Het ging deze weken in Den Haag over geld, want het kabinet-Schoof heeft geld nodig. Om die plannen te realiseren, wilde het kabinet onder andere bezuinigen op het hoger onderwijs en de btw verhogen. Dat kan niet zonder de steun van de oppositie in de Eerste Kamer. De prijs die ze moesten betalen: sommige bezuinigingen zijn voorlopig van tafel.
Verrassend genoeg kwam daarbij het initiatief van de oppositie, in plaats van de coalitie. In deze Haagse Zaken hoor je alles over de verhouding tussen de Eerste en de Tweede Kamer, de kracht van de oppositie en wat er terecht is gekomen van de bezuinigingen.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected].
De Nederlandse clubs zijn voor dit voetbalseizoen klaar in de Champions League. Na de uitschakeling van Feyenoord op dinsdag verliet een dag later ook PSV het belangrijkste toernooi voor Europese teams. De uitwedstrijd tegen Arsenal in de achtste finales eindigde in 2-2. Dat volstond voor de Londenaren ruimschoots na de zege van 7-1 van vorige week in het Philips Stadion.
PSV wilde een nieuwe afstraffing voorkomen om het zelfvertrouwen niet nog verder te laten afnemen. Trainer Peter Bosz koos toch niet voor zijn sterkste basisformatie, omdat de laatste maanden van dit seizoen voor PSV volledig in het teken van de Eredivisie staan. De regerend kampioen hoopt daarin een achterstand van 8 punten op koploper Ajax goed te kunnen maken. Als dat niet lukt, wil PSV in ieder geval als tweede eindigen om weer zeker te zijn van deelname aan het hoofdtoernooi van de Champions League met bijbehorende miljoenen.
Aanvoerder en spits Luuk de Jong startte op de reservebank, net als buitenspeler Noa Lang en de twee centrale verdedigers Olivier Boscagli en Ryan Flamingo. Ook linkervleugelverdediger Mauro Júnior en Ismael Saibari deden niet mee.
Met zes aanpassingen in het basiselftal kwam PSV alweer snel op achterstand. Oleksandr Zinchenko, oud-speler van de Eindhovenaren, krulde de bal in de zesde minuut achter Walter Benítez in het doel. De thuisploeg speelde na de ruime zege in het Philips Stadion ook niet in de sterkste formatie en hoefde niet voluit te gaan.
PSV antwoordde snel. Nadat Johan Bakayoko in de achttiende minuut nog net over schoot, had Ivan Perisic op aangeven van Guus Til direct daarna wel succes. De vervanger van De Jong in de spits schoot de bal fraai in de bovenhoek.
Arsenal nam na een half uur voor een tweede keer de leiding. Declan Rice kopte raak op aangeven van Raheem Sterling, die zelf kort voor de pauze een kans op een derde treffer voor de thuisploeg liet liggen. In de tussentijd miste Couhaib Driouech van dichtbij voor PSV, dat in de inmiddels zeventien gespeelde duels na de jaarwisseling liefst 39 treffers incasseerde.
In de beginfase van de tweede helft waren de beste kansen ook voor PSV. Isaac Babadi en Joey Veerman hadden net geen geluk. Driouech zorgde in de 70e minuut met een fraaie stiftbal wel voor de gelijkmaker: 2-2.
Vorig jaar daalde de uitstoot van broeikasgassen minder hard dan in de jaren ervoor: in 2024 was de uitstoot van broeikasgassen 1,6 procent lager dan in het jaar ervoor, terwijl de daling in 2023 en 2022 steeds meer dan 7 procent bedroeg. Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag publiceerde.
De beperkte daling van uitstoot vorig jaar komt vooral door een stijging van uitstoot door de industrie. Die stijging, van 1,5 procent, lijkt klein, maar weegt toch zwaar. De industrie heeft met 33 procent van het totaal het grootste aandeel van alle sectoren in de uitstoot van broeikasgassen.
In de elektriciteitssector nam de uitstoot wél af ten opzichte van 2023: met 3 procent. Vooral in de eerste helft van vorig jaar werd er meer elektriciteit gewonnen uit zonne- en windenergie. Daardoor was er minder noodzaak voor gasgebruik en het stoken van steenkolen.
