Hoe werken Trumps importtarieven en wie betaalt de rekening?

Dinsdag 4 maart 2025 gaat de boeken in als de dag dat Amerika zijn buurlanden Mexico en Canada importheffingen van 25 procent oplegde. De VS confronteerden ook China met een nieuw pakket heffingen. President Donald Trump wil zo de tekorten van de VS in de handel met deze drie landen terugdringen, en geld ophalen voor de lastenverlichtingen die hij heeft beloofd. Canada en China hebben al gereageerd met eigen heffingen op import van Amerikaanse producten, Mexico bezint zich nog op tegenmaatregelen.

Hoe werken importheffingen eigenlijk, en wie betaalt de hogere kosten van de duurdere invoer?


Lees ook

Ronald Reagans droom van een grote Noord-Amerikaanse handelszone ligt aan diggelen

Een anti-NAFTA-demonstratie in New Hampshire in 1993. Twijfels over NAFTA zijn nooit verdwenen uit het Amerikaanse debat. Tegenstanders zeggen dat het verdrag voor verlies van Amerikaanse banen heeft gezorgd.

1Wat zijn invoerheffingen?

Als een land ‘tarieven’ oplegt aan andere landen, betekent dit dat het de invoer van producten uit die landen extra belast. In Nederland spreekt de douane van invoerrechten, in Amerika heten ze tariffs. In de praktijk zijn het heffingen, meestal een percentage van de waarde van de ingevoerde producten. Soms kan een heffing ook een vast bedrag zijn op een product, geheven over de hoeveelheid en niet over de waarde – vergelijkbaar met accijnzen.

Om te achterhalen welke producten aan heffingen zijn onderworpen, is een uiterst gedetailleerd systeem van productcodes opgesteld. Dit Harmonised System (HS) is ontwikkeld door de Werelddouaneorganisatie en wordt wereldwijd gebruikt. Elk product heeft daarin een eigen code.

2Hoe worden heffingen geïnd?

Bedrijven die producten invoeren die aan importheffingen onderhevig zijn, moeten dit zelf opgeven aan de eigen belastingdienst. De heffing wordt dus betaald door de importeur, niet door degene die de goederen exporteert, zoals Trump regelmatig suggereert. Een ondernemer die bijvoorbeeld onderdelen voor auto’s importeert uit Canada of Mexico, moet hier het juiste HS-nummer bij zoeken en de invoer doorgeven aan de fiscus. Die heft dan het verschuldigde percentage over de waarde van de geïmporteerde goederen.

In de VS int de Amerikaanse douane de heffing, met eventuele andere aanslagen, zodra de goederen de VS binnenkomen. De opbrengst van de heffingen is voor de overheid.

Om te weten welk tarief voor welk product geldt, maken de VS gebruik van het Harmonized Tariff Schedule (HTS). Die lijst geharmoniseerde tarieven (de laatste update dateert van vorige maand) telt bijna 4.400 pagina’s. De nieuwe tarieven voor Canada, Mexico en China waren dinsdagochtend nog niet door de United States International Trade Commission verwerkt in het systeem.

3Bij wie komt de rekening te liggen?

Importeurs van goederen betalen de heffingen aan de douane van hun eigen land. Zo draaien zij op voor de primaire rekening. Maar importeurs kunnen proberen het effect daarvan te dempen, bijvoorbeeld door exporteurs te bewegen hun verkoopprijzen te verlagen. Zo stijgen, in beider belang, de kosten van de betrokken producten in het ontvangende land niet te veel. De exporteur ‘neemt’ een stukje van de schade, en de invoerheffing wordt ook nog eens toegepast op een lagere invoerwaarde.

Dit is waar Trump op doelt als hij zegt dat het buitenland opdraait voor de invoerheffingen: exporteurs moeten hun prijs verlagen om marktaandeel te behouden. Als ze dat niet doen, zal de markt voor hun duurdere producten instorten. Consequentie is wel dat verlagen of handhaven van prijzen de winst van de exporteurs kan drukken en de economie van hun land kan raken.

4Maar uiteindelijk betaalt de consument die heffingen toch ook?

Zeker, importeurs berekenen de heffing (deels) door aan hun afnemers. Dat geldt met name voor sectoren waarin de winstmarges klein zijn, zoals de detailhandel. Dan betaalt de consument de prijs.

Trump stelde in zijn eerste regeerperiode (2017-2021) ook invoerheffingen in, onder meer op Chinese goederen. Verschillende onderzoeken tonen aan dat Amerikaanse consumenten de rekening daarvan hebben betaald. Daar kwam bij dat Amerikaanse producenten de prijs van bepaalde goederen straffeloos konden verhogen; geïmporteerde concurrerende goederen waren immers ook duurder geworden. Dat leverde Amerikaanse ondernemers meer winst op, en consumenten hogere prijzen. Een voorbeeld: Trump voerde in 2018 een heffing in van 20 tot 50 procent op wasmachines. Dat leidde tot een extra prijsstijging van 9 procent voor wasmachines in de VS, boven op de inflatie.

Ook nu hebben verschillende economische bureaus berekend dat de kosten voor Amerikaanse consumenten door de heffingen fors zullen stijgen. Suv’s en pick-uptrucks worden respectievelijk gemiddeld 9.000 en 8.000 dollar duurder. Elektrische auto’s worden het hardst geraakt: die kunnen tot 12.000 dollar in prijs stijgen.

Landen die tegenheffingen invoeren, zoals Canada en China nu hebben gedaan, leggen op eenzelfde wijze de rekening daarvoor bij hun eigen bevolking. Daarom zeggen economen ook dat een handelsoorlog slecht is voor iedereen.