Neemt het kabinet de lessen van de Toeslagenaffaire wel voldoende serieus? De Tweede Kamer was er woensdag niet gerust op. De hele dag was uitgetrokken voor een debat over de parlementaire enquêtecommissie over fraudebeleid, en hoe het kabinet-Schoof daar in december op gereageerd had, in een brief aan de Tweede Kamer.
Dat was een „slappe reactie”, volgens GroenLinks-PvdA. Het kabinet had niet alle aanbevelingen van de commissie overgenomen, terwijl bijna alle partijen in de Tweede Kamer daar eerder om gevraagd hadden, alleen de PVV niet. „Het is onacceptabel”, zei Kamerlid Luc Stultiens, „dat een groot deel van de aanbevelingen in een la dreigt te belanden”. Zo wil het kabinet burgers geen wettelijk recht geven op persoonlijk contact met de overheid en komt er voorlopig geen extra geld voor de Autoriteit Persoonsgegevens.
Ook coalitiepartijen kozen stevige woorden. VVD’er Wendy van Eijk vond de kabinetsreactie „teleurstellend” en verweet het kabinet een „dogmatische, starre houding”. „Urgentie wordt onvoldoende gevoeld.” Mariska Rikkers (BBB) was „teleurgesteld” dat het kabinet vooral had opgeschreven „wat er níét kan”.
Maar NSC-leider Pieter Omtzigt was opvallend mild. Hij was het die de afgelopen jaren de toon zette in debatten over de Toeslagenaffaire. Nu zag hij in het kabinetsvak vier kabinetsleden zitten van zijn eigen partij: ministers Eddy van Hijum (Sociale Zaken) en Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken), en de staatssecretarissen Sandra Palmen (Toeslagen) en Teun Struycken (Rechtsbescherming).
Omtzigt noemde de kabinetsreactie een „startpunt” met „ruimte voor verbetering”. Ook hij wil dat de aanbevelingen van de enquêtecommissie „zoveel mogelijk” worden uitgevoerd, maar hij wil er ook rekening mee houden dat dat misschien niet allemaal in deze kabinetsperiode kan, bijvoorbeeld als het kabinet daar geen geld voor kan vinden.
De grootste coalitiepartij PVV nam als enige een afwijkende positie in. De partij benadrukte dat uitkeringsfraude hard bestreden moet worden. Wie per ongeluk een fout maakt, moet niets te vrezen hebben, zei Kamerlid Edgar Mulder. Maar het beleid mag ook „zeker niet te soft” worden, zei hij. „Criminelen moet je opsporen en straffen.”
Dure plicht
Het kabinet zei het enquêterapport juist uiterst serieus te nemen. „Het is onze dure plicht te herstellen wat hersteld kan worden en herhaling te voorkomen”, zei minister Van Hijum.
Hij en zijn collega’s benadrukten welke aanbevelingen het kabinet wél opvolgt. Nog dit jaar wil het kabinet keuzes maken over het afschaffen van de toeslagen: een belangrijke aanbeveling van de enquêtecommissie. En in de regels rond uitkeringen en toeslagen komt een wettelijk recht om je te vergissen, zodat het maken van een foutje niet direct bestraft wordt.
Maar sommige aanbevelingen vindt het kabinet niet nodig of verstandig. Zo noemde staatssecretaris Struycken het onnodig dat de Autoriteit Persoonsgegevens meer geld krijgt, ook al vragen de enquêtecommissie én de instantie zelf hierom. „Toezicht achteraf”, zei Struycken, leidt niet per se tot „betere toepassing van de regels” rond gegevensbescherming.
Het kabinet probeerde de Tweede Kamer tevreden te stellen met een toezegging. Het zou regelmatig een ‘voortgangsrapportage’ kunnen maken over de opvolging van álle aanbevelingen van de enquêtecommissie. Ook over de punten die niet, of nog niet, worden uitgevoerd. Het kabinet wil „recht doen aan het rapport als geheel”, zei minister Van Hijum.
Een meerderheid van de Tweede Kamer was nog niet tevreden woensdagavond. Acht oppositiepartijen én de VVD constateerden in een motie dat het kabinet nog „geen recht” doet aan het enquêterapport. Zij riepen het kabinet op binnen tweeënhalve maand de kabinetsreactie te verbeteren.
De VVD wil het kabinet daarmee de kans geven, zei Kamerlid Van Eijk, om de eerste kabinetsreactie „op onderdelen” te verbeteren, en minder „star en dogmatisch” te maken.