Vervolg ‘Squid Game’ minder verrassend maar even onderhoudend en relevant

Het was dé tv-sensatie van 2021. Zonder noemenswaardige marketing werd de Koreaanse thriller-serie Squid Game onverwachts Netflix’ grootste wereldhit, met 1,65 miljard kijkuren in de eerste vier weken alleen al. Het tweede seizoen, dat op Tweede Kerstdag van start gaat, is grosso modo een geslaagde voortzetting. Maar de impact van 2021 valt niet te herhalen.

Het direct herkenbare Squid Game lijkt een ideale ‘franchise’ voor Netflix, dat nog weinig klassiekers heeft om uit te melken en te herverpakken, zoals Hollywoods oudere studio’s zo graag doen. Maar er zitten haken en ogen aan. In seizoen één roeiden 456 berooide en wanhopige Koreanen elkaar uit in dodelijke kinderspelletjes ter vermaak van een anonieme elite. Squid Game speelde zich af in een pastelkleurig Escher-doolhof met genummerde deelnemers in groene trainingpakken en bewakers in roze uniformen en zwarte maskers. Uit de luidsprekers klonken Mozart en Weense walsen, tijdens de bloedige spelletjes macabere kinderliedjes. De lijken van de verliezers werden gecremeerd in doodskisten met een vrolijke strik.

Het lag voor de hand deze dystopie om te werken tot een reality-spelshow, maar Squid Game: The Challenge kreeg vorig jaar een beroerde pers vanwege manipulatie achter de schermen en slechte behandeling van deelnemers. Netflix maakte zichzelf tot een light-versie van de verknipte spelleiders, wat iets te cynisch was gezien de sombere maatschappijkritische ondertoon van Squid Game, een metafoor voor hyperkapitalisme als een alles-of-niets-spel met slechts één winnaar en talloze verliezers.

De losers van Squid Game ontdekken pas dat het ernst is als in het eerste spel, Annemaria Koekoek, zo’n 200 deelnemers rücksichtslos worden neergeknald. Dan blijkt ook dat elke dode deelnemer de overlevenden 1 miljard won oplevert, ruim 663.000 euro. Ze mogen stemmen: doorgaan of met lege handen naar huis? Een nipte meerderheid wil weg, maar besluit na een hernieuwde confrontatie met haar uitzichtloze bestaan het lugubere spel alsnog uit te spelen.


Lees ook

Gruwelijke Netflix-serie Squid Game is meer dan een hype

Actrice en model Jung Ho-Yeon als de Noord-Koreaanse vluchtelinge Kang Sae-byeok (of Speler 067).

Slechts één speler overleeft dat: nummer 456, Seong Gi-hun (Lee Jung-jae). Getraumatiseerd én steenrijk treft hij in de epiloog een oude spelvriend, de hoogbejaarde speler 001, die niet echt stierf, maar een miljardair is die voor de kick meeliep. Op zijn sterfbed wedden 001 en 456 – eerste en laatste, conservatief en progressief – of de mens goed of slecht is. Concreet: of iemand een bevriezende dakloze beneden op straat zal helpen. 456 gelooft dat de meeste mensen deugen en hij krijgt gelijk: iemand helpt de dakloze. Maar 001 blijkt dan al overleden: 456 heeft gelijk, maar krijgt dat niet.

Groteske complottheorieën

Nogal wat om over na te kauwen. Deze genocide van haves op have-nots kwam in 2021 op een ideaal moment op tv: ruim een jaar na het begin van de Covid-pandemie, toen lockdown en avondklok tot groteske complottheorieën leidden. ‘Wappies’ en de spelers van Squid Game hebben veel gemeen. Ze leven in een wereld geregeerd door een demonische elite die hen wil uitroeien. Democratie is een wassen neus, de meerderheid bestaat uit schapen die zich, misleid door mindgames en propaganda, tegen elkaar keren. Maar curieus genoeg geloven de spelers van de Squid Games wél dat diezelfde verknipte elite zich aan afspraken houdt en aan de winnaar 302 miljoen euro uitkeert. Ondanks alle doorgestoken kaarten vertrouwen ze op spelregels: een mentale kortsluiting vergelijkbaar met wappies die de elite de meest bloedstollende complotten toeschrijven, maar dat tegelijk onbezorgd van de daken schreeuwen. Of ze geloven zichzelf niet echt, of ze bewonen een universum dat naast sadistisch ook absurd is.

