De overheid moet supermarkten boetes opleggen als ze te veel ongezond voedsel verkopen en ze belonen als er meer gezond voedsel langs de kassa gaat. Dat schrijft de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) in een advies aan het kabinet. „De bedreiging voor de volksgezondheid is zo ernstig”, aldus de RVS, dat de overheid verbeteringen moet „afdwingen met financiële prikkels”.
Supermarkten moeten het financieel voelen als ze veel ongezonde producten blijven verkopen. „Als supermarkten beloning of straf krijgen voor hun daadwerkelijk verkochte producten is dit een prikkel om consumenten te verleiden tot gezondere aankopen.”
Sancties voor supermarkten die veel ongezonde producten verkopen zijn er nu niet. En afspraken die er zijn met de industrie, bijvoorbeeld om producten gezonder te maken, hebben te weinig effect. Maatregelen zoals een suikertaks of een btw-verlaging voor groente en fruit vindt de raad „een goed idee”, maar nog steeds onvoldoende omdat ze maar op een beperkt aantal producten gericht zijn. „De ondermijning van de volksgezondheid door ongezond voedsel zit hem in het héle voedingspatroon”, schrijft de raad onder voorzitterschap van Jet Bussemaker, voormalig staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Om de urgentie van de boodschap te onderstrepen, grijpt de RVS het schrikbeeld aan dat het RIVM onlangs schetste. Als er niets verandert, heeft 64 procent van de Nederlanders in 2050 overgewicht – nu is dat iets meer dan de helft. Ongezonde voeding leidt volgens eerdere berekeningen tot 13.000 doden per jaar, en 6 miljard euro aan vermijdbare zorguitgaven.
De raad legt de verantwoordelijkheid goeddeels bij de supermarkten, waar meer dan driekwart van het voedselaanbod buiten de richtlijnen voor goede voeding van de Gezondheidsraad valt en Nederlanders een groot deel van hun voedsel kopen. „De supermarkt is niet dé veroorzaker van gezondheidsproblemen, maar is wel de spil in de voedselvoorziening van consumenten.”
Het zijn ook de supermarkten die keuzes van consumenten positief kunnen beïnvloeden, bijvoorbeeld door ongezonde producten weg te laten bij de kassa of er geen korting op te geven.
Hobbels en haalbaarheid
Met het advies om supermarkten te straffen geeft de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving een stevige boodschap af. Maar hoe zo’n financiële prikkel eruit moet zien, laat de RVS in het midden. Dat bonus-malussystemen „over het algemeen positief uitwerken” onderbouwt de raad met een verwijzing naar twee studies over de uitstoot van broeikasgassen en een opmerking dat er „uiteraard talloze andere studies” zijn.
De financiële afrekening zou gebaseerd moeten zijn op een vergelijking tussen supermarkten. Hoe die vergelijking gemaakt wordt, is de vraag. Voor het aanbod kunnen onderzoekers naar het assortiment in winkels en webshops kijken, maar verkoopcijfers houden supermarkten meestal voor zichzelf.
Een grote hobbel voor een wettelijk verankerd systeem van bonussen en boetes is het ontbreken van een definitie voor (on)gezond voedsel. Dat ziet de raad zelf ook. „Er moet een maat komen voor de gezondheid van de voedselproducten die een supermarkt verkoopt.” Een commissie van deskundigen moet daarover adviseren.
Die wacht een taaie klus, want nu al is er discussie over de vraag wat een beter instrument is om gezonde(re) producten aan te wijzen: de Schijf van Vijf, die laat zien of producten in een gezond eetpatroon passen, of Nutri-Score, een logo met kleurtjes, bedoeld om producten in één categorie met elkaar te vergelijken. Ook de term ultrabewerkt voedsel levert verwarring op. Producten met veel ingrediënten en fabrieksbewerkingen bevatten vaak veel calorieën en veel suiker, zout en vet. Maar er zijn ook sterk bewerkte producten, zoals halvarine, die in de Schijf van Vijf staan.
De raad erkent dat er meer obstakels zijn. Want hoe hoog moeten beloningen en boetes zijn? Hoe blijven de administratieve lasten voor supermarkten beperkt? En past zo’n systeem in de Europese regelgeving? Ook die vragen zou een commissie met onder anderen juristen, economen, fiscalisten en gedragsdeskundigen moeten beantwoorden.
En dan de politieke haalbaarheid van prijsmaatregelen – dat is nu al een probleem. Zelfs een suikertaks die verder gaat dan de huidige verbruiksbelasting, is er nog niet van gekomen.
‘Mogelijk, maar niet wenselijk’
Voor het rapport sprak de raad met 24 mensen. Een deel van hen werkt voor gezondheidsorganisaties of universiteiten, bijna de helft voor bedrijven als Unilever, Jumbo of Albert Heijn. Overigens verleenden de gesprekspartners hun deelname zonder dat zij goedkeuring aan het advies gaven.
Jaap Seidell, emeritus-hoogleraar voeding en gezondheid aan de VU, was niet betrokken bij de totstandkoming van het rapport. Hij pleit er met andere gezondheidsexperts al jaren voor om supermarkten te stimuleren gezond voedsel aantrekkelijker te maken. Maar het idee om supermarkten te beboeten valt voor hem uit de lucht. „Geen idee of dat effectief, uitvoerbaar en handhaafbaar is”, zegt hij. „Je krijgt allerlei discussies over wat ongezond is. Alles buiten de Schijf van Vijf? Ook witbrood, volle melk en vruchtensap?”
„Onmogelijk is een bonus-malussysteem misschien niet”, zegt Jochen Mierau, hoogleraar gezondheidseconomie in Groningen. Hij hoorde onlangs dat institutionele beleggers aan supermarkten willen vragen hun omzet uit te splitsen op basis van de Nutri-Score van hun producten. „Daar zit dus misschien een opening.” Maar wat theoretisch kan, is nog niet per se wenselijk. „Het beboeten en belonen van supermarkten is een verregaande inmenging van de overheid in de markt. Laten we eerst maar eens beginnen met het inprijzen van gezondheidsschade in producten, bijvoorbeeld met een suikertaks.”
Lees ook
Ongezonde bedrijven zijn sneller dan de wetgever kan bijbenen
Supermarktkoepel CBL ziet weinig in een bonus-malussysteem, alleen al vanwege de uitvoerbaarheid. CBL-voorzitter Marc Jansen sprak met de raad, maar schaart zich niet achter het advies. „Je hoeft supermarkten niet te belonen als ze gezonder voedsel verkopen – daar werken ze zelf al aan, bijvoorbeeld door zout, suiker en onverzadigd vet uit huismerkproducten te halen. Het is effectiever om de btw op gezonde producten af te schaffen, dan beloon je niet de supermarkt maar de consument.”