Een grap over de Hitlergroet? Dat kan in NRC nog best lastig worden

Toen het stof dan eindelijk weer was gaan liggen over de vermeende Hitlergroet/onhandige beweging van Elon Musk tijdens de inauguratie van Donald Trump, vroeg een vriend wat je moet doen als je een nazi bent met een ‘frozen shoulder’ en je een Hitlergroet wil maken. Ik moest lachen.

Want ik ken m’n vriend, hij haat nazi’s – ik zeg het er maar even voor de zekerheid bij – en hij maakte een belachelijk groot ding op een absurde manier heel klein, de algemene wetten van de humor, zeg maar. Toch wist ik niet of ik erover zou durven schrijven. Zouden lezers de humor snappen? Kun je überhaupt nog grappen maken over de Hitlergroet in deze gepolariseerde tijden? Ik twijfelde.

Ik denk de laatste tijd sowieso steeds vaker: snappen mensen ironie nog wel? De mails die ik soms krijg. Laatst dus nog van ouderen die woedend waren over mijn column over ‘gedragsregels’ voor senioren. Maar ook woedende vrouwen toen ik grappen maakte over parttime werken, woedende mannen toen ik grappen maakte over Mannendag, woedende lezers toen ik de grap maakte dat collega’s die in september op vakantie gaan, aso’s zijn. Of de lezer die me laatst bezorgd mailde of er écht alleen nog maar knappe jonge mannen worden aangenomen sinds NRC een vrouwelijke hoofdredacteur heeft. Ik weiger te geloven dat ironie dood is, maar in mijn meelboks lijkt het daar soms verdacht veel op.

Omdat ik het even niet meer zag zitten, besloot ik twee experts te bellen: comedians Peter Pannekoek en Raoul Heertje – voor wat bemoediging, wijsheid en duiding. Ze wilden me best even geruststellen.

Want natuurlijk kun je gewoon nog overal grappen over maken, kom op zeg. Zeker, „ironie is wel een beetje klaar, als stijlfiguur”, zegt Raoul Heertje. „Omdat alles wat je ironisch kan bedenken, tegenwoordig in talkshows en in de Tweede Kamer bloedserieus door mensen gezegd wordt.” Maar er zijn tegenwoordig echt geen onderwerpen taboe. „Dat je niks meer mag zeggen vanwege woke is vooral een verzinsel van de media”, zegt Heertje. „Als een grap goed is, kan hij altijd.”

Het is wel zo dat het publiek tegenwoordig mag zeggen: ‘dit is niet oké’, zegt Heertje. En er zijn tegenwoordig ook veel meer manieren om je onvrede te uiten, via de mail en de soosjals, terwijl dat vroeger hooguit via een rechtszaak kon, of een ingezonden brief, zegt Peter Pannekoek. Maar geluiden als ‘je mag niks meer zeggen tegenwoordig’, vinden ze allebei onzin. „Het probleem lijkt me meer dat de ‘alleszeggers’ er niet goed tegen kunnen als mensen even hard op hún teksten reageren”, zegt Heertje.

Wat wel echt een verschil is met vroeger, zegt Peter Pannekoek, is dat mensen grappen persoonlijker zijn gaan nemen. Hij noemt dat de ‘vrijheid om gekwetst te zijn’. „Als ik een grap maak over mijn vader die is overleden aan kanker, krijg ik soms boze reacties van mensen die een oom verloren hebben, of iemand kennen met kanker.” Daar probeert hij soms rekening mee te houden. „Niet dat ik mezelf censureer, maar door een of twee zinnetjes toe te voegen, kun je het iets meer in context plaatsen.”

Mensen zijn ook sneller woedend, valt Heertje op. „Woedend zijn is een beetje een way of life geworden.” Maar daar moet je je doof voor proberen te houden, ook omdat het vaak totaal niet representatief is, zegt hij. „Het is een beetje als de asielcrisis: als je zoveel mensen op tv erover hoort schreeuwen, denk je dat die er is. Zo denk jij nu ook dat er een humorcrisis is. Nou, die is er niet.”

En toch, een grap in NRC over de Hitlergroet? In een theater kan dat altijd, vinden allebei. Daar kennen mensen de comedian, kun je ze meenemen in een grap, maar in een krant? Dan zit je een loodzware geopolitieke analyse te lezen over Trump en Groenland en dan BAM, ineens een grap over de Hitlergroet van een columnist die je niet kent! Lastiger!

Heertje zou overigens überhaupt geen grap maken over de Hitlergroet van Musk. „Die is slechts onderdeel en illustratie van veel belangrijkere onderwerpen, en ook geen echte verrassing.” Pannekoek heeft er onlangs wel een grap over gemaakt, maar die gaat hij hier echt niet herhalen „omdat hij voor het podium is geschreven, en daar verteld moet worden – dat is de juiste context. Niet voor een interview, waarbij intonatie, mimiek en de intentie ontbreken.”

En dus weet ik het nog steeds niet. Of ik een grap kan maken over de Hitlergroet in NRC. Of nou ja, de vereisten voor een Hitlergroet zijn gelukkig wél duidelijk: de rechterarm gestrekt, tussen de 105 en 165 graden en met links is alleen toegestaan als de rechter arm ontbreekt, dus ik vrees dat het met een ‘frozen rechter-shoulder’ lastig wordt.

Er schijnt wel een halfhartige Hitlergroet te bestaan waarover Jerry Seinfeld ooit een grap maakte. Een soort zwaaitje vanuit de elleboog, voor nazi’s die geen zin hebben om de hele dag de arm te strekken: ‘pfff, ja joh, heil Hitler, whatever, zijn er nog donuts, doet de printer het alweer?’ Maar als je dat te vaak doet, word je denk ik niet serieus genomen. Je kan trouwens ook een frozen shoulder krijgen van de Hitlergroet. Zelfs als je er eentje al dan niet per ongeluk maakt, ik kijk nu naar jou, Elon Musk.

Wat gelukkig wél altijd kan, frozen shoulder of niet, is de middelvinger. Hoewel het me niet zou verbazen als dat binnenkort ook ineens een Romeinse groet blijkt te zijn geweest, of een vredessymbool in de oudheid, of gewoon een onhandige beweging. Het zijn vreemde tijden. Er lazert van alles van z’n voetstuk, inclusief de ironie. Mag je nog een grap maken over de Hitlergroet?

Ik twijfel nog steeds.