Ongrijpbaar voor haar ambtenaren, onbereikbaar voor de buitenwereld: minister Faber opereert ‘volstrekt ongebruikelijk’

Ze ziet er „enorm naar uit”, zegt Marjolein Faber, om samen met haar ambtenaren aan de slag te gaan voor „een sterker Nederland”. De nieuwe minister van Asiel en Migratie is op 8 juli net een week aan de slag en heeft een filmpje opgenomen om zich voor te stellen aan haar nieuwe ondergeschikten. „Wie is Marjolein Faber?”, opent de interviewer, een ambtenaar van een ander ministerie.

„Nou, zoals je al zegt, ik ben Marjolein Faber”, begint minister Faber. Ze vertelt dat ze veertig jaar getrouwd is, twee zonen heeft, in Hoevelaken woont. Ze hebben thuis vissen, een kat – de kat valt soms bij de vissen in de vijver – en een oud haflingerpaard. Ze zegt dat ze uit een slagersfamilie komt, wel een die op „een nette manier” dieren slachtte. Ze belandde in 2008 in de politiek na het zien van een spotje van de PVV, waarin Geert Wilders (in pak) en Fleur Agema met krakende riemen door een oer-Hollandse vaart roeiden, terwijl ze kijkers opriepen met hen ‘tegen de stroom in’ te komen roeien. Drie jaar later was ze PVV-fractievoorzitter in de Gelderse Provinciale Staten en PVV-senator.

Uit stamboomonderzoek, vertelt Faber tegen de interviewer, weet ze dat haar familie al „honderden jaren” in Nederland woont. Maar haar land is veranderd. Haar politieke drijfveer is om iets te doen aan de druk op zorg, onderwijs en woningmarkt die volgens haar is veroorzaakt door „een heel grote instroom van mensen”. Die wil ze „op een nette manier” beperken.

„Is er nog iets wat je zou willen meegeven aan de collega’s?”, vraagt de interviewer. Faber kijkt recht in de camera. „Ik ben ervan overtuigd dat er heel veel kennis en kunde aanwezig is binnen het ministerie. En dat de mensen graag aan de slag willen. Ik wil dat ook graag. Dus ik ga graag met u samen aan de slag. Voor een sterker Nederland.”

Als de assistent na enkele weken nog niet is teruggekeerd, geloven de ambtenaren het niet meer. Later blijkt dat hij niet door de AIVD-screening is gekomen

Hoe anders is dat vijf maanden later. Woordvoerders heeft de minister niet meer; journalisten met vragen moeten een mail aan het ministerie sturen. Interviews geeft ze niet. Met De Telegraaf heeft ze al meerdere afspraken afgezegd. Met Tweede Kamerleden van andere partijen praat ze in principe niet. Uitvoeringsorganisaties voelen zich genegeerd, net als lokale en regionale bestuurders. Adviezen en inspraak van ambtenaren worden aan de kant geschoven, ook bij belangrijke wetswijzigingen of nieuw beleid.

NRC sprak met ambtenaren op het ministerie en bij (overheids)organisaties die meewerken aan de uitvoering van het asielbeleid, Tweede Kamerleden en andere betrokkenen in de asiel- en migratiewereld om een een beeld te krijgen van hoe Faber opereert. Veel gesprekspartners wilden alleen anoniem praten, uit angst voor hun baan. Of om de toch al precaire verhoudingen met de minister niet op het spel te zetten.

NRC stuurde het ministerie de bevindingen in het artikel per mail op, en verzocht om een reactie. Het ministerie heeft daarvan „kennis genomen”, zo staat in de mail die NRC terugkreeg, maar het gaat niet in op de punten. „Daarmee delen we de bevindingen en conclusies zeker niet.”

PVV-leider Geert Wilders met (destijds senator) Marjolein Faber en in het midden Reinette Klever (toen Tweede Kamerlid).
Foto Anjo de Haan / Hollandse Hoogte

Gejaagd

Voor de zomervakantie, vertellen mensen in haar omgeving, is Marjolein Faber vriendelijk, open en oogt ze ontspannen. Ze is, zoals ambtenaren het zeggen, „adviseerbaar en benaderbaar”. Maar na de zomer lijkt de minister druk te voelen om haast te maken met haar plannen. Voor haar omgeving is duidelijk waar die druk vandaan komt. Faber gaat bijna elke woensdag langs bij de PVV-fractie in de Tweede Kamer, volgens betrokkenen spreekt ze daar met partijleider Geert Wilders. (Een woordvoerder van de PVV reageert niet op vragen over deze afspraken.)

