En weer is het raak bij een ontgroening, nu in Maastricht. Waarom gaat het steeds mis?

Urenlang moesten de eerstejaars van de hotelschool in Maastricht „zo stil als een lucifer” in de vrieskou staan. Zeven studenten zouden daarbij zijn flauwgevallen, één kreeg een epileptische aanval en anderen raakten onderkoeld, volgens dagblad De Limburger. Zeker twee deelnemers meldden zich met uitputtingsverschijnselen bij de huisartsenpost in het Maastricht UMC+.

Het gebeurde afgelopen weekend, bij de ontgroening van studentenvereniging Amphitryon, verbonden aan de Hotel Management School Maastricht. Die hogeschool heeft elk collegejaar twee instroommomenten: september en februari, vandaar de ontgroening in de vrieskou.

Daarnaast kwam een aantal weken geleden naar buiten dat de Universiteit Maastricht onderzoek doet naar signalen van grensoverschrijdend gedrag tijdens de A-tijd van studentenverenigingen in de stad. Dat is de aspirantentijd, die volgt op de ontgroening.

Om de zoveel tijd is het raak in studentenverenigingenland. Vooral rondom ontgroeningen zijn er incidenten. In 2021 ontaardde de ontgroening bij het Amsterdamsch Studenten Corps (A.S.C./A.V.S.B.) in een explosie van geweld. In 2016 werd een aspirant-lid van het Groningse Vindicat zo hard op zijn hoofd geslagen dat hij met hersenletsel naar het ziekenhuis moest. Bij Minerva in Leiden werd een pornofilm aangezet en kregen de deelnemers een tik op hun geslachtsdeel als ze opgewonden raakten.

In uitzonderlijke gevallen vielen er doden. In 1997 overleed een eerstejaars van Vindicat tijdens zijn ontgroening doordat hij een epileptische aanval kreeg na het verplicht drinken van een liter jenever. In 1965 stikte een aspirant-lid van het Utrechtsch Studenten Corps (USC) nadat hij bij zijn ontgroening een roetkap op zijn hoofd kreeg gezet.

Bangalijsten

Maar ook buiten de kennismakingstijd raken studentenverenigingen in opspraak, met als meest recente voorbeeld de ‘bangalijst’ van USC, die begin vorig jaar uitlekte. Daarop stonden foto’s van vrouwen van het Utrechtse vrouwencorps, UVSV, met ‘recensies’ over hun uiterlijk en seksuele prestaties.

De overlegcultuur in Nederland is absoluut niet toereikend voor dit soort zaken

Ina Brouwer
advocaat

Na elke incident gebeurt ongeveer hetzelfde. Het komt naar buiten, er is veel verontwaardiging over, de vereniging zegt te zijn geschrokken. Vervolgens worden de daders (vaak tijdelijk) geschorst en trekt de hogeschool of universiteit tijdelijk haar financiële steun aan de vereniging in. Die laatste gaat om tafel met de onderwijsinstelling, belooft verbetering en komt met nieuwe regels of een verbeterplan. En om de zoveel tijd ondertekenen de studentenverenigingen samen een convenant of iets wat daarop lijkt. Zoals na het uitlekken van de bangalijst van USC, toen zetten Utrechtse studentenverenigingen hun handtekening onder een nieuwe ‘gedragscode’ voor verenigingen.

Wat er daarna gebeurt, doet denken aan Whac-A-Mole, dat arcadespelletje: als je de mol terug zijn hol in hebt geslagen met je zachte hamer, popt uit een ander hol een andere mol op. Ofwel: het is wachten op het volgende incident.

‘Heel precieze gedragscode’

Ina Brouwer, die als advocaat slachtoffers van de Utrechtse bangalijst bijstaat, herkent dat „cirkeltje”. „De overlegcultuur die we in Nederland hebben, heeft ons ver gebracht, maar is absoluut niet toereikend voor dit soort zaken. Die vaagheid maakt dat excessen nog steeds kunnen plaatsvinden.”

Brouwer denkt dat een gedragscode zou kunnen helpen, en dan niet zo’n gedragscode als die laatst in Utrecht is ondertekend. „Nee, er moet heel precies staan wat niet mag en dan de precieze sanctie erbij. Bijvoorbeeld: je maakt geen bangalijsten, anders moet je stoppen met je studie.” Volgens haar zou de onderwijsinstelling hiervoor moeten zorgen. „Het is een individueel contract tussen universiteit en student, ongeacht van welke vereniging je lid bent. Zo zijn verenigingen daar indirect ook aan gebonden.”

Het is bovendien heel belangrijk dat een student zo’n gedragscode individueel ondertekent, zegt Brouwer, in plaats van dat een vereniging namens al haar leden een handtekening zet.

Als niemand iets zegt van bepaald gedrag geef je elkaar onbedoeld het signaal: dit moeten we maar even oké vinden

Roos Vonk
hoogleraar sociale psychologie

Ook Roos Vonk denkt dat dat individuele aspect belangrijk is. Zij is hoogleraar sociale psychologie aan de Radboud Universiteit en bestudeerde voor haar boek Mijn ego heeft altijd gelijk het verschijnsel dat mensen zich bij misstanden niet uitspreken om niet uit de toon te vallen. „Maar ook publiek commitment vragen is belangrijk. Je kunt bijvoorbeeld deelnemers aan een ontgroening in het bijzijn van hun jaargenoten vooraf publiekelijk laten beloven dat ze zich zullen uitspreken als ze twijfels hebben over wat er gebeurt. Dat maakt het makkelijker om te durven ingrijpen als er iets verkeerd gaat.”

Waarom gaat het eigenlijk überhaupt regelmatig mis? Vonk: „De slachtoffers zijn vaak eerstejaars en die passen zich aan, want zij kennen de mores in zo’n groep niet. Die worden bepaald door de ouderejaars. Als niemand iets zegt van bepaald gedrag geef je elkaar onbedoeld het signaal: dit is blijkbaar oké.”

Dat ook ouderejaars zich niet verzetten heeft mogelijk te maken met het feit dat het altijd al zo is gedaan, denkt Vonk. „Tegen de traditie ingaan kan worden gezien als moeilijk doen. Als je er eenmaal bij hoort, wil je er graag bij blijven horen.” Vaak rechtvaardigen mensen bepaald kuddegedrag voor zichzelf, zegt Vonk, waardoor ze denken dat ze toch een autonome beslissing hebben genomen. „Ze vinden het eng om zich uit te spreken, dus zeggen ze tegen zichzelf dat het wel kan.”

Zuyd Hogeschool, waar de hotelschool in Maastricht onder valt, zegt in een reactie dat ze „geen signalen” heeft ontvangen over de „genoemde misstanden”. „Maar we nemen dit serieus.” De school is nu aan het uitzoeken wat er precies is gebeurd. Studentenvereniging Amphitryon was dinsdag niet bereikbaar voor NRC.


Lees ook

Studentencorpora blijven populair, ondanks of wellicht dankzij de incidenten: ‘Er gaat een bizarre aantrekkingskracht vanuit’

In Utrecht drinken studenten bier op het Janskerkhof, voor het pand van USC, het Utrechtsch Studenten Corps.