Hoe in Marokko een kaasfabriek werd opgezet met Nederlandse subsidies voor deradicalisering: ‘Het lijkt één grote misleiding’

Drie mannen die door de gemeente Rotterdam werden betaald om radicalisering te bestrijden en integratie te bevorderen, hebben jarenlang deze subsidies weggesluisd en geïnvesteerd in een kaasfabriek in Marokko. Een Rotterdamse radicaliseringsambtenaar – de rechterhand van oud-burgemeester Ahmed Aboutaleb – verstrekte privé een lening voor dit project. Dat blijkt uit onderzoek van NRC. Partijen in de Rotterdamse gemeenteraad willen opheldering van het college.

De subsidiefraude zou vorige maand, na een justitieel onderzoek dat zeven jaar duurde, worden behandeld in een strafzaak bij de Rotterdamse rechtbank. Drie dagen voor de zitting maakte het functioneel parket van het OM bekend een deal te hebben gesloten met de drie verdachten. In ruil voor een schuldbekentenis accepteerden ze taakstraffen tot 140 uur en boetes tot 25.000 euro per persoon.

Justitie besloot de zaak via een strafbeschikking af te handelen, omdat het onderzoek al jaren had geduurd en de rechtszaak naar verwachting nog veel tijd in beslag zou nemen. Dit zou „onnodig beslag leggen op de capaciteit van de rechtbank en het OM”. In februari 2024 achtte het ministerie een strafproces nog wél gewenst: „Hoewel de feiten inmiddels al behoorlijk oud zijn (2010 tot en met 2018), is vervolging opportuun om de ernst van misbruik van de stichtingen voor eigen financieel gewin aan de kaak te stellen.”

Door de justitiële afwikkeling bleef de inhoud van de zaak buiten de openbaarheid. Het OM doet er „vanwege privacyoverwegingen” geen verdere mededelingen over, terwijl de gemeente Rotterdam geen idee zegt te hebben van de fraudezaak: „Wij zijn niet geïnformeerd over bij welke organisaties en subsidiestromen de frauduleuze handelingen hebben plaatsgevonden.”


Lees ook

OM vervolgt drie Rotterdamse deradicaliseringsexperts voor fraude

De rechtbank Rotterdam zal de strafzaak behandelen.

Klokkenluider

NRC sprak bronnen over het strafrechtelijke onderzoek genaamd Barometer, dat draait om drie Marokkaanse Nederlanders uit het Rotterdamse welzijnswerk. Een van hen was bovendien gemeenteraadslid. Het trio bedacht jaren geleden een commercieel plan: ze wilden ‘Goudse’ kaas produceren in Marokko.

Daartoe openden ze een fabriek op een industrieterrein nabij de Marokkaanse stad Berkane. Ze noemden het bedrijf Kaas Moulouya, naar een rivier in die regio. Volgens berichten in Marokkaanse media heeft de fabriek een oppervlakte van 1.243 vierkante meter en werd zo’n 100.000 euro aan eigen vermogen in het bedrijf geïnvesteerd.

De eerste aanwijzingen dat de financiering van de kaas rammelt, bereiken in 2014 de Rotterdamse Rekenkamer. Het onafhankelijke instituut ontvangt een melding van een anonieme klokkenluider die in bezit is van NRC. De klokkenluider noemt de namen van de kaasondernemers en stelt dat ze subsidies van het Platform Buitenlanders Rijnmond (PBR), de grootste migrantenkoepel van Rotterdam, gebruiken als „kassa” voor hun commerciële project in Marokko.

Geld werd heen en weer geschoven en daarna bijvoorbeeld cash opgenomen. Zo verdwenen de stromen uit beeld

Paul Hofstra
Rekenkamerhoofd

Vanwege deze en andere verdachte signalen besluit de Rekenkamer PBR te onderzoeken. In 2015 trekt het de conclusie dat „zelfverrijking” niet kan worden uitgesloten. De kaasfabriek blijft in het rapport onvermeld, omdat daar in de administratie niets over is terug te vinden.

„We moesten het voorzichtig formuleren, maar het kwam over als één grote misleidingsoperatie”, zegt toenmalig Rekenkamerhoofd Paul Hofstra. „Er werden door PBR weliswaar activiteiten georganiseerd, maar daar ging slechts een deel van de subsidies aan op. Het andere deel werd heen en weer geschoven en daarna bijvoorbeeld cash opgenomen. Zo verdwenen de geldstromen uit beeld.”

