Onze perceptie van de buitenwereld is een illusie, ‘de beste gok van het brein van wat er aan de hand is’

Kijk naar buiten, kijk om je heen. Je ziet een straat, mogelijk suizen auto’s voorbij, fietsers. Ergens straalt een kerstboom. Je ziet een tafel, een stoel, voelt het knisperende papier van een krant wellicht, of een apparaat met deze tekst erop. Letters, woorden. Een kopje koffie misschien, de geur bereikt je neus. Maar het is niet wat het lijkt. De wereld om ons heen, de complete realiteit die we ervaren, is een hallucinatie, volgens de Britse cognitiewetenschapper Anil Seth. Alles wat we zien en horen en voelen is een verzinsel van ons brein.

Wacht. Wat?

Seth (52) schrijft dit in zijn boek, Being You, A New Science of Consciousness. Het is de weerslag van ruim twintig jaar onderzoek naar bewustzijn, en van alle filosofische en biologische kennis van daarvoor – hij is een invloedrijke wetenschapper in zijn vakgebied. Het boek is uitgegeven in 2021, en het ligt op de grote houten tafel in een ruimte op de eerste verdieping van debatcentrum De Balie in Amsterdam. Op een deel van de tafel staan borden, glazen, er ligt bestek. Er is alvast gedekt voor een diner – Seth zal later die avond een lezing geven. Maar eerst geeft hij een interview.

Een half uur later dan gepland komt hij binnen – zijn trein uit Brighton in het Verenigd Koninkrijk had vertraging. De hoogleraar trekt zijn jas uit, neemt dankbaar een glas water aan en gaat zitten. De indringende blik waarmee hij op foto’s naar de buitenwereld kijkt, blijkt in het echt zachter. Of lijkt. Want wat is ‘in het echt’?

Deze tafel, dit glas water, uw boek, die spullen zijn echt toch?

„Zeker, die dingen zijn echt. Maar wat we ervaren is een indirecte afspiegeling van wat er echt is in de wereld – de filosoof Immanuel Kant zei dat al. Dus die tafel is echt, maar de manier waarop we hem waarnemen, de kleur, de vorm, de stevigheid, is afhankelijk van ons brein. En ook dat gevoel dat dingen echt zijn, creëert het brein.

„Dit is hoe het lijkt voor ons: er is een reële wereld daarbuiten, met spullen en mensen, met allerlei eigenschappen. Onze zintuigen nemen die waar en dragen die informatie over aan het brein – informatie van lichtgolven, geluidsgolven, geur- en smaakmoleculen. Het glas water in de echte wereld wordt de perceptie van een glas water in het brein. Je neemt het waar, je wilt het en je pakt het. Dit is de ‘van buiten-naar-binnen’ visie. Het lijkt het alsof de wereld direct ons hoofd en onze bewuste ervaring instroomt.”

Maar dat is niet hoe het is?

„Het is veel meer ‘van-binnen-naar-buiten’. De zintuiglijke signalen worden niet zozeer gebruikt om deze ervaring te creëren, maar om voorspellingen te toetsen. Wat wij ervaren wordt bepaald door deze voorspellingen van het brein, niet door de zintuiglijke signalen. Het brein is een voorspellingsmachine.”

Je brein zit opgesloten in een schedel, waar het donker is en stil

Waarom denkt u dat dit zo moet zijn?

„Het kan bijna niet anders. Je brein probeert uit te vinden wat er gebeurt in je omgeving. Maar het zit opgesloten in een schedel, waar het donker is en stil. Er zijn alleen elektrische signalen, kleurloos, geluidloos, vol ruis. Op basis daarvan, en op eerdere ervaringen, moet het brein inschatten wat er gebeurt. Dat kan alleen door verwachtingen te toetsen aan nieuwe signalen die binnenkomen, en die bij te stellen als er fouten in de voorspelling zitten. Wat wij bewust ervaren is de beste gok van het brein van wat er aan de hand is.”

U noemt het een gecontroleerde hallucinatie, wat wij zien en ervaren?

„Het is geen perfecte omschrijving. Maar het benadrukt dat de ervaringen waarvan we intuïtief denken dat die intern gegenereerd worden, zoals hallucinaties of dromen, niet zo verschillen van normale perceptie. Dat zijn geen verschillende categorieën, het zijn punten op een continuüm. Je zou kunnen zeggen dat perceptie een gecontroleerde hallucinatie is, net zoals hallucinatie ongecontroleerde perceptie is. Bij een psychose en tijdens dromen is het verstoord.”

