De Nederlandse handbalsters zijn er niet in geslaagd de halve finales van het EK te bereiken. Drievoudig Europees kampioen Denemarken was in Wenen met 30-26 te sterk voor het team van bondscoach Henrik Signell. Halverwege leidde Denemarken al met 15-13, mede dankzij goed keeperswerk van Anna Kristensen. Na rust liep Denemarken uit naar een voorsprong van 6 punten, waarna de zege niet meer in gevaar kwam.
Denemarken was afgelopen zomer in de kwartfinales van de Olympische Spelen ook al verantwoordelijk voor de uitschakeling van Nederland, dat als nummer 3 tegen Zweden nog wel speelt om de plaatsen vijf en zes.
Dione Housheer was met tien treffers uitblinkster aan de kant van Oranje. Angela Malestein was vier keer trefzeker en Lois Abbingh, Larissa Nüsser en Merel Freriks scoorden allen drie keer. De overige drie doelpunten kwamen op naam van Bo van Wetering, Judith van der Helm en Tamara Haggerty.
„We misten zoveel kansen”, sprak Housheer na afloop bij Ziggo Sport. „Natuurlijk hebben zij een goede keepster, maar het ging mis op de details. Daardoor win je niet. We speelden eigenlijk goed en waren niet kansloos. Het hele toernooi hebben we te veel kansen gemist.”
Denemarken, dat op het vorige WK in 2022 zilver pakte, neemt het vrijdag in de halve eindstrijd op tegen Frankrijk. In de andere halve finale staat negenvoudig Europees kampioen Noorwegen dezelfde dag tegenover Hongarije.
Nederland wist twee keer een medaille te behalen: zilver op het EK van 2016 en brons op het EK van 2018. (ANP)
Lees ook
Voor handbalster Van der Heijden telt alleen het cruciale EK-duel met Denemarken: ‘Ik voel geen bewijsdrang’
De Cultuurfonds Prijs is dit jaar toegekend aan het Arnhemse Theater Oostpool. Het gezelschap, dat onder leiding staat van artistiek directeur Daria Bukvić, krijgt de prijs omdat het „veelzijdig en grensverleggend” is, met voorstellingen die „actueel, urgent, fris en eigentijds” zijn. Oostpool wordt geprezen omdat het „theater relevant en aantrekkelijk wil maken voor een jonge doelgroep”.
De Cultuurfonds Prijs is een prijs voor organisaties „die het verschil maken in cultuur of natuur in Nederland”. Sinds 2010 reikt het Cultuurfonds deze prijs uit aan vernieuwers, aanjagers en voorbeeldmakers. Het fonds richt zich op theatergezelschappen, kunstenaars en natuurorganisaties.
Volgens Cathelijne Broers, directeur van het Cultuurfonds, heeft Theater Oostpool zich in de afgelopen vijf jaar „vernieuwd met een uniek en meerstemmig artistiek team van zes individuele theatermakers, die samen werk maken voor een groot, breed en jong publiek. Het zijn jonge makers met uiteenlopende artistieke signaturen, die gerekend worden tot de meest beloftevolle stemmen in het theaterveld.” Theater Oostpool, zegt ze, „daagt het publiek voortdurend uit met hun scherpe en levenslustige voorstellingen. Ze zijn daarin echt voorbeeldstellend.”
Gouden letters
Sinds juni 2021 is Daria Bukvić (1989) artistiek directeur van het gezelschap. De andere regisseurs en makers in het artistieke team zijn Char Li Chung (1995), Jan Hulst (1987) & Kasper Tarenskeen (1988), Florian Myjer (1992) en Priscilla Vaudelle (1982). Dramaturgen Fanne Boland en Madelon Kooijman zijn onderdeel van het artistieke team.
