Bij een ongeluk met een stoeltjeslift in skigebied Astún in de Spaanse Pyreneeën zijn zaterdag ruim dertig gewonden gevallen. Dat melden lokale autoriteiten. Zeventien mensen zouden ernstig of zeer ernstig gewond zijn geraakt.
Het ongeluk gebeurde rond 12.00, toen één van de katrollen van de lift het begaf. Inzittenden van de skilift, die op zo’n vijftien meter hoog hing, werden daarbij hevig op en neer geslingerd; tientallen inzittenden sprongen of vielen daarop uit de stoeltjescabines, meldt de Spaanse krant El País.
Meerdere slachtoffers zijn per traumahelikopter overgebracht naar ziekenhuizen in de regio. Over hun nationaliteit is nog niets bekendgemaakt.
Astún ligt even ten noorden van het stadje Jaca, vlak bij de grens met Frankrijk, en is vooral populair bij mensen uit de regio. Doordat het een zonnige dag was, was het volgens El País druk op de piste.
Lees ook
Je kunt ook niet eindeloos kunstsneeuw blijven opspuiten
Of de gamejournalist van de krant – trots ontkabeld, irritant luidruchtig erover – een dag of twee zou willen Zappen? Ik ben sceptisch. Er wacht in de warme en gemoedelijke schoot van YouTube nog een fijne video van een basgitaarleraar die bedachtzaam een nummer van de band New Model Army analyseert. Op structuur, melodieën, rare songwriterkwinkslagen die mij nooit zouden zijn opgevallen. Degelijke afleiding in barre tijden, ver van de politiek, betrouwbaar en onderhoudend.
Maar vooruit: voor vanavond verlaat ik dit veilige land en betreed het moeras, vol niemendalletjes over vaders die hun drielingen niet uit elkaar kunnen houden, en Limburgse au pairs die het énig vinden dat die Amerikaanse ouders de kleding van hun drie kinderen militant op elkaar afstemmen.
Afleiding? Dan kan ik maar beter niet letten op het verhaal van de zwarte, biseksuele au pair Aron, die met één blik wordt afgekeurd door het paternalistische hoofd van zijn gewezen familie in San Diego. „Ik had meer een meisje in gedachte”, zegt de vader. Pijnlijk. De aflevering poogt eraan voorbij te vliegen – dit hóórt lekkere vakantietelevisie te zijn, het moet „een avontuur” blijven – maar het blijft door mijn hoofd spoken.
Terschellingse duinen
Goed. Afleiding. Waar vind ik die dan wel?
Oerol! Goed, Cornald Maas is wat meer gerimpeld en gebruind dan mijn basleraar, maar de vibe is hetzelfde. Kunst, diepgang.
Zijn tafel staat middenin het lange gras van de Terschellingse duinen. Het publiek ligt uitgeput in het zand. Het is altijd lang, zo’n festival, vermoeiend, warm, elke sensatie lijkt verhoogd en dan platgeslagen – die zintuigelijke herinnering schiet ineens door mijn lichaam. Ze hebben het ook over zintuigen, Cornald, zijn gasten en zijn verslaggever, Carolien Borgers. Carolien heeft zich in een vacuümpak laten gieten. „Als ik had geweten dat er ergens een eiland was waar je vacuüm gezogen kon worden, dan was ik al lang op de boot gesprongen”, zegt schrijver Michel van Egmond.
Over zijn boek wil hij het niet hebben. Ook al dringt Cornald aan. „Het gaat over een schrijver die op zoek is naar een onderwerp om over te schrijven. Dat nu eens een keer niet over sport gaat.” Waar hij en zijn partner, journalist Antoinnette Scheulderman (die weigerde te verschijnen zonder haar hond Dizzy), wel iets over los willen laten is de theatervoorstelling die ze gezien hebben. Het gaat over een theatermaker die een dakloze wil helpen door theater te maken.
