Greenpeace heeft een belangrijke stikstofrechtszaak tegen de Staat der Nederlanden grotendeels gewonnen. Met het huidige stikstofbeleid handelt de Staat „onrechtmatig” jegens Greenpeace, wegens de voortgaande natuurverslechtering. Het kabinet-Schoof moet de komende vijf jaar grote ingrepen doen om het wettelijke stikstofdoel alsnog te behalen: de helft van de stikstofgevoelige natuur (Natura 2000-gebieden) moet uiterlijk in 2030 voldoende hersteld zijn.
Dat blijkt uit de zeer kritische uitspraak die woensdagochtend is voorgelezen in de rechtbank Den Haag. De rechter legt de Staat een dwangsom van 10 miljoen euro op, als de Staat in gebreke blijft en het stikstofdoel niet haalt. De Staat heeft de mogelijkheid om in beroep en in cassatie te gaan, maar moet van de rechtbank wel direct aan de slag met de uitvoering van de beslissing.
De uitspraak is een grote klap voor het rechtse kabinet van PVV, NSC, VVD en BBB, dat de lopende stikstofaanpak juist wilde omgooien. Met name BBB, dat het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) in handen heeft, vindt de stikstofaanpak uit balans en noemt deze een „kruistocht” tegen bedrijven en sectoren.
De rechtbank hekelde het afschaffen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) van het vorige kabinet-Rutte IV, wat juist was gericht op grootschalig natuurherstel tot 2035. De rechtbank heeft de „stellige indruk” dat dit kabinet „een stap terug” wil doen, mede door het schrappen van het ‘Transitiefonds’ voor het landelijk gebied van oorspronkelijk 24,3 miljard euro. Tijdens de formatie is dit bedrag teruggebracht naar 5 miljard euro, plus 500 miljoen euro per jaar voor ‘agrarisch natuurbeheer’ door boeren.
De Rechtbank Den Haag zei voorafgaand aan haar conclusie dat het niet aan rechters is om politieke keuzes voor te schrijven, maar dat zij verschillende maatschappelijke belangen moeten afwegen. Enerzijds gaat het om de staat van de natuur, anderzijds om bijvoorbeeld agrarische belangen, de energietransitie en woningbouw. Daarbij moeten rechters wel afwegen of de overheid binnen de grenzen van het recht blijft.
Voldoende bewijs
Greenpeace heeft volgens de rechtbank voldoende wetenschappelijk bewijs aangeleverd dat de natuur is verslechterd door stikstof, ondanks wettelijke natuurnormen. De rechtbank beseft dat het kabinet nu voor „stevige, onvermijdelijke reducties” van stikstof staat, zei de voorzitter.
Lees ook
Greenpeace versus de staat: vandaag doet de rechtbank uitspraak in stikstofzaak – met potentieel grote gevolgen
Greenpeace had de bodemprocedure al onder het vorige kabinet in juli 2023 aangespannen. De milieu-organisatie eiste dat de Staat de Europese Vogel- (1979) en Habitatrichtlijn (1992) zou naleven, voor bescherming van vogels, dieren en planten. Concreet ging het om ‘rode en oranje lijsten’ met kwetsbare natuurgebieden die respectievelijk voor 2025 en 2030, in twee stappen, in goede staat zouden moeten zijn teruggebracht.
De rechtbank wees de eis van Greenpeace voor gedeeltelijk natuurherstel in 2025 af, omdat deze eis onhaalbaar wordt geacht.
Binnen het kabinet en de Rijksoverheid waren vooraf al grote zorgen over de uitspraak. De vrees was al dat de overheid op korte termijn fors zou moeten ingrijpen om de stikstofuitstoot terug te brengen, met ingrijpende gevolgen voor veehouderijen, bouwprojecten, industrie en andere bedrijven. De zaak werd vergeleken met de Urgenda-klimaatzaak uit 2015, waarin de rechter de Staat opdroeg de uitstoot van broeikasgassen in 2020 fors terug te dringen.
Met de uitspraak in de zaak-Greenpeace loopt de juridische druk op kabinet en overheid verder op. Door een uitspraak van de Raad van State in december zijn vele bedrijven die hun stikstofuitstoot de laatste jaren ‘verrekend’ hebben binnen de ruimte van hun vergunning ineens in overtreding. Ook kan de Staat dit jaar rechtszaken verwachten om te handhaven tegen PAS-melders, een groep gedupeerde boeren die ook zonder geldige vergunning zit, sinds het Programma Aanpak Stikstof van de overheid in 2019 door de Raad van State werd afgekeurd.
De eisen van Greenpeace waren strenger dan de huidige, Nederlandse stikstofverplichtingen. Volgens de Wet stikstofreductie en natuurverbetering moet zeker 74 procent van de kwetsbare natuur in 2035 voldoende zijn hersteld.
De rechtbank Den Haag houdt de Staat nu aan de eigen, wettelijke doelen voor 2030. Hierbij gaat het om de zogenoemde ‘kritische depositiewaarde’ (KDW), die bepaalt hoeveel stikstof de natuur per jaar zonder schade kan verdragen. In de Omgevingwet staat dat 50 procent van de stikstofgevoelige natuur in de Natura 2000-gebieden onder deze KDW moet worden gebracht.
Het niveau van 1960
Om verdere natuurschade te voorkomen, had Greenpeace vorig jaar al een vergelijkbaar kort geding aangespannen. Deze zaak had Greenpeace verloren: de voorzieningenrechter had toen wel begrip voor de zorgen van Greenpeace, maar kon niet goed vaststellen rond welke natuurgebieden de Staat dan onmiddellijk tot actie zou moeten overgaan.
Lees ook
De Staat gelooft niet dat beschadigde natuur nooit meer kan herstellen
Het verweer van de Staat tijdens de bodemprocedure was onder meer dat de stikstofuitstoot de afgelopen decennia al zou zijn teruggebracht tot het niveau van 1960. De landsadvocaat bracht in dat er momenteel al zo’n 7 miljard aan beleid tegen stikstof en voor natuurverbetering wordt uitgegeven – al wilde het vorige kabinet Rutte IV hier aanzienlijk meer geld voor uittrekken. Ook noemde de Staat de eis van Greenpeace vrijwel onhaalbaar – wat in feite ook geldt voor het op tijd behalen van de huidige, wettelijke stikstofdoelen.
Dit artikel wordt aangevuld.
Lees ook
Dit is het kwetsbaarste stukje Nederland