Het was een wereldomspannend en gelaagd verhaal, de Congocrisis begin jaren zestig, in het midden van de Koude Oorlog. Met communistische handlangers, Westerse spionnen, de dood van een premier en een VN-secretaris-generaal. Dat alles cumulerend in de heerschappij van een kleptocratische dictator, die uitgroeide tot een wereldleider. Zulk spannend historisch materiaal kan haast niet tot een saaie documentaire leiden.
Het vierdelige Mobutu’s Game, een politieke documentaire-thriller over de Congolese dictator Mobutu Sese Seko, houdt de kijker op het puntje van de stoel. Wie vermoordde Patrice Lumumba, de vurige, 35 jaar oude premier die tijdens de onafhankelijkheidsceremonie van Congo in 1960 België schoffeerde door in aanwezigheid van koning Boudewijn de Belgen als wrede kolonisten af te schilderen? Zaten de CIA en de Belgen erachter? En wát was precies het aandeel van Mobutu?
Mobutu speelde altijd een dubbelrol. Hij was rond de besprekingen in 1960 over Congo’s onafhankelijkheid een naaste medewerker van Lumumba, maar werkte ook voor de Belgische geheime dienst. Hij had een aandeel in de moord op Lumumba, maar riep hem enkele jaren later uit tot nationale held. Hij nam Lumumba’s antiwesterse retoriek over, maar ontpopte zich als handlanger van het westen om de plundering van Congo’s bodemschatten te faciliteren.
De documentaire zet hem neer als machtsbelust, een sluw luipaard dat zijn rol als dictator ver van tevoren had uitgestippeld. We zien beelden van Lumumba’s gevangenneming, waarbij Mobutu met een triomfantelijke en gemene uitdrukking op zijn gezicht toekijkt hoe zijn voormalige vriend martelingen krijgt te verduren.
Mobutu als schurk
Er valt wat af te dingen op het in de documentaire opgeworpen imago van Lumumba als de nationalistische held en Mobutu als de schurk. De vonken spatten ervan af bij de redevoeringen van Lumumba en nog steeds wordt hij vereerd als een van Afrika’s grootste leiders. Maar in zijn korte periode aan de macht kenmerkte hij zich ook als compromisloos, hij faalde om de ruziënde Congolese politici te verenigen en speelde met vuur door de Russen uit te nodigen om zijn veiligheidsproblemen op te lossen. De Congo-crisis was meer dan alleen een gevecht om invloed van westerse imperialistische belangen
Hij had een aandeel in de moord op Lumumba maar riep hem enkele jaren later uit tot nationale held
In de documentaire is Mobutu’s lichaamstaal opvallend. Hij komt altijd, welke misdaden hij ook begaat, over als een man die in het nauw wordt gedreven, iemand die een rol speelt die hem door een reeks historische gebeurtenissen is toebedeeld. Je kunt hem ook zien als een man die op de hoge golven meesurft in plaats van een machtsbeluste leider die zich een weg naar de top baant. Dat maakt Mobutu ook tragisch en staat in contrast met zijn imago van niet alleen een kleptocraat maar ook als een enorme bruut. Vergeleken met het massale geweld dat volgde op zijn ondergang in 1997 – na 32 jaar heerschappij wacht hem een vernederende einde door prostaatkanker – door een Rwandese invasie, de voortdurende plunderoorlogen in Oost-Congo met betrokkenheid van Rwanda en Oeganda, valt het oordeel over hem misschien toch wat milder uit.
Het gebruikte archiefmateriaal creëert een bijna nostalgische sfeer, de onthullingen over complotten zijn om te smullen. Maar ze roepen ook de behoefte aan bewijzen op. Gaf koning Boudewijn groen licht voor de moord op Lumumba, zoals in de documentaire wordt beweerd? Heeft Mobutu werkelijk de Franse president Mitterrand proberen te beheksen, en eigende hij zich iedere dag een maagdelijk meisje toe? Het mysterie Mobutu is nog lang niet ontleed, daarvoor zullen nog de nodige boeken en documentaires moeten volgen.
