Het officiële document waarin Donald Trump hem gratie verleent voor zijn deelname aan de Capitoolrellen, moet Michael Marroquin nog ontvangen. Maar het nieuws over het presidentiële pardon zorgt nu al voor extra aanloop in zijn kringloopwinkel Peddle’s Paradise aan de rand van het zuid-Texaanse stadje Nederland. „Ik zette eerst een paar honderd dollar per dag om. Nu is dat soms wel duizend”, zegt hij, terwijl hij een stapeltje cash uit zijn morsige joggingbroek haalt en de groene biljetten door zijn vingers laat gaan.
In de loods waar Marroquin (59) een bonte verzameling tweede- en derdehandse spullen heeft uitgestald, komt de ene na de andere klant binnenlopen die over zijn pardon gehoord heeft. En menigeen bedankt hem voor zijn rol in het bestormen van de Amerikaanse volksvertegenwoordiging op 6 januari 2021, toen vele duizenden Trump-aanhangers de formele bevestiging van Joe Bidens verkiezingszege door het Congres urenlang met geweld verhinderden.
Stacey, uit het nabijgelegen stadje Beaumont, zoekt deze zaterdagmiddag met haar dochter een sieraad en een accessoire voor in hun aquarium. Zij zag Marroquin eind vorige maand op de lokale tv-zender dank uitspreken voor de gratie die Trump hem verleende, en net als de president meent ze dat hem geen enkele blaam treft. „Je hebt het juiste gedaan. Meer mensen hadden dit moeten doen”, zegt ze, terwijl haar puber in een vitrinekast met ringen, kettinkjes en oorbellen scharrelt.
Antifa en FBI
Door in zijn eerste uren terug in het Witte Huis alle veroordeelde en aangeklaagde Capitoolbestormers gratie of strafkwijtschelding te verlenen, verklaarde Trump op 20 januari met één pennenstreek het grootste justitieel onderzoek uit de Amerikaanse geschiedenis nietig. Dit massapardon was slechts het sluitstuk van een veel langer proces, waarin de Republikeinse helft van het land gaandeweg een eigen lezing omarmde van de dag dat ‘hun’ president zijn verkiezingsnederlaag in extremis probeerde terug te draaien.
In de eerste uren en dagen na de bestorming klonk nog unaniem kritiek op de relschoppers en op de man die hen hiertoe opjutte. Ook Republikeinse volksvertegenwoordigers, van wie sommigen zelf hadden moeten rennen voor hun leven, spraken hun afschuw en afkeuring uit. Maar al na een paar dagen begon dit beeld te kantelen. Op Trump-gezinde blogs en tv-zenders werden complottheorieën gelanceerd waarin antifascisten, Black Lives Matter-activisten en geïnfiltreerde FBI-agenten de meute tot deze rellen zouden hebben aangezet.
Michael Marroquin bijvoorbeeld schreef vier dagen na de bestorming op zijn Facebook-account dat ‘antifa’ de rellen begon en dat de politie daar alle ruimte voor bood. Het waren juist ‘patriotten’ die de schade hadden proberen te beperken. Een lezing die hij nog altijd uitdraagt.
„Het slaat toch nergens op dat wij ons eigen Capitool zouden slopen en de politie geweld aandoen? Dat doet geen enkele patriot”, zegt hij in zijn kantoortje, waar een fotokopie uit zijn strafdossier als een trofee aan de muur is gespijkerd. „Een patriot houdt van dit land. Een links iemand houdt niet van zijn land. Zij haten het land. Zij zouden dit soort dingen flikken, zeker als ze er voor betaald worden. Ik denk dat ze betaald werden.”
Marroquin was een van de bestormers die rondliepen in het kantoor van Nancy Pelosi, de toenmalige Democratische voorzitter van het Huis van Afgevaardigden. Volgens hem waren het de infiltranten die daar de boel sloopten, waren het ‘patriotten’ zoals hij die de boel weer fatsoeneerden, waarna journalisten er weer een troep van maakten voordat ze gingen filmen.
De gratie van president Trump zorgt voor meer klandizie in de tweedehands winkel van Michael Marroquin.Foto Merijn de Waal
Gestolen telefoon
Marroquin is een argwanende man. Zo heeft hij een theorie, dat hij er ingeluisd is door FBI. Als lid van een club van motorrijders voor Trump en als lid van de anti-overheidsmilitie Three Percenters, zou hij al voor 6 januari in beeld zijn gekomen bij de federale autoriteiten. Hij denkt dit omdat hij na de rellen de trein terugnam naar zijn hotel in Maryland en toen bij de stationskiosk door een vreemd stel chocomelk aangeboden kreeg. „Ik ben dol op warme choco, dus ik nam het aan. En in de trein werd ik heel slaperig. Toen ik na een paar uur wakker werd was mijn telefoon weg, maar mijn portemonnee met 400 dollar erin niet.”
Die telefoon werd ruim een half jaar later, in augustus 2021, met een anoniem begeleidend briefje opgestuurd naar de FBI. Marroquin weet niet door wie. Het briefje vermeldde in kapitalen: „Op dit apparaat staan foto- en videobewijs die tonen dat de eigenaar een deelnemer was aan de Capitoolrellen.”
Zo kreeg de FBI toegang tot filmpjes waarin Marroquin anderen opjutte om „door te blijven lopen”, „niet langer te zwijgen” en „door die deur te gaan”. Er is te horen hoe hij agenten flesjes water aanbiedt. Maar ook hoe hij tegen een agent, die met getrokken wapen de vergaderkamer van het Huis tracht te bewaken, schreeuwt: „Laat je wapen vallen.” En: „Je bent een goede kerel, maar dit is óns Huis.” Een still van het moment dat Marroquin recht in de loop van het politiewapen filmt en „je bent een verrader” roept, is opgenomen in zijn openbare strafdossier.
Marroquin stond echter al voordat de FBI zijn telefoon in handen kreeg al op de radar van de federale recherche FBI, dankzij een tip van een familielid een dag na de rellen. Dit familielid had hem voorbij zien komen op een Instagram-kanaal dat een livestream vanuit het bestormde Capitool verzorgde. Met een rood MAGA-petje op en zwarte capuchontrui met een grote oranje ‘Q’ erop liep hij rond in de Rotunda – de centrale rondgang van het Capitool.