Het is een ongebruikelijk bezoek voor een minister en vindt plaats om negen uur ’s ochtends, als het parlementsgebouw nog grotendeels leeg is. Bij terugkomst op het ministerie, merken ambtenaren, gedraagt hun minister zich gespannen, opgejaagd. Ze jaagt ambtenaren op en eist dat haar verzoeken sneller worden uitgevoerd.

Ook op X heeft de PVV-leider veel aandacht voor het werk van Faber. Bijna elke tweet van haar wordt door Wilders onder de aandacht gebracht, vaak vergezeld van bemoedigend of triomfantelijk commentaar. Voor de PVV-leider is een strenger asielbeleid de belangrijkste reden om mee te regeren en Faber moet dat voor elkaar krijgen.

‘Dragende motivering’

Desondanks gaat het bij Fabers eerste grote opdracht direct mis. Tijdens de formatieonderhandelingen heeft Wilders geëist dat het kabinet een asielcrisis uitroept. Dan kan het kabinet via noodrecht zonder voorafgaande instemming van de Tweede Kamer ingrijpende asielmaatregelen nemen. Maar het kabinet kan zo’n crisis alleen in uitzonderlijke omstandigheden uitroepen. Coalitiepartner NSC, die prat gaat op goed bestuur, eist dat Faber een „dragende motivering” aanlevert.

Op het ministerie zien ambtenaren Faber worstelen. De minister levert telkens zelf teksten aan, die volgens ambtenaren door een buitenstaander zijn geschreven, maar in ambtelijke ogen geen van alle voldoen, vertellen twee direct betrokkenen.

Het voornemen om een crisis uit te roepen, levert grote maatschappelijke en politieke kritiek op. Steun van coalitiepartijen is essentieel. Ambtenaren vragen Faber tijdens een overleg of ze al bij Kamerleden uit de coalitie heeft gepolst wat hun wensen en eisen zijn. „Ik doe niet mee aan die poppenkast”, zegt Faber volgens betrokkenen die over de vergadering worden bijgepraat. „Ik houd niet van toneelstukjes.”

Die opstelling past bij die van haar politieke baas Wilders. Hij noemde de Tweede Kamer jaren geleden al een „nepparlement”. Faber en Wilders moeten hun gewenste noodrecht uiteindelijk loslaten, ondanks de dreiging van de PVV-leider dat hij geen „ruggengraat van een banaan” heeft. Na weken crisisoverleg weigert coalitiepartner NSC steun te geven.

Marjolein Faber, minister van Asiel en Migratie (PVV), tijdens de tweede dag van de Algemene Politieke Beschouwingen.
Foto Bart Maat

Geen contact

Voor Kamerleden van de coalitie is Faber sinds haar aantreden nagenoeg onbereikbaar. „Er is geen contact met de minister, nul, ik heb haar telefoonnummer niet eens”, zegt Queeny Rajkowski, Kamerlid van coalitiepartij VVD. In de zomer had ze af en toe nog contact met de politiek assistent van minister Faber. „Maar die is ook verdwenen.” Een bijzondere situatie, zegt Rajkowski. „Laat ik het daarbij laten.”

Politiek assistenten onderhouden het contact met Kamerleden. Maar de assistent van Faber loopt nog maar kort op het ministerie rond. Als hij in september niet meer komt opdagen, vertelt Faber haar ambtenaren dat haar assistent op vakantie is. Het verbaast ze: het is tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen en vlak voor Prinsjesdag, een van de drukste dagen in de parlementaire kalender.

Als de politiek assistent na een paar weken nog niet terug is, geloven de ambtenaren het verhaal niet meer. In De Telegraaf lezen ze dat de assistent niet door de veiligheidsscreening van de AIVD is gekomen. Wel zit de assistent nog in verschillende ambtelijke WhatsApp-groepen, waar hij ook de berichten leest die ambtenaren naar elkaar sturen, zo blijkt uit informatie die NRC heeft ingezien. De assistent wil niet op vragen van NRC reageren.

