Pieterburen moet verder zonder het zeehondencentrum: ‘Begrijpelijk, maar jammer voor het dorp’

Twee standbeelden van een zeehond voor een restaurant. Een schildering van het dier bij de midgetgolfbaan. Stickers op lantaarnpalen van een zeehond die door een duiker in zee uitgelaten wordt – ‘zeehondenuitlaatservice’ staat erbij. Een bankje met een beeltenis van het dier voor het bezoekerscentrum Waddenkust. In Pieterburen is de zeehond overal.

Maar daar komt een einde aan.

Het zeehondencentrum Pieterburen is 5 januari voor de laatste keer open. Sinds 1971 worden in het Groningse dorp zieke, verzwakte, gewonde of verweesde zeehonden opgevangen. Lenie ’t Hart begon de opvang in haar achtertuin. Die groeide uit tot een professioneel zeehondencentrum, met onderzoekers uit het buitenland, zo’n 45 werknemers en tientallen vrijwilligers, dat vervlochten was met het dorp. Wie Pieterburen zei, zei zeehonden. Maar nu gaat het centrum verhuizen, naar Lauwersoog, zo’n 25 kilometer verderop. Het centrum gaat verder aan de Waddenzee in een groot, nieuw gebouw.

In Lauwersoog wordt het anders

Marco Boshoven (51), de communicatiemanager van het zeehondencentrum, wil wat er in Pieterburen gebeurt niet tekortdoen, zegt hij. Daar worden zeehonden al jarenlang met liefde opgevangen en verzorgd. Maar straks, in Lauwersoog, wordt het echt anders. In het WEC, het „Werelderfgoed Centrum, of Wadden Experience Centrum, we kunnen er alle kanten mee op”, komt een interactieve ‘experience’ die het verhaal vertelt van de Waddenzee en de zeehond. Met een film over het Waddengebied, informatie over vismigratie en het klimaat. Op de bovenste verdieping van het gebouw worden de dieren verzorgd – met uitzicht op zee. „Bezoekers kunnen dan goed zien hoe dat gebeurt. Ze staan voor het glas en kunnen zien hoe een zeehond zich beweegt in het water”, zegt Boshoven.

Dat het centrum verhuist, heeft onder meer te maken met de veranderde missie, vertelt Boshoven. „In Pieterburen zorgen we voor de zeehond en vertellen we een beetje over zijn leefomgeving. In Lauwersoog wordt het verhaal breder en gaat het meer over de Waddenzee. Dat is een kwetsbaar ecosysteem. Het is niet dat we activistisch willen zijn, eerder activerend. We willen kennis delen en mensen laten nadenken.”

Omdat Pieterburen en de zeehond altijd in één adem genoemd worden, houdt het centrum voorlopig de naam Pieterburen aan

Waar het centrum in 2011 nog achthonderd zeehonden opving, zijn dat er nu nog maar zo’n tweehonderd per jaar. In 2020 sloten het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de kustprovincies, vijf zeehondencentra in Nederland en twee stichtingen die zeedieren helpen het Zeehondenakkoord, waarin duidelijkheid kwam over de opvang van zeehonden. Daarin staat dat zeehondencentra maximaal 5 procent van de jaarlijkse aanwas aan zeehonden mogen opvangen. In juni werden er in de natuur 8.230 pups geteld. Overigens blijkt uit de laatste tellingen dat de zeehondenpopulatie in de Waddenzee de afgelopen jaren afneemt.

In Pieterburen komen nu zo’n 80.000 mensen per jaar naar de zeehonden kijken. Al gaat de ticketprijs in het nieuwe gebouw voor volwassenen met 5 euro omhoog, toch moeten dat er in Lauwersoog meer worden, 150.000 per jaar. De gemeente Het Hogeland, waar Lauwersoog en Pieterburen bij horen, heeft aan de stichting WEC 9 miljoen geleend voor de exploitatie van het nieuwe centrum.

Waar het nieuwe centrum in Lauwersoog modern en groot is, met veel glas en meerdere verdiepingen, voelt de opvang in Pieterburen inmiddels een beetje als een reis terug in de tijd. Al jaren is niets aan de inrichting veranderd. De baden voor zeehonden zijn nog altijd buiten, naast het huis waar Lenie ’t Hart vroeger woonde en dat het centrum nu als kantoor gebruikt, de verf is wat afgebladderd. Dat ongepolijste is precies wat Gerrit Postema (65) zo mooi vindt. „Het is niet verfijnd, maar dat is juist aantrekkelijk.”

