Historicus René van Stipriaan over zijn pamflet over de huidige tijd: ‘Als deze verharding niet tot bedaren komt, dan wordt het in toenemende mate onveilig en bedreigend’

De oude media hebben het maar druk met de nieuwe media. Niet alleen de kranten staan vol met verhalen over Meta en X, de afgelopen maanden is er ook een stroom aan boeken op gang gekomen over Bigtech en de opkomst van populisme. Opvallend is dat ook historicus René van Stipriaan zich nu in de discussie mengt. Normaal gesproken schrijft hij over zaken die verder in het verleden liggen, over de zestiende, zeventiende of achttiende eeuw. Een paar jaar geleden won hij prijzen met een veelgeprezen biografie van Willem van Oranje.

Afscheid van het oude Nederland heet het boek dat deze vrijdag verschijnt. Het gaat over nu, maar onderscheidt zich van andere recente boeken over het onderwerp doordat Van Stipriaan zijn verhaal na de Tweede Wereldoorlog al begint, en hier en daar parallellen trekt met de zestiende en achttiende eeuw.

Het boek is geschreven vanuit bezorgdheid. Over heel de wereld morrelen populisten en autocraten de laatste jaren aan de rechtsstaat, ook in Nederland sinds de deelname van eenmanspartij PVV aan de coalitie.

We spreken elkaar bij Van Stipriaan thuis in Amsterdam, waar de schrijver en zoon van een tuinder, die overigens ook recensies voor NRC schrijft, al jaren woont.

Wat was er in je gevaren dat je besloot een boek te schrijven over een actueel onderwerp?

„Ik had al een tijd het idee had dat de redelijk denkende, het nieuws volgende mensen om mij heen niet leken te beseffen dat we in een tijd zitten van hele grote veranderingen. En dat die veranderingen een sterk cynisch kantje hebben. Dat cynische kantje zit erin dat de vrijheid, de democratie en de pacificatie waar we in West-Europa aan gewend zijn geraakt sinds 1945 zo langzamerhand enorm onder druk staan door het geweld dat ons omgeeft – de verkiezing van Trump, Brexit, Rusland, de opkomst van China. De gedachte is nog steeds: het loopt wel los.”

Je schrijft dat je na de presentatie van het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet een berichtje stuurde aan een vriend: ‘Dit is het einde van het oude Nederland. Waar we ons veilig konden wanen’. Wie zijn ‘we’ en wat bedoel je met ‘onveilig’?

„Met ‘we’ bedoel ik de mensen die als vanzelfsprekend een beroep doen op de burgerlijke vrijheden die we in dit land sinds Thorbecke kennen. Opeens zag je dat het debat verruwde. Dat het bediscussiëren van waarheid en onwaarheid eenvoudig kan worden overruled door populisten. Die verruwing – de VS zijn ons een paar slagen voor – kan uiteindelijk eindigen in bedreigingen en geweld.”

Geef eens een voorbeeld?

„Het bedreigen van politici is normaler geworden, neem de fakkels voor het huis van Sigrid Kaag, die ertoe hebben geleid dat ze eerder dan verwacht een functie in het buitenland heeft gezocht. Dat kunnen we normaal vinden, maar het ís niet normaal. Het hoort niet bij de Nederlandse politieke cultuur. Intussen is het voormalige Twitter een riool van allerhande scheldpartijen geworden. Die sfeer van verharding zag je ook rond de rellen bij Maccabi Tel Aviv in Amsterdam. Als je deze geest niet tot bedaren weet te brengen dan wordt het in toenemende mate onveilig en bedreigend.”

Is dat niet een heel groot woord voor de situatie in Nederland, onveilig?

„Het gaat om het gevoel dat je hebt bij het functioneren van een politiek systeem. Er is een partij de grootste geworden, en naar het centrum van de macht opgerukt, die eigenlijk geen partij is, die geen enkele democratische statuur heeft en zich affilieert met autocratisch denkende politici in de VS en Europa die hun positie gebruiken om de rechtsstaat en de persvrijheid te ontmantelen. Als de balans zich eenmaal beslissend in de richting van autocratische machthebbers heeft verlegd, zie het dan nog maar eens te repareren. Daar moet je niet te laconiek over doen.”

