Privacytoezichthouder AP uit zorgen over namenlijst Nederlandse oorlogsarchief

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) wil opheldering van het Nationaal Archief over de manier waarop begin deze maand een ‘verdachtenlijst’ is gepubliceerd met namen van Nederlanders die na de oorlog met justitie in aanraking zijn gekomen op verdenking van collaboratie met de Duitsers. Op het online register staan 420.000 namen.

De toezichthouder brengt volgende week een bezoek aan het archief en zal dan vragen of vooraf is onderzocht of er nog levende personen in het register voorkomen. Daarnaast wil de AP weten of er voldoende garanties zijn dat alleen mensen met een aantoonbaar belang toegang krijgen tot de onderliggende strafdossiers. Er is kritiek dat de controle daarop tekortschiet.

De AP stelt niet van tevoren te zijn geïnformeerd noch geraadpleegd over de manier waarop de lijst naar buiten is gebracht, en dat terwijl het om een archief met zeer gevoelige informatie gaat, omdat er nog levenden in konden voorkomen. Volgens een AP-woordvoerder was de toezichthouder bereid advies te geven over de publicatie van de lijst, maar „het Nationaal Archief vroeg dat dus niet”.

Het zogenoemde Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) is na de bevrijding in het leven geroepen om collaborateurs te berechten. Uiteindelijk werden meer dan 420.000 mensen onderzocht, van wie 66.000 zijn gehoord en later veroordeeld in tribunalen of gerechtshoven. Het Nationaal Archief bracht de lijst naar buiten zodat nabestaanden kunnen controleren of familieleden op de index staan. Het inzien van een persoonsdossier kan voorlopig alleen fysiek én op aanvraag.

Een paar dagen na de publicatie heeft de AP „wat vragen omtrent de lijst”, bijvoorbeeld of er van te voren een risicoanalyse is uitgevoerd. Daarnaast wil de AP duidelijkheid over wie de dossiers kunnen inzien en op welke manier dat gebeurt. Vorige week schrapte het Nationaal Archief, dat donderdagavond niet bereikbaar was voor commentaar, al 25.000 namen uit het register omdat aan hen (nog) geen strafdossier gekoppeld was.

Volgens de toezichthouder stelde het Nationaal Archief vooraf dat niet iedereen zomaar toegang zou krijgen tot de gegevens, maar in de praktijk blijkt het niet heel moeilijk om de informatie boven water te krijgen. Wie een naam opzoekt, kan een dossier opvragen. Deze kan vervolgens worden bekeken in een studiezaal in het Nationaal Archief zelf. Bezoekers mogen de informatie niet kopiëren of op een andere manier vastleggen, maar ze moeten wel aantonen dat ze een belang hebben, bijvoorbeeld als familielid, journalist of wetenschapper.


Lees ook

Als verzetsstrijder geëerd, in het Nationaal Archief aangemerkt als verdachte van collaboratie

Dossiers van het Nationaal Archief.

420.000 strafdossiers

Begin januari publiceerde het Nationaal Archief een index met namen van Nederlanders die ervan zijn verdacht met het naziregime te hebben gecollaboreerd. Ook oorlogsmisdadigers prijken op de lijst, die is gebaseerd op informatie uit 420.000 strafdossiers uit de Tweede Wereldoorlog. Kort na publicatie van de lijst blijkt dat op de ‘verdachtenindex’ ook namen staan van mensen die wel in het dossier zijn vermeld, maar niet als (hoofd)verdachte, bijvoorbeeld Joodse slachtoffers die slechts een verklaring hebben afgelegd.

Het Nationaal Archief erkende dat er mogelijk fouten zijn gemaakt, tegelijkertijd beklemtoonde het dat er geen sprake was van een ‘collobaratielijst’, maar een index met namen naar wie een onderzoek liep, dat mogelijk ook vroegtijdig is afgebroken.

Vlak na de publicatie van de lijst klonk er al kritiek, onder meer omdat mogelijk ook namen van slachtoffers zijn vermeld en zulke namen vrij eenvoudig te vinden zijn. De afgelopen dagen was het archief behoorlijk in trek: de studiezaal waar de dossiers fysiek ingezien kunnen worden, zit zeker tot eind februari vol. Later zijn de dossiers ook digitaal, maar wel op locatie raadpleegbaar, zo is het idee.

Aanvankelijk zouden de strafdossiers eerder online raadpleegbaar zijn, maar in december voorkwam het kabinet dat, op instigatie van de Autoriteit Persoonsgegevens. Toen stelde de toezichthouder dat de privacy van nog levende personen in het gedrang zou kunnen komen bij publicatie van de lijst. De AP verordonneerde destijds dat bezoekers een belang moesten kunnen aantonen om toegang te krijgen tot de strafdossiers, maar heeft nu zorgen of dat wel voldoende gecontroleerd wordt.


Lees ook

De oorlogsarchieven gaan open: is goed of fout achteraf vast te stellen?

Willem Haagmans,  Wouter Kalkman en Peter den Dikken gaan met elkaar in gesprek over hoe om te gaan met nieuwe informatie uit het  grijze oorlogsverleden.

Met medewerking van Jos Verlaan.