Ze is op. Helemaal op. Ze vergeet veel. Ze ligt vooral op bed.
Als de 83-jarige Martin van der Heyden over zijn vrouw praat, daalt zijn stem. Martin heeft net zijn gehoorapparaat in gedaan en zijn sigaret uitgedrukt. In zijn serre in Heerlen-Noord hangt aan de muur een mijnwerkershelm die herinnert aan een werkend leven lang onder de grond. Inmiddels heeft hij in zijn woonkamer drie rollators en een scootmobiel geparkeerd, met een rollator haalt hij koffie met brownies – drie keer heen en weer naar de keuken.
Martins vrouw ligt midden op de dag boven te slapen, ze heeft bedrust nodig om de dag door te komen. Bijna zeventig jaar kent hij haar. Zij was twaalf, hij vijftien, toen ze elkaar ontmoetten in de wijk waar hij nog altijd woont. Hij werkte net een jaar in de mijnen. Ze woonden daarna samen in Zuid-Afrika en Zwitserland – daar verdiende je als mijnwerker meer dan in Limburg – maar nergens is het mooier dan hier. Klein Zwitserland, noemt hij het. Die heuvels, waar zie je dat nou? Hij houdt van Heerlen.
Nu zijn ze allebei ziek. Vroeger was Martin een kast van een vent, niet kapot te krijgen. Sinds zijn vijftigste is hij afgekeurd – zijn longen, elke drie maanden bloedingen. Dat komt niet door zijn werk als mijnwerker, ben je gek. Gewoon pech. Hij zorgt voor zijn vrouw, smeert de boterhammen. Ze zijn vaak in het ziekenhuis, het Zuyderland, in het zuidwesten van de stad. Maar een deel van dat ziekenhuis moet verdwijnen. De spoedeisende hulp, de intensive care en het geboortecentrum worden voor 2030 verplaatst naar het verderop gelegen Sittard-Geleen.
Lees ook
De laatste mijn in Limburg is al een halve eeuw dicht, maar het mijnverleden is nog steeds niet afgesloten
Martin vindt dat belachelijk. Heerlen is steeds de klos. Al sinds hij leeft. Het begon toen de mijnen dichtgingen. Niet alleen de banen verdwenen. Ook veel sociale voorzieningen waren opgezet door de mijnbedrijven: sportverenigingen, scholen, culturele instellingen. Zelfs de stalen speeltoestellen, weet Martin nog, waren neergezet door het mijnbedrijf. Nu is alles weg. De bruine kroegen, de jeugd, de gezondheid van de mensen. Zo voelt hij dat. Want zo is het ook.
Briefje in zijn binnenzak
In november vorig jaar, tijdens de verkiezingscampagne, werd Martin gebeld. Door wie, dat weet hij niet meer. Het was iemand die ook voor een volwaardig ziekenhuis in Heerlen was. Of hij geen vraag wilde stellen aan de landelijke lijsttrekkers, op televisie, bij het verkiezingsdebat van SBS. Hij zei ja en toen moest hij naar Hilversum. Daar zag hij Merel Ek, de politiek verslaggever die hij herkende uit het programma Vandaag Inside, met Johan Derksen.
Vroeger was Martin een kast van een vent, niet kapot te krijgen. Sinds zijn vijftigste is hij afgekeurd – zijn longen, elke drie maanden bloedingen
Merel Ek had op een briefje geschreven wat Martin moest vragen. Maar hij was toch geen kind? Hij had het briefje gepakt, in zijn binnenzak gestopt en gedacht: ik lees niks op. Ik doe het op mijn manier. Tijdens het debat zat Martin naast Merel Ek, in een blauw colbertje en een geel overhemd. Vanuit de debat-arena keken Pieter Omtzigt (NSC), Dilan Yesilgöz (VVD), Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) en Geert Wilders (PVV) hem aan toen hij vroeg: „Vinden jullie niet dat wij in Heerlen een volwaardig ziekenhuis moeten houden? Hebben wij dat niet verdiend vanuit het verleden?”
