De zestigjarige Michiel van de Pol is al zijn halve leven stripmaker. Zijn werk is uitgesproken grappig, waarbij vooral zijn naturelle vertelstem opvalt. Meer nog dan zijn geestige tekenstijl, die swingt en herkenbaar is uit duizenden, is Van de Pol een rasverteller. Zijn timing is perfect.
Zijn werk kan serieus zijn als het moet en draaft compleet door als het kan. Zo is zijn strip De gevoelige mannenclub uit 2020 totaal van de pot gerukt. Kijk maar: Als Harry’s vrouw Vera besluit voortaan naakt door het leven te gaan en „een assertieve grondhouding jegens mannen” ontwikkelt, besluit Harry De gevoelige mannenclub om hulp te vragen. Hun oplossingen zijn vergezocht, maar vooral de mateloze kletsverhalen van de mannen zijn om van te smullen.
De jury noemt zijn werk „altijd minimaal goed voor een glimlach tot een onvervalste lachstuip”. Volgens het juryrapport weet Van de Pol „zware ontwikkelingen met een kwinkslag te benaderen en om te zetten naar een sterk staaltje dwaasheid van hoog niveau. Daarmee gaat hij volkomen authentiek en inventief het medium strip te lijf (…) en heeft hij dit tot een ware kunstvorm uitgebouwd.”
Van de Pol brak in 2006 door met het winnen van de Stripstrijd, een wedstrijd voor striptalent georganiseerd door Het Parool en Comic House, wat hem twee jaar aan die krant verbond. Hij tekende bijdragen voor nrc.next en Zone 5300, en publiceerde tal van strips in eigen beheer. Zijn werk is vaak autobiografisch en compleet eerlijk. Twijfels, angsten en gênante situaties deelt hij met zijn publiek, ook die van zijn gezin. Van de Pol doet dat slim: hij portretteert zichzelf de ene keer als held, daarna gerust als schlemiel. Zijn vrouw en dochters komen er dan altijd ietsje beter vanaf.
Voor zijn eerste graphic novel, Terug naar Johan, kreeg hij in 2011 de Willy Vandersteenprijs voor het beste album van het jaar. Zijn meest recente boek is Hoe ik mijn fortuin maakte als live-cartoonist, uit 2022. Daarin laat Van de Pol zien hoe het is om als cartoonist de boel te verluchtigen op bedrijfsbijeenkomsten. Hij maakt processen inzichtelijk, legt verbanden en tekent kwinkslagen. Over dat zogenaamde fortuin is hij eerlijk: het zorgt voor inkomen, van strips alleen kun je niet leven.
De Stripschapprijs wordt sinds 1974 jaarlijks toegekend door Het Stripschap, de Nederlandse belangenvereniging voor het beeldverhaal. Eerder ging de prijs onder anderen naar Aimée de Jongh, Typex, Barbara Stok, Peter van Dongen en Joost Swarte.
Beleggers in techbedrijven weten even niet waar ze het moeten zoeken, sinds de introductie van DeepSeek, een vernieuwend AI-model uit China. Vorige week kwam de jongste versie van DeepSeek uit. Deze chatbot is in sommige taken net zo goed als de Amerikaanse marktleider OpenAI (van ChatGPT), maar bereikt dat niveau van kunstmatige intelligentie voor een fractie van de kosten en met beduidend minder rekenkracht.
Die prestatie zaait twijfel over het potentiële verdienmodel van veel Amerikaanse AI-bedrijven, maar ook over de effectiviteit van de Amerikaanse exportbeperkingen op AI-chips en geavanceerde chipmachines. Ondanks – of misschien wel dankzij – die restricties hebben Chinese onderzoekers een goede workaround gevonden om AI-modellen te ontwikkelen.
Op de internationale beurzen reageerden beleggers meteen: de koers van Nvidia, marktleider in AI-chips en met een beurswaarde van zo’n 3.500 miljard dollar, daalde in de handel voor opening van de beurs met 12 procent. Ook techreuzen Google en Meta en andere chipbedrijven daalden in waarde; de Nederlandse chipmachinefabrikant ASML begon de dag met 9 procent koersverlies, ASM International en Besi gingen met 11 procent onderuit.
