Dinsdag heeft de Eerste Kamer gestemd voor het afschaffen van de salderingsregeling in 2027. Daarmee komt de (te) succesvolle regeling, die van Nederland een echt zonnepanelenparadijs maakte, definitief ten einde.
Met de salderingsregeling konden eigenaren van zonnepanelen opgewekte stroom die zij zelf niet gebruikten en terugleverden aan het net, aan het eind van het jaar wegstrepen tegen de elektriciteit die zij hadden afgenomen van het energiebedrijf op momenten dat de zon niet scheen. Daarmee moesten zonnepanelen aantrekkelijker worden door de kortere terugverdientijd. En dat werkte: de regeling zorgde voor een enorme boost in zonne-energie. Inmiddels liggen er op bijna drie miljoen woningen zonnepanelen.
Maar de regeling ging aan haar eigen succes ten onder. Inmiddels liggen er zo veel zonnepanelen op Nederlandse daken, dat het net tijdens piekuren overbelast raakt. Daarnaast leveren eigenaren hun overtollige zonne-energie vaak terug aan het net op momenten dat de tarieven laag zijn. De energie die de bedrijven volgens de regeling op een later moment moeten teruggeven aan hun klanten, is vaak juist ingekocht tegen een hogere prijs. De extra kosten die energiebedrijven daardoor maken, vragen zij weer (deels) terug via terugleverkosten: kosten die consumenten betalen voor het terugleveren van stroom.
Sommige experts en politici riepen al jaren dat de salderingsregeling weg moest, maar het beleid bleef lang zwalken. Nu is dan toch besloten tot afschaffing.
1. Wat betekent de afschaffing voor consumenten?
Vanaf 2027 mogen zonnepaneeleigenaren eigen stroom niet meer verrekenen. Wel ontvangen zij een vergoeding van tenminste 50 procent van de kale marktprijs voor stroom (zonder belastingen) die hun energieleverancier rekent. Over twee jaar zal het dus flink gaan lonen om eigen stroom zoveel mogelijk te verbruiken. Het kabinet hoopt met het afschaffen van de salderingsregeling de overbelasting van het stroomnet (‘netcongestie’) te verlichten.
Door het afschaffen van de salderingsregeling worden zonnepanelen minder rendabel. Waar de terugverdientijd eerst zo’n acht jaar was, heeft een zonnepaneelbezitter die 30 procent van zijn stroom zelf verbruikt nu twaalf tot zeventien jaar nodig om zijn investering terug te verdienen, berekenden onderzoeksbureaus CE Delft en TNO. De staat was aan de regeling jaarlijks zo’n 600 miljoen euro kwijt.
Volgens een berekening van vergelijkingssite Independer is een gemiddeld huishouden met zonnepanelen vanaf 2027 zo’n 200 euro per jaar meer kwijt aan elektriciteit dan nu. Maar daarmee blijven zonnepanelen nog steeds een goede investering.
2. Wat zijn de gevolgen voor zonnepaneelbedrijven?
Door zwabberend overheidsbeleid, en de daardoor ontstane onduidelijkheid over de terugverdientijd, loopt de vraag naar zonnepanelen al lange tijd sterk terug. Afgelopen zomer becijferde branchevereniging Techniek Nederland dat het aantal verleende opdrachten in de zonnepanelenmarkt met 95 procent was teruggelopen in tien maanden.
Dat voelden ze ook bij zonnepanelenbedrijven BY Projects en Solarbox. Zij moesten uiteindelijk zelfs stoppen door „sterk teruglopende orders”. „Dat het nodig is om de salderingsregeling af te schaffen, snap ik wel”, zegt Wouter van den Heuvel, directeur van Solarbox. „Maar het is problematisch dat klanten lange tijd niet weten waar ze aan toe zijn.”
Ook nu duidelijk is dat de salderingsregeling verdwijnt, zijn er nog veel vragen volgens de directeur. „Bijvoorbeeld wat er in de plaats komt van de salderingsregeling. Sophie Hermans had het over een redelijke vergoeding voor teruggeleverde zonnestroom, ook nog na 2027. Wat een redelijke vergoeding is, en voor wie die redelijk gaat zijn, is totaal onduidelijk.”
In het wetsvoorstel voor de afschaffing wordt het begrip ‘redelijke terugleververgoeding’ niet verder gedefinieerd. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) moet hierop gaan toezien. Dat er geen algeheel verbod komt op het berekenen van terugleverkosten, zorgt ook voor onzekerheid over de opbrengsten van zonnepanelen. Of de vraag naar panelen nu weer zal aantrekken valt nog te bezien.
3. Is dit een klap voor de energietransitie?
Als het om aantallen zonnepanelen per inwoner gaat, is Nederland dankzij de salderingsregeling al lang en breed wereldkampioen. Wat dat betreft is de regeling een daverend succes geweest – en je zou denken dat je wel gek moeten zijn om deze af te schaffen. Hoe meer panelen, hoe beter. Toch?
Opmerkelijk genoeg denken zelfs de grootste voorstanders van zonne-energie daar anders over. Zij waarschuwden juist dat nog langer doorgaan (de subsidieregeling bestaat al twintig jaar) averechts zou werken voor de energietransitie. De branchevereniging voor de zonne-energiesector zei dinsdag „blij” te zijn dat de regeling verdwijnt.
Omdat al die zonnepanelen vaak energie opwekken op momenten dat er weinig vraag is naar stroom – namelijk overdag – en die stroom dan weer teruggeleverd wordt, raakt het stroomnet geregeld overbelast. De verstopping van het net zit verdere verduurzamingsinitiatieven in de weg: er is geen plek meer voor nieuwe aansluitingen op het net.
Volgens voorstanders van het afschaffen moet de focus voortaan liggen op het stimuleren van meer eigen verbruik. De meeste zonnepanelenbezitters gebruiken maar 30 procent van hun stroom zelf. Door meer zonnestroom zelf te gebruiken, ontstaat weer meer ruimte op het net en dus voor verdere verduurzaming.
Hoewel de terugverdientijd van zonnepanelen door de afschaffing langer wordt, blijven ze een goede investering. Dat komt onder andere doordat zonnepanelen steeds goedkoper worden. En sommige mensen gebruiken panelen niet alleen voor de portemonnee, maar voornamelijk voor het klimaat.