SAP, de onbekende techreus van Duitsland, doet het on-Duits goed

Hasso Plattner, oprichter van softwarebedrijf SAP, wilde rockster worden. Dat werd hij niet, wel een van de meest succesvolle (en rijkste) ondernemers van Duitsland. En daardoor kreeg hij toch weer een beetje de kans rockster te worden. Op een personeelsbijeenkomst in 1993 kwam hij met een gitaar in een rookwolk het podium opgerend voor zijn keynote speech – door de jaren heen zou hij deze opkomst vaak herhalen.

Dat was nog voordat er foto’s van hem opdoken met Brian May van Queen. En voor de bekentenis dat hij wel eens met rockband Status Quo had gespeeld. Had hij wel extra voor moeten oefenen, liet hij zich ontvallen in een filmpje uit 2009.

Plattner, oprichter van SAP, is de belangrijkste architect van het succes van de bedrijfssoftwaregigant. Samen met chipmachinefabrikant ASML is dit het Europese techbedrijf met de grootse beurswaarde – op dit moment meer dan 300 miljard euro.

SAP gaat tegen de Duitse trend in. Een bekend kritiekpunt op Duitsland is dat het land er niet in slaagt techondernemingen te creëeren en achterloopt bij de digitalisering. Dat is volgens economen een van de redenen voor de krimpende economie: het land is sterk afhankelijk van exportgedreven industrie, met oude iconen als Volkswagen en BASF. Dat wreekt zich nu China opkomt als productieland en hoge gasprijzen de chemische industrie dwarszitten.

Maar het relatief onbekende SAP (meer dan 100.000 werknemers, omzet in 2023 31 miljard euro) blijft juist fors groeien en trekt eigenhandig de Duitse DAX-beursindex omhoog (de koers steeg de afgelopen 12 maanden 60 procent). Dinsdag presenteert SAP de resultaten over 2024, die naar verwachting weer goed zullen zijn. Wat voor bedrijf is dit?

’Ongelooflijk succesverhaal’

Op 15 mei 2024 betreedt de Duitse bondskanselier Olaf Scholz het podium in de SAP-Arena in Mannheim. Hij gaat spreken bij het afscheid van Hasso Plattner: die gaat met pensioen, na jaren topman te zijn geweest (tot 2003) en voorzitter van de raad van commissarissen (2003-2024).

Scholz begint over een „ongelofelijk succesverhaal dat gemaakt is in Duitsland”. „De hele wereldeconomie draait op SAP-software.” Mocht oprichter Plattner willen langskomen, dan staat Scholz z’n deur altijd voor hem open, zegt hij.

Plattner met de Duitse bondskanselier Olaf Scholz tijdens Plattners afscheidsbijeenkomst vorig jaar in Mannheim.

Scholz overdrijft niet eens zoveel met zijn woorden over het belang van SAP. In een halve eeuw groeide het bedrijf uit tot een cruciale leverancier voor tal van organisaties, van Nederlandse ministeries tot Coca-Cola. Die maken allemaal gebruik van SAP’s ‘ERP-software’, oftewel enterprise resource management.

Simpel gezegd: SAP maakt database-achtige toepassingen waarin operationele processen in fabrieken, voorraden, (loon)administratie, hr, inkoop en accounting aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Vroeger per cd-rom, nu vaak via de cloud.

Willekeurig voorbeeld: de Duitse grasmachinefabrikant STIHL kan met de SAP-software meteen zien wat de gevolgen zijn voor de distributie in winkels als het in het productieproces in de fabriek iets aanpast.

Antithese

SAP is in 1972 opgericht door de van oorsprong Berlijnse Plattner en vier andere mannen. De vijf hadden bij IBM gewerkt aan software om verschillende bedrijfsprocessen te integreren. Dat werd stopgezet – maar de vijf besloten door te gaan onder de pakkende naam ‘Systemanalyse und Programmentwicklung’, SAP, dus.

De vijf – Dieter, Hasso, Claus, Klaus, Hans-Werner – vestigden zich in de buurt van Mannheim. Het zijn de dagen ver voor de komst van internet, waarin software nog werkt op basis van ponskaarten. SAP weet klanten aan te boren in de thuisregio: geldt het bedrijf vandaag de dag als de antithese van de verouderde Duitse industrie, de opkomst van SAP is wel sterk met deze sector verbonden.

Onder de vroege gebruikers zijn Linde Gas, Dr. Oetker, chemiebedrijf ICI – bij het datacentrum van die laatste hangen de vijf eindeloos rond, vaak doen ze er tests in de nacht, als niemand hun software gebruikt. In 1974 voert SAP de eerste software voor voorraadbeheer in bij warmtewisselaarfabrikant Thermal-Werke.

Zo gaat het in de jaren tachtig in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, maar het is de stap naar de VS aan het einde van dat decennium die het bedrijf echt groot maakt. Een kantoor in Philadelphia zet SAP in 1988 eerst vol met Duitse managers, maar al snel beseft Plattner – hij groeit uit tot de belangrijkste man, de andere oprichters verlaten langzamerhand het bedrijf – dat de Amerikaanse zakencultuur anders is.

Hij stelt Amerikanen aan en laat hen op de Amerikaanse manier aan de slag gaan: er komen geen limieten meer op commissies die verkoopagenten kunnen verdienen, en er gaat veel meer geld naar marketing. „Je moet een beetje overdrijven”, reflecteerde Plattner eind 2024 tegenover de Duitse krant Handelsblatt over de les die hij destijds leerde over het belang van marketing.