Het Amerikaanse OpenAI bracht in december een AI-model uit dat kan ‘redeneren’ – een verbetering van de gangbare aanpak van chatbots die antwoorden produceren door louter het volgende woord te voorspellen. Een stapsgewijze, meer logische benadering helpt wiskundige en wetenschappelijke problemen op te lossen, of computercode te programmeren. Dat vergt heel veel rekenwerk van peperdure chips van Nvidia.
Dat kan efficiënter, bewijst DeepSeek. Volgens de Chinese start-up zelf heeft de chatbot slechts 6 miljoen dollar gekost. Deepseek gebruikt vergelijkbare technologie – zogenaamde taalmodellen die patronen herkennen in grote hoeveelheden data – maar op een andere manier. Het knipt denkwerk op en verdeelt het over meerdere ‘expertsystemen’. Deze aanpak scheelt rekenkracht, volgens kenners. DeepSeek maakt daarbij gebruik van opensource-modellen, zoals Llama van Meta. Volgens Yann LeCun, die Meta’s AI-tak leidt, toont DeepSeek niet aan dat China beter in AI is dan de VS, maar dat open onderzoek en open bronnen tot snellere innovatie leiden dan gesloten modellen, zoals die van OpenAI. Ook de DeepSeek-software is vrij toegankelijk.
Populairste downloads
DeepSeek, opgericht in 2023, is een start-up die wordt geleid door onderzoeker Liang Wenfeng. Chinese media zien het succes van DeepSeek als een groot pr-succes. In een interview met het pro-Chinese The China Academy stelde Liang al dat „Silicon Valley verrast was dat een Chinees bedrijf hun spelletje meespeelt, niet als een volger maar als een vernieuwer”.
OpenAI, een van de pioniers in kunstmatige intelligentie, is mede dankzij de bekendheid van ChatGPT nu gewaardeerd op 157 miljard dollar. Maar de voorsprong ten opzichte van concurrenten slinkt, en DeepSeeks vorderingen versnellen dat proces. De Chinese app staat nu bovenaan in de lijst van populairste downloads.
Maar DeepSeek blijft een Chinees product. Vraag je de DeepSeek-chatbot of China een dictatuur is, of om een manier te verzinnen om de Chinese firewall te omzeilen, dan is het antwoord: „Laten we het over iets anders hebben.” Daaronder verschijnt de mededeling dat DeepSeeks modellen gericht zijn op de Chinese markt, „waardoor Engelstalige/Nederlandstalige documentatie beperkt kan zijn”.
Exportrestricties
DeepSeek maakte voor zijn onderzoek gebruik van een cluster van AI-chips van Nvidia die werden gekocht door hedgefonds HighFlyer – een investeringsvehikel van de oprichter zelf – nog voordat Amerika de exportbeperkingen aanscherpte. Chinese bedrijven hebben toegang tot beduidend minder krachtige AI-chips, omdat de VS de levering van Nvidia en AMD aan banden leggen.
Chinese chipbedrijven kunnen zelf niet de meest geavanceerde AI-chips bouwen, omdat ze geen toegang hebben tot de allermodernste chipmachines van ASML.
De VS proberen hun rekenkracht en AI-datacenters zoveel mogelijk op eigen bodem te houden. De net vertrokken regering-Biden legde afgelopen maand een restrictie op voor de hoeveelheid chips die verkocht mogen worden aan het buitenland.
Vorige week kondigde president Trump een grootse investering aan in Amerikaanse datacenters. Dat zogeheten project Stargate is opgetuigd rondom OpenAI, met hulp van bedrijven als Oracle en investeerders SoftBank (Japan) en MGX (Verenigde Arabische Emiraten). Het is onzeker of het conglomeraat het astronomische bedrag – ergens de 100 en 500 miljard dollar – ooit kan ophoesten. Ondanks de grote bedragen en de grote woorden is Stargate vooral een politiek statement van Trump, een slim getimede herverpakking van eerdere aankondigingen voor grote AI-datacenters. Het zal moeilijker worden de benodigde investeringen op te halen nu duidelijk is dat de concurrentie voor OpenAI niet alleen uit de VS komt – van bedrijven als Google, Meta of Anthropic – maar ook uit China, en voor beduidend minder geld.