Marroquin zegt dat het gaat om een nichtje van hem, en dat hij haar al in 2021 meteen vergeven heeft. „Mensen worden op allerlei manieren gemanipuleerd.” Hij somt op: via chemtrails, de sporen die vliegtuigen trekken in de lucht, maar eigenlijk chemicaliën zouden bevatten. Via het blauwe licht in onze computerschermen. En via de massamedia, die op een frequentie uitzenden die het onderbewustzijn manipuleert. In het geval van zijn nichtje speelde ook nog mee dat ze in de Texaanse hoofdstad Austin ging studeren, denkt hij. „Een verschrikkelijk linkse stad.”
Pedofielennetwerken
Meer Capitoolbestormers werden door familieleden of (ex-)partners aangegeven bij de politie. Volgens de critici van Trumps massapardon zullen zij niet allemaal zo vergevingsgezind zijn als Marroquin en kunnen zij wraak gaan nemen voor dit ‘verraad’, zeker nu ze na het schrappen van hun strafblad weer een wapen kunnen gaan bemachtigen. Radiozender NPR inventariseerde bovendien dat J6’ers eerder waren veroordeeld of vervolgd voor misdrijven als verkrachting, seksueel misbruik van een minderjarige, huiselijk geweld en productie van kinderporno.
Marroquin beaamt dat de Q op zijn hoodie verwees naar QAnon. Dit is de eind 2017 ontstane online complottheorie over een satanische ‘cabal’ van Democraten, Hollywoodsterren en andere prominenten die kinderen verhandelt voor seksueel misbruik en om babybloed te drinken. Marroquin verknoopt dit met een veel oudere samenzweringsmythe over de schaduwwereldregering van de Illuminati.
„Ik zette eerst een paar honderd dollar per dag om. Nu is dat soms wel duizend”, vertelt Micheal Marroqiun Foto Merijn de Waal
Eerder deze eeuw werkte Marroquin namens het bisdom van Austin als missionaris in een doodarm deel van Bolivia. Daar werd hij in 2008 tot 25 jaar cel veroordeeld wegens het seksueel misbruiken van twee 15-jarigen en handel in een ander kind, zijn adoptiedochter. In 2011 kwam hij alweer vrij, nadat hij zijn veroordeling, samen met de aanklager in zijn zaak, op een vormfout aanvocht tot aan het Hooggerechtshof. Het geadopteerde meisje moest hij achterlaten in Bolivia, zijn vrouw was het jaar ervoor al van hem gescheiden.
Volgens Marroquin was ook deze hele episode een complot. De aanklachten tegen hem zouden verzonnen zijn om de ngo die hij runde van hem af te kunnen pakken. Met zijn dochter, inmiddels begin twintig, heeft hij weer contact. „Ik zal haar bellen. Ze moet wel opnemen, want vandaag heb ik net haar toelage overgemaakt.” Als hij in zijn truck rijdt om te kijken of zijn pardon al in de brievenbus ligt, videobelt ze terug. In steenkolen-Spaans geeft hij haar op dwingende toon enkele levensadviezen.
Spirituele strijd
Voor de Capitoolrellen zou Marroquin uiteindelijk slechts één dag in voorarrest zitten. De zwaarste federale aanklacht tegen hem, wegens veronderstelde ‘obstructie’, werd geschrapt. Hiervoor had hij twintig jaar cel kunnen krijgen maar Trump en diens advocaat Sidney Powell, wisten die tenlastelegging vorig jaar met succes aan te vechten. Daarna bleven tegen Marroquin alleen lichtere vergrijpen over, waarvoor hij schuld bekende en zes maanden celstraf opgelegd kreeg. Die moest hij nog gaan uitzitten, toen Trump hem al gratie verleende.
Nu Trump terug aan de macht is, zal hij eindelijk onthullen dat de hele wereld gerund wordt door pedofiele politici, weet Marroquin zeker. Van Xi tot Poetin: allemaal zouden ze gechanteerd worden met hun seksuele wangedrag door hogere machten, vooral binnen inlichtingendiensten CIA en NSA, en de Illuminati.
„De storm steekt al op”, ziet Marroquin. Zo heeft de president in zijn eerste werkdagen bevolen om geheime archiefstukken vrij te gaan geven over de moord op president John F. Kennedy en over de terreuraanslagen van 11 september 2001. Beide historische gebeurtenissen zijn al decennia bron van wijdverbreide samenzweringstheorieën.
Voor Michael Marroquin was de bestorming op 6 januari onderdeel van een religieuze strijd tussen goed en kwaad. Foto Merijn de Waal
Trump wakkert het complotdenken, dat al sinds de stichting van de VS welig tiert in de Amerikaanse samenleving, ook aan via kabinetsbenoemingen. Tulsi Gabbard, die de inlichtingendiensten moet gaan aansturen, meent ook dat politici marionetten zijn in handen van een cabal. Beoogd gezondheidszorgminister Robert F. Kennedy Jr. maakte de laatste jaren naam met complottheorieën rond corona. En beoogd FBI-baas Kash Patel ziet de dienst die hij moet gaan leiden als wapen van de corrupte Deep State.
Trumps generieke pardon overviel niettemin zelfs zijn meest naaste medewerkers. Acht dagen voor zijn aantreden werd door vicepresident J.D. Vance bijvoorbeeld nog gesuggereerd dat er „van geval tot geval” bekeken zou worden wie er gratie of strafkwijtschelding verdiende. Uiteindelijk zou de president hebben gezegd: „Fuck it, laat ze allemaal vrij”, reconstrueerde nieuwssite Axios.
Ook de leiders en leden van extreemrechtse anti-overheidsgroepen als de Proud Boys, Three Percenters en Oath Keepers kwamen hierdoor vrij. Evenals relschoppers die met vuurwapens, honkbalknuppels, bijlen, antiberenspray of brandblussers agenten te lijf waren gegaan. Zelfs sommige Republikeinen hadden hier kritiek op.