Hoe bestudeert u deze innerlijke geregisseerde waanvoorstelling?

„Je kunt op allerlei manieren op dat proces ingrijpen. Met psychedelica bijvoorbeeld, dat heb ik zelf ook een paar keer uitgeprobeerd. Of via visuele illusies. In mijn lab aan de Universiteit van Sussex gebruiken we bijvoorbeeld binocular rivalry. Daarbij laat je iemand twee verschillende plaatjes zien, in elke helft van het gezichtsveld één. Een huis en een gezicht bijvoorbeeld.

„Je ziet dan niet een huis-en-gezichtachtige mix, maar afwisselend het één of het ander, even het huis en dan weer het gezicht. In een hersenscanner kunnen we zien wat er gebeurt in de hersenen als die sensorische input hetzelfde blijft, maar de ervaring van iemand verandert. Dat brengt je dichter bij wat bewustzijn is.”

Onderdelen van het zelf kunnen verdwijnen. Ik heb dat gemerkt bij mijn oude moeder

En het voert nog verder. Niet alleen de buitenwereld is een hallucinatie, ook ons gevoel van ‘zelf’!

„Klopt. In dat ‘hoe het lijkt’ perspectief beschouwen we het ‘zelf’ als dat wat het waarnemen doet, en bedenkt wat er moet gebeuren. En wat is dit gevoel van zelf? Het is mijn gedachtestroom, mijn perspectief, mijn vrije wil, emoties, mijn lijf, het is een bundel van verschillende dingen die we als één geheel ervaren.

„Maar dit is ook een ervaring. Als ik dit object hier”, Seth wijst naar zijn lichaam, „ervaar als mijn lichaam, dan is dat een waarneming. In experimenten kun je daarmee spelen, bijvoorbeeld met de rubberen-hand-illusie.”

Bij dat experiment ligt een rubberen hand op de plek van je eigen hand op tafel, en je eigen hand uit het zicht, achter een scherm. Als iemand jouw echte hand aait met een kwastje en tegelijkertijd die nephand op dezelfde manier, rijst al na tien seconden het gevoel dat de rubberen hand van jou is. Bij een klap met een hamer op die hand schreeuw je het uit van schrik.

„Zo kun je met ieder aspect van het gevoel van zelf spelen. En dan blijkt dat elk aspect een perceptie is, zelfs het gevoel van vrije wil. Het brein neemt een bepaalde handeling van het lichaam waar, concludeert dat die door iets binnenin werd veroorzaakt, en dan ervaren we het als: oh dit heb ik gedaan.”

Foto’s: Jagoda Lasota

Het brein maakt een verklarend verhaal. Maar wie of wat is aan het vertellen? Is dat ook een hallucinatie?

„Ja, ik denk van wel. Mijn ‘narratieve zelf’ omvat herinneringen, plannen voor de toekomst, dat innerlijke, vaak kritische stemmetje. Het strekt zich uit over de tijd, dat maakt mij dezelfde persoon door de tijd heen. Maar je hebt die ‘ik’ niet nodig, het is gewoon een gevoel dat intern wordt veroorzaakt. Het gevoel van op een bepaalde plek zijn en een eerstepersoonsperspectief te hebben.

„Dat kun je goed zien bij mensen met bepaalde psychiatrische of neurologische problemen, zoals dementie. Onderdelen van het zelf kunnen verdwijnen. Ik heb dat gemerkt bij mijn oude moeder, die een paar jaar geleden een delier kreeg. Ze was compleet verward, ze leek in niets nog op mijn moeder. Mensen kunnen meerdere persoonlijkheden hebben, ze kunnen hun geheugen verliezen, hun complete autobiografische identiteit, maar bijvoorbeeld nog wel weten dat hun lichaam van hen is.”

Wat is het voordeel van op deze manier naar bewustzijn kijken?

„Al honderden jaren buigen filosofen zich over het lichaam-geestprobleem. De Australische bewustzijnsfilosoof David Chalmers noemde het in 1995 the Hard Problem, het Moeilijke Probleem: hoe rijst uit het fysieke brein de subjectieve ervaring van bewustzijn? Er lijkt geen manier om van atomen of moleculen of fysica of biologie of chemie te komen tot, bijvoorbeeld, een ervaring van ‘roodheid’. Bewustzijn viel buiten de wetenschap, was lang het idee.


