Wie wil snappen wat de wereld te wachten staat met Trump-II doet er goed aan dit boek te lezen

Kevin Roberts leidt sinds oktober 2021 de conservatieve denktank Heritage Foundation en is er naar eigen zeggen trots op die conservatieve denktank heeft uitgebouwd tot het instrument van ‘Trumpisme’. Sinds Trumps verkiezingswinst op 5 november kun je zelfs spreken van triomfalisme bij Roberts, want de benoemingen en wat bekend is geworden over Trumps plannen op binnenlands- en buitenlands terrein, van Oekraïne tot Midden-Oosten en China, kun je vrijwel volledig terugvinden in de radicale broedsels van de Heritage Foundation.

Daar zag het voor de verkiezingsdag van 5 november nog niet naar uit. Onder leiding van Roberts was het inmiddels haast beruchte 922 pagina’s tellende pamflet Project-2025 verschenen, dat een blauwdruk bevatte voor een tweede termijn van Trump. De campagnestaf van Trump, op zoek naar iets gematigder kiezers, vond het manmuscript van Roberts te radicaal en nam er in juli afstand van. Trump dacht er de verkiezingen niet mee te winnen. Dat was louter een tactische beweging, want twee weken later wees hij J.D. Vance aan als zijn running mate. Vance is juist een hartstochtelijke fan van Roberts en schreef een jubelend voorwoord bij Roberts nieuwe boek Dawn’s Early Light.

De publicatie van het boek, die in september was voorzien, werd nog wel twee maanden uitgesteld om de Trump-campagne niet in de weg te zitten. Kosmetische concessie is ook dat Dawn’s Early Light op de valreep een andere ondertitel kreeg: ‘Burning down Washington’ werd het minder provocerende ‘Taking back Washington’.

Het boek is niets minder dan een conservatieve geloofsbelijdenis. Radicaal-rechts is misschien een betere typering. Roberts houdt een door Vance omarmd pleidooi voor ontmanteling van de corrupte overheid en herstel van het christelijk kerngezin. Vance besluit zijn voorwoord met een oproep om de teloorgang van Amerika niet langer lijdzaam aan te zien maar dat met geladen geweren schouder-aan-schouder rond de huifkarren te strijden. Letterlijk.

In een podcast met de radicale ideoloog Steve Bannon benoemde Roberts zichzelf alvast tot hogepriester van het Trumpisme door te verkondigen dat het Nieuwe Conservatisme, uit de doeken gedaan in Project-2025 en in zijn nieuwe boek, de VS een tweede revolutie zal bezorgen, die volgens hem bloedeloos zou kunnen verlopen, tenminste als “het linkse kamp dat zou toestaan”.

Wat schrijft Roberts precies? De gouden dageraad die Roberts in Dawn’s Early Light aankondigt is op 5 november een feit geworden. Toen hebben Amerikanen niet – zoals bij Trumps eerdere verkiezingswinst in 2016 – op een vrij onbekende persoon gestemd. Nu stemden Amerikanen op het Trumpisme (met 10 miljoen meer kiezers dan in 2016). Trump is nu door God gemachtigd om vanaf zijn aantreden de tweede Amerikaanse Revolutie te dirigeren, zich omringd wetend door gelovige ja-knikkers. Roberts biedt een gedurige litanie tegen de ‘deep state’ die in handen zou zijn van uit een gecorrumpeerde elite, een woke– toplaag die het ware patriottisme vergeten is, en niet meer bidt voor het eten in het vrome gezin. De auteur fulmineert tegen bedrijven die illegale immigranten inhuren die door overbodige NGO’s van ‘ons belastinggeld’ het land in zijn gesmokkeld. Immigranten zouden ware Amerikanen van de woningmarkt en in de zorg verdringen. Ook de bevooroordeelde en ‘on-Amerikaanse’ media komen onder vuur te liggen. Scholen en universiteiten moeten weer ontdekken wat deugd en vaderlandsliefde is.

Het voorgaande is geen opgeleukte parafrase van een literair inquisitoir, maar staat er allemaal letterlijk. Roberts beschrijft een ‘misdadige samenzwering’ die is gericht tegen de constitutie, het Amerikaanse volk en het beginsel van zelfbestuur. Hij is bij dat alles zo kien om niet te personaliseren en geen namen te noemen. Dat zou hem wellicht op lange smaadprocedures komen te staan. Hij blijft in abstracties formuleren. De criminele samenzwering en de verfoeide wokeness zijn niet belichaamd in Hillary Clinton of Barack Obama, maar wordt toegeschreven aan een verziekte elite die opgeruimd moet worden. Opgeruimd, maar ook hier gebruikt Roberts de veilige metafoor van ‘gecontroleerd laten uitbranden’, zoals een tuinman het dorre hout nog even laat liggen als een vorm van verantwoord groenbeheer.

