Is het een thriller of een gelaagde psychologische roman? Gaat het om wie wie heeft vermoord of is het veeleer een satire? Is het een geraffineerde literaire legpuzzel of toch vooral een smakelijk verhaal? Het vervolg, de negende roman van de New Yorkse schrijfster en scenariste Jean Hanff Korelitz (1961), is het allemaal en meer. Vooral is het eigenlijk een boek dat zijn titel eer aandoet: een vervolg dus. Het boek sluit vindingrijk en verrassend aan op De plot uit 2022.
En daarmee is meteen de originaliteit onderstreept. Doorgaans is het immers een tegenvaller als ‘deel twee’ in een reeks niet goed op zichzelf kan staan. Dat betekent dat het een slap aftreksel is, dat het vooral moet hebben van herkenning en herhaling. Maar in dit geval is het geheel echt veel meer dan de som der delen.
Korelitz sluit aan en bouwt voort op wat bekend was, maar doet in Het vervolg gaandeweg van alles kantelen wat eenduidig onthuld leek te zijn in De plot. Ze verrast voortdurend en vernuftig. Dacht je na lezing van De plot voor eens en voor altijd te weten ‘hoe het zat’ met de personages, met het plot, nu blijkt alles ineens toch weer anders. Deel twee reanimeert deel een, blaast er nieuw leven in. Feiten en beweringen worden anders ingekleurd. Dit kan over iets kleins gaan, zoals over een voorkeur van iemand op het gebied van meubilair of voedsel, maar ook over iets groots, zoals een moord. Alles blijkt een kwestie van perspectief, in De plot lees je over een man die succesvol debuteert, in Het vervolg over zijn weduwe die hem navolgt.
Een kwestie van doen
„In de eerste plaats was het niet eens zo moeilijk”, luidt de direct verfrissende eerste zin. „Als je ze erover hoorde praten, al die schrijvers […], dan was het alsof ze allemaal op hun knieën door een diamantmijn kropen met een plastic lepel tussen hun tanden […], door een riool waadden op zoek naar een lek of brandende gebouwen binnenrenden met twintig kilo gereedschap op hun rug.” Er wordt wat afgeklaagd over hoe moeilijk het is om een boek te schrijven, waar het een kwestie is van gaan zitten en het doen. Ja toch, niet dan.
Deze mening karakteriseert de hoofdpersoon, genaamd Anna Williams-Bonner. Haar boek, getiteld Het nawoord, is autofictie, autobiografisch proza dus. Want er valt genoeg te verwerken, al schrijvend, als je man, zoals in haar geval, zelfmoord heeft gepleegd. Is het dapper, dat ze dit aan durft te gaan? Geeft het een meerwaarde, dat het echt gebeurd is? Ontroert het daardoor extra? Ja toch zeker?
Hm, ja. Het lezerspubliek vindt van wel, net als journalisten, en natuurlijk de literair agent en de uitgever. Behalve dat het verzonnen is. Anna, de enige die weet hoe haar man dan wel aan zijn einde is gekomen, zet de werkelijkheid koelbloedig naar haar hand. Al schrijvend, maar ook al levend. Ze kijkt niet op een leugen of een lijk meer of minder.
Het is knap dat Korelitz haar weet om te vormen tot een hoofdpersoon met wie je desondanks meeleeft. Anna is niet sympathiek, maar wel lekker scherp en nogal reactionair. Ze moet niets hebben van schrijversgewauwel over een authentiek zelf en wat dies meer zij, maar bijvoorbeeld ook niet van geklaag over seksuele intimidatie. Toen ze zelf eens iets had met haar baas, kwam haar dat goed uit. Ze is geen slachtoffer, weigert zichzelf zo te zien, maar Jean Hanff Korelitz maakt tussen de regels door duidelijk dat ze dat ook juist wel is.
In De plot is de hoofdpersoon dus haar echtgenoot, een ijdele oen van een man. Hij eigent zich een verhaalidee, een plot, van een ander toe en lijkt daarmee weg te komen, maar dan blijkt toch iemand hem door te hebben. Hij krijgt anonieme berichten daaromtrent; de paniek slaat toe. Hij gaat op zoek naar de anonieme belager. Tijdens zijn reis komen wezenlijke (schrijvers)vragen aan bod: wanneer is een idee eigendom, is alles al eens verteld, mogen (en kunnen) mensen zich verplaatsen in een ander met een ander levensverhaal of andere afkomst.
Het vervolg draait grofweg om dezelfde vragen, maar handelt daarnaast uitgebreid over de vraag wanneer het geoorloofd is iets te verzinnen. Ben je de auteur van je eigen levensverhaal? Wat is er maakbaar aan de realiteit? Het vervolg is net als De plot bloedspannend, want ook dit keer is er ineens sprake van een anonieme belager die alles weet, kent en doorziet. Geheel tegen de verwachting in wordt ditmaal Anna in het nauw gedreven.
Het vervolg is hiernaast ook een uitbreiding van de satire die De plot is, op hoe het er heden ten dage aan toegaat in de boekenwereld. Wat wil de lezer? Aldoor maar meer van hetzelfde? Het is een geestige vraag in een roman die Het vervolg heet en allerlei elementen uit een eerder boek herhaalt en op scherp zet.
Er wordt verwezen naar uiteenlopende andere literatuur, van Colleen Hoover tot Shakespeare, van Jon Fosse tot Stephen King. Het meest in het oog springend naar de klassieker The Talented Mr. Ripley van Patricia Highsmith uit 1955 – en daar zijn beide boeken ook echt vergelijkbaar mee. De vragen wanneer iets een literaire traditie is, wanneer plagiaat, wanneer eerbetoon, wanneer parodie, zijn handig door de vertelling geweven.
Kapsels en maniertjes
Jean Hanff Korelitz blinkt uit in snelle en handige karakteriseringen. Met een enkel beeld, een schets in een paar zinnen, maakt ze dat je de omgeving waarin de hoofdpersoon zich bevindt voor je ziet. Of met welk type ze te maken heeft. Kapsels en maniertjes van mannen en vrouwen, hun motoriek, hun mimiek, ze zet ze kort en zwierig neer, steeds doeltreffend. Ze weet precies wat ze de lezer aandoet, net als haar hoofdpersoon, die zich al naar gelang de situatie anders voordoet. De ene keer is een kat gewoon een kat, de andere keer, temend tegen de buurvrouw, een „poezenbeest”. De vertalers, drie maar liefst, hebben dit schuivende jargon goed weten te vangen.
In de dialogen portretteert Korelitz geestig eigentijdse mensen en hun inzichten en meningen. Iemand, een feministe uit de jaren zeventig, complimenteert Anna met een interview in The New York Times naar aanleiding van haar boek. „‘Ik probeer er blij mee te zijn’, zei Anna zo nederig als ze kon opbrengen. […] ‘Het is ook zo moeilijk voor ons vrouwen’, zei haar buurvrouw. ‘Trots kunnen zijn op ons werk. Ons succes omarmen.’” Sneue witte mannen die het succes van jongere mensen die niet op hen lijken niet aan kunnen zien, worden evengoed geridiculiseerd.
Lees ook
Dit epos over een New Yorkse familie is satirisch, spannend en smeuïg
Heel goed is tenslotte de melange die Jean Hanff Korelitz brouwt van griezelelementen, brute moorden met injectienaalden of een spade bijvoorbeeld, en dagelijkse details, zoals smakelijk „kip met peultjes” eten. Van haar negen romans zijn er nog maar vier in het Nederlands vertaald: het is hoog tijd voor de rest.
