‘Buiten de lijntjes kleuren is gevaarlijk’, merkte straatarts Van Tongerloo toen ze dakloze mensen ging helpen

Als Emely (35) na een half uur wachten nog niet aan de beurt is, en andere mensen die na haar een nummertje hebben getrokken wel, wordt Michelle van Tongerloo (41) ongeduldig. De huisarts-annex-probleemoplosser gaat even ‘stennis schoppen’ aan de balie. Beide dames zijn op een koude herfstochtend naar het ‘Centraal Onthaal’ van de gemeente Rotterdam gekomen, waar bezoekers voor hulp aankloppen, omdat ze dak- of thuisloos zijn.

Van Tongerloo staat Emely, die liever niet met haar achternaam in de krant wil, sinds een half jaar bij. Ze gaat mee naar afspraken, zette een crowdfundingcampagne op en regelde een hotel waar Emely sinds kort tijdelijk met haar twee kinderen in kan verblijven. Een van hen viel uit van school, omdat de nieuwe school hem niet wilde inschrijven zonder adres. „Zonder adres ben je helemaal niks”, zegt Emely.

Ondertussen deelt Van Tongerloo een cupcake uit aan een bekende, die ook meedraait in de bureaucratische molen op zoek naar onderdak. „Emely heeft haar hele heftige verhaal van de afgelopen tijd hier al zo vaak op tafel moeten leggen”, zegt ze geïrriteerd. Emely wil een postadres, en daarna een plek in de gezinsopvang zodat ze haar leven weer kan oppakken, maar stuit op naar elkaar wijzende loketten.

Bezoekers van de Pauluskerk in Rotterdam rusten uit en praten in de gemeenschappelijke ruimte.

Desillusie

Emely is het wachten inmiddels gewend, maar snapt niet waarom ze steeds bij hetzelfde loket moet terugkomen, om keer op keer in detail een andere medewerker haar situatie uit te leggen, die toch al lang bij de gemeente bekend zou moeten zijn. Een reden kent ze wel: ze scoorde te hoog op de ‘Zelfredzaamheid-Matrix’ van de gemeente, omdat ze een tijd bij een vriendin op de bank kon slapen.

Als ze na een goed uur wachten aan de beurt is en mee mag naar een kamertje, slaakt ze een diepe zucht; Michelle gaat met haar mee naar binnen. Een halfuur later staan beide vrouwen weer op straat, een volgende illusie armer. Wéér moest Emely dezelfde vragen beantwoorden: of ze haar kinderen wel voldoende fruit te eten geeft, hoe ze haar ‘huishouden’ runt. „Misschien hadden we toch dramatischer moeten zijn, anders word je gewoon niet geholpen”, zegt Van Tongerloo. „Maar ik ben gewoon eerlijk geweest”, zegt Emely.

Van Tongerloo is meer straat- dan huisarts, want ze behandelt mensen die geen vaste verblijfplaats hebben. Louter medische zorg bieden, blijkt voor haar niet voldoende om ze te helpen. Om de problemen van haar patiënten te begrijpen, schrijft ze haar ervaringen op en onderzoekt ze het Nederlandse zorgsysteem. Eerst schreef ze op receptenbriefjes, later in publicaties voor onder meer De Correspondent, waar deze week haar boek Komt een land bij de dokter verscheen.

In haar boek beschrijft Van Tongerloo hoe het recht op zorg in Nederland voor de meest kwetsbaren onder druk staat, als gevolg van jarenlange bezuinigingen op de verzorgingsstaat. Als ze zich braaf naar de regels voegt, kan ze haar patiënten niet goed helpen, merkt ze. „De reden dat ik steeds meer pleisters moet plakken, is het beleid”, schrijft ze. Het vreemdelingenbeleid werd de afgelopen twee decennia steeds restrictiever, net als het sociale zekerheidsbeleid. Dat bood steeds vaker vooral onzekerheid, waarbij uitkeringen bijvoorbeeld eenvoudig konden worden gekort.