Werken aan terugkeer

Regelmatig oppert Faber nieuwe ideeën om de asielinstroom te keren, bijvoorbeeld een paar dagen nadat PVV-leider Wilders het kabinet heeft opgeroepen Syrië deels veilig te verklaren, zodat vluchtelingen kunnen worden teruggestuurd. Tijdens een intern overleg stelt Faber voor om voorlichtingsfilmpjes te maken, waarin zij voor een landkaart van Syrië zelf zal aanwijzen welke gebieden veilig zouden zijn, blijkt uit informatie die NRC heeft ingezien. Daarmee wil ze Syrische vluchtelingen aansporen om terug te keren naar het land dat ze vanwege oorlog zijn ontvlucht. Het idee wordt niet verder uitgewerkt.

Een plan van Faber om borden bij asielzoekerscentra te plaatsen, wordt wel concreet. Het idee ontstaat tijdens een werkbezoek eind september aan Denemarken, vanwege het strenge asielbeleid een gidsland voor de PVV. Ze meent er borden bij asielzoekerscentra te zien waarop staat dat er ‘aan terugkeer’ wordt gewerkt. Dat wil Faber ook. Haar ambtenaren melden dat „navraag bij de Denen leert dat zij geen gebruikmaken van een generiek bord dat op terugkeer wijst”, zo staat in een interne adviesnota voor de minister, die is ingezien door NRC.

In het advies schrijven ze dat het niet mogelijk is borden bij asielzoekerscentra neer te zetten waarop staat dat er aan terugkeer wordt gewerkt. In de centra wonen ook vluchtelingen, die wél in Nederland zullen mogen blijven. Voor overheidscommunicatie geldt „dat die waarheidsgetrouw moet zijn”, niet misleidend. Of, zoals de ambtenaren schrijven: „Vermelden, weglaten of overaccentueren van feiten en argumenten om daarmee degene op wie de communicatie is gericht tot andere keuze te brengen dan zij wellicht anders zou hebben gedaan, is nimmer toegestaan.” De door Faber gewenste boodschap op de borden is „hiermee niet in lijn en kan daarom niet vanuit een bewindspersoon, departement en/of uitvoeringsorganisatie worden uitgedragen”.

Faber zet door, waarna de Tweede Kamer een motie aanneemt die haar verbiedt zulke borden neer te zetten. Coalitiepartner NSC helpt de motie aan een meerderheid.

Faber voorafgaand aan de wekelijkse ministerraad op het Catshuis.
Foto Bart Maat



Lees ook

Als minister Faber verschijnt, worden de auto’s opeens bij bosjes gecontroleerd

Minister Faber (Asiel en Migratie, PVV) bij een controle op de A2 bij parkeerplaats Patiel.

Botten meten

De minister krijgt onder ambtenaren en bestuurders al snel de reputatie zich regelmatig te verliezen in kleine ergernissen. Bij overleggen over minderjarige alleenstaande asielzoekers heeft ze vooral vragen over hun leeftijd. De PVV is ervan overtuigd dat volwassen asielzoekers massaal misbruik van het systeem maken door te liegen over hoe oud ze zijn. Het vaststellen van de precieze leeftijd van jonge asielzoekers is (bij gebrek aan documentatie bij veel asielzoekers) een omstreden en ingewikkeld punt, waar experts en ambtenaren al jaren niet uitkomen. Hoe bepaal je of iemand achttien of negentien is?

In medisch leeftijdsonderzoek, waarin door te kijken naar botvorming wordt bepaald hoe oud iemand is, zit een foutmarge. Faber ziet het probleem niet. Met haar achtergrond in de radiologie weet zij dat het wel kan, zegt ze. Aan een bestuurder van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) vraagt ze of het klopt dat asielzoekers een rijbewijs betaald krijgen. Ze wil ook dat het COA stopt met het aanbieden van kickbokstrainingen aan asielzoekers.

Zo stuurt ze haar ambtenaren de een na de andere doodlopende weg in. Het heeft een funeste werking op het moreel van departementale ambtenaren. Ambtenaren zijn ‘lethargisch’ of ‘onverschillig’ geworden, zien bronnen. Ze vinden dat de tijd en energie beter in grote, structurele plannen kan worden gestoken. Is Faber wel serieus bezig met het realiseren van „het strengste asielbeleid ooit?” Of is ze, vragen sommigen zich af, vooral bezig met het in stand houden van het beeld dat de PVV aan het strengste asielbeleid ooit werkt? Die twijfel wordt versterkt doordat Faber in externe overleggen regelmatig benoemt dat er een andere politieke wind waait, dat de kiezer heeft gesproken.

