De man die donderdagavond met een steekwapen de Tweede Kamer in Den Haag binnendrong, is achttien jaar oud en komt uit Nijmegen. Dat heeft het Openbaar Ministerie (OM) maandag gezegd aan persbureau ANP. De man wordt verdacht een Kamermedewerker te hebben bedreigd. Ook verdenkt het OM hem van moord met terroristisch motief.
De precieze beweegredenen van de dader worden nog onderzocht, laat het OM weten. Justitie kijkt in het onderzoek specifiek naar mogelijke psychische problemen van de verdachte. Verder zou op camerabeelden te zien zijn hoe de persoon „agressief en doelgericht te werk gaat”. Welke Kamermedewerker zou zijn bedreigd, is niet bekendgemaakt.
Vorige week donderdag drong de verdachte het Kamergebouw binnen door over de poortjes aan het begin van de toegangshal te springen. Nog voor hij de plenaire vergaderzaal bereikte, werd de man aangehouden door de marechaussee. De Tweede Kamer heeft aangifte gedaan van bedreiging en lokaalvredebreuk. De man krijgt ook een gebouwverbod.
De man uit Nijmegen heeft zelf nog geen verklaring afgelegd. Zijn voorarrest is maandag verlengd met twee weken. Eerder mocht de man slechts contact hebben met zijn advocaat, inmiddels is die beperking opgelegd.
Deze tekst is geschreven op zondagmiddag, een paar uur voor de eerste exitpolls van de uitslagen bij de Duitse verkiezingen waarover het hier nu al weken gaat. Nederland is dan wel een naar binnen gekeerd land geworden, op Hongarije na het treurigst ogende broertje van het grote Europese gezin, maar we kijken wel met opengesperde argusogen naar de wereld om ons heen. Ik groeide niet ver van de grens op, maar we hielden ons nooit bezig met de Wahl. De politiek daar was zo mogelijk nog saaier en degelijker dan bij ons. Inmiddels zijn we hevig geïnteresseerd. Misschien dat we het ongeluk thuis beter begrijpen door het gedrag bij de buren te bestuderen.
Het gaat natuurlijk allemaal weer niet meevallen, maar officieel tast ik nog in het duister. Erg prettig, want de eerste duiding is, u weet er inmiddels alles van, nooit de beste.
We fietsten gisteren in heerlijke onwetendheid door de stad Amsterdam. De terrassen zaten vol, er zaten twee in slaapzakken verpakte zwervers voor de Jumbo. Op het fietspad kwamen mensen met Oekraïense vlaggen ons tegemoet. Ze kwamen terug van een herdenking van drie jaar oorlog waar ze waren toegesproken door Jan Paternotte en Ruben Brekelmans. Ik weet niet wat dat doet met het vertrouwen op een goede afloop, maar ze zwaaiden er niet minder om met hun vlaggen.
„Waarom doen de mensen zo boos tegen ze?”, vroeg Lucie van Roosmalen (9).
„Omdat ze aan de verkeerde kant van de weg fietsen”, antwoordde ik. Je kunt de Nederlander niet meer tarten dan met het overtreden van de regels.
Dat, of met in de file staan of treinvertraging of de erfbelasting.
Ondertussen zijn de Duitsers nog niet zo ver heen als wij, bij de politieke debatten laten ze elkaar uitspreken, er is nog steeds sprake van een zeker niveau. De politiek is er nog niet helemaal vervolkst zoals bij ons. Geruststellend: wat de uitslag ook is, de gevreesde AfD komt er niet in de regering. Alice Weidel wordt op zeker geen Bundeskanzlerin, onze oosterburen worden dus nog niet opgezadeld met ministers die niet weten dat de president van Oekraïne democratisch is verkozen, die kinderen graag zonder helm op een fatbike zien klimmen, zeggen dat stikstof niet bestaat of die in hulpgoederen een verdienmodel voor het vaderland zien.
