Toscane legaliseert als eerste Italiaanse landstreek medische hulp bij een vrijwillige dood (euthanasie). De regionale wet werd met een meerderheid van 27 stemmen voor en 13 stemmen tegen aangenomen. Het besluit kwam het centrumlinkse bestuur van Toscane op kritiek te staan van de conservatieve katholieke liefdadigheidsorganisatie Pro Vita Famiglia.
Voortaan moet een Toscaanse medische commissie een euthanasieaanvraag binnen dertig dagen in overweging nemen. Als er aan de criteria van de regionale wet werd wordt voldaan, moet de lokale gezondheidsdienst binnen tien dagen de noodzakelijke medicatie en zorgpersoneel beschikbaar stellen, tenzij een zieke door een eigen arts geholpen wil worden. Overigens mogen artsen ook weigeren om mee te werken aan de euthanasiewens van een zieke op morele of ethische gronden.
Meloni
Vooralsnog blijft een allesomvattende wet in het rooms-katholieke land, dat wordt geregeerd door een rechtse regering, uit. De radicaal-rechtse premier Giorgia Meloni is een uitgesproken tegenstander van euthanasie. De burgerrechtenorganisatie Luca Coscioni hoopt dat andere landstreken het voorbeeld van Toscane volgen.
In andere Italiaanse landstreken dan Toscane riskeren mensen die een zieke helpen bij euthanasie momenteel tot twaalf jaar gevangenisstraf. Artsen die patiënten een dodelijk medicijn toedienen, kunnen tot vijftien jaar cel veroordeeld worden. Een zieke mag wel een behandeling weigeren of die laten onderbreken om te kunnen sterven.
Om gevangenisstraffen te omzeilen, trekken enkele vermogende patiënten naar het naburige Zwitserland, waar hulp bij euthanasie een gangbare, maar kostbare praktijk is. De kosten kunnen oplopen tot 12.000 euro.
Lees ook
‘Slechts een kleine elite heeft in Italië toegang tot een waardig levenseinde’
Vaticaan
In 2019 besloot het Italiaanse constitutioneel hof dat een patiënt in Italië, die volledig handelingsbekwaam is, ondraaglijk lijdt, onomkeerbaar achteruit gaat en afhankelijk is van zorg om te overleven, een zelfdodingsmiddel verstrekt mag krijgen.
Het hof moedigde het Italiaanse parlement indertijd al aan om een wet aan te nemen die duidelijkheid verschaft over euthanasie, maar veel politici willen zich niet branden aan de politiek gevoelige kwestie. Hoewel uit peilingen blijkt dat een overgrote meerderheid van de Italianen vóór legalisering van euthanasie is, voert het Vaticaan een succesvolle lobby.
Er is een blauwe hemel. Er is een vrouw. Er zijn drie bolhoeden. Één op haar hoofd, twee zweven surplace op haar ooghoogte. Dit is geen tekening, geen schilderij. Dit is een foto van een zoutvlakte in de Andes. Hij is precies midden op de dag gemaakt, toen de zon op zijn hoogst stond en de schaduw een cirkel trok om de voeten van de vrouw en twee cirkeltjes neerlegde onder de leviterende hoeden.
Dat bestaat niet, dat is onmogelijk. Die foto zal gephotoshopt zijn, knip-en-plakwerk op de computer. Dat bestaat wel, dat is mogelijk. Die foto is echt. Analoog gemaakt. Met een fotorolletje dat werd belicht toen fotografe Scarlett Hooft Graafland met haar camera toesloeg op het ogenblik dat de vorm van haar foto samenviel met de betekenis: de realiteit van de hitte op de zoutvlakte vervlocht zich met de droom van twee hoeden die in de lucht zweven, niet gestut door een menselijk hoofd.
In 1952 muntte Henri Cartier-Bresson, een aartsvader van de moderne fotografie, het begrip moment décisif – de fractie van een seconde die het verschil maakt tussen een goede en een matige foto. Met haar foto’s rekt Scarlett Hooft Graafland het principe van het beslissende moment op naar een glimp van een wonder. Ze mikt op een onbestaanbaar beslissend moment dat zij toch laat bestaan en dan fotografeert. Kijk maar naar de Pink Lady met de bolhoeden, zie de man-in-pak die op blote voeten door de lucht holt, net boven de toppen van de rotsen. Foto’s als deze herinneren aan schilderijen van Magritte. Maar Hooft Graafland is te opgewekt voor diens melancholieke, broeierige surrealisme.
Polar Bear, 2007. Sweating Sweethearts, 2004.