Klimaatakkoord
In 2024 was de uitstoot van broeikasgassen 37 procent lager dan in 1990, schrijft het CBS. 1990 is een referentiejaar van het Klimaatakkoord: in 2030 moet de uitstoot 55 procent lager zijn dan veertig jaar daarvoor. Alle sectoren zijn sinds het sluiten van het Klimaatakkoord minder gaan uitstoten.
Een daling van 55 procent betekent een daling van 125 megaton aan CO2. Tussen 1990 en 2023 daalde de uitstoot met gemiddeld 2,5 megaton per jaar, in 2024 was dat 2 megaton. Om de doelen die in het Klimaatakkoord gesteld zijn te halen, moet de uitstoot elk jaar met 7 megaton dalen.
Een meerderheid van de Tweede Kamer wil toch dat het kabinet zo snel mogelijk werk maakt van een lobbyregister voor bewindspersonen. Dat bleek woensdag in een Kamerdebat met minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken, NSC), die afgelopen vrijdag nog aan de Kamer had geschreven dat een lobbyregister „niet proportioneel” zou zijn.
Met het lobbyregister moet worden vastgelegd welke lobbygroepen, zoals organisaties of bedrijven, in gesprek zijn met bewindslieden.
In de brief naar de Kamer van afgelopen vrijdag stelde Uitermark dat zij op dit moment „geen aanleiding” ziet om een lobbyregister door te voeren. Eerst wil het kabinet naar andere mogelijkheden kijken om besluitvorming van bewindslieden transparanter te maken voor het publiek, bijvoorbeeld door het verbeteren van de openbare agenda’s van bewindspersonen. Uitermark sprak in het Kamerdebat van een „optelsom”. „We kijken met de bestaande instrumentaria waar we nog stappen kunnen zetten.”
Geen genoegen
De Kamer nam daar geen genoegen mee, inclusief NSC, de partij van Uitermark die van ‘goed bestuur’ en transparantie eerder een kernthema maakte. Volt-leider Laurens Dassen wil dat Uitermark alsnog binnen drie maanden met een wetsvoorstel voor een lobbyregister komt. „Anders zullen wij samen met NSC een nieuwe motie indienen, om de minister daartoe te bewegen”, aldus Dassen.
Uitermark zei in het debat dat zij het idee van een lobbyregister niet volledig naast zich neer wil leggen. „Geef mij enige ruimte”, vroeg ze de Kamer. Zo wil de minister eerst met betrokken partijen rond de tafel zitten om te bespreken hoe een lobbyregister er in Nederland uit kan komen te zien. Ook heeft ze verwachtingen van de Europese Unie, waar gewerkt wordt aan wetgeving om corruptie bij bewindspersonen in EU-landen te voorkomen. Deze richtlijn is meer gericht op het tegengaan van buitenlandse beïnvloeding, maar volgens de minister „kan niet worden uitgesloten dat de richtlijn uiteindelijk een breder doel krijgt”.
Vooruitschuiven
De Kamer zag hierin pogingen van de minister om het vraagstuk voor zich uit te schuiven. Kamerleden wezen op meerdere rapporten en onderzoeken van onder meer de Universiteit Leiden en de anti-corruptie waakhond Greco, die de afgelopen jaren al zijn uitgebracht en waarin voor de komst van een lobbyregister is gepleit.
Volt en NSC kondigden een nieuwe motie aan voor een lobbyregister die in elk geval op steun kan rekenen van GroenLinks-PvdA, D66 en SP. Voor een meerderheid is ook steun van bijvoorbeeld de PVV nodig. PVV-Kamerlid Marco Deen wilde niet op het concrete voorstel ingaan, maar zei dat het als „een paal boven water staat” dat PVV voor een lobbyregister is.
De toon van het debat was soms opvallend hard. Zo kondigde Volt-leider Dassen voorgaand aan het debat aan een motie van wantrouwen te hebben overwogen, omdat hij „geen vertrouwen meer in de minister had”. Aangezien een meerderheid van de Kamer voor het lobbyregister is, zegt hij er vanuit te gaan dat de minister het voorstel niet opnieuw naast zich neerlegt.