Hij vroeg het aan Yesilgöz, maar Wilders kwam snel met een voorstel: „Zouden wij met zijn vieren kunnen afspreken dat wij ervoor zorgen dat het ziekenhuis in Heerlen open blijft?” Groot applaus in de studio. Martin kreeg een duim omhoog van Merel Ek. Later zei Wilders het opnieuw: het ziekenhuis in Heerlen moest in zijn totaliteit open blijven, dus mét spoedeisende hulp en intensive care. Martin is geen Wilders-man, nooit geweest, maar hij dacht: deze man gaat het regelen.
Na het SBS-debat dachten de mensen in zijn wijk dat het ziekenhuis was gered, merkte Martin. Want Wilders had het beloofd aan Martin en daarmee aan heel Heerlen. Hij hoorde het die dagen steeds van zijn buurtgenoten. Dat ze hem op tv hadden gezien. En dat ze nu zéker op Wilders gingen stemmen. Bedankt Martin, klonk het.
In voormalig SP-bastion Heerlen werd de PVV verreweg de grootste partij, met de grootste voorsprong ooit. In Heerlen-Noord stemde in zes stembureaus meer dan de helft van de kiezers op Wilders – Martin zelf overigens niet, die bleef trouw aan de SP. In de Heerlense mijnkolonie Beersdal stemde 63 procent PVV. De landelijke zege van de PVV leidde ertoe dat de partij voor het eerst sinds de oprichting in 2006 ministers levert en actief deelneemt aan een kabinet. Op twee grote thema’s uit de campagne – zorg en migratie – werd de PVV met een minister verantwoordelijk voor het nieuwe beleid.
Martin is geen Wilders-man, nooit geweest, maar hij dacht: deze man gaat het regelen
Maar de belofte van Geert Wilders over het Heerlense Zuyderland-ziekenhuis lijkt niet te worden nagekomen. Minister Fleur Agema ging deze zomer in gesprek in het ziekenhuis en met zorgverzekeraar CZ. De uitkomst: ze gaat – en kan – weinig aan de plannen doen. Met ons, de inwoners, werd niet gesproken, zegt Martin. Dat had ze op zijn minst nog wel even kunnen doen.
Rolluiken naar beneden
Hoe beziet de achterban van Geert Wilders het spanningsveld tussen de kraakheldere beloften die de PVV-leider deed en de complexe realiteit? NRC sprak in Heerlen-Noord met twintig Wilders-stemmers. Een aantal wilde om privacyredenen alleen bij de voornaam worden genoemd, de volledige namen zijn bij de redactie bekend.
De straten in Heerlen-Noord zijn leeg. Vrijwel niemand wandelt, behalve met de hond. Er wordt weinig gefietst: wie ergens heen wil, neemt de auto. In vrijwel elke tuin staat een scootmobiel geparkeerd. Als het donker wordt, gaan de rolluiken naar beneden, floept de kerstverlichting aan. In veel huizen staan asbakken op tafel. Bijna iedereen is ziek of kent iemand die ziek is. Over een hart- of herseninfarct wordt gesproken alsof het nu eenmaal erbij hoort: de mijne had ik op mijn 55ste, en jij? Er is weinig geld. Kratten Schultenbräu van de Aldi worden het huis in gedragen.
Na de mijnsluitingen vestigden zich andere bedrijven in en rond Heerlen: chemiebedrijf DSM, autobouwer VDL Nedcar (Born), statistiekbureau CBS. Maar DSM verhuisde naar Maastricht en Nedcar stopte met auto’s bouwen. Ook ziekenhuizen in de regio werden uitgekleed: de vestigingen in Kerkrade en Brunssum zijn nog slechts poli’s. Bewoners zijn ervan overtuigd dat hetzelfde staat te gebeuren met het Zuyderland in Heerlen – als het al niet volledig sluit. Let maar op. De politieke participatie in Heerlen is laag: bij de verkiezingen van vorig jaar ging slechts 60 procent van de stemgerechtigden naar de stembus. In heel Nederland was de opkomst bijna 78 procent.
