
Mohammed Hijab roept „takbir”, nadat hij de rechter heeft geroemd die een streep zette door zijn inreisverbod. „Allahu akbar” klinkt uit honderden kelen in de mannensectie van Radaman Expo 2025, zaterdagavond. „Allahu Akbar. God is de grootste.”
Hijab, een Britse polemische spreker over de islam, is een van de drie predikers die hier wat het kabinet betreft niet hadden mogen zijn. Hij noemde pedofilie ooit een relatief begrip en filosofeerde over intimiteit met een 14-jarige. Maar de rechtbank Amsterdam vond onvoldoende onderbouwing voor de stelling dat de openbare orde in gevaar was. Minister Faber (Asiel, PVV) sprak van „een zwarte dag” voor Nederland. „Nou, ik noem het een historische dag”, zegt Hijab na het avondgebed in de Jaarbeurs Utrecht, „nu de meest anti-moslimregering in Europa is beteugeld door enig mate van rechtvaardigheid. Ze proberen van alles, ze faalden. En ik weet dat ze nu aandachtig meeluisteren.”
Op de tweedaagse Ramadan Expo, naar de vastenmaand die volgend weekend begint, wordt geluisterd naar sprekers. Er wordt gehandeld en gebeden, gegeten en gedronken. Op de bazaar is het eerder op de middag een aanloop van gezinnen en groepjes tieners rond foodtrucks, springkussens en stands van diverse pluimage; van een islamitische uitvaartonderneming tot Western Union, waarmee je internationaal geld kunt overmaken. Een verkoper spuit parfum als begroeting, kopen kan later als het geurtje bevalt. Een rijzige Amsterdammer met gulle lach deelt enquêtes uit. „Veldonderzoek” voor zijn businesscase over op maat gesneden pakketten voor pelgrimstochten.
‘Dreigmails’
Foto’s nemen mag niet. Als PowNed met draaiende camera naar de entree komt, volgt tumult. De verslaggever spreekt van intimidatie en bedreiging. De organisatoren van de Utrechtse stichting Dawah Groep houden zich op de achtergrond. Ze lachen vriendelijk, maar schuwen media-aandacht. Een jongeman met witte pet bestelt koffie voor NRC. Is er een woordvoerder? Hij verwijst naar Nourdeen Wildeman, die niet betrokken is bij de stichting maar wel media te woord staat. „Hij is dreigmails gewend”, zegt de jongeman met de pet. „Wij niet.” En weg is hij weer.
„Het zijn vrijwilligers”, zegt Wildeman, een bekende bekeerling en spreker over de islam. „Ze hebben gewoon een baan. En dan krijgen ze dit allemaal over zich heen.” Zoekt Dawah Groep bewust het randje op met sprekers? Voor de vorige Ramadanexpo werd een spreker gestrikt die door Duitsland geregistreerd was als ongewenst persoon. Die kwam er niet in. „Dat was een heel andere situatie”, zegt Wildeman. Deze Mohamed Hoblos was op rondreis en kwam „min of meer toevallig” in beeld bij de Dawah Groep. Niemand wilde een herhaling, zegt Wildeman. „Dit zijn gewoon drie goeie, interessante, grappige, retorisch sterke, positieve sprekers. Zelfs de politie zag geen probleem.”
Maar toen de Telegraaf eerder deze maand uitspraken boven water haalde, begon de politiek zich te roeren. Afgelopen woensdag werd aan de twee Britten en een Australiër de toegang tot Nederland ontzegd. Een dag later bleek dat het kabinet dit volgens de rechtbank niet genoeg had onderbouwd: de NCTV had niet vastgesteld dat zij extremisten zijn. Dat een Kamermeerderheid dit anders ziet, betekende voor de rechter niet dat ze daarmee een gevaar voor de openbare orde zijn. „Dat er nu jurisprudentie ligt, is ergens fijn”, zegt Wildeman. „Maar dit verhaal kent alleen maar verliezers.”
Wildeman noemt de opmerking van spreker Abr Bakur Zoud, dat een regenboogvlag ook een afbeelding van anuskanker zou moeten bevatten als waarschuwing, „onprettig”. „Maar is het grond om te zeggen dat iemand extremist is en een gevaar voor de openbare orde? Laat me niet lachen.”