Stil

Hofstra stuurt het rapport naar het OM en dringt aan op maatregelen, maar een groot deel van de gemeenteraad wil de zaak laten rusten. De Rekenkamer had immers geen hard bewijs van fraude gevonden. Het bestuur van PBR stapt op, het platform verandert van naam en daarna wordt het stil rond de kwestie.

In de Rotterdamse politiek leven intussen andere zorgen: jongeren vertrekken naar Syrië om zich aan te sluiten bij terreurbeweging IS. In grote gemeenten komt veel geld vrij om radicalisering te bestrijden en worden er nieuwe bureautjes opgericht door particulieren die zich op de problematiek gaan toeleggen.

Zo ook de kaasondernemers. Met hun stichting Attanmia, waar twee van hen bestuurder zijn, gaan ze trainingen verzorgen voor Marokkaans-Nederlandse moeders en vaders. Die wordt bijgebracht hoe ze hun kinderen kunnen behoeden voor extremisme.

De cursussen van Attanmia worden lovend beoordeeld door een evaluatiecommissie, die stelt dat ouders dankzij de trainingen „effectiever” werden in hun opvoeding. Zelfs koning Willem-Alexander komt op bezoek, omdat de stichting geld ontvangt van het Oranje Fonds. De andere geldschieter is de gemeente Rotterdam.

Aboutaleb

De ambtenaar die verantwoordelijk is voor de preventieve aanpak waarbinnen de trainingen worden gesubsidieerd, is een oud-politicus met Marokkaanse wortels. Deze goede bekende van toenmalig burgemeester Aboutaleb werkt sinds januari 2015 voor de Directie Veiligheid.

De ambtenaar fungeert volgens bronnen als de oren en ogen van de burgemeester in de moslimgemeenschap, komt in alle moskeeën en bouwt netwerken op om tips over radicalisering binnen te krijgen. Aboutaleb omschrijft hem later in de gemeenteraad als „de persoon die ik zo vaak op missies heb gestuurd om allerlei zaken in deze stad, die soms het daglicht niet mogen verdragen, ongedaan te maken. Succesvol, al die missies zijn succesvol.”

In ruil voor schuldbekentenissen accepteerden de verdachten taakstraffen en boetes tot 25.000 euro per persoon

Wat de gemeente dan nog niet weet, is dat de ambtenaar de drie kaasondernemers privé goed kent. Met een van hen is hij al meer dan 25 jaar bevriend. Deze vriend leent hij privé 10.000 euro en die wordt in de kaasfabriek geïnvesteerd, zo laat hij via de gemeente weten aan NRC. De gemeente beantwoordde een reeks schriftelijke vragen, ook namens de ambtenaar. Het zou gaan om „een persoonlijke lening die overigens al een jaar later terugbetaald is”.

Tegelijkertijd heeft de ambtenaar ook op subsidievlak te maken met de kaasondernemers. Tot 2014 als dagelijks bestuurder van de Rotterdamse deelgemeente Noord, waar hij vanuit zijn welzijnsportefeuille jaarlijks 130.000 euro uitkeerde aan een andere organisatie van de goede vriend, de stichting Noord Plus. En vanaf 2015 vanuit zijn rol als radicaliseringsambtenaar, waarin hij te maken krijgt met Attanmia, bestuurd door de twee andere kaasondernemers. De keuzes met welke organisaties de gemeente in zee moet gaan om radicalisering te bestrijden, worden door zijn team gemaakt. De gemeente zegt tegen NRC dat de ambtenaar geen bemoeienis had met „de financiële kant” van de subsidieverlening, maar wel „op inhoudelijk vlak betrokken” was.

Fraude

In 2018 brengt het OM naar buiten dat het een grootschalige subsidiefraude op het spoor is. Attanmia blijkt een van de onderzochte organisaties. In hetzelfde jaar haalt de ambtenaar om een hele andere reden de publiciteit: De Telegraaf schrijft dat hij banden zou hebben met een omstreden islamitische organisatie, iets wat stellig wordt betwist door de gemeente. In een raadsdebat wordt daarop door Leefbaar Rotterdam gevraagd of de in opspraak geraakte ambtenaar toevallig ook iets te maken heeft met het lopende onderzoek naar subsidiefraude? Nee, verzekert Aboutaleb de raad in het debat. De ambtenaar heeft daar „helemaal niets mee te maken”.