In NRC werd Bukvić in een jaar na haar aanstelling bij Oostpool uitgeroepen tot theatermaker van het jaar. Haar „aanstelling kan al na een jaar in gouden letters worden geschreven”. Met twee superbe voorstellingen (Girls & Boys en Midzomernachtsdroom) ontpopte ze zich „in meerdere opzichten als de kroonprinses van het Nederlands theater”. Door een burn-out stokte haar eigen productie enige tijd, maar Oostpool blijft een bron van spraakmakende producties, zoals afgelopen seizoen The Almighty Sometimes (regie Bukvić) en Madame Butterfly (regie Char Li Chung).
Lees ook
Interview met Daria Bukvić: ‘Ik wéét dat je de wereld kan verbeteren met theater’
Zoals vogelaars massaal uitrukken om een glimp van de zeldzame geelsnavelduiker op te vangen, zo verzamelden vliegtuigspotters zich zondag rond Schiphol om de Airforce One te zien landen – het vliegtuig waarmee de Amerikaanse president Trump naar Nederland komt voor de NAVO-top. Maar net als met zeldzame vogels blijft het een gok voor de spotters: waar en wanneer Trump zal landen is geheim.
De Venezolaanse spotter Carol Inciarte heeft Trumps Boeing 747 wel eens gezien toen zij nog in Boston studeerde: „Ze is echt groot, ze is prachtig. Je kunt haar al van verre horen. Eerst komen de twee straaljagers die haar begeleiden. Als ze landt, voel je de grond trillen.” Samen met haar man Bob de Jong woont ze in Hillegom. Ze komen wel vaker met de scooter naar Schiphol om vliegtuigen te spotten. Inciarte: „Ik heb Bob aangestoken.”
De NAVO-top brengt dezer dagen vijfenveertig regeringsleiders naar Nederland, ieder in zijn of haar eigen vliegtuig. Die staan allemaal niet in het vluchtschema. Omdat ze afwijken van de reguliere vliegtuigen, zijn ze interessant voor spotters. Hoewel, ze praten eigenlijk alleen maar over dat éne vliegtuig: de Airforce One. Zaterdag zijn de wegbereiders van Trump al geland op de Oostbaan: zes grijze vrachtvliegtuigen met onder meer zijn helikopters aan boord, en zijn gepantserde auto, bijgenaamd The Beast.
Dit is een kans van één keer in je leven. Het leeft al weken onder spotters
De Boeing 747 is het favoriete vliegtuig van spotter Carol Inciarte. Daarin is ze niet de enige. Vrijwel alle spotters die zich hebben verzameld aan de voet van de Zwanenburgbaan noemen de 747 als favoriet. „Een iconisch vliegtuig”, zegt spotter Bart uit Purmerend. Helaas te duur geworden voor passagiersvluchten. Over het spotten van de Airforce One zegt hij: „Dit is een kans van één keer in je leven. Het leeft al weken onder spotters.”
Een vliegtuig landt op Schiphol, terwijl spotters een foto van het toestel maken bij de landingsbaan. Foto Sonny Lensen
Ook de Boeing 777 is populair bij de spotters. Ze zien het liefst verouderde, grote vliegtuigen die lekker veel lawaai maken. Het model van Trump, de 747-200B, maakt zelfs zoveel lawaai dat het eigenlijk niet meer mag landen op Schiphol. „Wat ik nou zo mooi vindt”, zegt spotter Thijs Schasfoort uit Woerden, „is het geluid van die luchtwervelingen als het vliegtuig net voorbij is – het gegrom en die zweepslagen: ‘sjk-k, sjk-k’”. Nee, nieuwe vliegtuigen hebben dat niet meer. Die zijn beter gebouwd, grotere motoren.
Uit Limburg gekomen
Spotter Kai van Rijswijk de Leeuw van Weenen is helemaal uit Zuid-Limburgse Geleen komen rijden, met zijn zoon Luuk en zijn vriend Nick. „Normaal gaan we naar Düsseldorf, dat is dichterbij, maar daar heb je geen goeie plek om te spotten. We hebben daar met een ladder rondgelopen, het was een drama.” Net als veel anderen is het trio is voorzien van mooie fotocamera’s. Filmen heeft de voorkeur boven fotograferen. Ook maakt Van Rijswijk een livestream van de landingsbaan.