Heerlen heeft zo’n 87.000 inwoners. Tweederde – 57.000 mensen – woont in Heerlen-Noord. De armoede in de stad concentreert zich vooral daar. Drie op de vijf inwoners is werkloos. Ruim een op de zes mensen kampt met psychische problemen. ‘Achter het spoor’, zo wordt Heerlen-Noord door de rest van de stad genoemd.
Over een hart- of herseninfarct praten mensen alsof het erbij hoort: de mijne had ik op mijn 55ste, en jij?
Voor de deur van Maurice Cheret (37) staan twee kerstbomen met verlichting in het gras, een derde ligt op z’n kant – omgewaaid. Het huizenblok is versierd met lichtjes, een vlag met arrenslee en rendieren, raamstickers van de kerstman.
Cheret zag tijdens het SBS-debat de belofte van Wilders en dacht, weet je wat, ik stem één keer op Wilders. Hij zegt het beschroomd. Maar hij dacht: hoe moet dat in de toekomst met onze pa? Die heeft hartproblemen. Zelf heeft Cheret drie beroertes gehad. Stress.
Hij zit met zijn broer Robin te gamen. Op de eettafel staat een schaal met shag en vloeitjes, de kast staat vol halve literblikken energiedrank. Het ziekenhuis is niet de enige reden dat hij op Wilders stemde, geeft hij toe. Nederland moet ons land blijven, cultureel wordt het nu afgepakt. Kijk maar naar Zwarte Piet. En wat dacht je van de koning? Die krijgt miljoenen terwijl de jongste broer van Maurice Cheret wordt gekort op z’n toeslagen omdat hij 2 euro te veel verdient.
De Goudse singels zijn omringd door camera’s en hagelnieuwe borden. „Zone”, staat er boven een rode verbodscirkel, met daarin een vrachtwagen en een bestelbusje. Daaronder een pictogram van een camera. De boodschap: per 1 januari mogen hier geen vervuilende bedrijfsbusjes en vrachtwagens meer langs. Het betekent niet dat elke dieselbus geweerd wordt. Het verbod geldt vooralsnog voor de meest vervuilende voertuigen. In 2030 is het de bedoeling dat alle bedrijfsbusjes en vrachtwagens elektrisch zijn.
In de Goudse Feestwinkel staat Richard Mooijekind achter de toonbank. Mooijekind heeft een bestelbus die op diesel rijdt om daarmee ballondecoraties te bezorgen, maar die bus is nog niet zo vervuilend dat hij die meteen moet vervangen. „Wij hebben nog twee jaar de tijd”, zegt hij, terwijl een klant een Thunder Cracker afrekent. Toch maakt Mooijekind zich zorgen. „Als we die bus moeten vervangen, dan gaat ons dat zo’n 60.000 euro kosten.”
‘Gedegen voorbereiding’
Gouda is niet de enige gemeente waar een zero-emissiezone voor ondernemers worden ingevoerd. Vanaf 2025 is er zo’n zone in de binnenstad van veertien gemeenten, waaronder Amsterdam, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Utrecht. Die zones zijn volgens de Goudse wethouder Judith Sargentini (GroenLinks) het gevolg van „een jarenlange, gedegen voorbereiding” van Nederlandse gemeenten, waarbij werd samengewerkt met tientallen organisaties uit onder meer de transportsector en de Rijksoverheid.
Volgens Sargentini wordt van ondernemers niet het onmogelijke gevraagd. Er zijn overgangsregelingen en uitzonderingssituaties afgesproken voor bedrijven die het niet kunnen betalen of die bijna met pensioen gaan. De gemeenten gaan over de invoering van de zones en over de handhaving daarvan.
Maar toch ontstond er, door tumult in Den Haag, de afgelopen maanden veel verwarring. Gingen de zones nou wel of niet door? Sargentini: „Daar baal ik van. Het is voor mensen niet meer te volgen. We staan er daardoor als gezamenlijk openbaar bestuur in Nederland niet goed op.”
Een Fiat 500 in Gouda hangt aan de lader. Foto Tobias Kleuver/ANP
Verwarring
De verwarring begint nadat VVD-Kamerlid Hester Veltman afgelopen oktober een motie indiende. In het hoofdlijnenakkoord staat dat bekeken moet worden hoe het instellen van de zero-emissiezones kon worden uitgesteld. In de motie verzoekt Veltman de regering om vorm te geven aan een uitzondering voor ondernemers tot 2029. De motie haalt een Kamermeerderheid.