Lees ook
‘Als Trump besluit de Capitoolbestormers vrij te laten, vrees ik voor mijn leven’
Trumps besluit leek vooral bedoeld om de officiële geschiedenis van 6 januari te herschrijven, maar kan ook gevolgen hebben in de nabije toekomst. Onder de vorige regering-Biden, en overigens ook al onder Trump-I, zagen de Amerikaanse opsporingsautoriteiten de grootste binnenlandse terreurdreiging uitgaan van zulke milities.
In Texas – dat met zeker 120 Capitoolbestormers hofleverancier was van ‘6 januari’ – zijn zij van oudsher wijdverspreid. Trump trapte zijn derde presidentscampagne in 2023 niet voor niets af in Waco. In 1993 vond in dit plattelandsstadje een wekenlange confrontatie plaats tussen een religieuze sekte en de federale en Texaanse autoriteiten. Deze belegering eindigde in een bloedbad met 75 doden.
Spirituele oorlog
Terrorisme-expert Elizabeth Neumann, die onder Trump-I benoemd werd op het ministerie voor Binnenlandse Veiligheid, maakt zich dan ook grote zorgen. De massaal verleende gratie kan „een toestemmingsstructuur” scheppen voor toekomstig geweld. De milities kunnen als wrekers het recht in eigen hand nemen, omdat ze weten dat ze justitie kunnen negeren, waarschuwde ze vorige maand tegenover The Texas Tribune. Neumann: „We zijn geen op de rechtsorde gebaseerde maatschappij meer, maar het gaat er om of je tot de juiste stam behoort.[..] Dan ben je beschermd.”
Op 6 januari vond niet alleen grof geweld plaats, er waren ook veel religieuze symbolen te zien, zag Neumann. De gepardonneerde relschoppers kunnen nu het idee krijgen dat ze verwikkeld zijn in een spirituele oorlog om de ziel van het land.
Dat laatste geldt in ieder geval voor Michael Marroquin. „Ik ben slechts een marionet in de handen van God. En ik wíl dat zijn. Ik ren er niet voor weg. Het is er gewoon. Het is waar deze hele oorlog tussen goed en kwaad om draait. Punt uit.”
De hele nacht ligt zijn lijk op het Onafhankelijkheidsplein, midden in Paramaribo. Een man in een groen hemd en grijze broek, een schotwond in zijn achterhoofd. Het is politie-inspecteur Herman Gooding, de bekendste narcotica-rechercheur van Suriname. Hij is in de nacht van 4 op 5 augustus 1990 door onbekenden doodgeschoten.
Duizenden Surinamers gaan in de dagen erna de straat op. Ze bonken op de deuren van het parlementsgebouw, scanderen ‘wi no wan moro’ (‘we willen het niet langer’). De moord, een van de meest geruchtmakende in de recente Surinaamse geschiedenis, volgt op een reeks andere gruweldaden. In 1982 zijn vijftien tegenstanders van legerleider Desi Bouterse gedood, de Decembermoorden. In 1986 zijn 39 burgers vermoord in het Marrondorp Moiwana, voornamelijk vrouwen en kinderen. Begin 1990 nog zijn vier inheemse jongeren verdwenen na door de militaire politie te zijn opgepakt. Moeders demonstreerden maandenlang voor het parlementsgebouw om opheldering te krijgen – tevergeefs.
Rechercheur Herman Gooding, 47 jaar, onderzocht als coördinator van de afdeling bijzondere delicten het bloedbad in Moiwana. Ook leidde hij grote drugsonderzoeken.
Desi Bouterse, vorig jaar overleden, werd in 2000 in Nederland bij verstek veroordeeld tot elf jaar cel wegens cocaïnesmokkel, en kreeg eind 2023 twintig jaar voor de Decembermoorden. Maar voor ‘Moiwana’ is nooit iemand vervolgd, noch voor de verdwijning van de vier jongeren – volgens binnenlandbewoners werden zij omgebracht met kettingzagen. Ook de moord op Herman Gooding bleef altijd onopgelost. Het onderzoek in zijn zaak stuitte op „een blinde muur”, aldus de toenmalige minister van Justitie.
Mogelijk komt daar verandering in. Een cold case-team in Suriname heeft het onderzoek naar de moord op Gooding ruim een jaar geleden heropend. Dat gebeurde nadat een van zijn dochters een open brief had gestuurd aan de Surinaamse president Chan Santokhi, voormalig politiechef en destijds naaste collega van Gooding. Met dit onderzoek staat Suriname – kort voor de verkiezingen van 25 mei – voor de vraag of het opnieuw de confrontatie met het verleden aan wil gaan.
In dit artikel reconstrueert NRC de moord op de rechercheur. Ten minste tien naar Nederland gevluchte Surinamers legden in 1990 verklaringen af over de moord – vastgelegd in een vertrouwelijke rapportage in bezit van NRC (zie kader). Verder sprak NRC de weduwe van Herman Gooding, twee van zijn dochters en drie naar Nederland uitgeweken oud-rechercheurs die nauw met hem samenwerkten. De getuigenissen wijzen in de richting van hoge militairen, die in de jaren na de moord sleutelposities bekleedden in het Surinaamse staatsappraat – in een enkel geval tot op de dag van vandaag.
Vakantie in Nederland
Herman Gooding was in 1964 als 21-jarige in dienst getreden van de politie, waar hij zich geliefd maakte door zijn onverschrokkenheid. Al waren er ook die vreesden dat hij te veel oprakelde met zijn onderzoeken.
Een jaar voor zijn dood, in augustus 1989, praat Gooding tijdens een vakantie in Nederland over de precaire situatie waarin hij zich dan al bevindt. In Suriname loopt de spanning hoog op tussen de burgerregering van president Ramsewak Shankar en de militaire top onder leiding van Bouterse, die het na een coup in 1980 acht jaar lang voor het zeggen had gehad. Aan een bevriende Nederlandse ambtenaar, die zijn verhaal optekent, vertelt Gooding dat hij door de legertop wordt bedreigd. Zijn huis wordt permanent door vier politiemensen bewaakt.
Gooding had vooruitgang geboekt in het onderzoek naar de 39 moorden in Moiwana. Bij het verhoren van enkele arrestanten, onder wie een militair, waren namen van betrokkenen naar voren gekomen. Dit leidde tot een reactie van de militaire top, die de aangehouden militair begin 1989 liet bevrijden uit zijn cel.