Rond Schiphol is een goede spottersplek deze week niet vanzelfsprekend. De politie en de marechaussee hebben de omgeving afgezet, vooral het gebied rond de Polderbaan die deze week dient als parkeerplaats voor de regeringsvliegtuigen. Ook de twee vaste spottersplekken zijn onbereikbaar. De meeste spotters staan nu in de berm langs de Hoofdweg bij de zijweg 2000 El, even voorbij de afzetting. Dankzij de gunstige wind en het buiten bedrijf zijn van twee andere landingsbanen, landen vrijwel alle vliegtuigen op de Zwanenburgbaan. Dus als Trump komt, dan staan ze hier goed. Geen garantie op succes natuurlijk. Enkele spotters waren er ook bij toen de toenmalige president Obama in 2014 naar Nederland kwam. Velen hebben de Airforce One toen gemist omdat hij op het laatste moment van baan wisselde.
Over de vraag of, waar en wanneer het toestel van Donald Trump landt, valt nog niets te zeggen. Foto Sonny Lensen
De Iraans-Nederlandse spotter Alireza Parsa werkt als vliegtuigmonteur voor een Israëlisch bedrijf in Keulen en Luik. Nee, zijn afkomst is daar geen probleem, zegt hij, in tegenstelling tot bij andere bedrijven waar hij werkte: „Bij ons werken heel veel culturen samen. Eigenlijk hebben we maar één cultuur, de luchtvaartcultuur”. Hij was zondag bij zijn ouders in Osdorp en besloot ook bij Schiphol te gaan kijken. „Voor mij is het rustgevend. Als ik in Keulen om vier uur ’s ochtends klaar ben, loop ik altijd even naar de landingsbaan om ze allemaal te zien vertrekken in de opkomende zon.”
Ik ben zelf spotter. Gisteren heb ik nog naast The Beast gestaan
Dat ene grote vliegtuig
Vier uur, de politie komt de spotters wegsturen. Gedurende de dag zijn steeds meer wegen afgezet, de spotters moeten ook hun auto’s weghalen. De agent brengt het vriendelijk: „Ik ben zelf spotter. Gisteren heb ik nog naast The Beast gestaan.” Over de komst van de Airforce One heeft hij trouwens slecht, maar onbevestigd nieuws: „Ach, die komt pas maandagavond, of dinsdag, of helemaal niet.”
De spotters laten zich niet ontmoedigen. Volgens het schema van Schiphol landen er tussen 16:55 en 17:15 officieel geen vliegtuigen – twintig minuten niets. Dat is afwijkend. Zouden ze misschien het luchtruim vrij houden voor dat ene grote vliegtuig uit de Verenigde Staten?
Wachten. Er komt een Spaans vliegtuig langs. Een Brits. Een gewone blauwe van de KLM. Nee, geen Trump vanmiddag. Misschien vanavond. Misschien morgen.
Lees ook
‘Trump sleept ons een oorlog in waar niemand om heeft gevraagd’
Jan was zenuwachtig, dat wilde hij best toegeven. „Het is ook niet niks”, zei Raven van Dorst. „Wat jij nu wil gaan doen.” De presentator was naast Jan op de hooibaal komen staan die dienstdeed als bescheiden podium. Om hen heen wachtte het publiek af wat er nu zou gebeuren. Ze hadden al geluisterd naar een thrashmetalband die bestond uit drie tieners uit Nieuwleusen, gekeken naar de schilderijen van een afgekickte Grindr-verslaafde – de tweede aflevering van Parels voor de zwijnen (BNNVARA) bleef zondag minstens zo onvoorspelbaar als de eerste was geweest.
