Nedcar wil auto’s bouwen voor Duitse start-up

Autofabrikant VDL Nedcar, al lange tijd op zoek naar nieuwe opdrachtgevers, gaat mogelijk vanaf 2024 auto’s bouwen voor de Duitse start-up Electric Brands. VDL praat ook met andere automakers.

Productie bij VDL Nedcar in Born.
Productie bij VDL Nedcar in Born.

Foto Ramon van Flymen/ANP /HH

VDL Nedcar is van plan vanaf 2024 auto’s te bouwen voor de Duitse start-up Electric Brands. Dat heeft het Limburgse bedrijf woensdag bekendgemaakt.

VDL Nedcar, onderdeel van industrieconcern VDL, in Born is de enige autofabriek van Nederland en met 4.000 werknemers een van de grootste werkgevers van Limburg. De toekomst van de productielocatie is al jaren onduidelijk: nu bouwt Nedcar er auto’s voor BMW, maar die opdracht loopt in 2024 af. Nedcar is al lange tijd op zoek naar nieuwe opdrachtgevers, wat tot dusver moeizaam verliep. Een overeenkomst met de Amerikaanse start-up Canoo werd toch weer verbroken, en ook gesprekken met autobouwer Rivian hebben nog niets opgeleverd.

VDL Nedcar heeft nu een intentieverklaring gesloten met Electric Brands. Dit jonge Duitse bedrijf wil kleine elektrische auto’s bouwen. Precieze aantallen zijn niet bekendgemaakt; dit hangt mede af van het aantal bestellingen. Electric Brands heeft enkele duizenden orders voor twee automodellen.

Batterijpakketten

Gelijktijdig met het nieuws over de nieuwe opdrachtgever gaf moederbedrijf VDL, in handen van de familie Van der Leegte, meer duidelijkheid over hoe het de toekomst van Nedcar ziet als het werk voor BMW is afgelopen.

Duidelijk is dat de opdracht van Electric Brands maar een klein deel van het personeel werk zal geven. VDL is daarom van plan om in de fabriek, een enorm complex langs rijksweg A2, ook andere dingen te gaan doen. Zo wil het batterijpakketten gaan assembleren voor auto’s en bussen, en ruimte bieden aan andere VDL-bedrijven die op eigen locaties soms ruimte tekortkomen.

Ook is Nedcar nog steeds van plan contracten te sluiten met andere autofabrikanten. Daarover zegt het continu gesprekken te voeren. Die productie kan plaatsvinden naast die voor Electric Brands.

Woensdag waarschuwde het VDL-concern (15.000 werknemers, circa 5 miljard euro omzet in 2021) dat de aanpassingen in de fabriek de komende tijd tot schommelingen in het personeelsbestand kunnen leiden. Zo zal rond het aflopen van de opdracht voor BMW minder personeel nodig zijn: de fabriek is dan vooral druk met ombouwen, niet met productie. Ook het personeelsbestand in de ‘eindsituatie’ valt niet precies te voorzien. VDL zegt ernaar te streven zoveel mogelijk mensen aan de slag te houden bij de fabriek. Het werkt doorgaans ook met uitzendkrachten.

Bos kappen

VDL Nedcar kwam twee jaar geleden in de publiciteit door zijn plan bos naast de fabriek te kappen voor uitbreiding. Extra oppervlak was volgens het bedrijf nodig om opdrachtgevers binnen te kunnen halen: alleen een grotere fabriek zou bijvoorbeeld voor meer automerken tegelijk kunnen produceren. Tegen de kap rees veel protest; activisten klommen in bomen waarin ze zich dagenlang ophielden. Uiteindelijk werd het bos ontruimd en gekapt.


Lees ook deze grote reportage over de protesten: Misschien is het bos voor niks gekapt

VDL, dat meer dan honderd dochterbedrijven kent, kocht Nedcar in 2012. De fabriek werd in 1967 geopend en bouwde toen auto’s voor DAF. Personeel kwam niet zelden uit de mijnen, die kort daarvoor grotendeels gesloten waren.