Om te beginnen met de term zelf: ecocide is afgeleid van genocide, een bekendere, zwaarwegende term die in deze tijd zeer actueel is. Zie bijvoorbeeld de ophef over de kwalificatie door Amnesty International van de oorlog in Gaza als genocide. Ecocide is, net als genocide, een zeer krachtige term die gebruikt wordt om structurele en grootschalige vernietiging aan te duiden. Laten we de term ook zwaarwegend behandelen.
Structurele en grootschalige vernietiging van de natuur vindt plaats. Ook hier in Nederland. Maar mag dat ecocide heten? Het begrip ecocide is al sinds de jaren 70 van de vorige eeuw in gebruik. Sindsdien worden er vurige discussies gevoerd over wat ecocide inhoudt. Die discussies zijn zeer relevant, ook met het oog op het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel. Dit beginsel vereist dat op voorhand duidelijk is wanneer het juridisch verwijtbaar is om een ecosysteem te vernietigen, en met welke intentie.
Hoe groot moet bijvoorbeeld de schade aan de natuur zijn voordat we over ecocide spreken? Is het alleen strafbaar wanneer de natuur opzettelijk wordt vernietigd, of ook als dat niet het doel was maar wel een te verwachten neveneffect? De interpretatie van dergelijke aspecten van ecocide zijn van cruciaal belang voor het nut en de effectiviteit van zo’n strafbaarstelling. Want wat willen ‘we’ daar nu eigenlijk mee bereiken?
Het begrip ecocide kan goedbedoeld maar ook kwaadwillend worden gebruikt, afhankelijk van welke belangen je ermee dient. De manier waarop belangenvertegenwoordiger van de agro-industrie Louise Fresco het begrip duidt (NRC, 9/12) is opmerkelijk. Ze reageert afwijzend op een stuk in Trouw waarin het maaien van bermen als ecocide wordt aangeduid. Het is niet constructief om verontwaardigd te zijn over het label ‘ecocide’ terwijl de strafbaarstelling in feite nog niet bestaat, en dus ook nog onzeker is wat er wel of niet onder de definitie zou (moeten) vallen.
Wees zorgvuldig
Op dit moment is alleen ecocide als oorlogsmisdaad strafbaar. Omdat veel schade aan natuur ontstaat door alledaagse handelingen moeten we zo snel mogelijk een serieus debat voeren over de strafbaarstelling van ecocide in vredestijd. Daarbij is van belang dat de term zorgvuldig wordt gebruikt, dat wetenschappelijke kennis ethisch wordt ingezet en dat grootschalige schade aan de natuur niet wordt afgedaan als een neveneffect.
Het Statuut van Rome, dat bepaalt over welke zaken het Internationaal Strafhof zich buigt, bevat reeds een strafbaarstelling van ecocide in oorlogstijd: wijdverspreide, langdurige en ernstige natuurschade die het militaire voordeel van een aanval duidelijk overstijgt. Als voorbeeld wordt vaak het excessieve gebruik door de Amerikanen van ontbladeringsmiddel ‘Agent Orange’ in Vietnam aangehaald.
Bij ecocide in vredestijd gaat het de beoordeling van ‘alledaagse’ handelingen die ernstige schade aan de natuur teweegbrengen; ecocide betreft de meest ernstige schade aan en vernietiging van de natuur en het milieu. ‘Een stukje maaien’ zoals Fresco schrijft, is een handeling die inderdaad niet onderworpen hoeft te worden aan de toets van ecocide; structureel alle bermen maaien door heel Nederland, waar het stuk in Trouw over ging, wellicht wel. Door de term ecocide toe te passen op een ‘licht’ of vertekend voorbeeld draagt Fresco niet bij aan een serieus debat.
Gebruik de wetenschap ethisch
Om te komen tot strafbaarstelling van ecocide is een wetenschappelijk geïnformeerd debat zeer wenselijk. We hebben de wetenschap nodig om te bepalen hoeveel schade ecosystemen kunnen dragen voordat ze vernietigd zijn. Wetenschap wordt echter ook misbruikt om de ernst van de vervuiling te bagatelliseren door industrieën die daar belang bij hebben. Ze sturen aan op meer onderzoek, ook wanneer allang duidelijk is dát er grootschalige schade aan het milieu ontstaat. Het is een bekende strategie: creëer onzekerheid en win zo tijd om door te gaan op de oude vervuilende voet.
Ecocide is de juridische vertaling van een morele plicht om zorgvuldig met onze leefomgeving om te gaan. We zouden de grenzen daarvan niet moeten willen opzoeken. Dat gebeurt wel. Shell heeft bijvoorbeeld al ruim 30 jaar gedetailleerde kennis van de gevaren van klimaatverandering maar ontkende in de klimaatrechtszaak zijn eigen rol en wijst serieuze oplossingen af. Deze houding is onder meer zeer bedreigend voor kleine eilandstaten die dreigen te verdwijnen door zeespiegelstijging. Recent hebben Vanuatu, Fiji en Samoa dan ook bij het Internationaal Strafhof een verzoek gedaan tot strafbaarstelling van ecocide in het Statuut van Rome. Er zijn al landen, zoals België, Chili en Frankrijk waar (een variant van) ecocide strafbaar is.
Schade is geen neveneffect
Natuurlijk is er een verschil tussen het doelbewust vernietigen van de natuur, en schade aan de natuur die als neveneffect ontstaat. Maar de eis dat de intentie van de dader gericht moet zijn op het vernietigen van de natuur voordat het strafbare ecocide is, is te beperkend en achterhaald. In onwetendheid konden we de schadelijke gevolgen van ons gewone, alledaagse menselijk handelen nog als ‘collateral damage’ beschouwen. Nu we door enorme hoeveelheden data meer weten van die schadelijke effecten kunnen we dat niet meer.
Laten we wel wezen: het doel van Tata Steel is allerminst om onze leefomgeving ernstig te vervuilen; het bedrijf legt zich toe op het produceren van kwalitatief goed staal. Maar het is een feit dat in het productieproces zeer grote hoeveelheden stoffen worden gebruikt en stoffen vrijkomen die ernstige schade aan de natuur veroorzaken. Om die reden moeten de schadelijke effecten van de staalproductie óók meegenomen worden in de beoordeling van ecocide.
Ecocide kan, afhankelijk van de juridische definitie en praktische invulling die daaraan gegeven wordt, een krachtig instrument zijn om grootschalige milieuvervuiling én zorgwekkend verlies van biodiversiteit tegen te gaan. Het begrip ecocide is te belangrijk om onzorgvuldig te gebruiken. En wie meent dat de term ecocide te lichtzinnig wordt gebruikt, zoals Fresco in haar column betoogt, heeft de ernst van het probleem niet begrepen.
Lees ook
Kunstenaar Jonas Staal maakte een requiem voor de aarde: ‘Wij sterven niet uit, wij worden uit-gestorven’