Column | Kroonprins Rudolf van Oostenrijk wilde zijn land hervormen, maar pleegde zelfmoord toen dit niet lukte

Tijdens een etentje bij een Nederlandse diplomaat in Moskou leerde ik hem jaren geleden kennen, de schrijvende chemicus Anthony Kröner. Halverwege zijn carrière in het laboratorium van de Amstel Brouwerij en bij Unesco in Bangkok was hij in de ban geraakt van de Russische literatuur. Hij ging in Leiden Russisch studeren, schreef een proefschrift over twee liberale Russische politici onder de laatste tsaar, en publiceerde een biografie van Peter Wrangel, een woeste generaal van de Witte legers in de Russische burgeroorlog. Maar toen Rusland in 2014 de Krim annexeerde en de Donbas binnenviel was zijn liefde voor dat land ineens over en besloot hij om zich met een ander verdwenen rijk bezig te gaan houden.

Tijdens een genealogische speurtocht naar zijn voorouders in een Weens archief raakte Kröner in de ban van de Habsburgse kroonprins Rudolf, die in 1889 op 30-jarige leeftijd in het jachtslot Mayerling zelfmoord had gepleegd, samen met zijn maîtresse Mary Vetsera. En toen hij ontdekte dat die zelfmoord nog altijd met raadselen omgeven was, besloot hij een boek over die tragische prins te schrijven.

Zijn biografie Kroonprins Rudolf van Oostenrijk-Hongarije is nu verschenen en heeft als ondertitel Het tragische leven van Sisi’s zoon. Die ondertitel is veelzeggend. Want waar Sisi bekend is van de film, weet vrijwel niemand iets van Rudolf.

Kröners boek brengt daar verandering in. Rudolf komt eruit naar voren als een daadkrachtige, progressieve intellectueel, die de loop van de geschiedenis had kunnen veranderen als hij maar was blijven leven. Mogelijk was er dan in 1914 geen oorlog in Europa uitgebroken, bestond de Donaumonarchie nog in de vorm van een federale statenbond, had Rusland zich ontwikkeld tot een constitutionele monarchie, was Duitsland nog altijd een welvarend keizerrijk en had niemand ooit van Hitler, Lenin of Stalin gehoord. Op zijn beurt zou dat What If-denken westerse regeringsleiders kunnen helpen om niet dezelfde fouten te maken als in 1914.

Uit Kröners boek maak je onder meer op dat Rudolf een pesthekel had aan zijn patserige neef Wilhelm II, die het liefst de Duitstalige landen van het Oostenrijk-Hongarije had opgeslokt. Als Rudolf op tijd zijn vader was opgevolgd zou Oostenrijk nooit als een mak lammetje achter Wilhelms Duitsland zijn aangehuppeld. Ook wilde Rudolf de Slavische volken in zijn land gelijke rechten geven, waardoor de etnische spanningen zouden afnemen. Uit Rudolfs brieven aan zijn vriend Moris Szeps, de Joodse hoofdredacteur van oppositiekrant Neues Wiener Tageblatt, blijkt ook dat hij de noden van het gewone volk begreep en het liefst in het gezelschap van kunstenaars en journalisten verkeerde.

Rudolfs zelfmoord was niet aan liefdesverdriet te wijten. Vetsera had al weer plaatsgemaakt voor een andere maîtresse. Van de jonge barones had hij hoogstens gebruik gemaakt omdat hij zijn fatale plan niet in zijn eentje wilde uitvoeren. Eerder was zijn dood het gevolg van depressiviteit en fysieke aftakeling, onder meer door syfilis. Met zijn artikelen en beschouwingen over de toekomst van zijn land, die hij ’s nachts schreef, had Rudolf zichzelf uitgeput. Toen hij ook nog eens merkte dat niemand naar hem luisterde, joeg hij zich een kogel door het hoofd. Het vermoeide rijk sukkelde zijn ondergang tegemoet.