Woordvoering mag nu gaan

Intussen raakt minister Faber steeds meer geïsoleerd.

Beeld en communicatie zijn alles in de politiek. Maar tussen Faber en haar woordvoerders botert het niet. Na de zomer komt er een nieuwe regel: vragen van journalisten mogen niet meer telefonisch worden beantwoord. Alles moet voortaan via de mail, met een afschrift naar ambtelijke leidinggevenden. Volgens betrokken ambtenaren tekent het haar werkwijze. Ze is zo bang voor lekken dat ze haar eigen ambtenaren niet vertrouwt.

Tekenend is de gang van zaken rond de wens om een asielcrisis uit te roepen. Half september is duidelijk dat de dragende motivering voor het uitroepen van een asielcrisis niet rond komt. Volgens ambtelijke juristen zijn de bedachte teksten „niet toereikend”, blijkt uit interne stukken. Hoe nu verder? Tijdens een overleg met topambtenaren wordt de situatie besproken. Midden in het overleg zegt Faber tegen haar woordvoerder dat hij naar buiten moet, volgens bronnen omdat ze bang is dat er informatie lekt. Hij vertrekt onder protest. Vanwege het gebrek aan ‘een klik’ stapt hij daarna op. Een paar dagen later wordt haar andere woordvoerder op non-actief gezet.

Twee vervangers worden ondanks succesvolle kennismakingsgesprekken – ‘klikgesprekken’ in Haags jargon – op het laatste moment afgebeld. Een van hen staat op het punt van beginnen, ze heeft haar rooster al binnen. Maar dan schrijft het AD dat de nieuwe woordvoerder van Faber eerder een half jaar voor de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema heeft gewerkt. Het is de dag waarop Wilders in de Kamer om het ontslag van Halsema vraagt vanwege haar aanpak van de rellen na Ajax-Maccabi.

Op vrijdag krijgt de woordvoerder te horen dat ze niet hoeft te komen en dat het nieuwsbericht daar de aanleiding voor is. Ze moet financieel worden gecompenseerd. Ook de tweede woordvoerder, die deze vrouw moet vervangen, voert een succesvol kennismakingsgesprek. Ook bij deze woordvoerder vormt een eerdere werkgever een belemmering.

De snelle wisselingen zijn zeer ongebruikelijk: het woordvoerderschap is geen politieke benoeming. Woordvoerders zijn ambtenaren die tijdens hun carrière politici van allerlei pluimage dienen.

De situatie is zo geëscaleerd dat de minister inmiddels geen eigen woordvoerders meer heeft. Formeel zijn alle woordvoerders met verlof, zo staat op de site van het ministerie. Voor journalisten is het ministerie niet meer telefonisch bereikbaar.


Lees ook

In Ter Apel stierf in augustus een baby. Wat ging daaraan vooraf? Een reconstructie

Grote drukte met slapende kinderen bij het aanmeldcentrum in Ter Apel in juli 2022, een maand voordat de baby van de Eritrese vrouw er zou sterven.

Eigen werkelijkheid

Voor de uitvoering van de asielopvang zijn Faber en haar ambtenaren afhankelijk van anderen, zoals gemeenten, de immigratiedienst IND en opvangorganisatie COA. Maar met bijna alle organisaties die betrokken zijn bij het asielbeleid, zijn de verhoudingen stroef.

Zo blokkeert Faber het leveren van ‘doorstroomlocaties’ door gemeenten. Zulke locaties zijn bedoeld voor asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen, statushouders. Via deze locaties zouden ze snel uit de overvolle asielzoekerscentra kunnen vertrekken, wat ook voor het ministerie gunstig is. Apeldoorn wilde in tien woningen vier of vijf statushouders per woning onderbrengen. Ze zouden ieder een eigen kamer krijgen maar alle woonvoorzieningen moeten delen met huisgenoten. Maar de minister weigert financiering, omdat zij het plan niet sober genoeg vindt.

Wat dan wel sober genoeg is, is een vraag waar gemeenten tot hun frustratie geen antwoord op krijgen. Net als op veel andere vragen die ze stellen. „We hebben het ministerie meerdere brieven gestuurd met praktische vragen over de opvang, geen enkele van die brieven is beantwoord”, zegt een woordvoerder van de Vereniging Nederlandse van Gemeenten. „Dat is volstrekt ongebruikelijk.”

