Een Nederlandse vriendin stuurde mij een link naar een recent artikel in The New York Times over veilig toerisme in Afghanistan met de boodschap: „dit is pure waanzin”.
In het artikel beschrijft de verslaggeefster haar rondreis door het Afghanistan van de Taliban. Ze deelt foto’s van zichzelf bij historische en culturele hoogtepunten. Op één foto staat ze naast de Masjid Jami, de Grote Moskee van Herat, de stad waar ik geboren ben. Ik kreeg tranen in mijn ogen.
Voordat Afghanistan in handen viel van de Taliban, bad mijn vader elke avond in die moskee, een plaats van grote spirituele betekenis voor hem. Soms stuurde hij mij daar foto’s van. Sinds drie jaar is alles veranderd. Onder de Taliban zijn wij alles kwijtgeraakt. Mijn vader verliet Herat, vanwege de bedreigingen van de Taliban. Hij verloor zijn toegang tot de moskee. Ik verloor het contact met mijn vader. Ik kan me niet eens voorstellen wanneer ik hem weer zal zien. Ik leef in ballingschap in Nederland; mijn vader zit vast, ergens in Afghanistan.
Westerse toeristen negeren de verschrikkelijke realiteit van Afghanen, zoals te lezen in het stuk in The New York Times. Doordat zij het land bezoeken, wordt een naïef en misleidend beeld van vrede en sereniteit geschapen. En passant wordt ook de wreedheid van de Taliban vergoelijkt.
Ik antwoordde op het bericht van mijn vriendin met een „ja, het is ongelooflijk”. Het was nog maar twee dagen geleden dat de Taliban had verordonneerd dat de ramen waardoor vrouwen door anderen gezien zouden kunnen worden, bedekt moeten worden. In nieuwe huizen die in Afghanistan worden gebouwd, mogen de ruimtes waar vrouwen zich bevinden geen ramen meer hebben. Zonder zonlicht, frisse lucht en de mogelijkheid om zelfs maar naar buiten te kijken, is Afghanistan in wezen een massagraf geworden voor haar vrouwen en dochters.
De wereldgemeenschap faalt
Het gebrek aan aandacht voor de onmenselijke omstandigheden waarmee Afghaanse vrouwen worden geconfronteerd en de wijdverbreide schending van de mensenrechten is niet alleen in tegenspraak met internationale verdragen, maar toont ook het morele en praktische falen van de wereldgemeenschap bij het aanpakken van grote humanitaire crises.
Mijn Nederlandse vrienden sturen mij regelmatig berichten over westerse regeringen, waaronder de Nederlandse, die onverschillig blijven tegenover de benarde situatie van Afghaanse vrouwen. Velen vragen me hoe ze kunnen helpen. Dat is natuurlijk moeilijk, zo lang de politiek weigert om rigide immigratiewetten te versoepelen.
Het Europese Hof van Justitie deed eind 2024 een uitspraak waarin wordt vastgesteld dat vanwege de grove mensenrechtenschendingen door de Taliban, het hebben van de Afghaanse nationaliteit in combinatie met vrouw-zijn voldoende grond is om asiel te verlenen. Volgens deze uitspraak verdienen Afghaanse vrouwen speciale bescherming bij het aanvragen van asiel. De UNHCR stelde al in 2023 vast dat er voor Afghaanse vrouwen in het algemeen vrees voor vervolging bestaat. Het staat dus vast dat een Afghaanse vrouw die in een Europees land asiel aanvraagt, dat in principe ook krijgt.
Papieren bescherming
Het probleem is natuurlijk dat Afghaanse vrouwen hun huis, laat staan hun land, niet zo makkelijk kunnen verlaten. Zelfs de onmenselijke vluchtroute via mensensmokkelaars is voor de meeste Afghaanse vrouwen een utopie aan het worden. Hoewel het internationaal recht op papier dus nog steeds belooft de mensenrechten van vrouwen te beschermen, roept de onwil om concreet iets te ondernemen tegen de onderdrukking van Afghaanse vrouwen serieuze vragen op over de toewijding aan de eigen hoogstaande principes.
Het daadwerkelijk realiseren van dit recht op bescherming vergt specifieke strategieën en effectieve programma’s om Afghaanse vrouwen te ondersteunen. Waar een wil is, zijn er wegen. Afghaanse vrouwen zouden onder artikel 25 van de Europese Viscumcode op humanitaire gronden visa voor kort verblijf kunnen krijgen, om asiel aan te vragen in Europa. Dit is eerder ook bij Syrische vluchtelingen zo gedaan. Afghaanse vrouwen die erin slagen in een buurland te geraken, kan worden toegestaan een asielaanvraag vanuit een buurland te doen. Het Europese parlement heeft hierover in 2016 al een resolutie aangenomen. Daarin worden lidstaten opgeroepen om de bestaande mogelijkheden te benutten om humanitaire visa te verstrekken voor kwetsbare personen door ambassades en consulaten in landen van herkomst en in transitielanden.
Wordt het niet eens tijd om die resolutie af te stoffen, nu de genderapartheid in Afghanistan zulke onpeilbare dieptepunten heeft bereikt? Ook politici die de radicale islam willen bestrijden, kunnen dat concreet doen door Afghaanse vrouwen die de Taliban willen ontvluchten te helpen.
Of is het waar, wat de Perzische dichteres Forough Farrokhzad ooit schreef: ís dit alles is wat de wereld voor ons heeft?
Lees ook
Afghaanse vrouwen niet langer welkom op studies verpleeg- en verloskunde: ‘Vrouwen zullen onnodig sterven