Er moet meer geld naar defensie. Secretaris-generaal van de NAVO Mark Rutte zei deze week te begrijpen dat er daardoor in veel landen minder kan worden uitgegeven aan sociale zekerheid, zorg en pensioenen. Maar is dat wel de enige optie? Kunnen we (ja, echt) niet de belastingen verhogen?
In deze aflevering ontdekken Maarten en Marike dat de Nederlandse overheidsinkomsten relatief bescheiden zijn, maar dat de „belastingmix“ wel een beetje uit verhouding is. Is het verhogen van belastingen slechter voor de economie dan het verlagen van de uitgaven? Hoe hoog zou je belastingen in theorie kunnen maken? En hoe zou je zo’n impopulaire maatregel in de praktijk kunnen doorvoeren?
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected].
Kleine internetmarktplaatsen hebben moeite informatie aan de Belastingdienst door te geven over de omzet van hun gebruikers, waartoe ze verplicht zijn. Voor deze platforms blijkt rapporteren technisch lastig, of ze weten überhaupt niet dat die verplichting voor hen geldt.
Deze maand moeten handelsplatforms de verdiensten van hun gebruikers uit 2024 doorgeven aan de Belastingdienst. Die plicht komt voort uit de Europese DAC7-richtlijn, die op 1 januari 2023 inging. Alle platforms met Nederlandse aanbieders moeten rapporteren, maar de Belastingdienst merkt dat het bij de kleinere hapert.
Lees ook
Vanaf nu weet de Belastingdienst ook wat de fanatieke Marktplaatser verdient
Bij kleine platforms drukt de rapportageplicht zwaar. „Het heeft belachelijk veel tijd gekost om uit te zoeken welke informatie we dan moeten verzamelen en hoe en wanneer we die moeten aanleveren”, zegt Pepijn Niesten van Booka Rentals. Dat biedt bijzondere vakantiehuisjes aan, zoals vuurtorens en boomhutten. Naast Niesten werkt één softwareontwikkelaar voor het bedrijf. Die heeft „maanden” werk gehad aan de rapportageplicht.
Caravandelen.nl, een platform waarop particulieren caravans verhuren wanneer ze die niet zelf gebruiken, wist überhaupt niet van de rapportageplicht af. Dat zegt eigenaar en enig werknemer Arno Brokelman als NRC ernaar vraagt. Hij vindt de overheidsvoorlichting over de plicht gebrekkig. „Ze sturen honderdduizend enquêtes die je verplicht moet invullen, anders ben je strafbaar. Maar ondernemers informeren over hun verplichtingen, ho maar.”
Er zijn veel kleine platformbedrijven in Nederland: bij ruim de helft werkt naar één persoon, meldt statistiekbureau CBS. Precieze gegevens over het aantal platformbedrijven zijn er niet. Bij een globale telling kwam statistiekbureau CBS uit op ongeveer vijfduizend ondernemingen.
Moeilijk aanleveren
Pijnpunt voor kleine platforms is vooral de manier waarop ze de gegevens naar de Belastingdienst moeten sturen. De fiscus heeft zelf geen portaal waarop ondernemers de rapportage kunnen indienen. Platformbedrijven kunnen dat alleen door in hun eigen software een ‘toegangspoort’ te bouwen die rechtstreeks communiceert met de computersystemen van de Belastingdienst.
„Daar heb je best wel geavanceerde software voor nodig”, zegt Hans Rennings van belastingadvieskantoor Deloitte. „Voor het midden- en kleinbedrijf zou het goed zijn als dat eenvoudiger rapportages kan indienen.”
Ook de Belastingdienst ziet dat de worsteling met de rapportages door kleine platforms mede te maken heeft met de „complexiteit en kosten” van de aanlevermethode. Hij werkt nu aan een simpeler systeem.
„Vrij laat”, vindt Niesten van Booka Rentals. „De deadline om over 2024 te rapporteren is eind deze maand al.” Niesten is inmiddels naar een dienstverlener met een eigen toegangspoort gestapt. „Daar betaal je 1.300 tot 1.800 euro om een bestandje te kunnen uploaden. Dat is waanzin.”
Complexe regels
Door de complexiteit van de rapportageregels is soms onduidelijk op wie ze van toepassing zijn. Niesten moet er evenzeer aan voldoen als een miljoenenbedrijf zoals Airbnb. Maar Facebook Marketplace hoeft dat niet, omdat die dienst alleen kopers en verkopers met elkaar in contact brengt. Zij regelen hun betalingen onderling. Facebook speelt daarin geen rol; dat is wel een vereiste om te kunnen rapporteren voor hoeveel geld via een platform verhandeld wordt.
