
Ik háát Kingdom Come: Deliverance II. Het is laat, ik ga het derde uur in van hetzelfde duel, en de stappen zitten inmiddels in mijn vingers: ren de trap op, ga in sneltreinvaart zo door de dialoogkeuzes heen dat ik alle punten verzamel, trek m’n zwaard, ga dood. Soms duurt de laatste fase kort – één steek tussen de ribben, en het is voorbij. Soms weet ik het enkele minuten uit te stellen. Maar elke keer sterf ik.
Dan verschuift er iets. Heb ik wel gelet op de positionering van mijn zwaard bij elke aanval? Zoek ik rustpauzes? Ineens loopt het soepeler. En daar is de ontlading: de vijand stommelt bloedend naar het raam, en de game gaat over in een verhalend filmpje over zijn dood die meerdere emoties oproept. Wraak. Voldoening. Bezinning. Een vreemd, grimmig verdriet.
Ik hou van Kingdom Come: Deliverance II.
Ooit wisten de rollenspelmakers van het legendarische BioWare mij verliefd te maken op de potentie van een interactief medium dat je meesleepte in zijn verhaal. In dezelfde week dat BioWare getroffen wordt door een ontslaggolf na het vlakke Dragon Age: The Veilguard, haakt mijn hart vast op Kingdom Come van Warhorse Studios. Een rollenspel in dezelfde verhalende mal als BioWare, dat verrassend scherp en gelaagd durft te zijn op een manier die bij de oude meesters lijkt te zijn verdwenen. Die je dwingt om na te denken: wat is me dierbaarder, mijn eigen wraakgevoel, of de mensen om me heen?
Witte heteroseksuele mannen
Het is 1403, en je speelt wederom Henry van Skalice, de geadopteerde zoon van een vermoorde smid, die zoekt naar de mannen die zijn ouders doodden. Hij heeft ook andere verplichtingen: hij is bodyguard van de jonge ridder Hans Capon, en Hans is net door zijn oom weggestuurd om een brief te bezorgen. Ze zoeken bondgenoten tegen de kwade koning Sigismund. Zorgeloos rijden Hans en Henry door Bohemen (later het moderne Tsjechië), van Capons thuisstad Rataje nad Sázavou naar kasteel Trosky. Onderweg worden ze overvallen. Zonder zijn nette kleren gelooft niemand dat Hans van adel is. Een klein probleem, dat via kronkelende wegen zal eindigen in een dramatische belegering.
Maker Warhorse Studios praat graag over historische accuratesse. Sowieso onmogelijk – het is een game, de speler moet meer te doen hebben dan mest scheppen – en duidelijk een excuus om een game vol witte, Christelijke heteroseksuele mannen te maken, was bij het eerste deel de vaak gehoorde reactie.
Excuus? Nee. Zeker niet in deze opvolger. Ja, Deliverance II is vast niet in alles historisch accuraat, maar de toewijding betaalt zich uit in een game en wereld die emotioneel ‘echt’ voelt. Waarin je snapt waar alle personages vandaan komen, op een manier die niks met jou als speler te maken heeft. Die aanpak maakt óók alle niet-witte, niet-Christelijke, niet-heteroseksuele of niet-mannelijke personages gelaagder. Belangrijke verhaallijnen rond de Joodse gemeenschap in het fantastisch ‘nagebouwde’ middeleeuwse Kuttenberg en de zwarte geleerde Musa van Mali prikkelen interesse en inleving in deze mensen.
Dronken Tsjech
Het verhaal is de drijvende kracht van deze game, dat je continu aanspoort om door te blijven zetten, zelfs als de game diep frustrerend wordt. Maar ook het gevoel dat er altijd nog iets moet zijn dat je niet geprobeerd hebt, sleept je voort. En de boeiend gereconstrueerde middeleeuwse wereld, vol met kleine levens en vergezichten.
Net als het eerste deel poogt Deliverance II veel op detailniveau te simuleren, van het priegelige vechtsysteem dat let op de positionering van je armen en de precieze bepanstering van je vijand, tot het smeden van wapens. Je vloekt als je hoort dat je hamer niet op de juiste manier op het gloeiende ijzer landt, maar zodra de vonken goed van het zwaard spatten, heb je zin om een biertje open te trekken.
Word je elke keer gepakt als je heimelijk probeert iemand te vermoorden? Oefen het sluipen. Of kijk goed naar wat voor kleding je aan hebt (is het schoon?), en drink het juiste drankje. Dat je natuurlijk gebrouwen hebt van zelfgeplukte bloemen.
Kingdom Come: Deliverance II is geen game voor iedereen. Daarvoor is het te lastig, te priegelig. Maar weet je een relatie op te bouwen met dit ambitieuze spel, dan zingt-ie. Als een dronken Tsjech met een volle buik bij een prettig haardvuur.