Maar liefst 187 Nederlanders hebben oogletsel opgelopen door exploderend vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2024 naar 2025. Het gaat om het hoogste aantal in tien jaar tijd. Dat blijkt uit een inventarisatie van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG), dat het nieuws maandag bekend heeft gemaakt.
Een derde van de gewonden zal blijvende gevolgen ervaren door de letselschade, stellen de oogartsen. Zo werden vijftien mensen aan een oog blind en moesten zes ogen operatief worden verwijderd. De cijfers kunnen nog oplopen, omdat de langetermijneffecten bij sommige patiënten nog niet vast te stellen zijn.
Ruim de helft van de slachtoffers geeft zelf aan gewond te zijn geraakt door legaal vuurwerk. Bij ‘slechts’ 8 procent van de slachtoffers zouden verwondingen zijn veroorzaakt door vuurwerk dat in Nederland verboden is, blijkt uit de voorlopige cijfers. Menig slachtoffer, 40 procent, stak de lont niet zelf aan.
‘Wolf in schaapskleren’
Op basis van de cijfers stellen oogartsen dat ook het legale consumentenvuurwerk „extreem onveilig” is en „zo spoedig mogelijk definitief verboden dient te worden”. Legaal vuurwerk zou een „wolf in schaapskleren” zijn. Hoewel dit vuurwerk veilig lijkt, is dat het volgens de oogartsen niet.
Experts en burgemeesters van grote steden roepen het kabinet op tot een landelijk vuurwerkverbod, omdat gemeentelijke verboden niet zouden werken. Maar de coalitiepartijen PVV, NSC, BBB en VVD willen geen verbod, liet premier Dick Schoof al voor oudjaar weten.
Vorige maand werd bekend dat Nederlanders in aanloop naar de jaarwisseling een recordbedrag van zeker 118 miljoen euro hebben uitgegeven aan vuurwerk.
Het genootschap van oogartsen houdt de cijfers al zeventien jaar bij. Tijdens de jaarwisseling van 2014 naar 2015 was de situatie nog zorgelijker. Zeker 210 patiënten werden destijds behandeld door een oogarts.
Lees ook
Meerderheid burgers wil vuurwerkverbod, nu de politiek nog
De Raad voor de rechtspraak heeft minister van Migratie en Asiel Marjolein Faber (PVV) maandag opnieuw dringend opgeroepen om twee omstreden asielwetsvoorstellen nu niet in te voeren. In twee maandag openbaar gemaakte adviezen vraagt de Raad Faber om eerst de invoering van het Europese asiel- en migratiepact af te wachten.
De adviezen gaan over Fabers voorstel voor de asielnoodmaatregelenwet, en het voorstel voor een zogeheten tweestatussenstelsel. In dat laatste voorstel wordt onderscheid gemaakt tussen vluchtelingen die persoonlijk gevaar lopen (bijvoorbeeld door hun geaardheid), en vluchtelingen die gevaar lopen door oorlog. Het kabinet stemde in december in met de voorstellen.
De Raad waarschuwt dat als de wetsvoorstellen gelijktijdig worden ingevoerd, de druk op de asielketen niet af-, maar juist toeneemt. Vooral bij de rechtspraak zelf zal de werkdruk stijgen, schrijft de Raad. Ook heeft de Raad twijfels over de uitvoerbaarheid van beide plannen.
De adviezen zijn een uitbreiding van het advies „op hoofdlijnen” dat de Raad voor de rechtspraak in december al publiceerde . Omdat de Raad toen slechts een week de tijd had, waren er geen experts bij rechtbanken geraadpleegd, terwijl dat bij dergelijke adviezen wel verplicht is. Dat is nu wel gebeurd, maar heeft er niet toe geleid dat het advies in grote lijnen is veranderd.
Nieuw is wel dat de Raad nadrukkelijk verwijst naar de het Europese asiel- en migratiepact. Deze ingrijpende hervorming van het migratiebeleid van de EU wordt volgend jaar van kracht. De Raad wijst erop dat dit ook Nederland zal „dwingen tot herziening van het nationale asielsysteem”. Volgens de Raad is het beter als Faber eerst alle maatregelen uit dit migratiepact uitvoert, voordat ze daar zelf nieuwe wetsvoorstellen aan toevoegt.
Lees ook
Aan de buitengrenzen van Europa: minder migranten en dat heeft een schaduwzijde