Als betaal-goeroes zoals de voormalige baas van Mollie (Gaston Aussems), een directeur van Adyen (Robert Kraal) en een oud-voorzitter van MasterCard (Javier Perez) het zien zitten met je, dan doe je ‘blijkbaar’ (pun intended) iets goed. De Amsterdamse fintech Klearly maakte vanochtend bekend een investering van 6 miljoen euro te hebben binnengehaald, als groeikapitaal. En laten nou de drie genoemde investeerders onderdeel zijn van die impuls, net als Global PayTech Ventures, Antler Elevate en Shapers. De Nederlandse betaaldienst gaat de investering gebruiken om verder uit te breiden in Europa.
Klearly „vervangt verouderde en eenvoudige pinapparaten van banken door innovatieve, datagedreven technologie”, aldus het bedrijf zelf. Het heeft vooral veel horeca-ondernemingen als klant. Heel groot is het allemaal nog niet, aan de Amsterdamse Wibautstraat waar het bedrijfje is gevestigd: sinds de lancering in 2023 heeft Klearly vierduizend gebruikers aangemeld, waaronder dus veel horecaondernemers. Het aantal verwerkte betalingen schiet wel omhoog, het afgelopen jaar met vijfhonderd procent.
De kapitaalinjectie in Klearly past in een bredere trend, schrijft het FD vandaag. Nederlandse start-ups hebben vorig jaar ongeveer 2,3 miljard euro aan investeringskapitaal gekregen, bijna een kwart meer dan het jaar ervoor, aldus het Quarterly Startup Report. Het aantal deals liep wel terug vorig jaar. Er waren 342 investeringsrondes, tegen 417 in 2023. Ook liep het aantal investeringen in techstarters terug, met 18 procent. In die zin doet Klearly het knap.
De oprichters van Klearly zullen verlekkerd kijken naar hun investering. En nu maar afwachten of zij met de kennis en de centen van de betaal-goeroes eenzelfde succesverhaal weten neer te zetten als Adyen en Millie destijds.
Er moet wereldwijd een nieuwe definitie voor obesitas komen. Alleen de verhouding tussen lengte en gewicht, uitgedrukt in BMI, levert geen goede diagnose op. Naast de body mass index moet ook de verdeling van vet over het lichaam meetellen.
Een internationale commissie van 58 experts adviseert dit in The Lancet Diabetes & Endocrinology. De aanbevelingen, onderschreven door 76 gezondheidsorganisaties, kunnen de obesitaszorg wereldwijd verbeteren als landen die overnemen. In Nederland zouden zorgverleners al moeten kijken naar buikomvang en andere aanwijzingen zoals een hoge bloeddruk.
Obesitas wordt in de meeste landen gedefinieerd door het gewicht in kilo’s te delen door het kwadraat van de lichaamslengte in meters: de body mass index. Een BMI van 30 of hoger geldt voor volwassenen als obesitas.
Een gevaar van alleen deze grove graadmeter is zowel over- als onderdiagnose: mensen met overtollig vet rond lever en hart hebben niet altijd een hoge BMI. En je kunt ook een hoge BMI hebben zonder ziek te zijn – veel bodybuilders bijvoorbeeld. BMI als obesitas-indicator is bovendien gebaseerd op mensen van Europese afkomst, terwijl mensen van Aziatische afkomst bij eenzelfde BMI veelal een hogere vetmassa hebben – en een hoger risico op aandoeningen.
Aanvullende metingen
De experts in The Lancet opperen aanvullende metingen voor een betere diagnose: de buikomvang (taille) in verhouding tot de heupen en de lengte is één graadmeter. Er zijn ook apparaten die vetverdeling over het lichaam meten. Bij een BMI vanaf 40 kun je zonder extra meting van obesitas spreken, schrijven ze. Met een betere definitie kan obesitas een ziekte heten, in plaats van alleen een voorbode van ziekten.