Gerrit Postema is vrijwilliger bij de camping naast het zeehondencentrum.
Foto Kees van de Veen

Hij is vrijwilliger bij de camping naast het zeehondencentrum. Die is sinds vier jaar eigendom van het dorp. Pieterburen heeft 550 inwoners, maar er is van alles te doen. Het Pieterpad, het ruim 500 kilometer lange wandelpad door Nederland, begint er. Ook wadlopen kan vanuit Pieterburen, vandaar de restaurants, het hotel en de gastenverblijven. Ook voor bewoners is er veel te doen. In het dorpshuis worden allerlei activiteiten georganiseerd, van ‘Medical Yoga’ tot biljart en theatervoorstellingen.

Hoogopgeleide, oudere mensen

Veel inwoners komen niet uit Pieterburen, maar zijn er later gaan wonen. Dat geldt voor zo’n 85 procent, weet Annemarie Smits, die oorspronkelijk uit Friesland komt. Smits (65), bewoner en raadslid van GroenLinks in de gemeente het Hogeland, waartoe Pieterburen behoort, komt net aanrijden bij de camping, waar ze ook vrijwilliger is. In ’t Proathoes, de ontmoetingsplek van de camping, vertelt ze met een kop koffie en een stuk Groninger koek over het dorp. „In de jaren zeventig kwamen mensen uit de Randstad hierheen. Arbeiderswoningen stonden hier voor weinig geld te koop, omdat boeren gingen mechaniseren en minder personeel nodig hadden. Nog steeds komen veelal hoogopgeleide, oudere mensen uit de Randstad hier wonen.”

Raadslid Annemarie Smits in ’t Proathoes, de ontmoetingsplek van de camping.
Foto Kees van de Veen

Gerrit Postema is wel geboren en getogen in Pieterburen. Hij zag de opvang veranderen. „Lenie had de zeehonden nog in haar achtertuin. Vroeger kon je alle dieren naar de zeehondencrèche brengen. Als mijn kinderen een gewonde eend in de vijver zagen, brachten ze die erheen. Dat kan al lang niet meer.”

Dat het centrum gaat verhuizen, begrijpt Postema aan de ene kant wel, vertelt hij terwijl hij de bomen van de camping aan het snoeien is. „Daar zitten ze aan zee en kunnen ze voor de baden het zeewater gebruiken. Maar voor het dorp is het jammer dat het centrum vertrekt. Waar men ook vandaan kwam, Pieterburen was bekend. Nu verdwijnt die bekendheid.”

Dat Pieterburen en de zeehond altijd in één adem genoemd worden, is ook de reden dat het centrum voorlopig de naam Pieterburen aanhoudt. „Het is een naam die bekend is en waar we trots op zijn. Dat we verhuizen, betekent niet dat we alles meteen veranderen”, zegt Marco Boshoven.

Het terrein wordt verkocht

Wat er in Pieterburen voor in de plaats komt, is nog de vraag. Het terrein is van het centrum en zal verkocht worden. De parkeerplaats ernaast is eigendom van de gemeente. Die is niet van plan het terrein te kopen, zegt een woordvoerder. Het Hogeland heeft een procesbegeleider ingeschakeld om de wensen van bewoners in kaart te brengen. In november kwamen zo’n zestig inwoners bijeen in het dorpshuis om te praten over wat zij graag willen dat er met het dorp gebeurt. Daar kwamen al wat voorlopige ideeën uit over toerisme en natuurbeheer. 8 januari is er weer een sessie.

Postema heeft wel wat ideeën over wat er in zijn dorp moet gebeuren. Hij zou graag zien dat de camping er wat extra ruimte voor camperplekken bij krijgt en dat er winkels en huizen komen. Ook Smits hoopt op woningen op het terrein, voor jongeren en ouderen. „Je kunt hier als jongere niet uit huis gaan en in het dorp iets voor jezelf vinden. Er staat niet veel te koop en de huizen hier gaan weg voor prijzen die starters niet kunnen betalen. Alleenstaande ouderen blijven in grote huizen wonen, omdat er geen alternatief is.”

Voor Rien en Carla Franken (beiden 61) is het extra spannend wat er met het terrein gaat gebeuren. Vier jaar geleden verhuisden ze van Breda naar Pieterburen. Het zeehondencentrum staat achter hun huis. „We zijn voor de rust naar Pieterburen verhuisd. Brabant werd te druk”, zegt Rien. „We kenden het al van vakanties. Vroeger gingen we met onze kinderen naar de zeehondenopvang. Nu is het onze buurman”, vertelt Carla.

Ze vinden het jammer dat het zeehondencentrum vertrekt. „Ik heb het altijd een wonder gevonden dat zo’n klein dorp zoiets bijzonders had. Toen we gingen verhuizen, wist iedereen in Brabant waar Pieterburen was”, zegt Rien. „Dat komt door de zeehondenopvang.”


Lees ook

De zeehondenambulance wordt voor van alles gebeld, ook voor een aangespoeld wild zwijn