Aan een picknicktafel naast de springkussens zit een IJsstelsteins gezin. De broers kennen de sprekers van sociale media, „ze zijn heel bekend” van Tiktok. Moeder en de oudste zoon, een twintiger met krullen en een bril, delen schoorvoetend hun gedachten. Hij wenst niemand kwaad toe, maar homoseksualiteit is iets voor achter de voordeur. Gevraagd naar zijn naam zegt zijn moeder: denk daar even over na. „Sorry, ik moet naar haar luisteren. Zoals wij zeggen: het paradijs ligt onder de voeten van je moeder. Misschien zie ik je na afloop.”
Niemand noemt de publicaties en het politieke oproer een verrassing. „Wel heel jammer”, zegt Mohamed Akkouh van Moslimjongeren Almere, ook betrokken bij de Ramadan Expo. Zijn stichting houdt lezingen en discussieavonden voor jongeren. Hij constateert „een wedloop op rechts wie het hardst kan schoppen tegen de heiligdommen van de islam. En je slaat je als land zo op de borst over universele waarden en het vrije woord. Dat blijkt dan toch vooral in theorie.” Op de inhoud van gewraakte uitspraken gaat hij niet in. „Dat is aan de sprekers.” Akkouh houdt de eerste lezing van de avond. „Als wij niet veranderen tijdens de Ramadan”, doceert hij zijn gehoor, „wanneer wel?”
‘Peepshows’
Na het avondgebed volgt Hijabs tirade. Alleen hij heeft zijn betoog toegesneden op de actualiteit. Hij laakt de „dubbele standaard” in het weren van conservatieve denkbeelden in het geloof. „Dit proberen ze niet bij een Jood.” Hij fulmineert over de Nederlandse wetgeving rond abortus, euthanasie en noemt gelegaliseerde prostitutie „de vleselijk lusten”. „Er zijn zelfs peepshows”, op de Wallen in Amsterdam. Gegniffel in de zaal. „Heb ik me laten vertellen, ik heb het natuurlijk niet zelf gezien. Maar niemand grijpt in. Het wordt zelfs aangemoedigd.” Aan het eind van zijn donderpreek roept hij de advocaten op het podium die met succes de zaak tegen de minister voerden. Onder luid applaus.
Ingetogener spreekt de Australiër Abu Bakr Zoud, over de lijdzaamheid van de profeet. „Die moeten wij ook toepassen in ons dagelijks leven. Dat spreekt mij wel aan”, zegt Kübra Çelik uit Roosendaal, als ze uit de vrouwenhal is gelopen voor een frisse neus. Ze vertelt dat ze in december de verkorte pelgrimstocht heeft gedaan en nu onder een „post-oemrah-depressie” gebukt gaat. „Dat je moeite hebt weer in het dagelijkse leven je draai te vinden. Ik werk in de zorg, met spoeddiensten, dus ik kan niet zoveel bezig zijn met mijn geloof als ik zou willen.” Hier, op de Ramadanexpo, „laad ik mijn spirituele accu weer op”, zegt ze. „Zo’n avond zuivert.”
Om tien uur ’s avonds spreekt Ali Hammuda, die in opspraak kwam door desinformatie over de Hamas-aanslagen van 7 oktober. „Maak ruimte voor een ander, dan maakt Allah ruimte voor jou”, herhaalt hij keer op keer in een betoog over de gelukzaligheid van altruïsme. Zijn kinderen, vertelt hij, mogen de helft van hun geld uitgeven, moeten 30 procent sparen en de overige 20 procent weggeven aan anderen. Toen ze de reactie zagen van kinderen die dankzij hen cadeaus kregen, „konden ze de blijdschap die ze voelden amper verwerken”, zegt Ali Hammuda. Ze wilden 30 procent geven.
Zo worden de ongeveer drieduizend toehoorders toegesproken, verdeeld over twee zalen. De IJsselsteinse jongeman luistert met zijn broers in de steeds leger wordende hal tot het einde. „Ze hebben allemaal hun eigen stijl, maar spreken allemaal de waarheid”, zegt hij over de sprekers. Zijn moeder belt: tijd om te gaan. „Wat ga je schrijven?” wil hij weten. „Want wat ik ervan meeneem is hoe je geluk kan vinden en tevredenheid in het helpen van anderen.”
