Hogeronderwijsinstellingen in krimpregio’s krijgen een uitzonderingspositie als het gaat om het terugdringen van internationale studenten. Dat schrijft onderwijsminister Eppo Bruins (NSC) vrijdagmiddag in een brief aan de Tweede Kamer. Bruins werkt aan een wet om de instroom van buitenlandse studenten in het hoger onderwijs te beperken. Hij gaat zijn wetsvoorstel nu zo aanpassen dat die instroom behouden blijft in de regio’s waar het voortbestaan van onderwijsinstellingen in grote mate afhankelijk is van internationale studenten. Dat gaat de minister doen door die onderwijsinstellingen toe te staan meer studies in het Engels te geven dan dat ze volgens het huidige wetsvoorstel zouden mogen.
Die uitzonderingspositie in de Wet internationalisering in balans (Wib) is een voorwaarde van CDA, ChristenUnie, SGP en JA21 om in de Eerste Kamer vóór de onderwijsbegroting te stemmen, waarmee de plannen genoeg steun hebben in beide Kamers. Onderwijsinstellingen in krimpregio’s maken zich zorgen over hun voortbestaan als zij het grootste gedeelte van hun opleidingen in het Nederlands moeten aanbieden.
Vorige week liet Bruins weten dat hij pas half maart met de uitwerking van die uitzondering in het wetsvoorstel zou komen. Tijdens een procedurevergadering in de Eerste Kamer deze week werd duidelijk dat dat de senatoren eerst meer helderheid wilden over aanpassing van de Wib vóórdat ze over de begroting zouden stemmen. Daarom komt Bruins nu op stel en sprong met de brief.
‘Toets anderstalig onderwijs’
De uitzonderingspositie voor krimpregio’s betekent niet dat instellingen in die regio’s standaard al hun opleidingen in het Engels mogen aanbieden. De opleidingen zullen nog steeds aan de zogeheten ‘toets anderstalig onderwijs’ onderworpen worden, zoals ook alle opleidingen buiten de krimpregio’s. Daarmee bepaalt de minister of een opleiding in het Engels gegeven mag worden. Het komt erop neer dat de toets minder streng wordt voor onderwijsinstellingen in de krimpregio’s. Ze moeten alleen bewijzen dat de anderstaligheid van een studie „doelmatig” is, schrijft Bruins. Denk aan een criterium als „de verwevenheid met de regionale arbeidsmarkt en/of kennisinfrastructuur”.
De uitzondering zal ook gelden voor instellingen die „in de nabijheid van een krimpregio liggen en van belang zijn voor de regio”. Bruins zal zelf nog een lijst opstellen van regio’s die aangemerkt worden als krimpregio.
Lees ook
Onderwijsminister Bruins strenger op Engels in het hoger onderwijs: ‘Nederlands moet weer de norm worden’
