Het gaat niet lekker met Ford, voorheen hofleverancier van de gewone hardwerkende Nederlandse burger. Een volgend Kodak-drama lijkt in aantocht. Ford, voorheen aan beide kanten van de oceaan een van de grote spelers in de autobranche, zag de energietransitie niet komen. Het liet zich overvallen door de nieuwe Henry Ford, die etterbak van Tesla, en treuzelde dramatisch met de elektrificatie van het gamma. De eerste echte stekker-Ford, de voor de doorsnee Ford-rijder te dure Mustang Mach-E, kwam te laat en is na vier jaar ruimschoots achterhaald. Voor tussen de 40 en 60 mille koop je bij concurrenten meer voor minder; betere tech, sneller laden.
De cijfers liegen niet. Fords Nederlandse marktaandeel slonk van 12,17 procent in 1984 tot 3,47 procent in 2024, het jaar waarin het vroeger marginale Koreaanse Kia het best verkopende merk van het land werd. Een suv als de Ford Kuga plugin-hybrid doet het hier redelijk, maar van de traditionele gezagsverhoudingen in de auto-industrie is weinig over. In Europa schrapte Ford al 3.800 banen en er staan er nog 4.000 op de tocht. Intussen heeft het nog altijd geen compleet en competitief elektrisch gamma. Die achterstand loopt het nu weliswaar naar vermogen in met de compacte Puma Gen-E en de coupé-suv Capri, Ford kon die bergen niet geheel op eigen kracht verzetten. Om te elfder ure op de stekkertrein te kunnen stappen was een partner nodig. Dat werd uitgerekend het in dito nood verkerende VW. De nieuwe Ford Explorer en Capri werden veroordeeld tot het MEB genaamde platform van de VW ID.4 en ID.5, suv’s voor de vertegenwoordiger wiens vader Ford Mondeo reed.
Klik op de punten voor uitleg over de details.Foto Merlijn Doomernik
Voor die familieman is de Explorer in de roos. Hij is saai en grijs, is ruim, rijdt goed en de prestaties zijn zo chill als bij VW, met een topsnelheid van 160 en een acceleratie tot 100 in 8,5 seconden. Verwacht van Ford, dit is een compliment, geen hysterisch gepronk met extreme vermogens. Je krijgt hem met 204, 286 of 340 pk en inderdaad, die cijfers kende je van het VW dat de techniek fourneerde. Is er iets wèl Des Fords aan? Het wordt lang zoeken, maar zijn gunstige prijs-/kwaliteitsverhouding en nuchterheid zijn deugden van het huis. Voor iets boven de 40 mille heb je veel auto, en zelden zag ik een interieur met letterlijk zo weinig kleur en flair. Een kleurenplaat van het meubilair lijkt een zwart-witfoto. Pragmatici zal het niet storen. Of de renaissance van het merk daarmee verzekerd is, staat te bezien. Tesla, China en Korea innoveren sneller. Lichtpunt: hij ziet er aardig uit. Door de wolk van grijsheid heen zie je een sterker, coherenter ontwerp dan de Fisher Price-achtige Volkswagens. Alleen de modellennamen zitten er bij Ford dramatisch naast. De historische Explorer was een suv toen dat begrip in de VS nog stond voor terreinwaardige familiewagens. En hoe dronken moet je zijn om de sportwagens Mustang en Capri als brave suvs te laten terugkeren? Enig idee wat dat met je geloofwaardigheid doet, raad van bestuur? Antwoord: Nee. Men denkt en voelt fossiel.
Onwaarschijnlijk lekker
In één opzicht waren Fords altijd onderschatte auto’s. Ze reden onwaarschijnlijk lekker. Wie nu nog keurige hardwerkende burgers in Fiesta’s of Focussen tegenkomt, beseft niet half hoe gelukkig die mensen zijn. Een twintig jaar oude Focus stuurt ongeacht zijn motor als een GTI. Op die lichtheid hoef je in de 2.100 kilo wegende Explorer niet te rekenen. Verwacht geen sprankeling. Dit is een moetje in de overlevingsmodus. Toch zou je, als je het verhaal achter dit merk niet had meegekregen, in de Explorer kunnen denken: het gaat prima daar.
Foto’s: Merlijn Doomernik
Welke moet je hebben? Simpel: de goedkoopste. Voor ruim boven de halve ton krijg je een Explorer Premium die geen hond koopt. Neem de Limited met 79 kWh-accu voor 40.800 euro. Daarvoor krijg je 544 kilometer bereik, maak er 400 van, en laad je snel tot 185 kW, een voor een auto van die prijs behoorlijk tempo. De bestuurdersstoel verstelt dan al elektrisch, het stuur is verwarmd, achter het beeldscherm zit een lollig opbergvak, de cruise control is adaptief en de bak assistentiesystemen kan ook uit – ik ben alweer vergeten hoe. Als auto’s je niks interesseren of je de ID.4 te lelijk vindt, koop hem gerust. Als jullie dat nu allemaal doen, vertegenwoordigers met Ford-genen, gaat jullie huisleverancier misschien weer swingende modellen maken.