Nu kun je het boek op literaire merites beoordelen en misschien zelfs prijzen om de bevlogen stijl, maar het gaat toch in de eerste plaats om de inhoud. Daarbij ontbreekt iedere coherentie. In het gunstigste geval zou je wellicht nog van een legitieme cultuuropvatting kunnen spreken, die haast angstwekkend actueel is, als dit het nieuwe normaal wordt. De zorgen voor West-Europa en elk ander land dat op de VS als liberale bondgenoot rekent, zijn zeer terecht. In dat opzicht is het bijna een troost dat de VS zich als het aan Roberts ligt niet meer met de rest van de wereld zal bemoeien. Na de val van de Muur in 1991 sloot de VS een titanenstrijd met de Sovjet-Unie af, maar wierp zich volgens hem vervolgens op als leider van een onbaatzuchtig mondiaal imperium. Amerika dacht niet meer aan naakt eigenbelang, maar aan ‘humaniteit’ als universeel richtsnoer. Fout, ook dat moet anders.

De mate waarin ook rechts-Nederland zich bedient van het Nieuw Conservatisme-idioom dat Roberts hier op een rijtje heeft gezet, is opvallend; verbazingwekkend zelfs. Of het nu gaat om ‘criminele immigranten’ gaat die onze zorg en huizen inpikken en gedeporteerd moeten worden, de ‘woke-heid’ van de linkse bureaucratie, de bezem die door de omroep en het hele ministerie van onderwijs moet, dat aan uw kinderen porno en lhbtq+ opdringt, de averechtse vredesmissies; Roberts bedient zich van jargon dat ons ook in Nederland bekend voorkomt. Populisme is voor Roberts geen vies woord. Wen er maar aan.

‘You’re fired’

Het boek van Trumps eerste nationaal veiligheidsadviseur Herbert McMaster, At War with Ourselves, is van belang omdat de auteur de agenda en werkwijze blootlegt van een van de belangrijkste ambtenaren van de president. McMaster kreeg na 457 dagen als National Security Adviser en dus rechterhand van Donald Trump ‘You’re fired’ van zijn baas te horen. Geen ongebruikelijke woorden voor de eigenzinnige opperbevelhebber die tot verdriet van McMaster vooral op zijn instinct vertrouwde en niet op professionele raadgeving.

Het Midden-Oosten, Oekraïne, Noord-Korea – allemaal kwesties die de geniale president in een half etmaal hoogstpersoonlijk dacht te kunnen oplossen. McMaster is weliswaar geen zeer begaafd schrijver, maar hij slaagt er toch in om de slangenkuil die Washington is geloofwaardig neer te zetten. Hij is militair, historicus van opleiding, en qua inborst een raspatriot. Een patriot, maar geen jaknikker.

McMaster bood zijn president nog wel eens ‘opties’ aan, een eufemisme voor tegenspreken. Als militair is hij hiërarchisch ingesteld en doet gedisciplineerd wat meerderen (cq de president) hem opdragen. Maar als historicus trekt hij lessen uit het verleden, en durft soms zijn opperbevelhebber meer opties te geven dan het instinct van Trump omvat. Als patriot is hij trouw aan zijn land en daarna pas aan de president, die persoonlijke loyaliteit als recruteringsprincipe hanteert, beter luistert naar ja-knikkers en een waaier van opties liever negeert. Dat is maar academisch tijdverlies. Per saldo geeft dat McMaster, die de National Security Council voorzat en sterk concurreerde om het primaat in strategische kwesties met Rex Tillerson (toen minister van Buitenlandse Zaken) en met Jim Mattis |(minister van Defensie), enige kans om het oor van de president te bemachtigen. Geen simpele opgave, want rond Trump heerst ‘chaos’ volgens McMaster.

Vrienden maak je in het Witte Huis niet, het boek van McMaster heet niet voor niets At War with Ourselves en ook McMaster legde spoedig het loodje. Lekken, ellebogenwerk en het najagen van persoonlijke agenda’s zijn chronische Oval Office-kwalen waar de brave McMaster aan ten gronde ging. Hij typeert hij het Witte Huis als een ‘competitive sycophancy’: tegen elkaar opbieden in pluimstrijkerij om bij Trump in het gevlij te komen. Zeg maar gerust: een complete bende. Ook hiervoor geldt: wen er maar vast aan.