Faber weigert Kamer uitleg te geven over bezuiniging op Vluchtelingenwerk

Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) wil geen extra geld uittrekken voor Vluchtelingenwerk, omdat ze vindt dat het kabinet „die 20 miljoen ook ergens anders [kan] besteden in Nederland”, zo zei ze woensdag in de Tweede Kamer. Zij reageerde hiermee op kritische vragen van vooral oppositiepartijen over voorgenomen drastische bezuinigingen op de uitvoerder, waarover NRC vorige week berichtte. Vluchtelingenwerk is in reactie hierop naar de rechter is gestapt.

Vluchtelingenwerk heeft een wettelijke taak om asielzoekers in hun asielprocedure voor te lichten en bij te staan. Normaal gesproken krijgt de uitvoeringsorganisatie 13 miljoen euro per jaar vanuit het Rijk, maar in de afgelopen jaren kwam daar steeds méér geld bij, ongeveer het dubbele van het initiële bedrag. Dit komt omdat de Rijksbegroting steevast van minder asielzoekers uitgaat dan dat er daadwerkelijk naar Nederland komen. Zo ging vorig jaar 10 miljoen euro extra naar de organisatie.

Voor dit jaar vroeg Vluchtelingenwerk om 34 miljoen euro. Minister Faber wil daar niet aan beginnen. „Als ze hun zin niet krijgen, ja… dan gaan ze naar de rechter”, zei Faber in het debat. Zij vindt 13 miljoen euro „ook een hele hap geld”.


Lees ook

Het asielbeleid is strenger dan ooit, maar Vluchtelingenwerk verdwijnt juist van de barricaden

Vluchtelingen  bij het aanmeldcentrum in Ter Apel.

Langere procedures

De bezuinigingen zullen directe gevolgen hebben voor de rechtsbescherming van vluchtelingen, zei voorzitter Frank Candel eerder tegen NRC. „Als je onze begeleiding weghaalt, zitten vluchtelingen straks twee jaar te wachten op een procedure die ze niet begrijpen.”

Ook oppositiepartijen vrezen nadelige gevolgen voor de asielprocedure, bijvoorbeeld omdat asielzoekers zonder goede begeleiding minder goed voorbereid hun gesprekken met de Immigratie- en Naturalisatiedienst kunnen voeren. De IND onderschrijft deze zorgen. „Als Vluchtelingenwerk deze rol niet meer vervult zal de IND meer vragen krijgen”, zei een woordvoerder eerder.

Faber wilde de Kamer niet informeren over de achterliggende redenen van de bezuinigingen, zolang de rechter zich niet heeft uitgesproken over de zaak, die volgende week dient. Kamerleden beklaagden zich over de houding van Faber en verwezen naar artikel 68 van de grondwet, waarin de informatieplicht richting het parlement is geregeld.

Uiteindelijk zegde Faber toe nog voor het volgende asieldebat met een brief te komen, waarin ze ingaat op de redenen voor de bezuinigingen, en hoe ze een deel van de wettelijke taken van Vluchtelingenwerk wil waarborgen.

Europese verplichtingen

Kati Piri van GroenLinks-PvdA herinnerde eraan dat Europese regels voorschrijven dat Nederland verplicht is „om asielzoekers vanaf de eerste dag kosteloos juridische ondersteuning te bieden”. Is de minister van plan om deze taak bij een andere organisatie dan Vluchtelingenwerk te leggen? Faber kon daar geen antwoord op geven. Zij moet nog „zien hoe we dat gaan invullen”. Wel zei ze gesprekken te voeren met het Centraal Orgaan opvang asielzoekers en de Dienst Terugkeer en Vertrek, organisaties die geen expertise hebben in het bieden van juridische ondersteuning in de asielprocedure.

De gekozen gang van zaken riekt naar „bestuurlijk vandalisme”, vond CDA-leider Henri Bontenbal. Faber werd in dat licht beticht van „Trumpiaans” gedrag. Na afloop van het debat zei de minister daarover dit „als een compliment” op te vatten. De Amerikaanse president Donald Trump „is slagvaardig en staat voor zijn zaak”, zo zei ze.