PVV-staatssecretaris Chris Jansen van Infrastructuur en Waterstaat reageert op 22 november, minder dan anderhalve maand voor de invoering van de zones. Hij wil de overgang naar de emissiezones versoepelen. Zo wil de staatssecretaris dat er een boetevrije periode van een jaar moet worden ingevoerd en dat de overgangsregeling voor een bepaalde categorie dieselbusjes moet worden verlengd.
41 brancheorganisaties uit de mobiliteitssector, waaronder Techniek Nederland en de RAI Vereniging, sturen Jansen daarna een boze brief. Er is volgens de organisaties „al jaren” overleg gevoerd over de haalbaarheid van de plannen, ook met het ministerie van Jansen. De organisaties stonden achter de invoering per januari 2025, de plannen zouden er voor zorgen dat alle ondernemers mee kunnen doen. De brief van Jansen zorgt volgens de organisaties voor onduidelijkheid en oneerlijkheid omdat sommige ondernemers al verduurzaamd hebben. „Een uitermate ongewenste situatie.” Uiteindelijk blijkt half december dat het kabinet en de Kamer de gemeenten niet buitenspel gaan zetten met een spoedprocedure.
Schone binnensteden
Volgens Rob van Tilburg, directeur programma’s van milieuorganisatie Natuur en Milieu – ook betrokken bij de overleggen van de afgelopen jaren – wordt door de acties van het kabinet en de Kamer totaal overschaduwd waarom de zones ooit bedacht zijn. „Voor schone binnensteden en om de klimaatdoelen te halen. Daar hebben wij ons met de brancheorganisaties voor ingezet.”
Een kakafonie van onduidelijkheid
De bemoeienis van Den Haag noemt hij „een voorbeeld van onbetrouwbare politiek”. Het ergert hem dat het Rijk net heeft gedaan alsof zij iets over de zones te zeggen hebben, terwijl dat niet zo is. „Met als gevolg een kakafonie van onduidelijkheid.” Dat de zones alsnog worden ingevoerd „ondanks deze woelige bumpy ride” noemt Van Tilburg „een compliment aan de gemeenten.”
Een lossende vrachtwagen bij een supermarkt in het centrum van Gouda. Foto Tobias Kleuver/ANP
De Amsterdamse wethouder Melanie van der Horst zei eind december tegen nieuwszender AT5 dat ze het gevoel had dat de Tweede Kamer het gezag van de gemeenten probeerde te ondermijnen, onder meer door de aangenomen motie van Kamerlid Veltman. Van de gesprekken met staatssecretaris Jansen had Van der Horst „een heel ongemakkelijk gevoel” gekregen.
Wethouder Judith Sargentini van Gouda vindt dat deze manier van politiek bedrijven een vorm van „management by shouting around” is. „Er wordt over de zones gesproken alsof het slecht is voorbereid en er grote rampen staan te gebeuren. En dat klopt gewoon echt niet.”
‘Ondernemers serieus nemen’
Volgens Hester Veltman is het juist aan de landelijke politiek om actie te ondernemen als er signalen zijn dat regelingen niet goed worden uitgevoerd. Ze zegt met „vele ondernemers” en brancheverenigingen te hebben gesproken die zorgen hadden over de zones. „Ik wil de ondernemers serieus nemen die zeggen dat ze in de problemen komen door de nieuwe regels.” Ze is nog niet tevreden over hoe de zones nu worden ingevoerd en wil de komende tijd de situatie in de gaten blijven houden.
Een woordvoerder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zegt dat het kabinet „een afgewogen en gebalanceerd pakket van maatregelen” heeft gepresenteerd, die recht doen aan eerder gemaakte afspraken en „de nieuwe politieke werkelijkheid.”