De commissie pleit daarnaast voor twee categorieën: ‘klinische obesitas’ is een aandoening die gepaard gaat met verhoogde bloeddruk, gewrichtspijn of moeite met dagelijkse handelingen zoals aankleden – om een paar klachten en symptomen te noemen. Bij ‘preklinische obesitas’ heeft iemand wel overtollig vet, maar werken de organen nog goed. In Nederland is een BMI lager dan 30 met een grote buikomvang of klachten die gerelateerd zijn aan overgewicht nu ook genoeg voor behandeling, net als in advies van The Lancet. Maar niet zelden blijft de juiste diagnose achterwege.
Lees ook
Hoe meet je of je te zwaar bent?
De wetenschap is er allang uit dat obesitas een ziekte is. „Maar om van overheden formele erkenning te krijgen is soms een hele toer”, zegt Erasmus MC-hoogleraar en internist Liesbeth van Rossum. Zij is in Nederland en Europa betrokken bij de aanpak van obesitas. „Niet alleen worden behandelingen daardoor niet altijd overal vergoed, ook wordt obesitas vaak gezien als een simpel gewichts- of gedragsprobleem.”
In Nederland wordt sinds 2008 onderscheid gemaakt tussen overgewicht (risico op ziekte) en obesitas (ziekte). „We houden hier ook rekening met verschillende etnische achtergronden”, zegt Jutka Halberstad, gespecialiseerd in obesitas bij kinderen, onder meer aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ze vindt het goed dat de Nederlandse behandelrichtlijn in lijn ligt met het Lancet-advies. Hoewel in de praktijk buikomtrek en vet nog te vaak niet gemeten worden, volgens Van Rossum.
Veel controverse
De commissie signaleert in de medische wereld nog veel controverse. Wie obesitas als ziekte ziet, ontkent volgens sommigen de individuele verantwoordelijkheid en moedigt ongezond gedrag aan. Anderen zeggen dat verschillen tussen mensen met veel lichaamsvet te groot zijn om obesitas een ziekte te noemen. Juist daarom stelt de commissie klinische criteria op. Het gebrek daaraan belemmert de erkenning van obesitas als ziekte en dat doet de zorg geen goed.
De experts benadrukken dat vooroordelen mensen met obesitas en behandelaars in de weg zitten. Niet alleen eigen keuzes, maar ook genen, biologische mechanismen en een ongezonde omgeving geven de doorslag bij het ontwikkelen van obesitas. Stigma’s, ook bij mensen zelf, kunnen een vicieuze cirkel in gang zetten waardoor mensen zorg mijden en juist meer aankomen.
Er is overigens een verschil tussen het bepalen van obesitas bij individuen en het meten van obesitas in de bevolking. In de statistiek telt nu alleen BMI. Wereldwijd hebben ruim een miljard mensen obesitas (BMI vanaf 30), in Nederland is dat 16 procent. Ruim de helft van de volwassenen heeft overgewicht (vanaf 25). In 2050 is dit naar verwachting 64 procent.
Actrice Romy Vreden (30) klinkt wat gejaagd, aan de telefoon. „Ja sorry hoor, ik sta in de tuin, één of andere pijp open te maken.” In het huis waar ze verblijft, is een stamleiding verstopt geraakt, vertelt ze, waardoor er vanmorgen opeens een sloot rioolwater via het doucheputje haar badkamer in was gestroomd. Om negen uur ’s ochtends had ze op haar blote voeten in de ontlasting van haar bovenburen gestaan, en nu staat ze dus in de tuin bij die pijp. Alles stinkt. Ze heeft geen schone handdoeken meer over. En ze is al laat voor de repetitie. „Dit is niet de allerfijnste manier om de dag te beginnen.”