Foto’s Scarlett Hooft Graafland
De werkelijkheid verdwarrelt waar je bij staat, daar is het de werkelijkheid voor, dat houdt ze vast. Ze ensceneert elke foto, maar nooit als een statisch tableau vivant. Ze kiest nadrukkelijk voor vluchtigheid, voor iets wat zij met haar camera op zijn staart trapt in de split second die ‘beslissend’ heet. Ze combineert haar technische perfectionisme met haar teugelloze fantasie, schept dusdoende een nieuwe werkelijkheid en die fotografeert ze.
Uit elke foto in Mesmerizing, haar uitbundige expositie in Museum Panorama Mesdag, blijkt dat Hooft Graafland alles over heeft voor het moment dat ze zich indacht. Ze brengt het voor haar camera teweeg en het mag beslist niet onderdoen voor de bekende werkelijkheid. Ze maakt er geen geheim van hoe ze dat aanpakt. Met kunst-en-vliegwerk, bijvoorbeeld met een trampoline (uiteraard buiten beeld), maakt ze haar verlangen waar naar personages die de zwaartekracht tarten. Boven de skyline van Ankara fotografeert ze een gestroomlijnde vrouw die een landend vliegtuig tegemoet vliegt. Een man in een witte pyjama wordt wolk met de wolkjes.
Airplane, 2024. Foto Scarlett Hooft Graafland
Magisch in die reeks is Wedding Dress, met een vrouw in bruidstoilet. Op die foto is de opwaartse beweging weg. Ik zie een tuimeling uit de hemel naar de aarde, uit de wolk tule steekt alleen een rechterbeen. Een ander zal iets anders zien, ik bespeur een overmoedige engel.
Hooft Graafland maakt meer dan vliegfoto’s. Haar verbeelding dirigeert haar naar de stille leegte van zand- en zoutwoestijnen, naar prairies, hooggebergte en het poolgebied. Daar strijkt ze neer om in nauwe samenwerking met de bevolking indrukwekkende visioenen te creëren. Soms kritisch, zoals het zelfportret in de ijsberenhuid op een smeltende ijsvlakte. Soms grappig: in de woestijn reduceert ze twee Arabische mannen en een kameel tot hun contouren door ze in te pakken in een allesbedekkend roze sluier. Soms ook is ze mild, zoals de foto waar op een dorre vlakte twee Jemenitische vrouwen, zwarte zuilen in chador, zich naar elkaar overbuigen voor een neuswrijfkus. Dat dreigt wat tam te worden, ware het niet dat ze boven de hoofden een uitwaaierende pluizenbol borduurde. Want dat doet Hooft Graafland ook, sommige foto’s voorziet ze van borduursel met vrachten stipjes en spatjes. Die brengen beweging, emotie, de opwinding van siervuurwerk.
De geborduurde foto’s hebben een derde dimensie. Bekijk ze per reproductie, in een boek of op een scherm, en je doet ze tekort. Hooft Graafland maakt haar foto’s in het echt en in het echt komen ze tot hun recht. Dan ontdek je details (let altijd op de gezichten, ook als ze bijna onzichtbaar zijn) en grapjes, ook met de foto’s zonder borduursel. Dan ontplooit zich hun reliëf. Dan geven haar foto’s zich prijs.
Twee medewerkers van de Wageningse hoogleraar Kirsten de Beurs kregen een maand geleden een mail van de Amerikaanse Geologische Dienst (USGS), waarmee ze samenwerken in een project. Bij de mail zat een lijst met 36 vragen, en het verzoek die snel in te vullen en te retourneren. De lijst zorgde voor commotie, en ging snel rond in academisch Nederland. NRCschreef er een artikel over.
De Beurs wil nu graag tekst en uitleg geven over die lijst, en over het bedrijven van wetenschap in de Verenigde Staten, waar ze zelf twintig jaar heeft gewerkt. Onder andere in Oklahoma. „Een van de meest conservatieve staten in het land”, zegt De Beurs via een videoverbinding.
Ze is twee jaar geleden teruggekeerd naar Nederland. „Dat je vragenlijsten moet invullen is heel normaal in de VS. Dat is in Nederland anders”, zegt De Beurs, die als hoogleraar remote sensing aan Wageningen University & Research nu een groep van circa 60 mensen leidt, die aan de hand van ruimtelijke data en modellen veranderingen in landschappen bestudeert. „Maar met deze lijst waren er wel wat rare dingen.”
Van de 36 vragen op de lijst, zijn er, in de ervaring van De Beurs, 30 waarvan ze zegt: oké, die heb ik vaker gezien. „Het zijn in principe geen foute vragen.” Daarom verbaasde ze zich, in zekere zin, over het artikel in NRC, zegt ze. (Net als een gepensioneerde lezer van de krant, die mailde dat hij in zijn jaren als gastdocent aan Duitse hogescholen en universiteiten bij aankomst altijd pagina’s lange vragenlijsten moest invullen).