Om een recent, Rotterdams voorbeeld te noemen: de gemeenteraad besloot vorige maand om de Landelijke Vreemdelingen Voorzieningen (LVV), waarbij opvang en begeleiding aan mensen zonder verblijfsrecht geboden wordt, per 1 januari te sluiten. Dat betekent dat een zeer kwetsbare groep wordt veroordeeld tot een leven op straat, met alle risico’s van dien. De raad nam dat besluit, nadat minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) aankondigde de financiering stop te zetten. Afgelopen donderdag vochten 22 mensen die niet over de juiste papieren beschikken, dat besluit bij de rechter aan. De uitspraak volgt volgende week.

Van Tongerloo onderzoekt Hamid, hij is ongedocumenteerd en zicht op een verblijfsvergunning heeft hij niet.

Wassen neus

Veel van Van Tongerloo’s patiënten maken gebruik van de LVV. De straatarts ziet hoe voor hen het recht op zorg vaak weinig meer is dan een wassen neus. Voor een groeiende groep ‘economisch daklozen’, zoals Emely, en arbeidsmigranten, die hun baan en daardoor vaak ook hun woning kwijtraakten, is dat recht, dat is vastgelegd in Europese verdragen, vaak moeilijk toegankelijk. Geen adres betekent geen zorgverzekering en dus een hoge ‘drempel’ tot zorg. Zonder verblijfsvergunning wordt die drempel alleen maar hoger. En ook een uitkering of schuldsanering aanvragen gaat niet.

Van Tongerloo leerde het systeem geleidelijk kennen. Acht jaar geleden begon ze te werken als arts voor dak- en thuislozen bij een grote ggz-instelling. Toen ze een boos bericht op Facebook plaatste over een ongedocumenteerde patiënt die niet de (ziekenhuis)zorg kreeg waar ze recht op had, waarin ze kritisch was op de gemeente, werd ze ontslagen. „Dat was wel even een rude awakening”, zegt ze. „Buiten de lijntjes kleuren is gevaarlijk”, concludeert ze nu.

De ervaringen van haar patiënten zijn niet breed bekend in de samenleving, merkt Van Tongerloo. „De meeste mensen denken dat als je je arm breekt, je gewoon naar de dokter kan; dat als je dakloos raakt, er opvang wordt geregeld. Maar voor de meest kwetsbaren is dat echt niet meer zo”, zegt ze. „Je wordt weggestuurd bij het ziekenhuis, en niet geholpen bij de opvang, tenzij je écht niet meer ‘zelfredzaam’ genoeg bent”. Ze ziet dat de gaten in het sociale vangnet steeds groter zijn geworden. „Wij springen in de gaten die de overheid laat vallen.”

Pauluskerk

Na het Centraal Onthaal met Emely trekt Van Tongerloo via een kort spreekuur in de maatschappelijke opvang op de fiets richting de Pauluskerk. Daar vond ze kort na haar ontslag werk, opnieuw als straatarts. Bij de ggz-instelling was er weinig oog voor haar werk en patiënten – hoe anders is dat bij de Pauluskerk, een diaconaal centrum in een futuristisch pand in het centrum van Rotterdam. De gemeenschap stelt de deuren er wagenwijd open voor ‘de gemarginaliseerde medemens’.

Onderweg moet ze even geld pinnen, voor iemand die Van Tongerloo via haar twee jaar geleden opgezette en snelgroeiende stichting Lekker Geven financieel ondersteunt. Naast Emely helpt ze zo verschillende mensen die geen eigen huis hebben. „Het was nooit mijn bedoeling om een stichting op te zetten en mensen op deze manier te helpen”, vertelt ze terwijl ze op de fiets springt, haar bruine dokterstas in het kinderzitje. „Maar mensen bleven maar geld geven. Nu gaan we eens kijken wat we nog meer kunnen doen”, zegt ze. Als je dakloos bent, ben je het meest geholpen met geld, of een huis natuurlijk, weet van Tongerloo.

Michelle van Tongerloo.

Bij aankomst in de Pauluskerk is net de middagschoonmaak aan de gang. De kerk is leeg, op een collega van Van Tongerloo, wat medewerkers en de predikant na. Via de zijdeur gaat Van Tongerloo naar binnen. Achter haar een man die aangeeft ook graag naar binnen te willen. „Dat is een patiënt van mij”, zegt ze over een Oezbeekse meneer die met gebogen rug loopt en kampt met pijn op de borst en in de nek.