Aboutaleb heeft die uitspraak maar net gedaan of de politie roept de ambtenaar op voor een verhoor. Vlak na het raadsdebat in september 2018 moet hij als getuige uitleg geven over de lening aan de kaasondernemer en vertellen wat hij wist van de malversaties. Helemaal niets, zegt hij tegen NRC. De lening was een vriendendienst en verder was hij „op geen enkele wijze betrokken”.

Daarna krijgt ook Aboutaleb te horen dat zijn rechterhand op radicaliseringsgebied is gehoord in het fraudeonderzoek. Maar dat zal hij tegenover de raad nooit meer rechtzetten. Is de gemeenteraad, met de kennis van nu, dan wel juist geïnformeerd? „Met de kennis van na het verhoor weten we dat de ambtenaar is gehoord als getuige vanwege een persoonlijke lening aan een vriend”, zegt de gemeente in een reactie. Er is „geen aanleiding te denken” dat hij met de lening „verkeerde intenties had”. De gemeente kent hem als een „kundige en integere collega”. Na het getuigenverhoor zou hij niet meer zijn benaderd door de politie.

Deal

De drie kaasondernemers worden wél vervolgd, omdat ze van 2010 tot 2018 subsidies in eigen zak zouden hebben gestoken. Met hun stichtingen die zich officieel bezighielden met integratie en deradicalisering voerden ze volgens het OM een „gebrekkige administratie met valse facturen”. In december 2024 rondt justitie de zaak af met de strafbeschikkingen.

Doordat het onderzoek zo lang heeft geduurd, kan de gemeente niet meer worden gecompenseerd als slachtoffer van de fraude: de termijn daarvoor is inmiddels verstreken, zegt de gemeente.

De drie verdachten weigeren vragen van NRC te beantwoorden. Ze verbreken de verbinding als ze telefonisch worden benaderd.

Oud-Rekenkamerdirecteur Paul Hofstra heeft nog veel vragen. De zaak toont volgens hem het gebrek aan controlemechanismen bij de gemeente over de gunning en besteding van subsidies. „Hoe konden die drie zo makkelijk geld wegsluizen?” Ook de rol van de radicaliseringsambtenaar roept volgens Hofstra vragen op. „Als hij een indirect belang had bij de kaasfabriek, kan hij niet tegelijkertijd betrokken zijn bij subsidies aan diezelfde ondernemers.”

Dat onderschrijft Rob van Eijbergen, expert op het gebied van integriteit van organisaties. „Als je als ambtenaar een lening verstrekt die gekoppeld is aan een kaasfabriek en daarna met diezelfde kaasondernemers te maken krijgt in een subsidierelatie, moet je dat op zijn minst melden bij de gemeente. Zodat anderen kunnen meekijken naar die subsidie. Anders wek je de schijn van belangenverstrengeling.”

Zelfs koning Willem-Alexander kwam op bezoek, omdat de stichting geld ontving van het Oranje Fonds

De grootste coalitiepartij Leefbaar Rotterdam eist opheldering van het stadsbestuur over het „ondoorzichtige subsidienetwerk” en de rol van de radicaliseringsambtenaar. „Deze zaak stinkt gigantisch”, zegt fractievoorzitter Simon Ceulemans. „We hadden de hoop dat in een rechtszaak eindelijk voor iedereen duidelijk zou worden hoe dit geraffineerde fraudenetwerk eruitziet. Nu de rechtszaak is gestopt, dreigt dit alsnog allemaal onder de pet te blijven. Dat accepteren wij niet.”

Ook D66 wil van het college weten wie bij de fraudezaak betrokken was. „Waarom wisten wij dit als raad allemaal niet?”, vraagt D66’er Ingrid van Wifferen. „En is het wel toegestaan en wenselijk dat een ambtenaar zo dicht op subsidieontvangers zit?”

Over anderhalve week staat een raadsdebat gepland.

Of de fabriek nog draait, is onduidelijk. De laatste berichten over Kaas Moulouya dateren van enige jaren geleden. Het betreffen foto’s op Facebook van kaasplankjes die worden uitgedeeld op een Marokkaanse landbouwbeurs. „Leuke reacties en tevreden klanten”, luidt het onderschrift van een van de frauderende kaasondernemers.


Lees ook

De tekenen van corruptie waren duidelijk. Toch keek Rotterdam weg

De Rotterdam. De ambtenaren van Stadsontwikkeling werken dit gebouw, ontworpen door Rem Koolhaas. Op de 34ste verdieping houdt de directie kantoor, die signalen van corruptie en fraude niet onderzocht.