetenschapper gebruikt in zijn colleges als case study ‘Meneer Cheung’ in Ik hou van Holland. Die spelshow presenteert volgens hem „een traditionele, zeer beperkte bloed-en-bodem-verbeelding van de Nederlandse identiteit”. Als contrapunt in die verbeelding fungeerde van 2004 tot 2016 Meneer Cheung, een Chinese man die gebrekkig Nederlands spreekt, tot grote hilariteit van zijn witte omgeving. „De Chinese jongeren die ik ondervroeg herkenden hun ouders in Meneer Cheung – migranten die hun hele leven werden geridiculiseerd. Dat deed hun pijn.” Meneer Cheung diende volgens hem in de show als ‘de ander’ om de Nederlandse identiteit te begrenzen. „Bij nationalisme hoort dat je bepaalt wie er niet bij hoort.” Tekenend vindt hij hoe presentatrice Linda de Mol met Meneer Cheung omging: „Ze deed zijn das recht, behandelde hem als een kind.”

Meneer Cheung van Ik hou van Holland. Beeld RTL

Pete Wu schreef met De Bananengeneratie een autobiografisch betoog over de worsteling van een Chinees migrantenkind. Onderdeel van die worsteling is de manier waarop de witte omgeving hem ziet. Wu wijst op nog een andere stereotype: de kungfu-vechter, gebaseerd op filmsterren Bruce Lee en Jackie Chan. Niet per se slecht, maar wel ééndimensionaal. „Ik werd als kind geassocieerd met Bruce Lee en ik ben helemaal geen vechtersbaas.” Dit stereotype komt uit Hollywood, dat vaak Aziatische personages liet spelen door witte acteurs. Deze praktijk heet yellowface, verwant aan blackface, zoals Zwarte Piet. Bij het kungfu-stereotype horen ook de ideeën van Oost-Aziatische mystiek, mysterie, gevaar. Wu: „Als Aziatische man kun je kiezen uit twee stereotypes: je bent een vechtersbaas óf je bent een nerdy, aseksuele accountant met een rekenmachine en een dik montuur. Als vrouw word je geassocieerd met de geisha, de Vietnamese hoer, Madama Butterfly – het gehoorzame sletje. In de verkrachtingsporno bestaat meer dan de helft van de slachtoffers uit Aziatische vrouwen.”

Ook actrice en schrijver Nhung Dam, die momenteel in De Bananengeneratie is te zien, liep tegen de stereotypering aan. „Op de toneelschool in Amsterdam werd ik de hemel in geprezen. Maar toen ik eraf kwam, kon ik nergens een stage krijgen. Een regisseur zei: ‘Een Chineesje die een monoloog van Shakespeare doet – dat ziet er gewoon raar uit’.” Net als Wind kreeg ze veel stereotype rollen aangeboden, die ze soms aannam: „Mensen uit het vak zeiden tegen mij: wil ik een voet tussen de deur krijgen, dan is dit de enige mogelijkheid. Ik keek wel altijd of er qua acteren wat aan de rol te beleven viel. Een zwijgende bediende in een Chinees restaurant, daar heb ik niets aan.”

Niet alleen het amusement biedt schadelijke stereotypes, stelt Hui-Hui Pan. De oprichter van het Pan Asian Collective (PAC), een platform voor creatieve mensen met Aziatische wortels, verwijst bijvoorbeeld naar de reisserie Tokidoki van Paulien Cornelisse; „Daarin zet ze alles wat Nederlanders raar vinden aan Japan op een rij, waardoor dat land er niet zo goed vanaf komt.” Niet incorrect, vindt zij, maar wel eenzijdig. „Het zit hem in de balans: we krijgen geen normale beelden van die landen.” Een ander voorbeeld dat ze noemt is presentator Jort Kelder die in Op1 ‘spleetogen’ maakte, nadat eerder deelnemers van Wie is de Mol? (Avrotros) dat deden.

Jort Kelder in Op1. Beeld WNL

Hui-Hui Pan noemt nog een Op1-item, over de vermeende smerigheid van Chinese markten die de oorzaak zouden zijn van corona. De veronderstelde vreemde eetgewoontes en het vermeende gebrek aan hygiëne van Chinezen, lijken sinds corona nieuwe elementen in het anti-Aziatisch racisme. Maar volgens Pete Wu sluit dat beeld naadloos aan bij de oude mythe dat Chinezen honden zouden eten. Kartosen-Wong vult aan: „Aziaten zijn ‘vies’, ze ‘rochelen’ – dat hoort allemaal bij het racistische idee: ze zijn moreel inferieur.”


Lees ook dit artikel: ‘Het racisme tegen Chinezen is een puist die nu openbreekt’

Modelminderheid

Anders dan racisme tegen zwarte Nederlanders en moslims, bleef racisme tegen Aziaten lang onder de radar. Hoe komt dat? Kartosen-Wong: „Chinezen en andere Aziaten worden als een ‘modelminderheid’ beschouwd, die geen problemen geeft. Sociaal-economisch gezien doen ze het goed (opleiding, werk, inkomen). En toegegeven, racisme tegen zwarte Nederlanders of moslims is echt van een andere orde”. De aandacht daarvoor, zegt hij, wordt ook aangejaagd door in your face beelden van racistisch geweld. Hui-Hui Pan van PAC wijst erop dat Aziatische Nederlanders lang niet werden meegenomen in het minderhedenbeleid van de overheid. „Het idee was: jullie staan niet in het beleid omdat je geen problemen maakt – wees blij.” Schrijver Pete Wu: „Toch denk je: hier klopt iets niet want ik word wél gediscrimineerd.”

Het label ‘modelminderheid’ kan knellen. Je mag niet klagen, is de onderliggende boodschap. En dat deden de meeste Aziaten lange tijd ook niet. Dat lag er ook aan dat de ouders en grootouders van de huidige generatie nieuwe migranten waren, die volgens Pete Wu „in de survivalstand” stonden: „Dan moet je niet te veel opvallen.” Actrice Nhung Dam: „Mijn vader had een Vietnamese loempiakraam in Groningen, die heeft heel wat racistische grappen moeten weglachen. Hij ging die klanten natuurlijk niet corrigeren, want hij moest wel die loempia’s verkopen.”

Zijn er ook lichtpuntjes? Dat anti-Aziatisch racisme nu bespreekbaar is, beschouwen de geïnterviewden als een pluspunt. Kartosen-Wong noemt het succes van De Bananengeneratie „een mijlpaal”. Schrijver Pete Wu wijst op streamingdiensten als Netflix, waar de representatie van Aziaten veel beter is dan op de Nederlandse tv, met bijvoorbeeld populaire Koreaanse series. Actrice Roosmarijn Wind zit in de opnames van de film De Tatta’s en zegt opgelucht: „Ik ben gecast omdat ik kan acteren, niet om mijn uiterlijk.” Haar collega Nhung Dam speelde uiteindelijk in de klassieker Drie Zusters van Tsjechov. „Ik ben zelf theater gaan maken, ik heb mijn eigen onzichtbare pad gevolgd. Die ondernemingszin heb ik van mijn ouders geërfd.”

Hanky Panky Goodbye (KRO-NCRV), woensdag, NPO3 om 23u20. En op NPO Start. De Bananengeneratie van Oostpool. Theatertournee t/m 17 dec.