Het huis van Gooding wordt permanent door vier politiemensen bewaakt
Een afschrift van het proces-verbaal van de verhoren door Gooding is naar legerleider Bouterse gegaan. Sindsdien nemen de bedreigingen toe. „Gooding wordt meegedeeld dat hij moet oppassen, daar de militairen iets van plan zijn tegen zijn persoon”, staat in het relaas. Gooding besluit het Moiwana-onderzoek „op een laag pitje” te zetten.
Niet veel later krijgt hij „twee waarschuwingen dat hij nummer 1 staat bij de BVD om gedood te worden”. ‘BVD’ was de naam waarmee velen in Suriname destijds de Centrale Inlichtingendienst (CID) aanduidden. Deze dienst, vertelt Gooding aan de Nederlandse ambtenaar, zet veelal criminele burgers in om „diverse vuile zaken” op te knappen.
Gooding vertelt met naam en toenaam door welke militairen hij wordt bedreigd: Rupert Christopher (hoofd van de CID), Melvin Linscheer (functionaris bij de CID) en commandant van de militaire politie Iwan Graanoogst. Gooding vraagt de ambtenaar zijn best te doen om zijn gezin naar Nederland te laten komen als hem iets overkomt.
Discotheek
Het geweld tegen politie en justitie houdt aan als Gooding is teruggekeerd in Suriname. Op 8 december wordt brand gesticht in het Kantongerecht. Vanaf eind december worden politiebureaus beschoten.
In de nacht van 3 op 4 augustus 1990 is er in een discotheek in Paramaribo een incident tussen een militair en een rechercheur, Goodings collega Cyril Harkisoon. De militair zou handtastelijk zijn geworden tegen Harkisoon, waarna hij werd overgebracht naar politiebureau Nieuwe Haven. De kwestie escaleert als de militair, zo is de lezing van de politie, enkele agenten met zijn pistool bedreigt en vervolgens zelf door een agent in zijn been wordt geschoten.
Die zaterdagochtend verschijnt het hoofd van de recherche van de militaire politie op het politiebureau om het wapen van de gewonde militair op te eisen. Gooding weigert het over te dragen. De bewuste militair is intussen door militairen overgebracht van een burgerziekenhuis naar het militair hospitaal.
De ruzie loopt op als Gooding rond 12 uur een telefoontje krijgt van de ondercommandant van de militaire politie, Cliff Ganpat. Rechercheur Hendrik Jasadirana is getuige van dit gesprek, dat ook voorkomt in de vertrouwelijke rapportage over de getuigenissen van naar Nederland gevluchte Surinamers. Ganpat eist dat de politieman die op de militair heeft geschoten wordt vastgezet. Gooding zegt dat daar geen gronden voor zijn. „Vanaf vanmorgen bent u al bezig met bedreigingen”, zegt Gooding volgens de rapportage. „Ik zoek geen ruzie, maar ga er ook niet voor uit de weg. Ik ben niet bang voor u.”
Tegen 15 uur rijdt Gooding volgens afspraak naar het bureau van de militaire politie om stukken over het incident aan Ganpat te overhandigen. Cyril Harkisoon vergezelt hem. Het onderhoud verloopt zakelijk, maar eindigt abrupt als Ganpat een telefoontje krijgt van Melvin Linscheer van de CID.
„Zeg aan Baas dat ik onderweg ben”, zegt Ganpat tegen hem, zo hoort Harkisoon. Met ‘Baas’, weet iedereen in Suriname, wordt Desi Bouterse bedoeld. Melvin Linscheer mailt desgevraagd zich niet te herinneren of hij Ganpat die dag heeft gesproken.
Na het gesprek vertrekt Gooding in zijn witte Isuzu (een politie-pick-up) naar Lelydorp, vertelt Cyril Harkisoon aan NRC. Gooding is de rest van die zaterdag vrij en gaat uit met een vriendin. In de vertrouwelijke rapportage staat zijn outfit beschreven: groen overhemd met lange mouwen, grijze broek met blauwe motieven, een halssnoer met gekleurde kralen.
Harkisoon wordt thuis door Ganpat gebeld dat hij opnieuw naar de militaire politie moet komen. „Hij zei dat Gooding al onderweg was. Toen gingen bij mij alle alarmbellen af. Ik wist dat hij loog.” Harkisoon hoort ook dat „gewapende mannen” op politiebureau Nieuwe Haven naar hem op zoek zijn.
De gebeurtenissen raken in een stroomversnelling. Militairen duiken op bij het huis van de agent die op de militair heeft geschoten. Militairen omsingelen politiebureau Geyersvlijt in Paramaribo waar een lichtgekleurde politie-pickup geparkeerd staat – ze lijken te denken dat Gooding zich daar bevindt. Met AK’s gewapende leden van de militaire politie eisen rond 20.00 uur dat Gooding naar buiten komt. Ze vertrekken als een dienstdoende inspecteur het hoofdkwartier van de militaire politie inlicht dat Gooding er niet is.
Omstreeks 22.00 uur wordt een witte politieauto door militairen klemgereden op de weg tussen Lelydorp en Paramaribo. De inzittenden, een brigadier en een agent, worden vastgezet. Hun wordt gezegd dat die avond vanuit een witte auto op een militair voertuig is geschoten.
Tegen middernacht rijdt Herman Gooding nietsvermoedend met zijn vriendin van Lelydorp terug naar Paramaribo. Onderweg hoort hij wat er allemaal aan de hand is, en dat militairen twee politiemensen hebben vastgezet. Op politiebureau Keizerstraat, in het centrum van Paramaribo, belt hij Ganpat. Aanwezigen horen hem zeggen: „Dit kan toch niet, wat gebeurt er in dit land?”
Kort na dit gesprek wordt Gooding opnieuw aan de telefoon geroepen. Aan het eind van dit gesprek zegt hij: „Oké, dan kom ik gelijk naar u toe.” Vermoedelijk, zo denken zijn oud-collega’s, wilde hij overleggen over de aanhouding van de agenten. Ze zijn ervan overtuigd dat die bedoeld was om Gooding naar het hoofdkwartier van de militaire politie te lokken.
