Hoe vang je zo veel mogelijk ‘boeven’ die hun criminele geld willen witwassen, zonder burgers en bedrijven dwars te zitten die gewoon hun financiële zaken willen regelen via hun bank? Door banken samen te laten werken, schrijft minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) maandag in een brief aan de Tweede Kamer. Hij houdt daarmee vast aan een aanpak die afgelopen jaren veel kritiek kreeg van onder meer de Autoriteit Persoonsgegevens.
Volgens Heinen is de anti-witwasaanpak van banken nu „vastgelopen”. Na de flinke boetes voor ING (775 miljoen euro ) en ABN Amro (480 miljoen euro), omdat zij ernstig nalatig waren geweest bij het voorkomen van malafide transacties door hun klanten, pakt de sindsdien strengere aanpak van banken volgens Heinen nu „disproportioneel” uit voor klanten en is deze „onvoldoende gericht”. De Tweede Kamer concludeerde vorig jaar ook al dat deze aanpak is doorgeschoten.
Bedrijven, stichtingen, verenigingen maar ook burgers hebben moeite om een betaalrekening te openen – of krijgen zelfs nul op het rekest
Bedrijven, stichtingen, verenigingen maar ook burgers hebben moeite om een betaalrekening te openen – of krijgen zelfs nul op het rekest, schrijft Heinen nu. Banken hebben in 2021 34.000 potentiële klanten geweigerd, noemt hij als voorbeeld, waarbij de anti-witwasaanpak de reden voor de weigering was bij een op de vijf zakelijke en bij een op de vier particuliere klanten.
Banken zijn ook nog eens veel mankracht en geld kwijt aan de aanpak: een op de vijf bankmedewerkers is nu bezig met het screenen van klanten en transacties op malversaties. Die dertienduizend mensen kosten banken jaarlijks 1,4 miljard euro, „geld dat niet wordt ingezet voor bijvoorbeeld het verbeteren van de dienstverlening”, aldus Heinen.
Volgens de VVD-minister moet er voor een effectievere aanpak een belangenafweging worden gemaakt. „Streng zijn op criminelen, geen inperking van privacy en minder regeldruk: het kan niet allemaal tegelijk. We moeten durven kiezen.” Heinen wil in april komen met een voorstel voor de nieuwe aanpak, dat hij met minister van Justitie en Veiligheid David van Weel (VVD) zal opstellen.
De minister van Financiën schrijft alvast dat daarbij de prioriteit wat hem betreft moet liggen bij het „schoonhouden van het financiële stelsel van crimineel geld en het verminderen van de regeldruk”. „Dat betekent dat we meer ruimte moeten geven aan poortwachters om bijvoorbeeld gegevens met elkaar te delen en de onderzoeken door poortwachters gerichter te maken.” Wel voegt hij eraan toe dat het beleid „uiteraard” ook moet voldoen aan het recht op privacy, „dat een grondrecht is”.
Transactiemonitoring
Afgelopen jaren is dat laatste volgens critici echter misgegaan. Nederland heeft de afgelopen jaren al ruimte gegeven aan banken om samen te werken. De vier grote banken en Triodos riepen daarvoor de organisatie Transactiemonitoring Nederland (TMNL) in het leven. Als een soort proef werden daarbij versleutelde gegevens van zakelijke transactiegegevens naast elkaar gelegd, om zo beter te kunnen zien welke transacties niet deugen. Het idee was dat alleen de bank waar de transactie bij gebeurde uiteindelijk kon zien om wie of wat het ging. Er lag een door de Autoriteit Persoonsgegevens sterk bekritiseerd wetsvoorstel om deze aanpak te verbreden naar transacties door particulieren, maar vorig voorjaar trok de regering het wetsvoorstel in en trokken de vijf betrokken banken de stekker uit de TMNL.
Die stopzetting was het gevolg van Europese wetgeving die in 2027 ingaat, de nieuwe Anti-Money Laundering Directive (AMLD). Die staat alleen uitwisseling van gegevens over betaaltransacties toe als de daarbij betrokken partijen door de banken al in de categorie „hoger risico” zijn geplaatst. Heinen wil nu vooral deze ruimte in de nieuwe EU-regels benutten om alsnog tot samenwerking tussen de banken te komen. Hij wil de Europese regels sowieso met weinig Nederlandse toevoegingen invoeren, omdat die in zijn ogen in voldoende mate regeldruk en oneerlijke concurrentie voorkomen.
De nieuwe aanpak van Heinen zal vooral voortborduren op toekomstige Europese regels
Heinen schrijft verder dat uit de nieuwe EU-regels nog iets voortvloeit dat kan leiden tot minder druk op de banken en klanten: de overgang van het melden van ‘ongebruikelijke’ transacties, zoals nu in Nederland verplicht is, naar het melden van alleen ‘verdachte’ transacties. Toezichthouder De Nederlandsche Bank pleitte hier twee jaar geleden al voor, maar toen was toenmalige minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) afwijzend. Onder de nieuwe Europese regels is Nederland verplicht dit deel van het beleid alsnog aan te passen.
De brief van Heinen gaat vooraf aan een debat in de Tweede Kamer woensdag over het anti-witwasbeleid in Nederland. Een aantal maatschappelijke organisaties, waaronder Privacy First en Human Right in Finance.eu (HRF), grijpen dat debat aan om te pleiten voor een versnelde versoepeling van de meldingsplicht – van ‘ongebruikelijke’ naar alleen ‘verdachte’ transacties – en niet te wachten tot 2027, als de EU-regels ingaan. Hierdoor zou de kwaliteit van de meldingen van banken (maar ook accountants en betaalinstellingen) aan justitie snel verbeteren, schrijven zij. En bovendien, menen zij, druist de huidige aanpak met ‘ongebruikelijk’ nu al tegen de (Europese) wet in.
Spaarmarkt
De brief van Heinen gaat niet alleen over de anti-witwasaanpak van banken. Hij schrijft ook over de geringe concurrentie op de Nederlandse spaarmarkt, die de Autoriteit Consument en Markt vorig jaar ook al aankaartte. Heinen zegt toe te onderzoeken wat het effect zou zijn van een verbod op ‘koppelverkoop’ (dat je verplicht bent bij een spaarrekening ook een betaalde betaalrekening te nemen). Ook wil hij een betere overstapservice en kijken of meer concurrentie – van buitenlandse banken in Nederland en van Nederlandse banken in het buitenland – kan worden gestimuleerd.
Heinen schrijft verder over de toekomst van de Volksbank. De Tweede Kamer nam in december een motie aan waarin werd opgeroepen de staatsbank in staatshanden te houden, om zo dienstverlening in stand te houden. Heinen houdt vast aan het besluit om de bank voor te bereiden op verkoop of beursgang. Hij schrijft dat als de Volksbank meer diensten moet aanbieden dan andere commerciële banken, er „inefficiëntie” ontstaat. „De Volksbank kan dan niet meer functioneren als normale, commerciële onderneming, met alle risico’s voor slechte bedrijfsprestaties en mogelijke kapitaalstortingen [door de overheid] van dien. Die inefficiëntie vind ik niet alleen onwenselijk met het oog op gezonde marktwerking, maar ook met het oog op de mogelijke kosten voor de belastingbetaler.”