Mijn moeder zou afgelopen vrijdag 99 zijn geworden. Ik denk daarom nog even aan haar afscheid vier jaar geleden. Mijn jongste zoon maakte een lange wandeltocht en kon onmogelijk terugkomen, dus stuurde hij haar op haar eigen mobiel een app. Ik las hem voor en was ontroerd. „Lieve oma, we hebben elkaar nog gezien voordat ik op reis ging. Jij gaat nu ook een reis maken en zult gaan waar het mooi is en je opa terug zult zien.” Mijn diepgelovige moeder kijkt me aan en zegt: „Dat geloof je toch zeker zelf niet.”
Rian Los
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
De lome mellow sfeer. De langgerekte hoge synthesizer (‘drone’) noot. Het zonnige refrein. De extatische kreet „My life, my life, my life!”. Het nummer ‘Everybody Loves The Sunshine’ van Roy Ayers uit 1976 was een oerbron van inspiratie voor een kleine 190 artiesten uit de hiphop, r&b en soul. Ze sampelden er deeltjes uit of hergebruikten kenmerkende sfeerelementen.
‘Summertime’ van DJ Jazzy Jeff en The Fresh Prince uit 1991 straalde dezelfde zomerse onbezorgdheid uit. Of hoe ‘My Life’ van rapper Dr. Dre begint, en hoe het trio TLC er in ‘My Life’ langs scheerde (op 3 min 13). Of de smachtende cover van D’Angelo in 2000. „Het nummer lijkt elke generatie te raken”, stelde Ayers zelf vast in The Guardian. Iedereen houdt van de zon, behalve Dracula.”
Het is dan ook dit magische nummer waarom de dinsdag in New York overleden vibrafonist, componist en producer Roy Ayers (84) het meest zal worden herinnerd. Om de zoveel tijd ontdekte een nieuwe generatie, van Pharrell Williams tot Common, de lome, groovy souljazz van Ayers, van hitsongs tot obscuurdere albums. Maar komt de zon eenmaal goed door, dan drukt de jukebox in je hoofd automatisch de knop van ‘Everybody Loves The Sunshine’ in, al is het ruim vijftig jaar terug dat Ayers het opnam op een bloedhete dag in de Electric Lady studio in New York.
Traditionele jazz
Het nummer, vertelde hij bij een optreden op North Sea Jazz in 2011, bracht hem zelf altijd terug naar zijn jeugd in Los Angeles. Al als klein jongetje zag hij Lionel Hampton los gaan op de vibrafoon, hij werd direct aangestoken door de energie. Toch zou het tot zijn zeventiende duren voor hij zelf zijn eerste vibrafoon had. Ontdekt door de fameuze jazzauteur en producent Leonard Feather debuteerde Ayers in 1963 met het album West Coast Vibes met traditionele jazz. Al snel vroeg fluitist Herbie Mann hem voor zijn band, ze namen samen drie albums op.
Met zijn band Roy Ayers Ubiquity begon Ayers midden jaren zeventig en tachtig jazz te combineren met disco en funk. Zijn muziek werd steeds dansbaarder, met albums als Lifeline (1977) met daarop hits als ‘Running Away’. Of Fever (1979) met ‘Love Will Bring Us Back Together’. Het gebruik van zijn vibrafoonmallets werd ondergeschikt aan zijn zang.
In de jaren tachtig begon hij Uno Melodic, zijn eigen platenlabel, waarna Gold Mink Records volgde. Hij liet zich gelden als producer, voor onder meer platen van Fela Kuti. In de daaropvolgende jaren sloeg hij weer een andere richting in. Groot werd zijn invloed op de ontwikkeling van de neo-soul-beweging met artiesten als D’Angelo. Warmbloedige vibes in ‘Take a Look at Yourself’ op Guru’s album Jazzmatazz was in 1993 voor een groot publiek ook een hernieuwde kennismaking met de pionier.
Spraakzame gastheer
Zijn laatste soloalbum Mahogany Vibe kwam uit in 2004, met bijdragen van Betty Wright, Kamilah en Erykah Badu. Veel artiesten vroegen om samenwerking, zoals Erykah Badu of Tyler, the Creators in de track ‘Find Your Wings’ (2015).
Het laatste decennium van zijn leven trad hij nog altijd op, al vonkte zijn spel op de vibrafoon nog weinig, de mallets bleven vaak ongebruikt. De optredens waren een stoofpotje van acidjazz, soul, funk en slaapkamer r&b door zijn band, met Ayers als spraakzame, authentieke gastheer die áltijd zin had in zijn grootste hit.