Lees ook

Filosoof David Chalmers: ‘Leven in de metaverse kan net zo fijn zijn’

Filosoof David Chalmers: ‘Leven in de  metaverse kan net zo fijn zijn’

„Daarom koos ik na een bachelor in fysica en psychologie toch een master in computerwetenschap en een promotieonderzoek in kunstmatige intelligentie. Ik was altijd al geïnteresseerd in bewustzijn, maar ik las over neurale netwerken, dat kwam in die tijd net op, en dat leek me nuttig. En in elk geval zou ik er een baan mee vinden. Je pleegde in die tijd een soort carrière-zelfmoord als je je op bewustzijn wilde richten.

„Pas na mijn promotie verhuisde ik naar San Diego in Californië, om zes jaar lang hersenen en bewustzijn te bestuderen met de neurobioloog en Nobelprijswinnaar Gerald Edelman. Mijn achtergrond in AI blijkt achteraf een uitkomst. In mijn multidisciplinaire groep bouwen we computermodellen. En kennis over het verschil tussen levende systemen en niet-levende systemen blijkt twintig jaar later cruciaal.”

In plaats van op het Moeilijke Probleem richt u zich op wat u noemt het Echte Probleem van bewustzijn?

„‘Wat genereert de ervaring?’ zou de verkeerde vraag kunnen zijn. Laten we in plaats daarvan proberen de verschillende eigenschappen van bewustzijn uit te leggen. Slaap, wakker zijn, anesthesie, binoculaire rivaliteit – we vergelijken wat er gebeurt in de hersenen bij deze verschillende ervaringen. Het idee van het voorspellende brein is een manier om dat te doen.

„Dat lost misschien niet het Moeilijke Probleem op. Maar we zullen er veel voor leren. Mensen dachten ook lang dat een ‘vonk van leven’ nodig was om leven te laten ontstaan. Nu niet meer. Niet omdat iemand die vonk vond, maar omdat we nu meer weten over de eigenschappen van levende systemen, stofwisseling, homeostase, noem maar op. We begrijpen nu dat leven deel uitmaakt van hoe die dingen samenhangen. Hopelijk zal dat met bewustzijn ook zo blijken te zijn.”

Waarom moeten we weten hoe bewustzijn werkt?

„Alleen al om onze plaats in het universum te begrijpen. Maar het heeft ook praktische toepassingen. Het zou kunnen leiden tot effectievere behandelingen van psychiatrische aandoeningen. Het is nuttig voor juridische kwesties over vrije wil en verantwoordelijkheid, bij beslissingen aan het begin en einde van het leven, zoals abortus, en voor ethische beslissingen over de behandeling van niet-menselijke dieren. En het helpt de ethische implicaties te begrijpen van AI en technologieën zoals chatbots en virtual reality.”

Een chronische ziekte verandert je. Je bent in sommige opzichten een andere persoon

Denkt u dat iets wat niet op hersenen lijkt bewustzijn kan hebben?

„Er zijn goede redenen om aan te nemen dat AI niet op weg is naar bewustzijn. Het brein is geen computer. Ik denk dat bewustzijn nauw samenhangt met het feit dat we levende wezens zijn. Maar niemand weet het zeker.

„Een groter probleem is dat wij systemen hebben waarvan we onontkoombaar het gevoel krijgen dat ze bewust zijn. Als ik met Chat GPT praat heb ik dat gevoel al heel sterk. Dat is op zichzelf al behoorlijk ontwrichtend voor onze samenleving. Alleen al die illusie van bewustzijn zou problematisch kunnen zijn.”

Wat doet u, naast uw onderzoek, voor uw ‘zelf’?

Lachend: „Ik moet zeggen dat ik vooral veel werk. Ik ben zeker de helft van de tijd op reis voor mijn werk. En ik zorg voor mijn oude moeder, zij woont in het huis waar ik opgroeide en ik ben de enige die zij heeft.

„Vroeger surfte en voetbalde ik, maar ik kreeg twee jaar geleden long covid. Het is nu bijna weg, maar sporten heb ik nog niet opgepakt. Dat heeft behoorlijk veranderd hoe ik over het zelf en over bewustzijn denk. Een chronische ziekte verandert je. Je bent in sommige opzichten een andere persoon. Ik moest nieuwe grenzen van mezelf leren kennen, nieuwe gewoonten ontwikkelen. Ik ben me meer bewust van de kwetsbaarheid van mijn brein en mijn lichaam. En ik kreeg veel meer aandacht voor gevoelens, voor wat mijn lichaam me vertelt.”

Foto Jagoda Lasota