Gooding vraagt een brigadier met hem mee te gaan. Ze vertrekken direct, met in de auto ook nog steeds de vriendin.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Oud-politieman Roy Kogeldans.” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Oud-politieman Roy Kogeldans.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/18100923/data130677563-746d57.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-11.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-9.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-10.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-11.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-12.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/sUrLkTGEk0j4V0MGBZzxfab2bwA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/18100923/data130677563-746d57.jpg 1920w”>Oud-politieman Roy Kogeldans.
<figure aria-labelledby="figcaption-2" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Oud-politieman Hendrik Jasadirana.” data-figure-id=”2″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Oud-politieman Hendrik Jasadirana.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-4.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/18100933/data130677632-f2d677.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-19.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-17.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-18.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-19.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/surinaamse-cold-case-over-moord-op-politieman-maakt-wandaden-uit-het-militaire-verleden-weer-actueel-20.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/PxwBD9shXxwxQH47tBN9O2QbB3I=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/18100933/data130677632-f2d677.jpg 1920w”>Oud-politieman Hendrik Jasadirana.
Foto’s Mona van den Berg
‘Jullie zijn gek geworden’
De militaire politie is gehuisvest in een oud koloniaal gebouw in Paramaribo, pal naast het militaire hoofdkwartier Fort Zeelandia. Na aankomst moet Gooding zijn wapen afgeven. Protest helpt niet. De meegereden brigadier („geef hier dat strontwapen”, krijgt hij toegebeten) moet ook z’n portofoon afgeven. De sfeer is vijandig.
Terwijl Gooding in het kantoor van ondercommandant Ganpat is, zitten de brigadier en de vriendin van Gooding in een wachtruimte. Ze krijgen te horen dat „het langer gaat duren” en de deur gaat op slot. De vriendin hoort, door de muur heen, dat Gooding op zeker moment roept: „Jullie zijn gek geworden.” Na een half uur worden Gooding, de vriendin en de brigadier gemaand te vertrekken. De vriendin ziet Ganpat op de gang met een glas whisky in de hand en hoort hem zeggen dat hij later „niet meer bereikbaar is”. De wapens worden teruggegeven. De portofoon niet, die zou zijn zoekgeraakt.
Het moet inmiddels na 01.00 uur zijn geweest. Vanaf de uitrit van het gebouw van de militaire politie slaat Gooding met de witte Isuzu-pick-up linksaf de Kleine Combéweg op. De brigadier zit op de achterbank, de vriendin voorin. Wat Gooding en zijn metgezellen verbaast, is dat er geen verkeer meer is op de weg. Toen ze een half uur eerder aankwamen was het nog tamelijk druk geweest met auto’s.
Daarna wil Gooding rechtsaf slaan, via het Onafhankelijkheidsplein richting de Lim A Po-straat, langs de Nederlandse ambassade. Maar er staat een militaire VW-combi dwars over de weg geplaatst. Op circa zestig meter van Fort Zeelandia, voor het gebouw van het kabinet van toenmalig legerleider Bouterse – waar nu het Surinaamse parlement is gehuisvest – staat een groep van vier à zes personen. Ze zijn gewapend en dragen burgerkleding.
Gooding stopt de pick-up en draait het raampje omlaag. „Wat voor stront is dit?”, vraagt hij een van de mannen, die zijn gezicht verborgen heeft achter een sjaal. In de vertrouwelijke rapportage wordt hij aangeduid als een „bekende van de BVD”, waarmee in de volksmond de inlichtingendienst wordt aangeduid. De brigadier en de vriendin geven later in een verhoor een signalement van de man.
Volgens de rapportage heeft een niet nader genoemde militair kort voor de aankomst van Gooding bij de militaire politie „medewerkers van de BVD voor een spoedopdracht thuis opgehaald”. De verantwoordelijke persoon van de inlichtingendienst die doorgaans met zulke groepen werkt, is Melvin Linscheer. Hiernaar gevraagd laat deze weten: „Ik denk niet dat er enige reden was om personeel van de BVD op te roepen voor een spoedopdracht. BVD was een civiele inlichtingendienst.”
Toenmalig officier van justitie Armand van der San, stelt op basis van verhoren destijds dat „de organisatie in handen was van Linscheer, de hele voorbereiding”. Volgens hem is er een verband met het eerdergenoemde overleg van Bouterse, Linscheer en Ganpat. „Dan komen er nieuwe opdrachten. Die kwamen van Bouterse”, aldus Van der San telefonisch vanuit Paramaribo.
„Laten we hopen dat hij deze zaken ook bij proces-verbaal heeft vastgelegd of onder ede verklaard bij de Surinaamse justitiële autoriteiten”, aldus Melvin Linscheer in een reactie aan NRC. „Dat is waar deze verklaringen thuis horen.”
Wapen op het dashboard
„Meneer Gooding, u moet uitstappen, we hebben u nodig”, zegt de BVD’er nadat Gooding met zijn pickup bij het Onafhankelijkheidsplein is gestopt. Gooding: „Wat is dit voor een onzin, ik ben net bij de leiding geweest.” De BVD’er richt zijn wapen op Gooding: „Daar hebben we niks mee te maken, direct uitstappen.” Het portier gaat open en Gooding wordt beetgepakt. Zijn wapen ligt op het dashboard, de vriendin schuift het in zijn richting. Terwijl Gooding uit de auto wordt getrokken gooit hij het wapen op de achterbank. De brigadier krijgt, onder dreiging van een wapen, opdracht uit te stappen, het stuur over te nemen en weg te rijden.
Dan gebeurt het. In de vertrouwelijke rapportage staat: „Terwijl Gooding liggend op straat wordt vastgehouden, schiet de burger-BVD’er hem dood. Als de brigadier en de vrouw vertrekken, horen ze twee schoten.”
De brigadier rijdt naar politiebureau Keizerstraat en slaat alarm. Daar is men zo bang, dat niemand durft te gaan kijken. De lampen in het bureau worden gedoofd.