In haar spreekkamer controleert Van Tongerloo zijn bloeddruk. Omdat ze de pijn in zijn nek niet vertrouwt, belt ze direct met het ziekenhuis. Ze weet inmiddels precies wat ze wel en niet moet zeggen – niet dat haar patiënt geen verzekering heeft, wel dat de situatie urgent is. Er komt een ambulance voor de man. Dat het niet altijd zo gaat, was onlangs in een uitzending van onderzoeksprogramma Zembla te zien. Ziekenhuizen proberen ongedocumenteerden vaak buiten de deur te houden, omdat ze voor een ‘aanzuigende werking’ zouden zorgen.

Slaande deuren

De Pauluskerk stroomt na de schoonmaak langzaam weer vol. Naast Van Tongerloo’s kamer op de eerste verdieping smeren medewerkers aan de lopende band broodjes met pindakaas en jam en schenken ze koffie in. Ze maken een praatje met wie daar behoefte aan heeft. Een groep Polen legt een kaartje, anderen kijken filmpjes op hun telefoon of spelen een potje tafelvoetbal.

Het vredige tafereel wordt op de gang verstoord door de volgende patiënt, die minder tevreden is. Schreeuwend slaat hij de deur achter zich dicht. „Die meneer was boos op mij, en dat mag”, zegt Van Tongerloo. Ze realiseert zich dat ze extra geduldig moet zijn met mensen die met deuren slaan. Die worden door reguliere hulpverleners juist vaak weggeduwd, terwijl het verhaal achter hun gedrag vaak onbekend blijft. „Ik zou zeggen: zij hebben onze hulp juist extra hard nodig.”

Even later zit Lala Sid-Ahmed, beter bekend als Hamid, in de spreekkamer voor een controle. Hij is kind aan huis in de Pauluskerk. Hij snapt de reactie van de boze patiënt minder goed en bedankt Michelle meermaals voor haar werk voor hem en de andere kerkgangers. „Je moet de hand die je helpt niet slaan”, zegt Hamid. Hij is al meer dan dertig jaar in Nederland, nadat hij als tiener uit Algerije vluchtte. Hij is ongedocumenteerd en zicht op een verblijfsvergunning heeft hij niet.

Mensen als Hamid krijgen het in Rotterdam binnenkort nog moeilijker. Naast de afschaffing van de LVV, kondigde zorgminister Fleur Agema (PVV) onlangs grote bezuinigingen aan op de zorg voor onverzekerden. De plannen, waarin artsen een onderscheid moeten maken tussen acute en niet-acute zorg, konden rekenen op grote kritiek vanuit de medische wereld, onder meer in deze krant. Van Tongerloo: „Je kunt dat onderscheid helemaal niet maken. Een longontsteking zou dan misschien niet acuut zijn. Maar als je daar mee door blijft lopen, kan ‘ie dat natuurlijk heel snel worden. Bovendien druisen de plannen gewoon in tegen onze beroepseed.”

Ook zei Agema in Zembla dat de beroepsgroep moet bepalen of het voor de persoon die zij voor zich heeft „niet eens tijd wordt dat hij teruggaat naar huis”. ‘Huis’ is voor de minister het land dat de patiënten ooit verlieten. Artsen zouden volgens de minister moeten communiceren „dat het wel een keertje klaar is”. Van Tongerloo schudt haar hoofd. „Hoe dan? Moet ik als arts als een soort touroperator fungeren en de Flixbus bellen voor een enkeltje Krakau?” Moedeloos wordt ze niet van de volgende bezuinigingsronde, hooguit een beetje cynisch en misschien wel extra strijdbaar.

Voor Emely is er in elk geval goed nieuws te melden. Afgelopen week kreeg ze, na tussenkomst van de rechter, te horen dat ze een briefadres krijgt. „Ik besta weer”, zegt ze. Het is voor haar een eerste stap naar een gewoner leven. Van Tongerloo is alweer druk bezig andere ‘buiten de lijntjes’ te verzinnen. „Ik vecht haar wel weer terug het systeem in.”