Een dag later spreken we af in het Amsterdamse Theater Frascati. Daar repeteert Vreden, samen met regisseur Erasmus Mackenna en haar acht medespelers, voor de voorstelling Anatomy of a Suicide, de eerste Nederlandse opvoering van Alice Birch’ veelgeprezen toneeltekst uit 2017. De eerste drie woorden van het stuk worden uitgesproken door Vreden: „Het spijt me.” Vreden staat met haar voeten in een tapijt van toneelrook op de speelvloer, koudblauw belicht. Een onbestemde glimlach. Tegenover haar acteur Bauke van Boheemen, die haar man speelt. Uit het gesprek dat volgt, blijkt dat Vredens personage net een mislukte zelfmoordpoging achter de rug heeft. Vreden speelt het schrijnend onbewogen. Later in het stuk zal er een geslaagde poging volgen.
„Ja, het is zeker een zwaar stuk.” Terwijl Mackenna de lichten stelt, is Vreden op de tribune aangeschoven. „Je volgt drie generaties vrouwen”, vertelt ze, „die alle drie in meer of mindere mate psychisch lijden.” Zelf speelt ze Carol, de eerste generatie, een jonge vrouw in de jaren zeventig. De andere twee verhaallijnen gaan over Carols dochter en kleindochter, en spelen zich af in respectievelijk de jaren negentig en nu. Birch snijdt de drie verhaallijnen in haar stuk door elkaar heen, als in een muziekpartituur, waardoor er een bijzondere resonantie tot stand komt tussen de moeders en hun dochters. „Het thema is intergenerationeel trauma”, zegt Vreden. „Birch laat heel mooi zien hoe psychische kwetsbaarheid van generatie op generatie kan worden doorgegeven.”
Bureau Jeugdzorg
Mentale gezondheid, het is een thema dat Vreden aan het hart gaat. Voordat ze naar de Amsterdamse Theaterschool ging, volgde ze een opleiding tot pedagogisch medewerker Jeugdzorg. „Dat is het werk dat mijn moeder deed, en nog altijd doet. Eerst werkte ze in een weeshuis, later voor Bureau Jeugdzorg. Toen ik klein was, nam ze me mee op huisbezoeken bij de families die ze begeleidde. Ik ging dan met de kinderen spelen, buiten skeeleren en zo, terwijl mijn moeder met hun ouders of verzorgers sprak.” Vredens ogen schitteren als ze vertelt over haar moeders klik met jongeren. „Ze neemt ze serieus, dat is het belangrijkste denk ik. Je voelt je door haar gezien. Ze probeert altijd te begrijpen wat er in een ander omgaat, ook bij moeilijk gedrag. Er is altijd een reden, zegt ze. Ze is voor mij het levende bewijs dat je dat werk kunt blijven doen zonder afgestompt te raken.”
Dat het zorgen voor anderen Vreden met de paplepel is ingegoten, is zichtbaar. Tussen de scènes door, als Mackenna zich over de techniek buigt en de acteurs moeten wachten, schuifelt Vreden naar haar medespelers, vraagt hoe het gaat, zingt een stukje van een liedje, maakt een grap. „Dat doe ik bij deze productie misschien meer dan anders”, zegt ze. „Checken of iedereen zich nog oké voelt. Omdat het onderwerp zo zwaar is. In het repetitielokaal gingen we tussen scènes door vaak even dansen, om de boel los te schudden.”
Hoewel we Vreden in Nederland pas net een beetje hebben leren kennen, is ze in Duitsland een gevestigde naam. Toen ze in 2019 afstudeerde aan de Amsterdamse Theaterschool liep ze stage bij het Duitse Schauspielhaus Bochum, onder leiding van Johan Simons. De samenwerking beviel beiden zo goed, dat ze na haar afstuderen afreisde naar de stad in het Ruhrgebied om zich te verbinden aan Simons’ ensemble. Ze leerde in korte tijd accentloos Duits spreken en kreeg, naast mooie rollen bij het ensemble, een vaste rol in een Duitse tv-serie.