Brokelman van Caravandelen.nl vindt de regels niet erg helder: „Je kunt ze op verschillende manieren interpreteren.” Hij is er niet van overtuigd dat de richtlijn op hem van toepassing is. „Ze moeten me maar bellen, dan stuur ik ze wel wat ze willen hebben.”
De richtlijn raakt meer ondernemingen dan velen hadden verwacht, zegt Rennings van Deloitte. „Partijen moeten best wat investeren om aan de verplichtingen te voldoen, terwijl je je kunt afvragen of dat nu bij kleine platforms heel veel gaat opbrengen.”
„Ik zou dit nu nooit meer beginnen”, zegt Niesten over zijn bedrijf. „Er is veel te veel wet- en regelgeving bij gekomen.”
Onrust onder verkopers
Grote platforms als Vinted en Marktplaats kunnen makkelijker aan de rapportageplicht voldoen omdat zij meer mensen in dienst hebben. Zij merken echter veel onduidelijkheid onder hun gebruikers. Voor de verkoop van tweedehands spullen geldt een drempel: platforms hoeven alleen te rapporteren over gebruikers die in een jaar tijd minstens 2.000 euro omzet boeken of minstens 30 keer iets verkopen. Bij verhuur van onroerend goed en voertuigen en bij dienstverlening geldt die drempel weer niet. In dat geval moet alles gemeld worden.
Om over verkopers te kunnen rapporteren, heeft een platform hun burgerservicenummers nodig. Dat BSN willen mensen echter niet zomaar invullen. „Ze worden zenuwachtig omdat ze denken dat ze dan belasting moeten betalen”, zegt Vinted-directeur Adam Jay. „Maar op tweedehands verkopen wordt geen belasting geheven.”
De rapportageplicht staat compleet los van de vraag of er wel of niet belasting geheven wordt. Over verkochte tweedehands spullen hoeft pas belasting betaald te worden als sprake is van een winstoogmerk. Jay: „Slechts een minuscuul deel van onze gebruikers maakt winst en moet daadwerkelijk belasting betalen.”
Vinted is kritisch over de manier waarop de drempel werkt. Die wordt door Vinted-gebruikers vooral bereikt doordat ze meer dan dertig producten verkopen, niet doordat de waarde boven de 2.000 euro uitkomt. „Meestal zijn het items met een heel lage waarde”, zegt Jay. „Deze regels reflecteren de praktijk bij een bedrijf zoals Vinted niet.”
Ook Marktplaats bepleit verhoging van de rapportagedrempels of zelfs volledige uitzondering van tweedehands handel door particulieren, om zo beter aan te sluiten bij „de realiteit van de circulaire economie”. Hoewel de verkoopsite geen harde cijfers geeft, ziet hij dat sommige gebruikers „terughoudend zijn” met verkoop via platforms omdat ze de gevolgen van de rapportage niet snappen.
Ooit dachten ze de steen der wijzen gevonden te hebben, tegenwoordig gebruiken wij barium voor onze magnetron.
Barium werd voor het eerst beschreven door de schoenmaker Vincenzo Cascariolo in 1603, hij verzamelde glitterende grijze zware stenen in de heuvels rond Bologna. Eenmaal thuisgekomen, verhitte hij deze stenen volgens de regels van calcinatie, een alchemistische scheidingsmethode. In 1640 beschreef een professor aan de universiteit van Bologna in zijn aantekeningen de steen van Cascariolo: „Die [steen] neemt het gouden licht van de zon op, zoals een nieuwe Prometheus die een hemelse schat steelt.” Oftewel, Cascariolo had de eerste synthetische fluorescente stof gemaakt.
De fluorescentie van de steen was tot wel een jaar na verhitting zichtbaar en de steen van Cascariolo werd de lapis solaris (zonnesteen) genoemd. Later zou deze steen bekend worden als de Bolognasteen. De excentrieke eigenschappen van de steen deden de schoenmaker vermoeden dat hij best weleens de steen der wijzen op het spoor zou kunnen zijn, die zou onedele metalen in goud kunnen veranderen en de bezitter het eeuwige leven geven.