Maar goed, dat was gisteren. Vandaag is alles anders, ik heb goede hoop dat ik de eerste ben met een pathetisch stukje.
Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column.
De Duitse Rechtsruck, voorspeld in de peilingen, is uitgekomen. Friedrich Merz van de conservatieve CDU/CSU wordt de nieuwe bondskanselier van Duitsland. Zijn partij wint de verkiezingen volgens de exitpolls en de eerste uitslagen van zondagavond met circa 29 procent van de stemmen, gevolgd door de radicaal-rechtse AfD met circa 20 procent. Voor de AfD is dat bijna een verdubbeling ten opzichte van de verkiezingen in 2021. De sociaal-democraten van huidig bondskanselier Olaf Scholz (SPD) zijn de verliezers, met een historisch lage uitslag van circa 16 procent. Naar verwachting neemt defensieminister Boris Pistorius het partijleiderschap over van Scholz.
Daarmee kiest Duitsland voor rechts, al bleef een door velen gevreesde nog grotere winst voor AfD uit. Na elk geweldsincident tijdens de verkiezingscampagne – in diverse steden pleegden migranten aanslagen – werd gespeculeerd dat de anti-migratiepartij verder zou groeien. De peilingen bleven echter gelijk, en bleken behoorlijk nauwkeurig.
Dat er veel op het spel stond blijkt uit de opkomst: met 84 procent was die het hoogst sinds 1990. De vraag is hoe invloedrijk AfD straks wordt in de Bondsdag. Meeregeren lijkt uitgesloten: de centrumpartijen weigeren samenwerking met de AfD – de zogenoemde Brandmauer. Eind januari vertoonde die muur wel de eerste scheuren, toen Merz met steun van AfD een anti-migratiemotie door de Bondsdag loodste.
AfD-leider Alice Weidel reageert op de eerste exitpoll. Foto Filip Singer/EPA
Tegengeluid groeide ook
Een op de vijf stemmers koos dan wel voor radicaal-rechts, het tegengeluid groeide het afgelopen jaar ook. Honderdduizenden mensen gingen de straat op tégen radicaal-rechts. De socialistische partij Die Linke haalde verrassend veel stemmen binnen en is zeker van een plaats in de Bondsdag. Die Linke maakte een eindsprint: in de peilingen stond de partij tussen de 5 en 6 procent, maar lijkt 8,5 procent van de stemmen binnen te slepen. De partij is vooral populair onder jongeren.
Tegelijkertijd werd CDU/CSU onder Merz rechtser en conservatiever dan onder leiding van Angela Merkel. In Berlijn protesteerden dit weekend links en rechts tegen elkaar. In dat gepolariseerde klimaat moet nu een coalitie gevormd gaan worden.
Winnaar Merz heeft haast, zei hij in zijn overwinningstoespraak. „De wereld daarbuiten wacht niet op ons. En ook niet op trage coalitieonderhandelingen. We moeten snel klaar zijn om te handelen, zodat we in Duitsland het juiste kunnen doen. En dat we in Europa weer aan de slag gaan, zodat de wereld weet dat Duitsland weer geregeerd wordt.”
SPD-leider en huidig bondskanselier Olaf Scholz, na het bekend worden van de eerste exitpoll. Foto Lisi Niesne/Reuters
De meest voor de hand liggende regering is een ‘grote coalitie’: CDU en SPD. Of dat cijfermatig mogelijk is, hangt af van de definitieve uitslag van de twee kleine partijen FDP en Bündnis Sahra Wagenknecht (BSW). Als zij de kiesdrempel van 5 procent halen en in de Bondsdag komen, hebben CDU en SPD een derde partij nodig voor een meerderheid van 316 zetels. De Groenen of de FDP komen dan in beeld. Als de twee kleine partijen de kiesdrempel niet halen, hebben CDU en SPD samen voldoende zetels.