Van Egmond en Scheulderman hebben allebei ook weleens iets gemaakt of gedaan om iemand in nood te helpen. Soms gaat dat goed, vertellen ze. Soms niet. „Misschien willen sommige mensen wel gewoon een huis en geld zonder daarvoor iets te doen”, overpeinst Scheulderman, maar nuanceert snel dat helpen misschien gewoon bedoeld is voor professionals. Ja, oké.
In dat half uurtje Opium op Oerol (AvroTros) waan ik me even in een andere wereld. Een plek waar we heerlijk kunnen doorbabbelen over kunst, zonder na te denken over dreigende oorlog, censuur, bezuiniging.
Die gedachte sleurt me de afleiding uit.
Ik zap van Terschelling naar Vlieland, waar Andere Tijden spreekt met ‘tankers’. Dat zijn tankbestuurders, die in 2011 met weemoed een begrafenis hielden voor de wegbezuinigde Nederlandse tanks. „Heel Nederlandse reflex, de dreiging van Rusland was weg”, zucht generaal-majoor Harm de Jong.
De tankers praten veel over jongensdromen, de verslaggevers bestoken hun met soms plagerig seksueel-getinte vragen – „Wat trekt u zo aan in tanks?” vraagt de één. „Dat klinkt bijna als een ontmaagding”, zegt de ander, na een poëtische omschrijving van hoe het is, als je voor de eerste keer een kogel mag afvuren met de tank.
Ze mijmeren nostalgisch door, de tankers. Wat een mooi wapentuig. De geur! Maar over oorlog nadenken, dat doen ze liever niet. Een tank is voor hen afleiding. Voormalige tanker Gerrit Buurman wilde actie, niet oorlog, zegt hij. „Kijk naar Oekraïne.” Wat is het nut, mompelt hij. Wat is het nut?
Zeventig milliliter. Eén espressokopje vol. Zoveel plast de gemiddelde zwemmer in het water tijdens een zwembadbezoek, aldus Canadese onderzoekers in Environmental Science and Technology Letters (2017). Dat concludeerden ze op basis van de hoeveelheid kunstmatige zoetstoffen in het zwembadwater. Eerst hadden ze getest hoeveel zoetstoffen (alom aanwezig in ons moderne dieet, maar niet in kraanwater) er gemiddeld in de urine van mensen zit. Toen maten ze de hoeveelheid zoetstof in zwembadwater. Zo konden ze berekenen dat er gemiddeld zo’n 30 tot 75 liter urine in een zwembad zit, afhankelijk van de grootte van het bad.
Deels plassen mensen onbewust; fanatieke zwemmers en ouderen plassen vaak ongewild bij inspanning, en in het zwembad merk je daar niets van. Maar deels is het ook expres. Zo’n 19 procent van de volwassenen geeft toe weleens in een zwembad te hebben geplast, aldus de Canadezen. Veel topzwemmers, onder wie Olympisch medaillewinnaar Michael Phelps, vinden het zelfs de normaalste zaak van de wereld. „Als we twee uur in het water liggen, gaan we er echt niet uit om te plassen”, zei Phelps tegen The Wall Street Journal „Chloor desinfecteert, dus het is niet erg.” Heeft hij een punt?
Urine is op zichzelf niet direct schadelijk – hoewel niet zo’n fris idee. Maar in combinatie met chloor treden er allerlei chemische reacties op waarbij potentieel schadelijke stoffen ontstaan. Vandaar ook de waarschuwing dat je eerst moet doortrekken nadat je de wc met chloor hebt schoongemaakt, voordat je er weer in plast.
Chloor – preciezer gezegd: natriumhypochloriet – is een populaire ontsmetter: het doodt effectief bacteriën en virussen. Wanneer urine in contact komt met chloor, reageert het ureum uit de urine met het chloor. Dat leidt tot de vorming van zo’n elf potentieel schadelijke, vluchtige stoffen, waaronder trichlooramine, cyanogeenchloride en chloroform. Deze stoffen zijn verantwoordelijk voor de typische ‘chloorlucht’ in zwembaden en kunnen irritatie van de ogen, huid en luchtwegen veroorzaken. Ze zijn zelfs in verband gebracht met neurotoxische schade en kanker.