De vraag bijvoorbeeld of je organisatie ooit subsidie heeft gekregen vanuit China, Rusland, Cuba, Iran. „Standaard”, zegt De Beurs. Of de vraag: creëert dit project meetbare voordelen voor de Amerikaanse binnenlandse industrie, werknemers of sectoren? „Supernormaal. De overheid wordt steeds preciezer in waar ze geld aan uitgeeft, en wil zorgen dat het niet op de verkeerde manier gebruikt wordt.” De Beurs heeft ook weleens een projectvoorstel gedaan waarvoor ze satellietdata van ruimtevaartorganisatie NASA nodig had. „Ik moest ervoor tekenen dat Chinese studenten en onderzoekers niet naar deze data mochten kijken. En ik had vrij veel Chinese studenten.”
Een deel van de vragenlijst, met aandacht voor gelijkheidsbeleid en milieurecht. Foto Merlin Daleman
Maar je moest zo’n vragenlijst wel altijd invullen als onderdeel van je projectvoorstel, vóórdat het voorstel werd af- of goedgekeurd, zegt De Beurs. Nu kregen haar medewerkers de vragenlijst halverwege het driejarige project, waarin ze met de USGS samenwerken aan detectie van bosbranden. Daarnaast waren er nieuwe vragen, „waar ze moeite mee had”. Bijvoorbeeld vraag 16: kun je bevestigen dat dit geen klimaat- of milieurechtproject is, of zulke elementen bevat? De Beurs: „Hier gaat de politiek zich met de wetenschap bemoeien. Het tast de onafhankelijkheid van de universiteit aan.” Of neem vraag 15: kun je bevestigen dat dit geen DEI-project is? DEI staat voor, vertaald: diversiteit, gelijkheid, inclusie. „Lange tijd moest je in de VS juist per se zo’n element in je voorstel hebben staan. En nu opeens juist niet. Dat kan gewoon niet.”
In overleg met het bestuur van de universiteit is de vragenlijst niet ingevuld. De medewerkers van De Beurs hebben de USGS nog wel per mail gevraagd waarom ze de lijst hadden gestuurd. Het antwoord was kort, zegt De Beurs. „We hadden die lijst niet mogen krijgen. Dat was het.”
Als je op de universiteit werkt, dan heet het al snel dat je lui bent, je bent een vieze liberaal
Dat de regering-Trump zo’n vijandige houding heeft tegenover de wetenschap en universiteiten, en ingrijpende bezuinigingen doorvoert, verbaast De Beurs overigens niet. „We hebben dit al best wel een tijdje aan zien komen, zegt De Beurs op basis van haar ervaring aan de universiteit van Oklahoma, waar ze van 2015 tot 2022 hoogleraar was aan de afdeling geografie en milieuduurzaamheid. De conservatieve regering van de staat, zegt ze, was al heel lang heel negatief over universiteiten en de wetenschap. Op een manier die „heel onprettig” was. „Als je op de universiteit werkt, dan heet het al snel dat je lui bent, je bent een vieze liberaal, je bent de boel aan het bedonderen, of je werkt mee aan een soort conspiracy.” Het is een van de redenen geweest dat ze naar een andere baan buiten de VS is gaan zoeken. „En ik ben niet de enige.”
Die negatieve houding ten opzichte van de wetenschap had effect op studenten, zag De Beurs. „De meesten komen uit de staat zelf en zijn ook overwegend conservatief.” Toch gaan ze naar de universiteit, „want ze hebben een academische opleiding nodig als ze ergens willen komen”. Doordat ze aan de universiteit veel leren, zeggen velen op een gegeven moment, goh, ik kijk nu toch wel anders tegen veel zaken aan. De Beurs: „Maar dan gaan ze naar huis, naar een verjaardag van een van de ouders, van een opa of oma, of van een tante, en dan zijn ze het opeens heel erg oneens met hen. En dan voelen die studenten zich opeens een buitenstaander.”
Voor Nederlanders, en Europeanen, is dat extreem conservatieve deel van Amerika lange tijd niet heel zichtbaar geweest, zegt De Beurs. „Men kreeg het niet zoveel te zien. Maar het is er gewoon al heel lang. Het is een onderdeel van de VS. En dat onderdeel is nu aan de macht.”
