Bij Tove Ditlevsen durft niemand te ontsnappen uit een ongelukkig leven

Recensie

Boeken

Tove Ditlevsen Opnieuw is werk van de herontdekte schrijfster uit het Deens vertaald. Het is een verhalenbundel vol interessante vergelijkingen en beelden, treurige huwelijken en verwrongen gezinnen.

Terugkerend motief is de vrouw die niet kan, wil of durft te ontsnappen uit een ongelukkig leven. Foto ANP
Terugkerend motief is de vrouw die niet kan, wil of durft te ontsnappen uit een ongelukkig leven. Foto ANP

Tove Ditlevsen (1917-1976) schreef bijna dertig boeken, werd bij leven al gelauwerd en geprezen, hoewel ze in sommige kringen als ‘huisvrouw’ te boek bleef staan (want: vrouw). Uitgeverij Das Mag brengt in etappes werk van haar uit, vertaald door Lammie Post-Oostenbrink. Met name haar autobiografische Kopenhagen-trilogie (Kindertijd, Jeugd, Afhankelijkheid) bezorgde de Deense postuum een nieuwe schare Nederlandse aanhangers. De meest recente vertaling betreft de verhalenbundel Kwaad geluk. Elf verhalen, telt de bundel. Veel ongelukkige huwelijken. De gezinsdynamiek verwrongen, het leven lamentabel.

Het is met verhalenbundels eigenlijk nooit een goed idee om ze in één keer uit te lezen, maar in dit geval wil ik het helemaal afraden. Het zou je zomaar zwaar te moede kunnen worden. Waar niet mee gezegd is dat je de bundel dan maar helemaal niet open moet slaan. Wel! Want ondanks de wat eentonige thematiek staan de pagina’s vol interessante vergelijkingen en beelden.

‘Zijn lach rolde als een zachte bal over het tuinpad’. Ik bedoel maar. Wie hier lacht is de makelaar uit het verhaal ‘Goede zaken’, waarin het huis van een alleenstaande moeder (verlaten door haar man) ver onder de vraagprijs verkocht wordt aan een jong stel. De man is blij, de vrouw, hoogzwanger, lijkt haar bedenkingen te krijgen, de makelaar lacht geruststellend.

En dan de moeder met een ‘haviksneus’ en ‘geitenkaken’ in het verhaal ‘De moeder’. Ze communiceert louter in korte bevelen met haar kroost, dat ‘in smalle, kistachtige bedden [ligt] te luisteren naar haar voetstappen’. Ze is enigmatisch in haar onbereikbaarheid, haast mechanisch beweegt ze zich door het leven. Waar een flinter ziel uit blijkt is het feit dat ze avond na avond brieven en zijden linten verscheurt. Of de man die in ‘Herhalingen’ de protagonist, zijn echtgenote, bedriegt: ‘Hij ging ’s ochtends weg en kwam ’s avonds thuis, zwaaiend als een pendule tussen twee polen.’ Zo perfect beschreven, de regelmaat der dagen, de onmogelijkheid er ook maar iets aan te veranderen.

Terugkerend motief is dan ook de vrouw (en een enkele keer een kind, of een man) die niet kan, wil of durft te ontsnappen uit een ongelukkig leven. Want ja, dan wordt je huis onder de vraagprijs verkocht – houd in je achterhoofd dat deze bundel uitkwam in 1963, een tijd waarin het net ongemakkelijker was om als vrouw je eigen pad te kiezen. In ‘Angst’ is de psychologische barrière het sterkst beschreven. Een corrector werkt ’s nachts bij de krant, draait overdag in zijn krakende bed, tolereert geen geluiden van zijn vrouw, over wie we lezen. Dier zus probeert haar te overreden te vertrekken, maar ondanks haar angst en verdriet blijft de echtgenote het goedpraten. Ze moest zich eens niet zo aanstellen, ze is ondankbaar, die man doet haar toch niets; ‘Ze verlangde naar het geluid van het krakende bed. Ze kon niet zonder dat geluid. Haar hart ging als een dolle tekeer.’

Zware onderstroom


Lees ook: Herontdekt: het genadeloze, rauwe werk van Tove Ditlevsen (●●●●●)

Wonderlijk in dit geheel is ‘De methode’. Een vrouw probeert lichaamsdeel voor lichaamsdeel van haar man te gaan houden, geloof ik (maar misschien probeert ze hem wel te bezitten, of te vernietigen voor hij háár laat verdwijnen); we lezen een hallucinante tekst met zinnen als: ‘Ze was echt dol op de ogen en zei het tegen ze zonder zich te laten afleiden door de stem die in zijn eigen groef ronddraaide, zeer ontevreden met de paarvorming op het dunne ijs aan de oppervlakte.’ Een gekke, fijne onderbreking, dit verhaal, met weliswaar dezelfde zware onderstroom, maar iets meer ruimte voor experiment, waardoor heel even naast frustratie en woede, ook iets anders van de pagina’s druipt: liefde voor schrijven. Voor het vak waar Ditlevsen mee dooraderd was, ondanks haar eigen leven dat, hoe kan het ook anders, getekend werd door treurnis. Kwaad geluk verscheen vier jaar voor het eerste deel van haar memoires verscheen. Het titelverhaal zou er een voorbode voor kunnen zijn.


Lees ook: Hoe te ontkomen aan een grillige, nukkige, Scandinavische moeder