Maar het staat of valt natuurlijk met de hoeveelheden. Alles is gif als je er maar genoeg van binnenkrijgt, zoals de Zwitserse arts Paracelsus begin 16de eeuw zou hebben opgemerkt. Het grotere zwembad in de Canadese studie bevatte 840.000 liter water en 75 liter urine: ongeveer 0,009 procent van het totale watervolume. Is dat genoeg om meetbare gezondheidseffecten te veroorzaken?
Limiet voor drinkwater
Een Chinees-Amerikaanse studie uit 2014 trof per liter zwembadwater gemiddeld 30 microgram cyanogeenchloride aan; dit is ruim onder de 70 microgram per liter die de Wereldgezondheidsorganisatie hanteert als limiet voor drinkwater.
Een groot internationaal onderzoek uit 2019 constateerde geen meetbare effecten op de korte termijn op het vlak van genotoxiciteit (de mogelijkheid om schade aan het dna te veroorzaken: een maat voor kankerverwekkendheid) en de doorlaatbaarheid van het long-epitheel (een maat voor longschade).
Langdurige blootstelling is een ander verhaal. Professionele zwemmers en zwembadpersoneel lopen een verhoogd risico op ademhalingsklachten, astma en andere luchtwegaandoeningen door constante blootstelling aan deze stoffen, lezen we op veel plekken, maar een oorzakelijk verband is lastig aan te tonen en de conclusies lopen uiteen. Nergens lees je harde cijfers over werkelijke ziektelast. Behalve een Spaanse studie uit 2009: die zag juist minder astma en allergieën bij kinderen die al op jonge leeftijd regelmatig naar een zwembad gingen.
Kortom, de stoffen zijn onweerlegbaar schadelijk, maar gezondheidseffecten zijn lastig te kwantificeren.
Israëlische raketten zijn in de nacht van dinsdag op woensdag weer afgevuurd op de Iraanse hoofdstad Teheran. De aanvallen werden volgens het leger van Israël uitgevoerd „met meer dan 50 gevechtsvliegtuigen” op doelen die verbonden zijn aan de Iraanse Revolutionaire Garde.
Het Israëlische leger zegt fabrieken voor uraniumcentrifuges en wapenfabrieken te hebben geraakt in Teheran. Dat melden internationale persbureaus. Het leger specificeert niet de precieze locatie van die fabriek. Centrifuges zijn machines die uranium verrijken, die gebruikt kunnen worden voor de productie van brandstof voor energiecentrales, maar ook voor kernwapens.
Dodental
In Iran vluchten steeds meer burgers door de aanvallen vanuit Israël, die nu al zes dagen duren. Het is niet bekend of, en hoeveel slachtoffers er zijn gevallen in Iran bij de laatste aanvallen vanuit Israël. Volgens een schatting van de in de Verenigde Staten gevestigde mensenrechtenorganisatie Human Rights Activists, die al langer dodentallen bijhoudt in Iran na de grootschalige protesten in 2022, zijn er in de afgelopen week veel meer doden gevallen dan tot nu toe bekend is.
Volgens de organisatie zijn minstens 585 mensen in Iran gedood en 1.326 gewond geraakt. Dat is meer dan het dubbele van wat de autoriteiten van Iran hebben gemeld: de laatste update van afgelopen maandag noemde 224 doden en 1.277 gewonden. De autoriteiten van Iran hebben sinds het begin van de aanvallen geen regelmatige dodentallen gepubliceerd en hebben in het verleden het aantal slachtoffers vaker geminimaliseerd.
In Israël klonk afgelopen nacht ook het luchtalarm, maar het is niet bekend of er Iraanse raketten zijn neergekomen. Er zijn geen meldingen gemaakt van slachtoffers in Israël.