Het is vrijdagnacht en er is een feestje in de Westside. In South Central Los Angeles wordt uitbundig gedronken, getoast, gedanst en met honderd-dollarbiljetten gestrooid. De vrouwen dragen korte zomerrokjes. De mannen hiphopkleding van Karl Kani. Iedereen is lekker aangeschoten en vrolijk. Ook de actieve gangleden in de buurt houden het vanavond vreedzaam.
Er zijn maar weinig songteksten zó jaren 90 als die van het energieke ‘This Is How We Do It’ waarin r&b-zanger Montell Jordan gloedvol zingend een feest in zijn buurt in Los Angeles beschrijft op een stevig voortstuwende hiphopbeat, gebouwd rondom een sample van Slick Ricks verhalende hiphopklassieker ‘Children’s Story’.
‘This Is How We Do It’ is een lichtvoetige, zinderend swingende clubkraker met een gelaagd, perfect meezingbaar call & response-refrein en was dertig jaar geleden de debuutsingle van Jordan die aankomende week twee keer optreedt in Nederland.
Opgepoetste auto’s
De bijbehorende videoclip, met beelden van opgepoetste auto’s, stijlvolle groepschoreografie en intieme scènes van feestjes thuis en buiten op straat, is van regisseur Hype Williams die met zijn schitterende contrast- en kleurrijke videoclips het dominante beeld van hiphop en r&b in de jaren negentig mede bepaalde.
Montell Jordan combineerde op zijn gelijknamige debuutalbum uptempo-dansnummers met soulballads, rapverses met soulvolle zang, en blues met G-Funk. Hij was een r&b-zanger die in flow, stijl, uitstraling en de wijze waarop hij zichzelf bewierookte in zijn teksten, artistiek veel gelijkenissen toonde met rappers van zijn generatie.
‘This Is How We Do It’ paste naadloos in een verregaande muzikale samensmelting van rap en r&b die in 1995 al even aan de gang was. Zo stempelde het een massief uitroepteken achter het door invloedrijke producers als Teddy Riley en Jimmy Jam & Terry Lewis aangedreven New Jack Swing-tijdperk dat kort erna ten einde liep. En het sloot in stijl en sfeer evengoed sterk aan op het succes van bijvoorbeeld de gangstarap op het lokale platenlabel Death Row, waar stadsgenoot Snoop Dogg met zijn melodieuze, ontspannen, door klassieke soul en funk beïnvloedde rapstijl zijn genre had helpen vertragen.
Madonna voorbij
‘This Is How We Do It’ is een r&b-evergreen. Montell Jordan verkocht talloze platen en had bijvoorbeeld ook nog een flinke hit met vreemdgaan-klassieker ‘Get It On Tonite’. Maar zijn debuutsingle was wel meteen zijn grootste hit. Hij stootte er Madonna mee uit de top van de hitlijst om daar zeven weken te blijven, en maakte van hiphop-platenmaatschappij Def Jam eigenhandig een speler van formaat in de r&b-scene.
Aan het begin van dit millennium stapte Jordan op bij Def Soul; het in r&b gespecialiseerde platenlabel dat Def Jam na het succes van ‘This Is How We Do It’ lanceerde. De zanger vond dat zijn muziek niet meer goed gepromoot werd en begon zich ongemakkelijker te voelen bij zijn oudere werk en imago. In 2010 maakte Jordan bekend te willen stoppen als artiest, omdat God dat van hem zou vragen. De r&b-zanger, die zijn muzikale talent ontdekt had tijdens zijn jeugd rondom de kerk, schoolde zich om tot predikant en werd voorganger bij megachurch Victory World Church in Atlanta.
Acht jaar geleden vertelde Jordan in talkshow RTL Late Night aan Humberto Tan dat hij „niet trots” was op seksueel getinte succesnummers als ‘Let’s Ride’ en ‘Get It On Tonite’ en hij bijvoorbeeld ‘Let’s Ride’ live niet meer vertolkte. „Die moeten ze maar in de auto terug naar huis opzetten”, vertelde hij aan Tan. Andere hits zong hij wel nog, zei Jordan, „Soms met enige aanpassingen.”