Agenten treffen Goodings lichaam aan vlak voor het monument van de gevallenen
Om zes uur die ochtend komt een eerste telefonische melding binnen bij politiebureau Keizerstraat dat er een lijk ligt aan de Waterkant, niet ver van het kabinet van legerleider Bouterse. Enkele politieagenten die dan gaan kijken, treffen Goodings lichaam aan vlak voor het monument van de gevallenen, ongeveer tien meter van de plek waar hij uit de auto is getrokken. Een deel van zijn achterhoofd is weggeschoten, aan de andere zijde van de weg liggen stukjes van zijn kaakbot.
Gooding moet, zo staat in de rapportage, door één schot zijn gedood. Het wapen moet op minder dan tien centimeter van z’n hoofd zijn afgevuurd. Bij technisch onderzoek worden delen van hagelkorrels gevonden, waaruit wordt geconcludeerd dat een jachtgeweer is gebruikt.
Eerder die nacht hebben agenten op het portofoonnet van de politie enkele opvallende uitlatingen gehoord – die overduidelijk niet afkomstig waren van politieagenten. Ook rechercheur Roy Kogeldans, die geen dienst heeft en op een feestje is, vangt het bericht op. Een onbekende stem zegt: „POG, POG, hier president Shankar”. POG is de afkorting voor Politie Ondersteuningsgroep, ofwel het arrestatieteam van de politie. Het lijkt een pesterij. En vervolgens klinkt het in het Surinaams: „Wan foe den e trim k’ba”, wat betekent: „Een van hen is al aan het trimmen.” Kogeldans: „Daarmee werd bedoeld dat Gooding de pijp uit was.”
Het kan volgens Kogeldans niet anders dan dat voor die mededeling de ‘zoekgeraakte’ politieportofoon van de brigadier is gebruikt, die hij bij de militaire politie moest inleveren. Kogeldans zelf kreeg die nacht van een collega de waarschuwing niet naar huis te komen, omdat daar militairen waren. „Er moesten drie politieofficieren worden vermoord.” Uit kringen van leger en inlichtingendienst kregen hij en Harkisoon informatie dat hiervoor plannen bestonden, zo zeggen ze.
‘Vertel dit aan niemand’
Die nacht wordt ook politiebureau Nieuwe Haven zwaar onder vuur genomen. De schoten zijn zo luid, dat Goodings echtgenote Marie Gooding-Wolfjager wakker schrikt. Ze was er al niet gerust op na de drie keer dat ondercommandant Ganpat van de militaire politie haar die avond had gebeld om naar haar man te vragen. „Ik heb mijn zoon Roy wakker gemaakt en gezegd dat we tot vijf uur zouden wachten”, vertelt ze. „Toen belde iemand me die zei dat iemand aan de Waterkant lag. Hij zei te vermoeden dat het Herman was.” Met haar zoon neemt ze een taxi naar bureau Keizerstraat en rent met hem naar de Waterkant. „We stopten toen ik een wit laken zag. Ik tilde het op en zag dat het Herman was. Hij lag op zijn gezicht. Ik zag z’n hersens op het asfalt. Ik zei tegen hem: ‘Dit heb je me verteld’.”
De brigadier en de agent die de avond tevoren zijn opgepakt door de militaire politie, komen die dag weer vrij. Ondercommandant Ganpat laat weten dat in het militaire voertuig geen kogelgaten zijn aangetroffen, zo staat in de vertrouwelijke rapportage.
Enkele weken na de uitvaart van Herman Gooding spreekt zijn dochter Sharon in Paramaribo twee BVD-burgers. Ze kennen elkaar. Sharon Gooding: „Een van hen zegt: ‘Vertel dit aan niemand door. Linscheer heeft de opdracht gehad om Herman te liquideren’.”
Foto van Herman Gooding in de handen van zijn dochter Sharon.Foto Mona van den Berg
In reactie laat Linscheer aan NRC weten dat „er voorzover mij bekend geen enkel probleem was met wijlen de heer Gooding met ondergetekende en of de legerleiding welke aanleiding zou kunnen zijn tot het geven van een opdracht hem te liquideren”. Hij spreekt ook tegen dat hij Gooding zou hebben bedreigd, zoals die in 1989 liet optekenen door een Nederlandse ambtenaar. Linscheer: „Ik denk niet dat er enige aanleiding of een belang was om de heer Gooding te bedreigen.”
De conclusie van de vertrouwelijke rapportage luidt dat het „nagenoeg zeker” is dat de Surinaamse inlichtingendienst „van Christopher en Linscheer daadwerkelijk betrokken is geweest bij de dood van Gooding”.
Rupert Christopher maakte in 2007 op 51-jarige leeftijd een eind aan zijn leven. Melvin Linscheer was van 2010 tot 2016 de hoogste man van de Nationale Veiligheid onder Desi Bouterse. In 2020 is hij benoemd tot veiligheidsadviseur van de huidige president Chan Santokhi – tot verbazing van velen, gezien zijn reputatie van ‘beul van het binnenland’. „Ik heb een rein geweten”, zei Linscheer in 1997 tegen NRC, tijdens een receptie in het presidentieel paleis in Paramaribo voor de viering van de onafhankelijkheid, „en de man hierboven kan ik recht in de ogen zien”.
Het voorarrest van Vito Shukrula, de voormalige advocaat van topcrimineel Ridouan Taghi, wordt met zestig dagen verlengd. Dat meldt de raadkamer van de rechtbank Amsterdam vrijdag. De advocaat zit vast op verdenking van deelname aan de criminele organisatie van Ridouan Taghi.
Shukrula bevindt zich momenteel in beperkingen en mag dus alleen maar contact hebben met zijn advocaat. De raadkamer mag de voorlopige hechtenis van Vito Shukrula met maximaal negentig dagen verlengen, daarna moet een openbare zitting plaatsvinden.
De 36-jarige strafrechtadvocaat werd vorige week gearresteerd na een bezoek aan zijn cliënt in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught. Hij was sinds eind november, samen met Carlo Crince le Roy en later Sultan Kat, advocaat van Taghi. In december begon er echter al een strafrechtelijk onderzoek naar Shukrula. Het Openbaar Ministerie liet na zijn arrestatie weten dat de Veiligheidsdienst had gemeld dat „de advocaat berichten van zijn cliënt naar buiten doorgeeft aan personen uit het criminele netwerk van T.”
