De BYD Seal U: niet te verfijnd, maar alles kits

De oude autowereld kende twee koninkrijken, het premiumparadijs en confectieland. Het verschil was afwerkingskwaliteit. Die was op premiumdomein tot in de puntjes verzorgd, in het confectierijk van de gewone automerken ondermaats tot gewoontjes. Het premiumparadijs was Duitsland, waar de topmerken werktuigbouwkundig alle puntjes op de i zetten met een perfectionisme waar Engelsen, Amerikanen, Japanners, Fransen of Italianen niet aan konden tippen. Mercedes-Benz liep voorop met materialen van topkwaliteit, onverslijtbaar hang- en sluitwerk, portieren die sloten als een bankkluis. Dat mocht wat kosten. Mensen met geld wilden tot elke prijs het beste.

Intussen rommelden in confectieland gewone merken voor het volk met wisselend succes tegen de klippen op. In mijn jeugd gold voor de veeleisende automobilist één vuistregel: wat niet Duits was deugde niet, tenzij er Saab, Volvo of Rolls-Royce op stond. Terwijl een Duits volksmerk als VW zijn troosteloze plastic interieurs nog presentabel serveerde en de Japanners kleurloze maar technisch onberispelijke doorsnee brachten, vielen Citroëns van ellende uit elkaar. Daar wilden ze op het krediet van hun DS-imago alleen maar leuke gekke auto’s maken. Duits vakwerk was kleinburgerlijk en dat vonden de klanten eveneens. De kloof was ook een sociologische. De VW-rijder verachtte de slonzigheid van Citroëns, de Citroën-rijder de aangeharkte wereld van VW.

De kloof tussen de koninkrijken slonk toen Mercedes door onverantwoorde bezuinigingen in een langdurig dal belandde, de Fransen hun achterstand inliepen en Toyota, Honda en Nissan met hun eigen topmerken Lexus, Acura en Infiniti vooral op de Amerikaanse markt Mercedes, Audi en BMW in de verdediging dreven. Sowieso maakten de Japanners steeds betere, vaak technisch interessante auto’s. De naam Toyota werd een garantie voor zorgeloos rijden, de hybride Prius synoniem voor zuinige en onverslijtbare techniek.

Afbeelding met meerdere focuspunten die samen een verhaal vormenZoom in voor alle details van de BYD Seal UKlik op de punten voor uitleg over de details.Merlijn Doomernik

Nu zetten Tesla en de Chinezen de gezagsverhoudingen wederom op hun kop. Enerzijds doordat kwalitatief aanvaardbare auto’s bouwen dankzij de verregaande automatisering ook voor nieuwkomers eenvoudiger is geworden, anderzijds doordat Musk en de Chinezen pragmatischer en economischer naar kwaliteit kijken. Ze zijn tot veel in staat, maar gaan niet tot het gaatje. Bij Musk en het Chinese BYD, mondiaal zijn grootste concurrent, betekent goed weer goed genoeg zoals ooit bij Toyota of VW: niet te verfijnd, maar alles kits. Zo koop je bij BYD ondanks de importheffing op Chinese auto’s nu voor 46 mille een forse suv met een uitrustingsniveau dat bij VW de prijs tot ruim boven de halve ton had opgedreven. Scheelt je zo 10.000 euro afschrijving met de premium-Europeaan die je niet meer plezier bood omdat niemand in die vette krengen nog aan autorijden durft te denken. Men staat in files en berust.

Ruim en anoniem

De BYD heet Seal U oftewel Zeehond U. Hij is ruim en anoniem. Je zou hem zo voorbijlopen. Het dashboard ben ik al vergeten. Ik weet alleen nog dat er weinig aan mankeerde. De tevreden nonchalance doet iets met je. Je gaat de goede, pijnlijke vragen stellen. Wat verwacht je van een merk? Identiteit? Voor het prestige hoef je geen Tesla of Mercedes meer te kopen. Perfectie is overschat. Tech heeft iedereen. Je wilt dat het rijdt.

Dat kan de Seal prima. Hij is niet feilloos. Hoewel hij stil is, klinken onder de vloer rommelige onderstelgeluiden die Duitsers kaltstellen met bakken isolatiemateriaal. De lichtbundel is fel maar vreemd kort, alsof een pestspook er een stuk heeft afgeknipt. De achterruitverwarming is beperkt daadkrachtig. Heel zuinig is hij ook niet met op de snelweg: 21,5 kWh per 100 kilometer bij normaal doorrijden, hoewel dat met een forse batterij van 87 kWh nooit problematisch wordt.

Over de ruimte achterin geen klagen, hij is echt groot.
Plak het logo op het stuur af en je hebt geen idee wat je rijdt, zo inwisselbaar.
Nuchter interieurontwerp, prettig royale ventilatieroosters.
Bij BYD weten ze hoe het hoort. Chique stikseltjes en aluminium stekkerroosters doen het goed bij de klanten.

Foto’s: Merlijn Doomernik

Verder is hij zo inwisselbaar als de VW’s en Audi’s die hij spijkerhard beconcurreert, en die nu tot genoegen van de Chinezen even spijkerhard proberen terug te slaan met onhoudbare prijsverlagingen die hun winstmarges opvreten. Zo sloopt China de vijand.

De importheffing van 17,4 procent zal de concurrentiepositie hooguit tijdelijk ondermijnen. BYD heeft geld, geduld en tijd. Tariefmuren kan het vanaf 2026 omzeilen met eigen fabrieken in Hongarije en Turkije. Als die opengaan, hebben ze allang een mooiere Seal U, 300 pk en alle smetjes weggepoetst door het Politbureau van BYD.

Ik weet wat inkopers bij leasemaatschappijen over hun aanstaande BYD-klanten gaan zeggen. Eerst schreeuwen ze moord en brand. Dan volgt acceptatie. Na een jaar lachen ze op seminars de Teslajongens uit. Want er mankeert nooit iets aan.

Zo zal het gaan.