De stap valt samen met een nieuwe versie van de software, R/3. Het gevolg is een „religieuze bekering” tot deze versie van het wereldwijde bedrijfsleven, zoals een bedrijvenencyclopedie het in 1997 omschreef. In 1992 was SAP nog onbekend, in 1995 draaide negen van de tien grootste Amerikaanse bedrijven op softwarepakketten van SAP.

De VS groeien uit tot belangrijkste markt. SAP wordt een mix van de Amerikaanse en Duitse zakencultuur. Plattner ontmoet Bill Gates en Steve Jobs, en leert van hen. Jobs probeert Plattner bij een eerste ontmoeting Macintosh-computers aan te smeren. „Ik zei nee, en hij schreeuwde tegen me: als je ze nu niet koopt, waarom zou ik dan ooit nog met je praten?” Dus zo werkt het hier, beseft Plattner.

Eigen dorp

Wie vandaag de dag in Walldorf, in Baden-Württemberg, de SAP-campus bezoekt, treft daar een eigen dorp met een SAP-guesthouse, een scholingscentrum en een handvol bushaltes. Het bedrijf is het dorpje altijd trouw gebleven.

Het succes van SAP is dat het bedrijven in principe helpt efficiënter te werken en meer inzicht te geven in de administratie. Maar door de jaren heen is er ook regelmatig kritiek.

Berucht is de enorme complexiteit van de software en de langdurige processen vol consultants om deze in te voeren. Dat leidt soms tot frustratie en hoge kosten. Een project van Lidl uit 2018 is het bekendst: het besteedde ruim 500 miljoen euro aan een SAP-project, maar zette dit uiteindelijk na jaren stop (Lidl trof hierin zelf ook wel blaam, vanwege de specifieke eisen die het stelde).

Sommige gebruikers zien in SAP ook een partij met te veel marktmacht, een verwijt dat ook concurrenten als het Amerikaanse Oracle treft. „Als je je eenmaal hebt verbonden aan een leverancier, ontstaat een soort afhankelijkheidsrelatie”, zegt Ronald Verbeek. Hij is directeur van CIO Platform Nederland (CIOPN), de Nederlandse vereniging voor IT-directeuren. „Het is moeilijk over te stappen op een concurrent, en dat weten ze. Net als andere leveranciers kan SAP zomaar met prijsverhogingen komen zonder duidelijk te onderbouwen wat de klant daar aan heeft.”

Klanten ervaren volgens Verbeek soms ook druk door SAP om over te gaan naar een nieuwe versie, terwijl ze daar niet op zitten te wachten. In 2020 diende CIOPN samen met partnerverenigingen uit andere Europese landen een klacht hierover in bij de Europese Commissie. Maar het is moeilijk zo resultaten te boeken, zegt Verbeek. De kwesties zijn juridisch ingewikkeld, en klanten zijn soms huiverig om bewijzen aan te leveren.

De klacht lag politiek gevoelig, schreef Politico destijds. Uiteindelijk is SAP ook precies de Europese, digitale ‘kampioen’ waar het continent zo naar snakt. Mocht er ooit een onafhankelijke Europese cloud komen – zoals het project voor ‘datasoevereiniteit’ van de Europese Commissie waar veel scepsis over bestaat – dan is SAP vermoedelijk een van de bedrijven die hier een grote rol in zal spelen.

Ook in Duitsland wordt het bedrijf politiek gekoesterd. Bondskanselier Scholz zou afgelopen zomer deelstaten onder druk hebben gezet om een SAP-cloudtoepassing af te nemen, meldde Handelsblatt destijds. In 2018 vergaderde de toenmalige regering-Merkel over de digitale strategie van Duitsland op het Hasso Plattner-instituut in Potsdam, een computerwetenschapinstituut opgericht door de SAP-topman.

Zegetocht

Voorlopig lijkt de zegetocht van het bedrijf nog niet voorbij. „Het beste moet nog komen”, schreef analist Johannes Schaller van Deutsche Bank afgelopen week in een stuk over het aandeel SAP. Hij wees er onder meer op dat veel gebruikers overstappen naar de cloud van SAP: ze laten hun software draaien op de servers van het bedrijf in plaats van op hun eigen. Die ‘migratie’ levert SAP meer geld op.

Niet verrassend: SAP verwacht veel van AI. Hamburg voorspelt al onderhoud aan bruggen op basis van AI-software van SAP. Maar net zo goed kan die voorspellen hoe problemen in de toeleveringsketen uitpakken, vacatureteksten schrijven of de notoir complexe software gemakkelijker maken voor gebruikers.


Lees ook

‘Het Duitse zelfbeeld is niet houdbaar’

De Duitse economie krimpt, fabrieken sluiten.  Het Duitse ‘zelfbeeld’ is niet houdbaar, zegt econoom Tordoir

Plattner, 81 jaar oud, met een vermogen van meer dan 10 miljard euro, is inmiddels een halve Amerikaan. Hij financierde in Potsdam de bouw van kunstmuseum Barberini én opende een museum voor DDR-kunst, maar brengt vooral tijd door in San José. Daar is hij eigenaar van het lokale ijshockeyteam. Afgelopen oktober verklaarde hij sinds zijn pensionering niet terug te zijn geweest in Duitsland. ’s Lands succesvolste techondernemer voelt zich ogenschijnlijk meer thuis in Silicon Valley.