In Afscheid van het oude Nederland beschrijft Van Stipriaan hoe na 1945 de verzorgingsstaat werd opgebouwd, onder meer dankzij de aardgasbaten. Er volgde een periode van economische bloei. In de jaren ’90 begon de staat zich terug te trekken onder invloed van het neo-liberalisme. Staatsbedrijven werden geprivatiseerd. Er ontstonden wachtlijsten in de zorg, problemen op de huizenmarkt.

Waarom vond je het belangrijk je verhaal meteen na de oorlog te beginnen?

„Om te laten zien dat die opbloei van de economie toen gepaard ging met een opbloei van cultuur en wetenschap. Als onderdeel daarvan zag je sterke kranten en weekbladen, en ook een opbloeiend partijlandschap. Niet dat het altijd verheffend was, maar er werd over allerlei zaken gedebatteerd. De jaren ’80 en ’90 waren een beetje moeizaam vanwege allerhande crisisverschijnselen. Rond 2000 maakte internet zijn entree. Ongemerkt is het medialandschap toen ingrijpend veranderd. Zo hebben we de rol van sociale media heel lang onderschat, terwijl die populisten in staat stelden het debat te vermijden. Zij zijn er vooral zendend aanwezig en hoeven niet meer in tv-programma’s op te treden waar ze kritisch ondervraagd kunnen worden.”

Denk je dat sociale media een doorslaggevende rol hebben gespeeld bij de opkomst van het populisme?

„Nee, sociale media maken het voor populisten makkelijk om te verkondigen dat alle problemen worden veroorzaakt door asielmigratie. Dat is het recept waar ze allemaal mee koken. Maar daaronder ligt een voedingsbodem en dat is een sociaal-economisch verhaal. Na 2000 zag de onderkant van de middenklasse de armoede steeds dichterbij komen. Die heeft bruto misschien nog wel een aardig inkomen, maar dat is behoorlijk belast. Ook andere lasten nemen sindsdien toe: woonlasten, ziektekosten, de kosten om je kind te laten studeren. In 1970 had iedereen nog het gevoel er jaar na jaar op vooruit te gaan. Na 2000 is dat gevoel verdwenen.”

Dat klinkt nogal marxistisch: het is de sociaal-economische onderbouw die zorgt voor maatschappelijke verandering.

„Het gaat hier over de voedingsbodem. Je ziet het overal in Europa en ook in de VS. De hele onderste helft van het loongebouw is bezorgd over huisvesting, ziektekosten, bestaanszekerheid. Ik zie het ook aan mijn eigen dochter van 27 die geen woning kan vinden. Allemaal de schuld van de asielmigratie, zegt Wilders. Het ligt er duimendik bovenop, maar het zou niet zo’n succes hebben als het geen voedingsbodem had in hoe mensen hun wereld ervaren.”

Terwijl, schrijft Van Stipriaan, het echte probleem niet de asielmigratie is, maar de veel grotere arbeidsmigratie. „Ik maak me sterk dat wanneer een plattelander waar ook in Nederland meent een asielzoeker te zien, hij meestal een arbeidsmigrant waarneemt.”


Lees ook

deze recensie van boeken over de rechts-radicale revolte

Een kunstwerk in de Taiwanese hoofdstad Taipei met beeltenissen van dictators.

Van Stipriaan komt uit een VVD-nest, maar hij verwijt de liberalen dat zij het niet willen hebben over de instroom en uitbuiting van goedkope buitenlandse arbeidskrachten. En hij verwijt het de VVD dat de verschillen tussen arm en rijk in Nederland de afgelopen jaren groter zijn geworden. Van Stipriaan verwijst naar een OESO-rapport waaruit bleek dat Nederland, na de Verenigde Staten, het land met de grootste vermogensongelijkheid ter wereld is.

Je lijkt vooral boos te zijn op de VVD.

„Ja, omdat zij sinds een aantal jaren de sleutel in handen hebben – die rol hebben ze overgenomen van het CDA. En ik vind dat ze daar riskant mee omgaan. Ze hebben het laatste kabinet laten vallen over een futiliteit, die ook nog quasi-populistisch was, omdat het verhaal van Yesilgöz over nareizigers op nareizigers niet bleek te kloppen.”