De zones gaan dus door. Maar toch is er nog steeds sprake van discussie tussen kabinet en gemeenten. Verschillende gemeenten die NRC benaderde geven aan de eerste vier maanden geen boetes op te leggen aan mensen die met een te vervuilend busje of vrachtwagen de stad in komen. Eerst geven ze waarschuwingen en daarna volgen boetes van 120 euro per bestelbusje en 300 euro voor een vrachtwagen. Volgens een woordvoerder van het ministerie zet het kabinet daarentegen nog steeds in „op een boetevrije periode van één jaar.”
Voor ondernemer Maurice Koster, van het Gouds Kaashuis, is het er allemaal niet duidelijker op geworden. „De gemeente zegt dit en de landelijke overheid het tegenovergestelde. Ik heb besloten dat ik voorlopig mijn dieselbusje nog niet weg doe, want deze nieuwe zone kan voor mijn gevoel weer heel snel worden teruggedraaid.”
Lees ook
Ondernemers in mineur over Nederlands ondernemingsklimaat. ‘Kijk nu eens over kabinetten heen’
Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?
U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.
Om dit formulier te kunnen verzenden moet Javascript aan staan in uw browser.
Rinaldo is er als eerste. Om vier uur al, terwijl het feestje pas om half vijf begint. Hij ploft neer op de versleten tweezitsbank. Iedereen kan hier lekker zijn eigen plekje uitzoeken, zegt hij. Hij is altijd vrolijk, vertelt hij ongevraagd. „Bij boze mensen denk ik: hoe hou je het vol?”
Om half vijf stroomt het buurtsteunpunt plotseling vol. Alsof de mensen voor de deur hebben staan wachten. Het steunpunt is een soort huiskamer voor mensen met ggz-problematiek in de Rotterdamse wijk Delfshaven. De bezoekers komen deze middag voor een afscheidsetentje, want het buurtsteunpunt gaat sluiten. De gemeente moet bezuinigen. Vandaar.
Jammer, vindt Rinaldo. „Hier zijn altijd mensen die je willen helpen.”
Om half zes klimt Matthis van Veen (56) de wenteltrap een paar treden op. Het eten komt eraan, zegt hij. „Het is besteld en iets vertraagd. Er is voor iedereen genoeg.” Van Veen zorgt dat de huiskamer alle dagen open is voor orde en rust. Voor zover mogelijk. In elk geval is hij zelf een baken van rust en vriendelijkheid, ook tegenover opgewonden standjes vertrekt hij geen spier.
Binnen drugs gebruiken mag niet – maar als je het wel doet, krijg je de volgende dag een tweede kans. „En een derde en een vierde.”
Hij is sinds zeven jaar hulpverlener én coördinator van het buurtsteunpunt, in dienst van het Leger des Heils. De laatste jaren doet hij de coördinatie samen met Delaja van den Berg. Daarvoor werkte hij in het onderwijs. Voordat we gaan eten wil hij nog wat zeggen. „Zoals jullie weten, gaan we dicht. Maar ik blijf in deze buurt. Nog zeker een jaar. Als je wil dat ik langskom, kan je je adres achterlaten. En je kan mijn telefoonnummer noteren voor als er wat is.”
Dan daalt hij de wenteltrap weer af. Geen woede of emotie. Het is wat het is. Hij is niet blij met de sluiting, dat is niemand. De wijkagent vond het ook niet grappig, zegt Van Veen. „Die loopt hier regelmatig even binnen.” De buurtbewoners waren geschokt. 2.600 mensen hebben de petitie getekend, én zo’n 60 organisaties uit de wijk, waaronder de wijkraad. Gevreesd wordt dat mensen thuis vereenzamen omdat ze geen netwerk hebben of op straat gaan hangen.
Vrijwilliger Helena maakt een grote pan met vegetarische nasi. Foto Angeniet Berkers
De hele dag alleen thuis
De huiskamer zit vol met mensen die het met een beetje hulp nèt redden in de stad. Ze hebben een woonplek, maar hebben bijvoorbeeld geen idee wat ze moeten doen met de brieven die ze krijgen. Hoe ze een afspraak bij de dokter maken. Wat ze moeten doen met een aanmaning of een deurwaarder. Matthis, Delaja of een van de vrijwilligers kijkt mee, legt uit, geeft een voorzetje. En ze kunnen in de huiskamer terecht voor een babbeltje. Want de hele dag alleen thuis is ook maar zo alleen. Daar wordt niemand gelukkig van.