Derde keer
Het is inmiddels de derde advocaat van Taghi die is opgepakt sinds het begin van het Marengo-proces. In 2023 werd Youssef T., de neef van Taghi en toentertijd ook zijn advocaat, veroordeeld voor het doorspelen van berichten tussen de zwaarbewaakte crimineel en de buitenwereld. In zijn voetstappen trad Inez Weski, tegen wie momenteel nog een strafrechtelijke procedure speelt voor dezelfde verdenkingen.
Afgelopen woensdag lieten Le Roy en Kat weten de verdediging van Taghi neer te leggen. Daarmee zit Taghi opnieuw zonder juridische bijstand in de liquidatiezaak. Het gerechtshof Amsterdam wil op de volgende zitting, begin juni, de advocatenkwestie van Taghi bespreken, schrijft persbureau ANP.
Missen we iets? Dat vraagt de recherche in het Rotterdamse zich af nu de groothandelsprijs van cocaïne het afgelopen half jaar is gehalveerd. Uit een inventarisatie van NRC en de podcast Zware Jongens blijkt dat de prijs voor een kilo cocaïne in Nederland gedaald is naar 14.000 euro, ongekend laag.
Deze prijsdaling wijst volgens de traditionele logica op een overvloed aan cocaïne. Maar in de haven van Rotterdam wordt sinds een jaar juist veel minder onderschept. Vandaar het ongemak bij de recherche: is er misschien een nieuwe smokkelmethode die ze niet kennen?
Ook deskundigen in Colombia hebben het antwoord op die vraag niet. „De laagste prijs in Nederland die ik ken is 18.000 euro per blok van een kilo”, mailt Jeremy McDermott, een Brit die vanuit Colombia al twintig jaar de drugshandel volgt voor Insight Crime. „Die prijsdaling werd toegeschreven aan een hele grote zending die in Rotterdam was aangekomen. Daardoor werd de markt even overvoerd met cocaïne.”
Zoiets is nu niet aan de hand, stellen bronnen in het criminele milieu en de opsporing. Overal in Europa is sprake van overvloed. „Ik hoor van mijn collega’s in Spanje dat de blokken cocaïne daar tot aan het plafond worden opgestapeld”, vertelt een rechercheur. Een bron in het milieu beaamt dat: „Als je groot afneemt kun je in Spanje nu een kilo coke kopen voor 12.000 euro. Het lijkt wel of ze die blokken dumpen.”
Ondanks die ongekende daling blijft de inkoopprijs in Colombia ongeveer gelijk: zo rond de 8.000 euro per kilo. En dus worden de marges voor smokkelaars veel kleiner. „De winst op een kilo cocaïne is nu zo laag dat smokkelaars overstappen op andere handel”, vertelt een bron. Wat is er aan de hand op de meest lucratieve criminele markt van de afgelopen decennia?
Marktwerking
De handel in cocaïne mag dan illegaal zijn, ook het criminele milieu kan zich niet onttrekken aan de principes van de vrije markt. Prijsvorming vindt plaats op basis van vraag en aanbod. Daarnaast speelt kwaliteit een rol. Vervuilde cocaïne is per kilo minder waard dan een blok van topkwaliteit dat de maximale zuiverheid benadert van net geen 90 procent.
Het lijkt wel of ze die blokken dumpen
In de prijs worden ook de kosten voor productie, vervoer en opslag verdisconteerd. Daarnaast worden er afspraken gemaakt over de verdeling van de financiële risico’s in het geval van een mislukt transport. Die hebben iets weg van een verzekering: hoe meer risico’s je afkoopt, hoe hoger de inkoopprijs.
Het enige verschil met gewone handel is dat er in het criminele milieu geen toezichthouders zijn waar je kunt reclameren bij diefstal, foutieve levering of gebroken beloften. En klagen bij de Wereldhandelsorganisatie over dumping of andere vormen van prijsmanipulatie zit er ook niet in.
Daarom leidt onenigheid als snel tot afpersing, bedreiging, ontvoering of zwaarder, soms dodelijk geweld. Daar staat weer tegenover dat in deze wereld geen belastingen worden betaald en je geen last hebt van Amerikaanse importheffingen.
Golf van cocaïne
De prijsdaling van 29.000 euro per kilo eind september vorig jaar naar 14.000 euro per kilo nu heeft volgens een ervaren officier van justitie niks te maken met de vraag naar cocaïne. „Die prijs daalt door het grote aanbod. Wij doen ons best om drugshandel aan te pakken, maar dat heeft nauwelijks effect op de prijs.”
Cijfers geven hem gelijk. In 2016 rapporteerde bijna 5 procent van de volwassen Nederlanders ooit cocaïne te hebben gebruikt. In 2023 lag dat percentage op 6,5 procent. Ook het aantal jongeren dat cocaïne gebruikt stijgt, blijkt uit cijfers van het Trimbos Instituut.
Die gestage groei kan geen aanleiding zijn voor een prijsdaling. De oorzaak moet liggen in het aanbod: dat is heel sterk gestegen, blijkt uit cijfers afkomstig van de United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC). In Colombia is de productie tussen 2015 en 2023 vervijfvoudigd tot ruim 2.600 ton. De sterkste groei zit in de laatste jaren. Dat verklaart het huidige grote aanbod van cocaïne en daarmee ook de dalende prijs.
Beperkt aantal producenten
Coca-planten groeien van oudsher maar in drie landen: Bolivia, Colombia en Peru. Hoewel de cocaïneproductie ook in enkele andere landen uit die regio op gang komt, hebben criminele netwerken uit Colombia een sterke greep op de markt. Zij produceren ruwweg 70 procent van het totale aanbod. Vandaar de bijnaam drugskartels.
Dankzij die machtspositie heeft het groeiende aanbod van cocaïne tot op heden nauwelijks impact gehad op de inkoopprijs van cocaïne in Latijns-Amerika. Die schommelt al jaren tussen de 7.000 en 8.000 euro. Voor dat geld wordt cocaïne vanuit het binnenland naar een internationale haven gesmokkeld en daar geladen op een schip voor rekening en risico van de verkoper. Is dat schip eenmaal onderweg, dan gaat het risico van onderschepping of verlies over op de kopers.