Als cultuurfilosofen over vijftig jaar terugkijken op de geestesgesteldheid van ons populistische tijdvak wordt Squid Game vermoedelijk de serie waarmee ze dat illustreren.

Yim Si-wan als Lee Myung-gi in ‘Squid Game 2’.
Foto No Ju-han/Netflix

Massieve marketing

Hoe zet je zoiets voort? Met massieve marketing, lijkt Netflix te denken: Amsterdam hangt vol Squid Game-posters en begin december werd de anticipatie verder gevoed met een Squid-Game-doolhof in de Amsterdamse Kromhouthal.

Gelukkig blijft de serie zelf op niveau. In seizoen 2 keert de wrokkige speler 456 vrijwillig terug naar het speleiland. Om het spel stop te zetten en de poppenspelers aan de schandpaal te nagelen, vertelt hij zichzelf. De elitaire toeschouwers kwamen in seizoen één soms in beeld, overwegend Angelsaksisch, met gouden maskers en dure whisky. Die ‘VIP’s’ blijven nu buiten beeld en dat is verstandig. Net als monsters in horrorfilms is zo’n elite alleen in de schaduw sinister. Blijkt het om Klaus Schwab of Bill Gates te gaan, dan wordt het al snel lachwekkend.

Überhaupt is de focus in seizoen 2 eerder psychologisch dan sociologisch. We volgen speler 456 die vanuit zijn hoofdkwartier, een vervallen liefdeshotel, met zijn prijzengeld een organisatie opbouwt om Squid Game op te rollen. Hij rekruteert huurlingen, maar ook inspecteur Hwang Jun-ho (Wi Ha-joon) die nu verkeersagent is. In seizoen 1 kwam hij bijna om het leven bij een poging het spel te infiltreren.

Het draait om gokverslaving. Gokken belooft armen een snelweg uit hun misère en is een adrenaline-rush die grauwe levens kleur geeft. Alles op het spel zetten, de hemelpoort lonkt: Squid Game is gokken op leven en dood. Is 456 werkelijk uit op wraak of verlangt hij terug naar de rush van het gevaar? Degene die hem indertijd voor het spel rekruteerde, blijkt nu daklozen van Seoul als een soort veldonderzoek de keus te bieden tussen een broodje of een kraslot. De daklozen kiezen steevast het kraslot. En ook speler 456 laat zich al direct verleiden tot een geheel overbodig potje Russische roulette.

De spelletjes zijn anders, de structuur is gelijk: pervers bloedige kinderspelletjes die ieders moraal tot het uiterste testen

Casino-logica

Geen wonder dat 456 voor een tweede ronde Squid Game gaat. Op het eiland maakt een nieuwe lichting schuldenaren en gokverslaafden zich op voor het dodelijk spel, onder wie een crypto-influencer, een gedrogeerde rapper, een godsdienstfanaat en een transgendermilitair. De eerste ronde van het spel is opnieuw Annemaria Koekoek, nieuw is nu dat de spelers na elke ronde mogen stemmen of ze door willen spelen. Wil de meerderheid stoppen, dan mogen ze het tot dan toe verdiende prijzengeld onderling verdelen. Dus treedt een onverbiddelijke casino-logica in werking: waarom niet nog één ronde om de prijzenpot te laten groeien en het aantal mensen om dat bedrag mee te delen uit te dunnen? Na al dat levensgevaar wil je niet vertrekken met een magere 15.000, 52.000 of 237.000 euro.

De spelletjes zijn anders, de structuur van Squid Game is gelijk: pervers bloedige kinderspelletjes die ieders moraal tot het uiterste testen, stemrondes waar het erom spant en uithijgen in de slaapzaal, met zijn rivaliteiten en coalities. De grote tegenstelling zit tussen de voor- en tegenstanders van doorspelen; opnieuw trachten buitenstaanders het spel binnen te dringen; bovendien is er een subplot rond een Noord-Koreaanse overloper die in het kapitalistische Zuid-Korea niet aardt en liever verliezers van Squid Game executeert dan zich te vernederen als mascotte in een kinderpretpark. Wel weigert zij mee te werken aan een lucratief zijhandeltje van bewakers, die verliezers niet doden maar verwonden, om achter de schermen hun nog warme organen te oogsten.

Seizoen 2 eindigt in rebellie; Squid Game gaat nog een seizoen door. Het pleit voor het talent van de makers dat ze de zaken ondanks het ontbreken van verrassing onderhoudend en relevant houden. Maar de tijdgeest zo raken als in 2021, dat lukt maar één keer.