CDU en SPD lijken het eens te kunnen worden over het belangrijkste thema van de verkiezingen, migratie. Beide partijen achten een strenger migratiebeleid nodig, al wil CDU-leider Merz daar veel verder in gaan dan Scholz. Wat betreft het oplossen van de economische crisis zullen de onderhandelingen lastiger worden: de CDU staat een conservatief en liberaal beleid voor, met belastingverlagingen en minder regeldruk, terwijl de SPD juist wil investeren en de staatsschuld daar best voor wil laten oplopen, ook als dat botst met het principe van de Schuldenbremse.
De CDU wees een aanpassing van de schuldenrem niet af in de campagne. Daarmee komt er onder de nieuwe regering mogelijk een einde aan de ‘zwarte nul’ (geen begrotingstekort), die grote publieke investeringen onmogelijk maakt. Onder de stoplichtcoalitie stond Duitsland in wezen stil: omdat de regeringspartijen nergens met elkaar uitkwamen, gebeurde er weinig. Zo’n scenario zullen SPD en CDU nu willen voorkomen. De vraag is wie daarbij wat moet inleveren.
„We buigen niet voor Amerika, niet voor Israël, alleen voor u, Nasrallah!” Tijdens een dag vol speeches, liederen en preken, bewezen zo’n honderdduizend mensen zondag de laatste eer aan de vorig jaar door Israël gedode Hassan Nasrallah, de voormalig leider van Libanons grootste gewapende groep Hezbollah.
In bussen, auto’s, te voet en zelfs te paard kwamen tienduizenden Libanezen – vooral uit de achterban van Hezbollah – uit heel het land, vanaf de vroege ochtenduren, naar een groot sportstadion in de zuidelijke wijken van Beiroet. De massa kleurt in zwart, geel en groen, de kleuren van Hezbollah, en mensen dragen vlaggen en portretten van de man en religieus leider die de groep 32 jaar lang leidde.
De begrafenisstoet op weg naar het het voetbalstadion. Foto Hassan Ammar / AP
De 64-jarige Nasrallah kwam op 27 september om het leven bij een groot Israëlisch bombardement in Zuid-Beiroet, waarbij tientallen raketten een gebouw raakten dat dienst deed als commandocentrum van Hezbollah. Naast Nasrallah verloren ook andere Hezbollah-functionarissen en een afgevaardigde van de Iraanse Revolutionaire Garde het leven.
Lees ook
Geliefd wegens zijn verzet tegen Israël en meedogenloos voor politieke tegenstanders
Hashem Safieddine, die in Zuid-Beiroet als Nasrallahs opvolger werd genoemd, werd een week later eveneens door Israël gedood. Hij werd zondag ook begraven.
As van verzet
De afgelopen dagen vlogen duizenden volgelingen uit heel de wereld naar Beiroet om de begrafenis bij te wonen. Het betrof niet alleen de Libanese achterban van Hezbollah, maar ook groeperingen uit landen die verbonden zijn met de zogeheten ‘As van verzet’, zoals Iran, de Houthi’s in Jemen en door Iran gesteunde groepen uit Irak. Zo waren volgens Libanese media families van de voormalige Iraanse president Ebrahim Raisi aanwezig, evenals die van Qassem Soleimani, de commandant van de Iraanse Revolutionaire Garde die in 2020 in een Amerikaans bombardement werd gedood. Zelfs bekende sociale media-figuren waren uitgenodigd. De Amerikaanse influencer Jackson Hinkle, die uitgesproken pro-Rusland en anti-Israël is, kwam ook daadwerkelijk opdagen.
Ook tientallen religieuze leiders en politici uit Libanon woonden de ceremonie bij, waaronder voormalig president en bondgenoot van het Syrische Assad-regime Émile Lahoud.