Ongrijpbaar

Het is de zoveelste keer dat antwoorden uitblijven.

Nadat de nieuwe coalitie direct had aangekondigd de spreidingswet, die de asielopvang gelijk over Nederland moet verdelen, in te trekken, is de chaos alleen nog maar toegenomen. Met een oplossing komt Faber niet – haar stelling is dat haar asielbeleid het aantal asielzoekers zo zal terugdringen dat er veel minder opvang nodig zal zijn.

Faber is ongrijpbaar, merken lokale en regionale bestuurders. Bij het eerste overleg van de Landelijke Regietafel met de nieuwe minister spreken de aanwezigen een gezamenlijke woordvoeringslijn af. Maar als Faber na afloop wordt geïnterviewd, begint ze over een idee dat provincies om de beurt extra opvang moeten regelen als aanmeldcentrum Ter Apel vol is – iets wat tijdens de vergadering alleen terloops is genoemd. Als aanwezige bestuurders journalisten vertellen dat ze verbaasd zijn over de woorden van de minister, wordt Faber boos. Ze houdt vol dat dit wel degelijk zo is besproken. „Ze leeft in haar eigen werkelijkheid”, zegt een aanwezige.

Eind november krijgen ambtenaren een conceptversie van een Kamerbrief onder ogen, waarin Faber schrijft dat er vanwege haar beleid komende jaren minder asielzoekers naar Nederland zullen komen. De verantwoordelijke ambtenaren maken bezwaar. Voor die bewering ontbreekt elke cijfermatige en wetenschappelijke onderbouwing, weten ze. De ambtelijke werkgroep die normaliter de asielinstroom berekent, is niet bij de brief betrokken.

Maar de inhoudelijke bezwaren van de ambtenaren worden opzijgeschoven. Op 2 december schrijft Faber aan de Kamer dat er binnen drie jaar „een sterke daling is te zien in de instroomcijfers”.

Faber tijdens het debat over de begroting van het ministerie van Asiel en Migratie.
Foto Bart Maat

Weerstand

Faber is van plan om deze week, vijf maanden na het aantreden van het kabinet, haar eerste twee wetsvoorstellen voor een strenger asielbeleid voor te leggen aan de ministerraad. Het gaat bijvoorbeeld om het invoeren van twee statussen voor asielzoekers, en het inkorten van de geldigheid van asielvergunningen.

Ook hier organiseert Faber haar eigen weerstand. Naast vernietigende kritiek op de uitvoerbaarheid, klagen zowel de Raad van State, de Raad voor de Rechtspraak als de Nederlandse Orde van Advocaten dat ze maar een week van de minister hebben gekregen om advies te geven. Een goede beoordeling van de uitvoerbaarheid van de wetsvoorstellen is daarmee onmogelijk, vinden de organisaties. Terwijl die cruciaal is voor het daadwerkelijk terugdringen van de instroom waarmee Faber zich rijk rekent.

Die ene week is een hele week meer dan het COA heeft gekregen, tot grote ergernis van de opvangorganisatie. Zij zal een groot deel van de klappen van het nieuwe asielbeleid moeten opvangen, en zij mag van de minister daar niets van vinden. Het verzoek van het COA om een ‘uitvoeringstoets’ op het nieuwe beleid los te laten, wordt afgewezen, blijkt uit informatie die NRC inzag. De frustratie daarover is zo groot dat het COA daar vorige week formeel over heeft geklaagd bij het ministerie.

„Hoe vindt u zelf dat het gaat?”, vroeg een politiek verslaggever van De Telegraaf vorige week aan de minister. Goed, antwoordde Faber. „Ik vind dat de ambtenaren die aan de wetten werken een enorme prestatie hebben geleverd, dat is wel een pluim waard.” Woordvoerders had de minister wel degelijk, zei ze, alleen kon ze niet vertellen wie, „dat moet u aan het ministerie vragen.” En wat vond Faber van de kritiek dat ze solistisch opereerde? „Ik vind dat ik helemaal niet solistisch werk. Laat ik eerlijk zijn, ik denk dat ik dit niet alleen had gekund.”


Lees ook

Orde van Advocaten: minister Faber ondermijnt met werkwijze omtrent asielwetten democratische rechtsstaat

Marjolein Faber, minister van Asiel en Migratie, tijdens het debat over de begroting van het Ministerie van Asiel en Migratie.