Feel good-nummer
Het nummer dat de nu 56-jarige Montell Jordan altijd is blijven zingen, is ‘This Is How We Do It’. Het opgewekte feel good-nummer is onverwoestbaar – de tijdloze hit is nog steeds populair op huwelijksfeesten, sportwedstrijden, en als onmisbaar anthem op nostalgische jaren-90-feesten, en in talloze speelfilms, tv-series en computerspellen. En er komen nog steeds reworks en re-releases uit; zo verschijnt volgende week een nieuwe versie met popster Max Rae waarop de zanger zelf ook weer te horen is.
De focus van Montell Jordan ligt al lang elders. Begin vorig jaar kreeg de r&b-veteraan de diagnose prostaatkanker; hij heeft laten weten intussen kankervrij te zijn. Hij is een trotse opa, bracht stichtelijke muziek uit, richtte met zijn vrouw Kristin een eigen kerk op, en begon met haar een praktijk in religieus geïnspireerde relatietherapie.
In 2017 bracht het echtpaar een boek uit gebaseerd op hun therapeutische werk. De titel: This is How We Do It! Making Your Marriage A Masterpeace.
Montell Jordan treedt 9 maart op in Paradiso in Amsterdam, en 11 maart in Annabel in Rotterdam.
Montell Jordan in de talkshow RTL Late Night van Humberto Tan.
Minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur, Wetenschap) houdt de verkoop van een gouden ring uit de Middeleeuwen tegen. Dat maakte hij donderdag bekend. De ring is in 2022 aangewezen als ‘beschermd cultuurgoed’, waardoor de NSC-minister de bevoegdheid heeft om verkoop aan het buitenland te verbieden. Het is de eerste keer dat van die mogelijkheid gebruik wordt gemaakt.
Op de ring uit de negende of tiende eeuw is een voorstelling van het Lam Gods afgebeeld, omgeven door de vier evangelisten. Een hobbyist met een metaaldetector vond het object in 1997, in het Friese Sumar. De ring is daarna in bruikleen gegeven aan het Streekmuseum in Burgum, en tentoongesteld.
Er zijn in Nederland 165 verzamelingen en objecten die, net als de ring, de status ‘beschermd cultuurgoed’ hebben. Die goederen „zijn dragers van onze geschiedenis en identiteit. Ze vormen een onmisbaar onderdeel van het collectieve geheugen van Nederland”, aldus minister Bruins. Hij vindt het „belangrijk dat de ring in Nederland blijft zodat toekomstige generaties ook de waarde ervan kunnen ervaren en begrijpen”.
Nu Bruins geen toestemming geeft voor de verkoop van de ring aan het buitenland, hebben potentiële kopers binnen Nederland zes weken de tijd zich te melden. Als dat niets oplevert, wordt de ring aangekocht met het Museaal Aankoopfonds en aan de Rijkscollectie toegevoegd.
Lees ook
Nieuwe wet maakt verkoop van waardevolle kunst aan het buitenland moeilijker
Onmisbaar
Onder de beschermde cultuurgoederen zijn veel mariabeelden, altaarstukken en bijbelse voorstellingen, maar ook werk van Nederlandse meesters als Rembrandt, Frans Hals en Abraham Bloemaert, en een enkel modern kunstwerk. Daarnaast zijn gebruiksvoorwerpen opgenomen in de beschermde verzameling: wederom veel christelijke objecten als reliekschrijnen, monstransen, doopserviezen, maar ook meerdere draaiorgels uit de vroege twintigste eeuw en een verzameling mijnlampen. De aangewezen objecten worden als ‘onmisbaar’ gezien voor de Nederlandse cultuur.
Zes jaar geleden gaf een reeks aan kunstverkopen uit de collectie van de koninklijke familie aanleiding tot een kritische evaluatie van de Nederlandse erfgoedbescherming. Zo had de in 2019 overleden prinses Christina een tekening van Rubens laten veilen in New York. Museum Boijmans van Beuningen werd overboden door een Amerikaanse private-equitymiljardair en zo vertrok het werk, dat niet als beschermd cultuurgoed was aangewezen, naar het buitenland.
Na advies van de Commissie Collectie Nederland presenteerde toenmalig D66-staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur en Media) in 2022 nieuw beleid. Ze kondigde een vergunningsysteem aan, waarbij de eigenaar voor objecten boven een bepaalde ouderdoms- of waardedrempel toestemming moet vragen voor de uitvoer. Minister Bruins neemt haar plannen over, schreef hij in december, en werkt in 2025 aan herziening van de Erfgoedwet. Hij wil onder andere voorkomen dat objecten die nog geen beschermde status hebben, maar daarvoor wel bijzonder genoeg zijn, het land verlaten.