Yael Inkokai laat aan de hand van een griezelige ziekenhuisroman een verboden liefde zien

Boze vrouwen zijn vervelend. Toen Jackie Kennedy haar man met een van zijn maîtresses betrapte en zo woedend op hem werd dat alle buren hun ruzie konden volgen, vond JFK – nog geen president – dat niet leuk. Hij liet haar opnemen in een psychiatrische kliniek waar ze tegen haar wil meerdere rondes elektroshocktherapie moest ondergaan, iets wat ze later als de grootste nachtmerrie van haar leven beschreef. Kennedy’s zus Rosemary werd door haar familie als moeilijk gezien en onderging daarom op last van haar vader een lobotomie, die haar permanent invalide maakte. Om maar te zeggen: de lugubere procedure uit de titel van Yael Inokai’s derde roman, Een eenvoudige ingreep, is lang niet zo sci-fi als je in eerste instantie geneigd bent te denken.

Deze ingreep, zo wordt al snel duidelijk in dit boek, is allesbehalve eenvoudig. Vrouwen die met hun onbeheersbare woedeaanvallen hun familie en de maatschappij tot last zijn worden van hun ‘aandoening’ afgeholpen door een operatie waarbij een chirurg in de hersenen van de vrouw de plek zoekt die de aanvallen veroorzaakt en deze vervolgens laat ‘inslapen als een ziek dier.’ Daarna zijn de vrouwen, als het goed is, helemaal ‘normaal’. Nooit meer dat hysterische geschreeuw van die woedende wijven, heerlijk!

De operatie moet gebeuren terwijl de patiënt bij bewustzijn blijft, anders zou de chirurg per ongeluk het verkeerde hersengebied uit kunnen schakelen. Om te zorgen dat de vrouwen niet in paniek raken tijdens de ingreep worden ze afgeleid door Meret, een verpleegster die dankzij haar medeleven en empathie buitengewoon geschikt is voor deze rol. Meret kalmeert de doodsbange vrouwen door simpele spelletjes met ze te doen, ze voor te lezen, rustig wat met ze te praten.

Rebelse vrouw

Een eenvoudige ingreep gaat over deze Meret. Van een naïeve, volgzame gelovige, heilig overtuigd van het zorgsysteem dat ze dient, ontwikkelt ze zich in de loop van de roman tot een kritische en rebelse vrouw die zichzelf niet meer voor de gek kan houden: de ingreep is levensgevaarlijk, veel patiënten overleven de operatie niet; het systeem dat vrouwen onder het mes dwingt is tiranniek en patriarchaal; de operatie dient vooral de reputatie – en de portemonnee – van de uitvoerende chirurg.


Lees ook

Hoelang blijft de tragedy porn van The Handmaid’s Tale nog boeien?

June Osborne (Elisabeth Moss) krijgt het ook in seizoen vier van The Handmaid’s Tale zwaar te verduren.

Maar dat inzicht komt later. Om te beginnen is Meret, die als verteller terugkijkt op haar jongere zelf, de ideale verpleegster: zorgzaam, dienstbaar, plichtsgetrouw, toegewijd. Buiten het ziekenhuis heeft ze eigenlijk geen leven, alles staat in het teken van haar werk. Ze houdt van haar uniform: ‘de witte gesteven stof op mijn huid, het dichtmaken van de knopen, het vastspelden van het horloge, het opzetten van het kapje. De persoon die ik dan werd. Er was niets in mijn leven wat ik liever was geweest.’

De eerste barst in haar geloof komt met Marianne, een patiënt uit een welgestelde familie die precies even oud is als Meret. De twee ontwikkelen een band en wanneer de ingreep van Marianne mislukt trekt Meret zich dat, tegen alle regels van het ziekenhuis in, persoonlijk aan. Ze begint te twijfelen, een ‘afgrond opent zich’ in haar binnenste.

In deze afgrond springt Sarah, Merets kamergenoot in het zusterhuis waar de verpleegsters wonen. De twee worden verliefd en beginnen een hartstochtelijke relatie. Dit maakt Meret ontvankelijk voor de kritiek die Sarah heeft op het ziekenhuis, op de hardvochtige artsen – die allemaal aan driftbuien leiden maar niet van hun woedeaanvallen afgeholpen hoeven te worden – op de afgrijselijke manier waarop vrouwen hier worden behandeld.

Het is niet duidelijk wanneer Een eenvoudige ingreep zich afspeelt. Het zou een historische roman kunnen zijn, die ergens halverwege de vorige eeuw plaatsvindt – toen Jackie en Rosemary Kennedy van hun onaangepaste gedrag werden afgeholpen. Moderne technologie bestaat niet, de telefoon staat in de gang, vrouwen dragen nette jurken, mannen zijn de baas. Maar de wereld van de roman zou net zo goed een dystopische, The Handmaid’s Tale-achtige toekomst kunnen zijn. In ieder geval is Inokai’s universum niet ver weg van het onze. Dat nooit zeker wordt of we het al achter ons gelaten hebben of dat dit ons wellicht nog te wachten staat maakt haar verhaal des te sterker en de maatschappijkritiek die uit de pagina’s spreekt overtuigender.

In de wereld van Een eenvoudige ingreep is de lesbische liefde verboden. De verhouding van Meret en Sarah moet geheim blijven, mag de muren van hun kleine kamer niet verlaten. Pas als Sarah Meret erop wijst dat hun relatie als een psychische aandoening gezien zou worden door de buitenwereld, dat ook zij twee dus ‘behandeld’ zullen worden als bekend wordt wat ze met elkaar uitspoken als er niemand kijkt, wordt Meret echt wakker. Op deze manier geeft de roman ook een mooi beeld van een queer bewustwording. Daarom is het jammer dat het eind wel een erg hoog en zoetsappig Hollywood-gehalte heeft, want verder is dit een intrigerende en mooi geschreven roman.