145 Duitse organisaties roepen CDU op ‘mensenrechten te beschermen‘ na steun van AfD voor CDU-motie

In een gezamenlijke verklaring hebben 145 maatschappelijke organisaties in Duitsland de christendemocratische partij CDU maandag opgeroepen tot een zogeheten ‘Brandmauer‘ tegen de radicaal-rechtse AfD. Ook vragen de organisaties CDU-leider Friedrich Merz „garant te staan voor mensenrechten”. Maandag houdt de CDU een partijcongres.

„De bescherming van vluchtelingen en mensenrechten zijn deel van onze democratie”, luidt de oproep. De organisaties vragen de CDU „in te staan voor rechtsstatelijkheid, democratie en mensenrechten en op te komen voor de rechten van minderheden”. De verklaring is ondertekend door organisaties die zich inzetten voor onder meer homo-, kinder- en vrouwenrechten. Ook de Duitse takken van Amnesty International en Oxfam hebben de brief ondertekend.

De CDU is onder vuur komen te liggen nadat de partij vorige week een motie voor strengere asielmaatregelen door de Bondsdag loodste met steun van de AfD. Daarmee lijkt de partij te breken met de zogeheten Brandmauer, een afspraak in het Duitse parlement om geen meerderheden te creëren met steun van de rechts-radicale partij. Dat leidde de voorbije dagen tot grootschalige nieuwe protesten tegen samenwerking met de AfD.

Twee dagen na het aannemen van de omstreden motie, verwierp de Bondsdag een wetsvoorstel om de „toestroom van buitenlanders” naar Duitsland te beperken. Merz, de Spitzenkandidat namens de CDU, heeft zondag duidelijk gemaakt samenwerking met de AfD uit te sluiten. „Ik heb echt heel duidelijk en nadrukkelijk meerdere keren gezegd: er zal geen samenwerking van onze kant zijn met de AfD”, zei Merz. CDU zou volgens de huidige peilingen de grootste partij worden bij de verkiezingen.


Lees ook

CDU-leider Merz slaat een bres in de muur rond AfD, en zet de Duitse politiek op z’n kop

Tino Chrupalla en  Alice Weidel, de fractievoorzitters van Alternative für Deutschland in de Bondsdag, maken woensdag een selfie met fractiegenoten. Foto Liesa Johannssen/ Reuters