Ofschoon de Bolognasteen geen ijzer in goud kon veranderen, raakten wetenschappers over de hele wereld geïnteresseerd in de steen. Zij dachten dat de fluorescentie veroorzaakt werd door bariet (bariumsulfaat) en probeerden op basis hiervan nieuwe Bolognastenen te maken, soms met succes. Wetenschappers wisten toen nog niet dat koper ook belangrijk is voor de fluorescentie van de steen. Wanneer onderzoekers een koperen vijzel gebruikten voor calcinatie, was het resultaat succesvol. Veel wetenschappers gebruikten daarentegen een ijzeren vijzel, en hun stenen lichtten helaas niet op in het donker.
Pas in 1772 werd barium als aparte stof geïdentificeerd, een Zweedse scheikundige zag kleine kristallen in een brok mineraal. Hij noemde deze glinsterende stukjes steen Schwerspatherde. Niet veel later lukte het Humphrey Davey om deze kristallen te isoleren, in een artikel voor de Royal Society of Londen noemde hij in 1808 het element barium. In het Grieks betekent barus zwaar, het element heeft namelijk een hoge dichtheid, bijvoorbeeld bariet weegt 4,5 g/cm3.
Barium-ionen zijn giftig, ze interfereren met de stofwisseling in het lichaam en kunnen onder meer een hartstilstand veroorzaken. Bariumcarbonaat lost op in maagzuur, hierbij komen barium-ionen vrij. Daarom wordt dit gebruikt in rattengif. Bariumsulfaat is daarentegen niet oplosbaar in maagzuur en niet giftig. Het reageert niet na inname en verlaat het lichaam via de ontlasting. Bij röntgenscans wordt bariumsulfaat gebruikt voor de contrastvloeistof waardoor verschillende weefsels oplichten op de scan.
Barium is verwerkt in verschillende elektrische huishoudelijke apparaten zoals een oude radio’s, magnetrons en versterkers voor elektrische gitaren. Deze apparaten bevatten buizen waardoor elektronen bewegen. Het is belangrijk dat deze buizen vacuüm blijven, daarom zijn ze gecoat met barium. Barium is erg reactief met lucht en water; het verwijdert ongewenste gassen uit de buizen. Overigens is barium ook een graag gezien ingrediënt van vuurwerk: bariumnitraat geeft siervuurwerk een groene fluorescente kleur.
Een HEMA, een Action, een Jumbo: het kan een winkelcentrum overal in Nederland zijn. Maar de bordjes met Refugees laten zien dat dit niet zomaar een dorp is. Het is het centrum van Ter Apel, in het zuidoosten van Groningen, waar het grootste aanmeldcentrum voor vluchtelingen in Nederland staat.
Wie een rondje door het centrum wandelt, ziet al snel waar de verbeterpunten liggen, zegt wethouder Harm-Jan Kuper (CDA) van de gemeente Westerwolde, waar Ter Apel bij hoort. Leegstaande panden, veel steen, weinig bomen. In de foyer van een sporthal staan de plannen voor een opknapbeurt van het centrum op grote kaarten. Met meer groen, extra ruimte voor voetgangers, bankjes en nieuwe terrassen wil de gemeente dat het dorp een gezellig en levendig centrum krijgt. Dit jaar beginnen de werkzaamheden.
Tijdens een bijeenkomst eind december kregen bewoners informatie over de uiteindelijke plannen. Anny („achternaam hoeft niet, ik ben over de zestig”), uit Ter Apel is een van de aanwezige 150 inwoners. Ze is blij dat het centrum aangepakt wordt. „Het is kaal. Het straalt geen warmte en gezelligheid uit. Het mist een oud centrum.”
Overlast
Wat Ter Apel wél heeft, zegt Anny, is een mooie omgeving. Als ze mensen vertelt waar ze woont, kijken ze „moeilijk”. Durf je nog wel boodschappen te doen, vragen ze dan. „Natuurlijk.”
Maar veel anderen doen dit, tot verdriet van lokale ondernemers en de gemeente, niet of minder vaak in het centrum. Vorig jaar liet de gemeente onderzoeksbureau Cebeon onderzoek doen naar de maatschappelijke baten en kosten van het asielcomplex in het dorp. Twee derde van de bijna 1.100 respondenten gaf aan zelf vaak overlast te hebben ondervonden in het (winkel)centrum of in winkels. Vervuiling, geluidsoverlast en overlast door intimidatie werden het vaakst genoemd. De helft van de respondenten gaf aan daardoor minder in Ter Apel te winkelen.