Veel van de bezoekers zijn verslaafd of hebben psychische problemen. Binnen drugs gebruiken mag niet – maar als je het wel doet, krijg je de volgende dag een tweede kans. „En een derde en een vierde”, zegt Matthis droog. Alcoholische drank mag ook niet naar binnen. „Ik kijk naar het gedrag. Heeft iemand alcohol op, maar zit-ie er rustig bij, dan mag-ie blijven zitten.”
Hans is zijn bril kwijt. Altijd hangt hij aan een touwtje om zijn nek. Nu is hij weg. Hij stommelt rond. Een man in een lange jas walst de huiskamer in met een Dirk-tas vol rammelende lege blikjes in zijn hand. Hij gaat zonder iemand te groeten in een oude fauteuil aan de andere kant van de kamer zitten.
Cadeaupakketje
De deur gaat open, de kou golft naar binnen. Drie mannen in donkere, gewatteerde jassen, capuchons over hun mutsen, rugzak op de rug, komen binnen. Het zijn geen vaste bezoekers. Hallo, zegt de brutaalste. „Ik heb gehoord dat we hier een cadeaupakketje konden ophalen?” Dat klopt. Er staan tientallen papieren tasjes met lekkernijen klaar vanwege de aanstaande sluiting. Matthis gaat drie tasjes halen. „We zijn er blij mee, we slapen in het park”, zegt een van de mannen. Verpakkingen in de prullenbak gooien, zegt Matthis.
„Tuurlijk.”
Arthur (63) zit op de grond en tokkelt op zijn gitaar. Hij draagt hakken en zijn nagels zijn lang en kleurig gelakt. „Na je zestigste doe je de dingen die je belangrijk vindt”, vertelt hij. „De dingen die ik doe, vind ik belangrijker dan de dingen die ik niet doe.” Na het eten, zegt hij, gaat iedereen zingen. Hij zal dan begeleiden.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="De stagiaire versiert de huiskamer van het buurtsteunpunt voor de laatste keer Kerstmis. Ze studeert Social Work en zit nu in haar tweede jaar. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="De stagiaire versiert de huiskamer van het buurtsteunpunt voor de laatste keer Kerstmis. Ze studeert Social Work en zit nu in haar tweede jaar. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/met-een-beetje-hulp-redden-deze-mensen-het-net-maar-nu-moet-hun-steunpunt-dicht-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/30165211/data126093706-507962.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/met-een-beetje-hulp-redden-deze-mensen-het-net-maar-nu-moet-hun-steunpunt-dicht-7.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/met-een-beetje-hulp-redden-deze-mensen-het-net-maar-nu-moet-hun-steunpunt-dicht-5.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/met-een-beetje-hulp-redden-deze-mensen-het-net-maar-nu-moet-hun-steunpunt-dicht-6.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/met-een-beetje-hulp-redden-deze-mensen-het-net-maar-nu-moet-hun-steunpunt-dicht-7.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/met-een-beetje-hulp-redden-deze-mensen-het-net-maar-nu-moet-hun-steunpunt-dicht-8.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/ofVf1vPjxZXIowaXmnjlYfQgihU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/30165211/data126093706-507962.jpg 1920w”>De stagiaire versiert de huiskamer van het buurtsteunpunt voor de laatste keer Kerstmis. Ze studeert Social Work en zit nu in haar tweede jaar.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Matthis hangt foto’s op van alle medewerkers en vrijwilligers die het BSP gekend heeft in zijn bestaan. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="Matthis hangt foto’s op van alle medewerkers en vrijwilligers die het BSP gekend heeft in zijn bestaan. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/met-een-beetje-hulp-redden-deze-mensen-het-net-maar-nu-moet-hun-steunpunt-dicht-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/30165205/data126093700-07c621.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/met-een-beetje-hulp-redden-deze-mensen-het-net-maar-nu-moet-hun-steunpunt-dicht-11.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/met-een-beetje-hulp-redden-deze-mensen-het-net-maar-nu-moet-hun-steunpunt-dicht-9.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/met-een-beetje-hulp-redden-deze-mensen-het-net-maar-nu-moet-hun-steunpunt-dicht-10.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/met-een-beetje-hulp-redden-deze-mensen-het-net-maar-nu-moet-hun-steunpunt-dicht-11.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/met-een-beetje-hulp-redden-deze-mensen-het-net-maar-nu-moet-hun-steunpunt-dicht-12.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/C53F58nhOTb-UWnRzWSeMV2huH0=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/30165205/data126093700-07c621.jpg 1920w”>Matthis hangt foto’s op van alle medewerkers en vrijwilligers die het BSP gekend heeft in zijn bestaan.