Russische troepen zijn vanuit het noorden begonnen aan een voorjaarsoffensief in de noordelijke Oekraïense regio’s Soemy en Charkiv. Volgens de Oekraïense commandant der strijdkrachten, generaal Oleksandr Syrsky, hebben de Russen de afgelopen week hun offensieve operaties langs vrijwel de gehele frontlijn „bijna verdubbeld”, zo zegt hij in een interview met de Oekraïense nieuwssite LB.
Het Russische voorjaarsoffensief komt op een moment dat besprekingen over een staakt-het-vuren tussen Oekraïne en Rusland, geïnitieerd door de Amerikaanse president Trump, steeds verder naar de achtergrond verdwijnen. „Ondanks alle lopende onderhandelingen zien we alleen maar een toename in de intensiteit van de offensieve acties”, aldus generaal Sysrky.
Ook CNN meldt dat het Russische offensief langs de gehele frontlinie in intensiteit is toegenomen, in weerwil van pogingen van Trump om de partijen richting een vredesakkoord te bewegen.
Niet akkoord
Met het nieuwe offensief lijkt de Russische president Poetin zich weinig aan te trekken van waarschuwingen van Trump dat het Kremlin de oprechte bereidheid moet tonen om te streven naar vrede in Oekraïne. Zo reageerde Moskou vorige maand met een lange reeks bezwaren en vragen op een Amerikaans voorstel tot een staakt-het-vuren, terwijl Kyiv al akkoord was met een Amerikaans voorstel dat veel ongunstiger was voor Oekraïne.
Moskou is nog steeds niet akkoord en wil dat eerst aan vergaande eisen wordt voldaan die de „grondoorzaken van het conflict” aanpakken. Analisten zien daarin vooral een poging om echte vredesbesprekingen verder uit te stellen.
Hoewel Trump onlangs zei „boos” te zijn op Poetin omdat hij niet lijkt mee te werken aan een gevechtspauze in Oekraïne, blijkt uit niets dat de Amerikaanse president ook daadwerkelijk druk uitvoert op Moskou. In tegendeel: toen Trump onlangs zijn wereldwijde importheffingen introduceerde ontbrak Rusland opvallend genoeg op de Amerikaanse lijst, net als Moskous bondgenoten Wit-Rusland en Noord-Korea. Oekraïne wordt wél belast, met heffingen van 10 procent.
Analisten zien daarin opnieuw een aanwijzing dat Trump niet van plan is zich daadwerkelijk tegen Poetin te keren. Hij zegt juist de banden tussen Washington en Moskou aan te willen halen. Voor Poetin lijkt er dan ook geen enkele reden om toe te geven aan Trumps ideeën over vrede in Oekraïne.
Brandweerlieden blussen een woonwijk na een Russische aanval op het dorp Borova in de regio Charkiv.
Foto Jose Colon/Anadolu
Sinds Trump is teruggekeerd in het Witte Huis heeft Rusland het aantal aanvallen op Oekraïne – en dan vooral op burgerdoelen – alleen maar verder opgevoerd. Niet alleen vuurt Moskou grotere aantallen drones en raketten af op Oekraïne, de Russen hebben hun aanvallen ook aangepast en verhevigd.
Relatief stabiel
Twee weken geleden waarschuwde president Volodymyr Zelensky al voor een nieuw Russisch offensief, op basis van een enorme opbouw van troepen aan de grens met Soemy en Charkiv. Volgens Zelensky was de Russische president Poetin vorig jaar al van plan een nieuw offensief te beginnen in het noorden van Oekraïne, maar dat moest worden uitgesteld omdat Moskou werd verrast door de Oekraïense inval in de Russische regio Koersk, in augustus.
Lees ook
Hoe Rusland poogt Centraal-Oekraïne aan te vreten. ‘ Als god dat wil, komt het leven hier terug’
In mei vorig jaar staken Russische troepen al de grens over in de regio Charkiv, maar bleven steken op enkele tientallen kilometers ten noorden van de stad Charkiv. Daar houden de Russen nog altijd op twee plaatsen Oekraïens grondgebied bezet, waaronder een gedeelte van de stad Vovtsjansk.
De frontlijn is de afgelopen maanden relatief stabiel geweest. De Russische opmars in de regio Donetsk, vooral rond het stadje Pokrovsk, is afgenomen in tempo; Pokrovsk zelf is nog altijd in Oekraïense handen. In maart zouden de Russen volgens de analisten van DeepState vijftig vierkante kilometer aan grondgebied hebben veroverd in Oekraïne, het laagste maandcijfer sinds juni vorig jaar. Toch worden op veel plaatsen nog altijd zware gevechten gemeld, onder meer vanuit de frontsteden Tsjasiv Jar en Toretsk, en meer in noordelijke richting, in de regio’s rond Lyman en Koepjansk.