Tijdens het bezoek dat minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) begin februari aan Ter Apel zal brengen, wil burgemeester Jaap Velema (D66) het daarom ook hebben over wat de minister voor de ondernemers in het dorp kan betekenen. Velema: „De minister heeft tijdens haar vorige bezoek in juli met een aantal gesproken, maar dat heeft geen vervolg gehad.”
Boete
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) moest vorig jaar 1,5 miljoen euro overmaken aan de gemeente Westerwolde. Het COA kreeg die dwangsom opgelegd door de rechtbank in Groningen, omdat het zich niet hield aan het afgesproken aantal van maximaal tweeduizend asielzoekers in Ter Apel. Lange tijd verbleven er veel meer mensen.
Dat leidde tot problemen. De inspectie Justitie en Veiligheid concludeerde in juni dat er „een zeer ernstige veiligheidssituatie was ontstaan op de COA-locatie in Ter Apel”. De inspectie zag een forse toename van het aantal in beslag genomen slag- en steekwapens. In juni schoot een politieagent in de HEMA in het dorp een asielzoeker in zijn been, na een melding van overlast.
Als ze mensen vertelt waar ze woont, kijken die ‘moeilijk’. Durf je nog wel boodschappen te doen, vragen ze dan?
In oktober spande de gemeente opnieuw een kort geding aan tegen het COA. Ditmaal oordeelde de rechter dat het COA 50.000 euro per dag moest betalen als het zich niet aan de afspraak zou houden. Dat is nog niet gebeurd. Tot nu toe verblijven er steeds onder de tweeduizend mensen. Maar dat staat los van de uitspraak van de rechter, zegt regiomanager Paula Lambeck van het COA. „Gelijktijdig met de uitspraak kregen we veel opvangplekken in Biddinghuizen en Zaandam erbij. Daardoor is het tot nu toe steeds gelukt om onder de tweeduizend te blijven.”
Burgemeester Velema merkt dat de overlast daardoor daalt. „De spanning op het terrein neemt af. Als er meer dan 2.000 mensen zijn, is het een overbevolkte opvanglocatie. Dan is het lastiger om toezicht te houden. Dat lukt nu beter. De sfeer op het aanmeldcentrum is meer ontspannen en er is meer aandacht voor asielzoekers op het terrein. In het dorp is dat te merken. Het aantal winkeldiefstallen en het aantal inbraken en pogingen daartoe neemt af.”
Lees ook
Portakabins in Ter Apel
Hofje
Het COA heeft na het rapport van de inspectie in juni maatregelen genomen, zegt regiomanager Lambeck. „We hebben onder andere een apart hofje ingericht op het terrein waar we mensen plaatsen die voor ernstige overlast zorgen. Daar verblijven nu zo’n 90 mensen. Ze krijgen extra begeleiding. Er zitten veel mensen bij met verslavingsproblemen, die daar hulp voor krijgen. ”
Vanaf 1 februari wordt het hofje een ‘verscherpt toezicht locatie’. „Dan is er een intensief dagprogramma, zodat de mensen die in dit hofje verblijven hopelijk op ons terrein blijven en niet het dorp ingaan om daar overlast te veroorzaken. We mogen ze niet binnenhouden, maar gaan wel extra toezicht houden”, zegt Lambeck.
Toch concludeerde de inspectie Justitie en Veiligheid in een woensdag gepubliceerd nieuw rapport dat medewerkers en bewoners van het aanmeldcentrum nog steeds „zeer ernstige veiligheidsrisico’s” lopen. Asielzoekers horen drie tot tien dagen op een aanmeldlocatie te blijven, maar zijn daar soms maandenlang. Dat heeft volgens de inspectie „een nadelige invloed op het mentale en fysieke welzijn van bewoners”.
Momentopname
Het is nog „kort dag en het is een momentopname”, zegt burgemeester Velema, maar hij heeft het idee dat het COA de afgelopen maand meer controle krijgt in Ter Apel. Dat is te merken in het dorp, zegt raadslid Marco Visscher van de lokale partij gemeentebelangen Westerwolde in de hal van de sporthal. „Of er 2.400 of 1.800 mensen zijn, merk je echt wel.” Dat beaamt een 85-jarige vrouw, die iets verderop in de hal de plannen bekijkt. Ze wil niet met haar naam in de krant. De vrouw woont in het centrum van het dorp, vlak bij het politiebureau. „Ik hoor de sirenes minder. Dat is voor mij een teken dat het rustiger is. Van de zomer hoorde ik ze veel.”
Lees ook
Over onze rug wordt een asielcrisis uitgeroepen, klinkt het in Ter Apel