Foto’s: Angeniet Berkers
Het eten wordt binnengebracht. Van Veen staat weer op de wenteltrap: „Het eten is er”, roept hij. „Alles is halal, behalve de babi pangang.” Normaal gesproken kookt vrijwilligster Helena met de rode haren altijd, maar vandaag is er besteld. Op een lange tafel worden grote bakken rijst, bami, tjap tjoy en verschillende vleesgerechten uitgestald. Er is ook kroepoek. Helena en Delaja scheppen de borden vol. Een enkeling wil het eten in een plastic bakje en sluit dan weer achteraan in de rij met een bord. Iedereen houdt binnen zijn winterjas aan.
„Eéééén kopje koffie, ééééén kopje koffie”, zingt Rinaldo. „Ken je die?”, vraagt hij aan Matthis. Matthis knikt. „Die kan je straks als verzoeknummer indienen bij Arthur.
Naar ‘huizen van de wijk’
Zes van deze ‘ggz-gerelateerde’ buurtsteunpunten in Rotterdam moeten sluiten. Die in Delfshaven en Zevenkamp gaan al in januari dicht, de rest volgt komende jaren. De gemeente denkt dat de bezoekers naar de gewone ‘huizen van de wijk’ kunnen, een soort buurthuizen. Matthis van Veen: „Het is maar de vraag of onze mensen daar tussen passen en of de vrijwilligers in de huizen van de wijk met onze bezoekers om kunnen gaan.”
Bij het buurtsteunpunt in Delfshaven konden mensen terecht om te printen. Er was een telefoon waarmee gratis gebeld kon worden, computers die bezoekers konden gebruiken. Ze konden terecht met hulpvragen, zonder vooraf een afspraak te hoeven maken. En ze konden kapotte apparaten laten repareren door Carlos. Alles kan hij maken, mits op zijn manier en op zijn tempo. Hij is geliefd, want de meeste bezoekers hebben geen geld voor nieuwe spullen. Van Veen: „Dus krijgt hij veel waardering. Dat is weer goed voor zijn zelfvertrouwen.” Verder waren er activiteiten als gratis taalles en spelletjesmiddagen. Er was een naaiatelier. En er liep een project waarbij mensen elkaar helpen om zelf hun financiën op orde te houden. Matthis van Veen: „We proberen hun eigen kracht te versterken en te helpen bij het opbouwen van een netwerk.”
Franquitto (66) is met zijn stoel onhandig voor het lopend buffet gaan zitten. Hij was vroeger architect, vertelt hij. Tot hij een hersenbloeding kreeg. Franquitto is een bijnaam, eigenlijk heet hij Frank. Gerard, een maat hem, gaat eten halen voor hen beiden. Frank roept van een afstandje wat hij precies wil hebben.
Als het eten op is, staat Matthis weer op de wenteltrap. Hij heft een lied aan. Hier en daar wordt wat meegebromd. Neem een cadeautasje mee en een kaars, zegt Matthis. Aan de kaars zit een kaartje: „Bedankt voor jouw licht”, staat erop. „Blijf schijnen! Groeten Delaja en Matthis.”
Yasari is vrijwilliger bij het buurtsteunpunt en komt uit Cuba. Ze runt de weggeefwinkel met kleding en sorteert alles wat binnen komt. Ze leert Nederlands bij het steunpunt. Foto Angeniet Berkers