Ondanks haar liefde voor Bochum besloot Vreden vorig jaar haar contract bij het Schauspielhaus op te zeggen. „Ik wilde mijn horizon verbreden”, zegt ze. „Andere theaterstijlen leren kennen, andere mensen.” Ze nam daarmee een risico, maar haar agenda vult zich onverwachts snel sinds ze freelancer is. In 2023 maakte ze als ‘Nieuwkomer’ bij Orkater, samen met Simme Wouters en Sabine van Kuipers, de doorgecomponeerde muziektheatervoorstelling Ruimteplaat, een hedendaagse update van de plaat die in 1977 de ruimte in gezonden werd om buitenaardse wezens te informeren over het leven op aarde. „De B-kant van die plaat, zeg maar.” Afgelopen seizoen imponeerde Vreden onder andere met haar rol als Alyssia in het unaniem lovend besproken Stepping Stones, ook van Orkater, over de derde generatie Nederlanders met Surinaamse wortels.
Lees ook
de recensie van ‘Stepping Stones’: Hoe eerdere generaties de weg plaveiden voor twintigers met wortels in Suriname
En nu repeteert ze dus voor Anatomy of a Suicide. Toen ze, vanwege die rol, met een goede vriendin sprak over haar eigen verhouding tot suïcidaliteit, verraste ze zichzelf met wat ze zei: „Ik ben niet suïcidaal, maar als ik nu dood zou gaan, zou ik dat eigenlijk niet erg vinden.” Het inzicht lijkt haar ook nu weer ietwat te ontregelen. „Ik heb een lieve familie, ik heb mijn droombaan, ik heb ontzettend lieve vrienden. Dat geluk voel ik nu al. En ik ben pas dertig.” Ze lacht, en stopt weer met lachen. „Soms vraag ik me af: is er dan eigenlijk nog wel iets over om naartoe te leven?”
Kinderwagen
„Nog één keer scène 1”, klinkt Mackenna door de luidsprekers. De eerder nog bewust leeggehouden speelvloer staat inmiddels helemaal vol met rekwisieten. Een kinderwagen, appels, een ouderwetse telefoon, stoelen, kledingrekken, een platenspeler. Temidden van al die spullen staat Vreden, als Carol, onbewogen glimlachend. „Het spijt me”, zegt ze weer. Het beeld ademt triestheid. Een ander personage noemt Carol een paar scènes later „een zwart gat van een mens”. Toch ziet Vreden Birch’ toneeltekst als hoopvol. „Het is anders dan het werk van bijvoorbeeld Sarah Kane. Die had een heel pessimistisch wereldbeeld. Birch schrijft barmhartiger. Het verhaal is verdrietig, maar het is geschreven vanuit een verlangen naar verbinding. Het voelt belangrijk mijn personage met heel veel liefde te spelen.”
Alsjeblieft, laten we een beetje op elkaar letten
Op de vraag of Vreden nog iets kwijt zou willen aan de lezer, blijft het even stil. Ze twijfelt. „Ja, ik ga het gewoon zeggen.” Een brede lach. „We hebben elkaar nodig. Nee, maar serieus. Voor alles. Dat zit in heel kleine én heel grote dingen. Je moet soms voor je laten zorgen. En je moet je er bewust van zijn dat anderen jou soms nodig hebben.”
Toen ze de dag ervoor, nadat ze die pijp in de tuin open had staan maken, in verstrooide toestand bij de repetitie aankwam, had Sabine, een van haar medespelers, in het zaakje om de hoek een macchia latte voor haar gehaald. „Ik moest daar bijna van huilen. Ik had me zo rot gevoeld, zo vies. Dan maakt zo’n gebaar in één klap alles goed. Misschien is dat uiteindelijk waar Anatomy of a Suicide over gaat. We kunnen dit niet alleen, het leven. Iedereen heeft het weleens moeilijk. Dan hebben we de ander nodig. Dus alsjeblieft, laten we een beetje op elkaar letten.”