Belgische schrijver en columnist Hugo Camps (79) overleden


1943-2022 Hugo Camps was bekend om zijn sportverslaggeving, -interviews en columns. Hij had 26 jaar een eigen rubriek in NRC.

Hugo Camps was zeker 26 jaar sportcolumnist voor NRC.
Hugo Camps was zeker 26 jaar sportcolumnist voor NRC.

Foto Peter Elenbaas

De Belgische schrijver, journalist en columnist Hugo Camps is overleden op 79-jarige leeftijd, zo melden Belgische media zaterdag. Camps was bekend om zijn sportverslaggeving, interviews en columns, vaak gedetailleerd en scherp beschreven. Het is niet bekendgemaakt waar de auteur aan is overleden, al was hij al jaren ziek: hij had een kunstnier en chronische bronchitis.

Camps begon zijn carrière in de jaren zestig als oorlogsverslaggever onder meer in Vietnam, Chili en het Midden-Oosten. In 1976 trad hij aan als hoofdredacteur van regionale krant Het Belang van Limburg. Hij gaf het medium nationaal aanzien, maar tegen een prijs: in 1985 publiceerde het Belgische tijdschrift Humo een artikel waaruit bleek dat hij een „tirannieke” leider was geweest. Aan een leidinggevende functie waagde Camps zich daarna niet meer, hij ging over op schrijven.

In het tweede deel van zijn werkende leven legde hij zich toe op sport. Voor Belgische kranten als Het Laatste Nieuws en De Morgen, maar ook voor Nederlandse media. In de jaren tachtig introduceerde hij bij weekblad Elsevier het sportinterview en vanaf 1993 had hij 26 jaar lang een eigen rubriek in het sportkatern van NRC. „Mijn bek valt open van zijn productie”, zei columnist en oud-voetballer Jan Mulder tegen NRC bij diens afscheid als columnist.


Lees ook de afscheidscolumn van Camps in NRC: Dank

‘Sukkels’

„De lokroep van de verre horizon, van het groene land en van het heldendom vergezelt me al mijn hele leven”, schreef de auteur in zijn in 2018 verschenen boek Camps 75. Een leven van inkt, nylons en masseerolie. „Daarom fascineert sport me zo. Hoe een mens, door uit te blinken in een bepaalde discipline, kan ontsnappen aan de hut waar hij geboren is.” Deze uitleg raakte aan zijn persoonlijke situatie. Camps vertelde in een interview aan NRC in 2019, waarin hij afscheid nam als columnist, dat hij uit een streberig gezin kwam.

Zijn vader, consulent bij de Boerenbond, wilde per se de beste verkoper zijn. „Hij wilde meer melkmachines verkopen dan de ingenieur”, zegt Camps. „Terwijl hij een diep minderwaardigheidscomplex had. ‘We waren niks, we zijn niks en we zullen nooit iets zijn’, zei hij altijd. Mijn vader was een sukkel.” Op de vraag of Camps daarom graag over sukkels schreef, antwoordde hij: „Ik verdedig de ongezienen, ja. Ik herken hun gevecht om te ontsnappen aan de anonimiteit van het bestaan.”

Camps woonde jaren samen met zijn vrouw Martine, maar eerdere relaties liepen vaak stuk. Zo ook met de moeder van zijn twee dochters, met wie hij – tot zijn eigen spijt – een slechte band onderhield. In een interview met De Morgen zei Camps eens „meteen al zijn columns” in te ruilen voor een betere relatie met zijn dochters.


Lees ook het afscheidsinterview van Hugo Camps: ‘Ik ben de echokamer van de gewonde mens’