Bezoekers van de begrafenis met foto’s van Hassan Nasrallah. Foto Emilie Madi / Reuters
De Iraakse Ahmad Naam is twee dagen geleden met zijn ouders uit Irak afgereisd om het evenement bij te wonen. „Dit is een historische dag voor iedereen en voor alle landen. Nasrallah vertegenwoordigde iedereen die onrecht is aangedaan, die op het juiste pad is.” De dag dat Nasrallah werd gedood herinnert hij zich als een „pijnlijke, zwarte dag”.
De afwezigheid van de eerder deze maand aangetreden president Joseph Aoun en premier Nawaf Salam, beiden geen bondgenoten van Hezbollah, markeert echter ook de nieuwe politieke wind die hier recent is gaan waaien. Hezbollah heeft militair en financieel grote klappen opgelopen tijdens de oorlog met Israël in het afgelopen jaar. Dat uit zich ook in een verlies aan politieke invloed, hoewel de groep het zelf nooit zal toegeven. Veel Libanezen keren zich juist af van de groep en zien Hezbollah als een van de belangrijkste oorzaken van de vele problemen in het land, inclusief het conflict met Israël. Dit deel van Libanon hoopt op een definitief einde van de grote Iraanse invloed, via Hezbollah, in de nationale politiek.
Veelbekeken toespraken
Desondanks kwam de dood van Nasrallah voor zowel vriend als vijand als een schok, in Libanon en daarbuiten. Met zijn veelbekeken toespraken op televisie wist hij zelfs veel Libanezen te raken die geen uitgesproken medestanders waren van zijn groep. Voor zijn volgelingen was het een van de zwartste dagen uit hun leven. „Nasrallah was als een vader voor ons”, zegt Ali, een jonge jongen buiten het stadion met een vlag en foto’s in zijn handen. „Ik heb hem twee keer mogen ontmoeten, en dat waren zulke gelukkige momenten. Dat is zo’n beetje ieders droom.”
De kist met het lichaam van Hassan Nasrallah. Foto Mohamed Abd El Ghany
Veel bezoekers zijn zichtbaar geëmotioneerd. Als de twee kisten langzaam het stadion worden rondgereden, dringen zich hordes mensen uit de naastgelegen vakken naar de hekken, in de hoop een allerlaatste glimp van hun omgekomen leiders op te vangen. Voor sommigen is dit het enige bewijs dat hen overtuigt van Nasrallahs overlijden.
Alles gegeven
„Na al die jaren zullen we nooit meer iemand zoals Nasrallah krijgen”, zegt Rania Ramal, een Libanese die in Zwitserland woont. „Hij heeft Hezbollah gemaakt tot wat het vandaag is. Hij heeft alles voor de partij gegeven. Wij blijven zijn pad van verzet aanhouden, en zullen ons nooit neerleggen bij de Israëlische bezetting.”
Het verzet tegen de Israëlische bezetting van Palestina en Zuid-Libanon, en tegen het Amerikaanse imperialisme, willen veel aanwezigen maar zeggen, is ondanks Nasrallahs dood nog altijd springlevend. Een boodschap die de nieuwe Hezbollah-leider Naim Qassem ook maar al te graag benadrukte in zijn toespraak, die net als andere sprekers geregeld ruimte laat voor leuzen als ‘Dood aan Israël, dood aan Amerika’ of ‘Wij staan tot uw dienst, Nasrallah’.
Tijdens een van de toespraken valt het stadion plotseling stil. Enkele mensen gillen, vijf Israëlische straaljagers vliegen zeer laag over het stadion heen. De menigte herpakt zich en joelt. De spreker roept: „Allah is groot! Jullie raketten schrikken ons niet af, het geluid van jullie vliegtuigen evenmin.” De Israëlische minister van Defensie Yisrael Katz zei later die middag dat met de vliegtuigen een „duidelijk signaal” werd afgegeven. „Wie Israël bedreigt met vernietiging en aanvalt, zal zijn lot moeten ondergaan.”