Voor de ingang van Camp Gonsalves hangen sinds kort beveiligingscamera’s. „Mijn schuld”, lacht activist Akino Miyagi (46) terwijl ze langs de hekken loopt. Net als de borden waarop gewaarschuwd wordt hier geen afval te dumpen. „Ook speciaal voor mij.” Een bewaker kijkt ongemakkelijk toe.
Camp Gonsalves is een van de vele Amerikaanse legerbases op Okinawa, in het uiterste zuiden van Japan. De archipel werd na de Tweede Wereldoorlog door de Verenigde Staten zwaar gemilitariseerd. Pas sinds 1972 heeft de regering in Tokio weer het gezag over de provincie. Hoewel Okinawa slechts 0,6 procent van het Japanse landoppervlak omvat, huisvest het nog altijd 70 procent van de Amerikaanse militaire installaties in het land.
Dat is niet altijd tot genoegen van de bewoners, die volgens de kritische gouverneur Denny Tamaki kampen met „de buitensporige lasten van militaire bases, waaronder ongelukken, criminaliteit en de problemen van geluidsoverlast en milieuvervuiling”. Tamaki verwijst onder andere naar een reeks seksuele misdrijven en dodelijke verkeersongelukken waarbij de militairen betrokken zijn. Tot ergernis van de lokale bevolking worden de soldaten vervolgens regelmatig teruggehaald naar de Verenigde Staten zonder in Japan voor de rechter te verschijnen.
Lees ook
Onwil in Japan om seksueel geweld door Amerikaanse militairen aan te pakken: ‘Economische belangen te groot’
Bij een ceremonie ter herdenking van het vijftigjarige herstel van de provincie Okinawa, in 2022, erkende de toenmalige Japanse premier Fumio Kishida dat de bevolking van de eilandengroep „een aanzienlijke last draagt.”
Bergen afval
Maar volgens Miyagi weten „de politici in Tokio niet hoe het er hier ter plekke aan toe gaat”. De activist en vlinderonderzoeker verzet zich tegen de aanwezigheid van Amerikaanse militairen in Okinawa. Ze was een van de eersten die onderzoek deed naar de staat van een stuk bos van veertig vierkante kilometer, dat voorheen tot Camp Gonsalves behoorde en in 2016 aan Japan werd teruggeven. Daarmee wilde het Indo-Pacifische Commando van de Amerikaanse strijdkrachten de aankondiging kracht bijzetten dat het 20 procent van zijn personeel uit Okinawa ging terugtrekken. „Deze overdracht toont de inzet van de VS om de impact van onze aanwezigheid op de burgers in Okinawa te verminderen”, zei de toenmalige ambassadeur van de Verenigde Staten, Caroline Kennedy, tijdens de ceremonie in Tokio.

Nu is het bos, dat voorheen werd gebruikt om gevechten in de jungle na te bootsen, officieel een nationaal park. Maar, zegt Miyagi, „ik ben hier gaan rondgraven en kwam berg na berg aan afval tegen”.
Dat is niet overdreven. Hoewel het twintig graden is loopt Miyagi in een lange, stevige broek door de dichte bebossing van het Yanbaru Nationaal Park. Ze glijdt bijna uit op de modderige helling en zoekt houvast aan een tak. Uit de grond onder haar voeten klinkt een rinkelend geluid. „Kijk hier”, zegt de onderzoekster terwijl ze met bouwvakkershandschoenen voorzichtig glasscherven opraapt. „Het maakt niet uit waar je graaft, dit soort afval vind je overal. Het is net een stortplaats.”
Besmet drinkwater
De situatie in het bos staat niet op zichzelf. Het Amerikaanse leger kwam de laatste jaren in Okinawa ook in opspraak vanwege vervuiling met PFAS, chemische stoffen die niet natuurlijk afbreekbaar zijn en schadelijk zijn voor de gezondheid. Al tientallen jaren wordt er op de legerbases getraind met brandblussers waarin vervuilend PFAS-schuim zit. Dit is in het grondwater gelekt, en uit recent onderzoek blijkt dat het drinkwater van honderdduizenden inwoners besmet is. Het gaat de provincie meer dan 50 miljoen euro kosten om het probleem aan te pakken.
Het Amerikaanse leger is echter niet bereid om daaraan mee te werken. Het heeft slechts twee inspecties ter plaatse toegestaan omdat het toegaf dat er ongelukken hadden plaatsgevonden. Eén daarvan betrof 140.000 liter blusschuim dat in 2020 uit de Futenma-luchtbasis was gelekt. Ter vergelijking: in eigen land heeft Washington wél 9 miljard dollar uitgetrokken om PFAS-vervuiling bij legerbases op eigen grondgebied aan te pakken.
„Ik ben woest”, zegt Miyagi over dat verschil. Ze heeft inmiddels een kleine boomstronk opzijgeschoven en haalt er een plastic zak onder vandaan. „Hier doen ze niets om de natuur te herstellen. We hebben er niks aan als het land dat ze teruggeven vervuild is”, zegt ze ontsteld. In haar handpalm liggen kleine stalen schijfjes. „Batterijen”, zegt ze.
Foto’s Anoma van der Veere
Niet-ontplofte munitie
Voor Miyagi is alleen de vervuiling al reden genoeg om te protesteren bij Camp Gonsalves. „Ik kom hier regelmatig om vuilniszakken met afval over deze gele lijn te plaatsen”, vertelt ze trots als ze voor de ingang staat. Ze wijst naar de grond. „Deze gele lijn geeft aan waar de basis begint. De Japanse politie kan er niks aan doen als ik hier iets overheen gooi.”
Lees ook
In Okinawa voelen ze zich een kolonie van Japan
Maar Miyagi betaalt een hoge prijs voor haar activisme. Tot driemaal toe is ze gearresteerd, en bij de laatste keer was de rechter het beu. Tijdens een evenement van de Amerikaanse legertop drong ze binnen om de plechtigheden te stoppen. Ze had niet-ontplofte munitie bij zich die ze tussen het afval had gevonden. „De Amerikanen vierden hier op Okinawa hun eigen vrijheid, maar begrijpen niet hoe kleinerend het is als ze ónze vrijheid onderdrukken”, verklaart ze. „Alsof we een kolonie zijn.”
Deze donderdag legde de rechter Miyagi voor haar actie drie jaar celstraf op.