Waarom profiteren vooral de populisten van sociale media en slagen progressieve politici daar niet in?

„Het heeft veel te maken met een fundamentele mediawisseling. Zoiets is eerder gebeurd in de geschiedenis. In m’n boekje geef ik het voorbeeld van de opkomst van de boekdrukkunst in de zestiende eeuw. Toen ging Martin Luther zijn bezwaren tegen de katholieke kerk breed uitventen in pamfletten. De zittende macht was overdonderd. Wat een brutaliteit, dachten ze, hoe durft ie? Maar de pamfletjes bleven maar komen. Dat leidde tot een enorme ontreddering in katholiek Europa. Een zelfde schokgolf zag je tijdens de Franse revolutie, toen drukwerk steeds goedkoper werd doordat er efficiënter kon worden geproduceerd. Revolutionairen maakten daar volop gebruik van. Iets vergelijkbaars zie je nu. De oude machten hebben geen antwoord.”

Verbieden had toen geen zin, schrijf je ook. Wat zou er nu moeten gebeuren met sociale media?

„Mijn stelling is dat hier een schone taak ligt voor de EU. We hebben nu een internet dat grotendeels Amerikaans van origine is, maar nooit is aangepast aan Europese normen en waarden. Dat hebben we nooit erg gevonden, omdat Amerika een stabiele bondgenoot was. Maar het zou best kunnen dat de VS zich straks na de inauguratie van Trump ontpoppen tot een land dat in toenemende mate in onmin leeft met Europa. Daarom zou de EU veel baat hebben bij grote investeringen in een nieuwe digitale infrastructuur.

„Internet heeft twee kolossale zwaktes. De ene is dat je je identiteit kunt maskeren, waardoor je anoniem kunt schelden, dreigen en desinformatie verspreiden. De andere is dat onze privacy niet goed is geregeld. Het lijkt tegenstrijdig, maar aan beide zul je tegelijkertijd iets moeten doen.”

Overal in Europa staan regeringen onder druk van populisten, als die niet al aan de macht zijn. In zo’n klimaat kun je toch geen grootse initiatieven verwachten?

„Het gaat erom wat er moet gebeuren. En dit is de enige uitweg.”

In Afscheid van het oude Nederland schrijft Van Stipriaan: „Ook deze onrustige tijd zal uiteindelijk tot een nieuw politiek model leiden; dat zou een vorm van autocratie kunnen zijn, een harde dictatuur wellicht, of een buitenlandse bezettingsmacht. We kunnen niets uitsluiten. Maar als we in staat zijn om de onevenwichtigheden in onze samenleving in alle openheid en met respect voor de feiten te bediscussiëren en intussen ook wat matigheid en gelijkwaardigheid terug te brengen in de maatschappelijke verhoudingen, dan zou het ook een democratie kunnen zijn. Een betere democratie dan we ooit hebben gehad.”

„Eigenlijk”, zegt Van Stipriaan, „had ik verwacht dat Musk, Zuckerberg en Bezos nog vier jaar op hun handen zouden blijven zitten. Dat ze eerst Trump de democratie verder zouden laten ontmantelen. Maar Musk grijpt zijn kans nu al. Ik schrijf over een Brave New World, waarvan ik ooit dacht dat die nog erg ver weg was. Maar je ziet nu dingen opduiken die er griezelig veel op lijken. Musk gaat in opdracht van Trump grote delen van de Amerikaanse overheid ontmantelen en privatiseren. Die is al niet zo groot, de klassieke overheidsdiensten, de FBI, CIA. En uiteraard dat machtige leger. Nou, dat kun je misschien ook wel privatiseren. Musk heeft al satellieten en raketten, dus hij is al aardig op weg.”

Ben je er niet bang voor dat mensen die je boek lezen zullen zeggen: die Van Stipriaan is een angstige oude man, een doemdenker?

„Dat mag iedereen denken. Ik heb alleen maar mijn best gedaan om wat ik zie beter te begrijpen. En naarmate ik het beter begon te begrijpen, werd mijn verontrusting ook steeds groter.”