„Je hebt vastgezeten, hoorde ik”, zei Van Dorst tegen Jan. Hij knikte: „Coronaperiode. Verkeerde dingen gezegd op de socials.” Door die verkeerde dingen draaide Jan twee jaar de bak in en moest er bovendien een gezin worden beveiligd. Jan liet een korte stilte vallen voor hij vertelde om wiens gezin het ging: dat van Hugo de Jonge. „Wat heb je tegen ‘m gezegd?”, vroeg Van Dorst. „Ik had een Facebookbericht geplaatst, van: kogel door je kop, bom op de Tweede Kamer.” „Dat is wel heftig, Jan”, zei Van Dorst. Jan knikte opnieuw.
Daar op die hooibaal veranderde Jan van een anoniem Facebookstemmetje in een mens dat gewoon iets heel erg stoms had gedaan, en nu ook dondersgoed inzag hoe stom dat was geweest. Zo stom dat hij zelf een extra boetedoening wilde toevoegen aan de straf die hij al had uitgezeten. Jan wilde nu, op tv, sorry zeggen. Tegen Hugo de Jonge.
Misschien is dit een goed moment om te zeggen dat Parels voor de zwijnen na aflevering één werd afgekraakt door kijkcijferwatchers, die deze getallen lezen als theeblaadjes en er dan de toekomst van een programma mee voorspellen. Trek je te weinig kijkers, dan ben je ten dode opgeschreven en is dat vaak nog je eigen schuld ook: had je maar betere tv moeten maken. En goede tv wordt weer gekenmerkt door hoge kijkcijfers, en zo draait de cirkelredenering een keurig rondje.
In de jacht op De Kijker kiezen zenders geregeld voor variaties op bewezen succesformules. In de praktijk kan dat resulteren in één groot, naar zichzelf verwijzend netwerk van soortgelijke programma’s waarin soortgelijke onderwerpen op soortgelijke wijze worden besproken met soortgelijke mensen. Dat viel dit weekend bijvoorbeeld te merken in Café Kockelmann, waar zondag vanwege de Amerikaanse aanval op Iran een extra uitzending van te zien was (de zendtijd van WNL neemt nu zorgelijke proporties aan). Aan tafel zat Ruben Brekelmans, die die ochtend hetzelfde gesprek al had gevoerd met Rick Nieman in WNL op zondag – misschien dat de demissionair-minister van Defensie het record ‘praten met mannen met ‘man’ in hun achternaam’ probeert te verbreken.
Eén grote monstertalkshow
Geheel in thema zaten er enkel (witte) mannen aan Kockelmanns tafel om hun visie op Iran te delen. Bij Renze op zondag (RTL) was het beeld hetzelfde, al werd Renze Klamer bijgestaan door Nieuws van de dag (SBS6)-presentatrice Malou Petter. Samen met de andere gasten bekeken ze een stukje uit de uitzending van Buitenhof (NOS/NTR) van die ochtend, over Iran. Waarom je dan nog de moeite doen om verschillende talkshows te maken in plaats van ze samen te voegen tot één grote monstertalkshow, ontgaat me volledig. Je hoort nu toch al voortdurend dezelfde mensen en meningen.
Bij Parels voor de zwijnen doen ze niet aan bekende gezichten en gebaande paden. Daar krijgen ‘gewone’ mensen een podium om te delen wat ze bezighoudt. Voor Jan was dat dus een excuusbrief aan Hugo de Jonge. Hij voegde daar ook nog wijze raad aan toe voor mensen die op hetzelfde hellende vlak staan waar hij op stond, toen hij zich liet meeslepen op sociale media: „Blijf bij je eigen waarheid, je eigen gevoelens, en toets die aan de realiteit – niet aan het lawaai van anderen.”
Er is een kans dat Hugo de Jonge niet zat te kijken. Misschien keek er überhaupt amper iemand. Maar die kijkcijfers heb je echt niet nodig om te zeggen: dít is nou waardevolle tv.