
Grote interviews in de kranten, een tweede druk – het kan niet op met Beladen huis, het boek van Christien Brinkgreve, emeritus hoogleraar sociale wetenschappen, over haar huwelijk met Arend Jan Heerma van Voss, vooral journalist.
Alleen over dát huwelijk? Dat zou nogal beperkt zijn – en dat is dan ook niet het geval. Ik vermoed dat vooral veel vrouwen, ook zij die nog nooit van Brinkgreve en haar man gehoord hebben, zich zullen herkennen in dit boek over een huwelijk waarin geleidelijk meer fout dan goed gaat. De vrouw in kwestie wil meer ruimte voor zichzelf, voelt zich daarin belemmerd door haar somberende man en legt zich daar min of meer bij neer. Zij ging met hem door, „levend met een man die me vaak klein maakt”, schrijft ze. Dit in tegenstelling tot de jongere generatie vrouwen die strijdbaarder is, constateert Brinkgreve nu in een interview.
Aan het einde van zijn leven doet Heerma van Voss enkele uitspraken die op zijn vrouw een verpletterend effect hebben, omdat ze „veel blootlegden, rauw, zonder enige bedekking”. In aanwezigheid van een vriendin zegt hij op zijn sterfbed tegen zijn vrouw: „Maak jezelf toch niet altijd groter dan je bent.” In diezelfde periode zegt hij: „Ik had gehoopt dat je je na je proefschrift helemaal aan mij zou wijden.”
Ze waren samen met hun twee schrijvende zonen Daan en Thomas al eerder in de openbaarheid getreden. Ik herinnerde me de VPRO-tv-documentaire Privéterrein uit 2014 van filmer Pieter Verhoeff, een huisvriend. Kwamen toen die spanningen in het gezin al aan de oppervlakte? Het stond me niet bij en ik bekeek opnieuw deze film, die op internet nog gemakkelijk vindbaar is. Verhoeff filmde het gezin op reis naar hun geliefde Bretagne en interviewde ze aan tafel in een hotel. Dat gesprek zal op het eerste gezicht niet zo onthullend hebben geleken, maar was het wel degelijk.
Op zeker moment zegt Arend Jan dat hem niet ontgaan was dat Christien problemen had met haar „universitaire Werdegang”. „Wat bedoel je daarmee”, vraagt zij. Hij: „Dat je daar hard moest werken om een plaats te veroveren.” Zij: „Nee, maar de universiteit was een makkie vergeleken bij het gezinsleven.” Hij, met verbaasd lachje: „Oh, vind ik een opmerkelijke uitspraak.”
Dat was het zeker, maar het viel niet op omdat daarna een nogal stekelige discussie ontstond over de betekenis van het woord ‘Werdegang’. Daan herinnerde zich dat het ‘trage ondergang’ betekende, zijn vader hield koppig vast aan het neutrale ‘ontwikkeling’.
In een los interviewfragment in deze film zegt Christien: „Ik vind het een vrij hevig gezin om in te leven. Krachtige mensen. Arend Jan zeker, die respect afdwingt, waar ze bang voor zijn, die een soort stil gezag heeft, het is niet iemand die je het allermeest geruststelt.”
Kortom, als ‘we’ destijds beter hadden opgelet, zouden we nu niet zo verbaasd zijn over dit openhartige boek van Christien Brinkgreve. Wat geen reden mag zijn om het ongelezen te laten, want het is een buitengewoon interessant, knap geschreven boek over een feministische vrouw, die gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen in theorie nastreefde, maar merkte hoe moeilijk het was – en is – om het in de praktijk van een huwelijk te realiseren.