De dalende groothandelsprijs is dan ook vooral een probleem voor Europese smokkelnetwerken die hier cocaïne doorverkopen aan criminelen die de retail doen. Dat is weer een criminele markt op zichzelf waar de prijzen op dit moment nog stabiel zijn: een gram coke kost in Nederland gemiddeld 50 euro. Waar de inkoopkosten ruwweg gelijk blijven, staat de marge door de dalende groothandelsprijs zwaar onder druk, zo leert een simpele rekensom.
Vorig jaar september leverde een kilo coke een brutowinst op van pakweg 20.000 euro. Nu schommelt die winst rond de 6.000 euro. En daar moeten dan nog kosten af voor beveiliging, opslag, transport in Nederland en het omkopen van ambtenaren of havenpersoneel.
Bolle Jos in Sierra Leone
Het gevolg van die druk op de marges is dat kleinere partijen het loodje leggen of iets anders gaan doen. Grote spelers weten zich ook in deze markt te handhaven. Een van hen is volgens bronnen in het milieu Jos Leijdekkers, beter bekend onder zijn bijnaam Bolle Jos.
Deze 33-jarige Brabander staat al sinds 2022 op de internationale opsporingslijst vanwege grootschalige cocaïnesmokkel. Hij is in België en Nederland in drie zaken veroordeeld tot 47 jaar celstraf voor cocaïnesmokkel en geweldsdelicten.
Bolle Jos opereert sinds enkele jaren vanuit het West-Afrikaanse land Sierra Leone en behoort tot een invloedrijk netwerk dat de schaalgrootte en financiële slagkracht heeft om ook bij lagere prijzen concurrerend te werken. Sterker nog: in het criminele milieu wordt de grootschalige cocaïnesmokkel via West-Afrika gezien als een van de mogelijke verklaringen voor de prijsdaling.
Colombiaanse Traqueto’s
Maar ook invloedrijke spelers als Bolle Jos zijn afhankelijk van Colombiaanse kartels, vertelt expert Jeremy McDermott. „Het is al jaren zo dat Colombiaanse en Europese criminele netwerken samenwerken bij de smokkel van cocaïne. Bij grote zendingen verdelen ze de inkomsten fiftyfifty.”
Bronnen in het criminele milieu leggen uit hoe dat werkt. Een Europees netwerk dat bijvoorbeeld 1.000 kilo coke wil kopen kan dat alleen maar als ze óók voor het verkopende kartel nog eens 1.000 kilo extra naar Europa smokkelen. „Dat is al jaren zo bij partijen van 1.000 kilo en meer”, aldus een bron.
Een simpel rekenvoorbeeld laat zien waarom dat zo aantrekkelijk is voor een kartel. Als ze 2.000 kilo cocaïne zouden verkopen tegen een gangbare prijs van 8.000 euro per kilo in Colombia, levert dat 16 miljoen op. Niet slecht, maar aanzienlijk minder dan in het voorbeeld waarbij ze eigenaar blijven van 1.000 kilo.
Bij een prijs van 21.000 euro per kilo, het gemiddelde van het afgelopen half jaar, levert dezelfde transactie 29 miljoen op. Reken maar mee: Ze verkopen 1.000 kilo tegen 8.000 euro per kilo, dus 8 miljoen. Maar voor die andere 1.000 kilo krijgen ze de prijs die geldt in Europa: 21 miljoen op basis van de gemiddelde kiloprijs.
Waar Europese smokkelnetwerken vanwege de lagere groothandelsprijzen de handdoek in de ring gooien, blijft de cocaïnesmokkel voor Colombianen nog altijd aantrekkelijk. Een transport van 2.000 kilo dat ze helemaal zelf organiseren, levert bij een groothandelsprijs van 14.000 in Europa nog altijd 28 miljoen euro op. Hieruit wordt duidelijk dat de prijsdaling Colombiaanse kartels veel minder hard raakt dan Europese smokkelaars. Is hier dan toch sprake van een bewuste strategie?
Hoe de cocaïneprijs de Colombiaanse winst beïnvloedt
Hoge opbrengst
Verkoop helft voor inkoopprijs en helft voor maximale groothandelsprijs:
1.000 kilo x 8.000 euro + 1.000 kilo x 29.000 euro = 37 miljoen euro
Gemiddelde opbrengst
Verkoop helft voor inkoopprijs en helft voor gemiddelde groothandelsprijs
1.000 kilo x 8.000 euro + 1.000 kilo x 21.000 euro = 29 miljoen euro
Lage opbrengst
Verkoop helft voor inkoopprijs en helft voor laagste groothandelsprijs
1.000 kilo x 8.000 euro + 1.000 kilo x 14.000 euro = 22 miljoen euro
Alternatieve opbrengst
Verkoop alles voor huidige groothandelsprijs
2.000 kilo x 14.000 euro = 28 miljoen euro
Binnen de recherche kunnen ze zich dat niet voorstellen. Colombiaanse netwerken worden wel kartels genoemd, maar om ze te vergelijken met het Opec-kartel dat de oliemarkt kan sturen, gaat ze bij de recherche te ver. Maar als de lage groothandelsprijs aanhoudt kan dat in de praktijk wel tot gevolg hebben dat Colombiaanse kartels ook in Europa aan invloed winnen.
„De huidige situatie doet een beetje denken aan de jaren negentig, toen Colombiaanse kartels ook probeerden de hele smokkelroute te controleren”, vertelt een ervaren rechercheur. „Traqueto’s werden de Colombiaanse vertegenwoordigers van de kartels in Nederland toen genoemd.”
In de Nederlandse onderwereld is de gekelderde groothandelsprijs het gesprek van de dag. Als die prijs zo laag blijft, heeft dat gevolgen, zeggen bronnen in het milieu. „Ik ken jongens die zijn overgestapt op de handel in crystal meth. Daar is meer mee te verdienen.”
Lees ook
Bolle Jos, de voortvluchtige drugssmokkelaar die tientallen miljoenen verwierf, krijgt bij verstek 24 jaar celstraf