Wat wensen de kinderen en tieners in Schiebroek-Zuid, de buurt in het noorden van Rotterdam waar armoede en overlast verborgen bleef in de statistieken? In de aula van de nieuwe Stephanusschool, de centrale basisschool in de buurt, krijgen de kinderen dinsdagavond de kans om het aan hun burgemeester te vertellen.
Carola Schouten staat op de centrale trap, de kinderen staan naast haar. Ze mogen haar vragen stellen, ieder één. „Kunt u zorgen voor meer pretparken in de buurt?” Met achtbanen, liefst tussen de flats. En dat ze kunnen blijven voetballen en mogen ze een veilige plek om samen te komen en elkaar te leren kennen? „Er is hier voor jongeren niet zo veel te doen.”
Lees ook
In dit stukje Rotterdam staat op elke kindertekening een dronken man
„Daar hoorde ik net ook iemand over”, zegt Schouten, „een plek om samen te komen, een buurthuis”. „Wat vindt u van dronken mensen?” vraagt een meisje van tien. Een jongen, ook tien jaar oud, naast haar: „Er zijn veel dronken mensen die naar je toe komen. Ze doen heel eng.”
Schouten: „Daar schrik ik van. Het is echt een thema, ik wil daar verbetering in brengen.”
Stoet
De burgemeester is eind van de middag ontvangen in het kantoor van de welzijnsstichting in Schiebroek-Zuid. Ze wandelt met agenten en wijkraadsleden naar een plek waar vrijwilligers koken voor ouderen. In het donker vormt zich langzaam een stoet, na elk bezoekje voegen meer mensen zich bij haar. De stoet gaat langs tieners op stoeltjes voor de snackbar, de jongerenhub in. Afhankelijk van met wie ze spreekt stelt de burgemeester zich voor met haar voornaam of ook haar achternaam.
Ik ben doodsbang om mijn zoon van veertien naar buiten te laten gaan
De stoet wandelt langs de tramhalte waarvan het glas al weken in duizenden brokjes op straat ligt. Langs lage woningen in slechte staat en langs netjes gerenoveerde flats en de moestuinen die bewoners zelf onderhouden. Naar het kinderbuurthuis en daarna de basisschool in, die vol zit met bewoners, aan tafels, op bankjes, peuters op schoot, ouderen achter rollators. „Iedereen is welkom”, stond op de flyer die een week voor haar komst per app de buurt door vloog.
De burgemeester is vriendelijk en geïnteresseerd. Ze hoort dat de straat verhardt, dat ook kleine kinderen bedreigd en geslagen worden. Moeders maken zich zorgen om hun tieners. „Ik ben doodsbang om mijn zoon van veertien naar buiten te laten gaan. Jongeren worden voor niks gestoken en beroofd, en dat is hier in de buurt heel veel.” Een andere moeder is positiever. Zo is er hulp voor mensen die dat nodig hebben en is ze te spreken over de vele grasvelden en bomen. Maar Schouten hoort ook over donkere, onveilige plekken in de avond. En dat telkens als er iets leuks te doen is voor kinderen in de buurt, dit weer wordt weggehaald of afgeschaft.
Wijkprofiel
De voorzitter van een stichting die armoede probeert te bestrijden, vertelt aan de burgemeester: „We hebben met vijf wethouders te maken. Het is niet makkelijk om ze allemaal op één lijn te krijgen.” Afgelopen woensdag bezocht de wethouder Armoedebestrijding (Natasha Mohamed-Hoesein) een bewoonster die zich inzet voor Schiebroek-Zuid. De wethouders Zorg (Ronald Buijt) en Welzijn (Faouzi Achbar) zaten donderdag bij de woningstichting.
Sinds een artikel in NRC begin oktober, is er vanuit de gemeente meer aandacht voor Schiebroek-Zuid, merken betrokkenen. Het beschreef vooral de verborgen armoede en overlast. Van de buurt met ruim 7.200 bewoners waren geen statistieken waardoor problemen deels onzichtbaar waren, met alle gevolgen van dien. Juist hier, in deze toch al kwetsbare buurt bleken al jaren opvallend veel kwetsbare groepen geplaatst te worden – mensen met een alcoholverslaving, verwarde mensen, asielzoekers, ex-gevangenen. In plaats van in het draagkrachtiger noorden van de wijk, of het aangrenzende, rijke Hillegersberg.
De verslaafden, de jongerenproblemen, de slechte woningen, dat heeft het andere Schiebroek niet
Niemand protesteert, maar met name de kinderen in Schiebroek-Zuid hebben veel last van de dronken mannen die op straat rondhangen en op bankjes bij de vijver zitten. Kinderen krijgen opmerkingen naar hun hoofd en lopen om als ze naar de supermarkt moeten.
Er kwamen raadsvragen en de raad nam een motie aan om Schiebroek-Zuid, met de eigen karakteristieken, een eigen wijkprofiel te geven, waardoor de problemen wél zichtbaar zijn.
De burgemeester ziet zelf ook dat er te veel dronken en verslaafde mensen worden opgevangen in Schiebroek-Zuid, vertelt ze in de aula. „Er ligt een zware druk op de wijk.” Niet alleen hier, ook in andere kwetsbare Rotterdamse buurten als Carnisse. Ze hoort het ook van zorginstellingen.
Schouten: „Het is niet zozeer het wijkprofiel, denk ik, het is een concentratie van goedkope woningen.” Ze kan niet alles oplossen, zegt ze erbij. De gemeente gaat, afhankelijk van de manier van financiering, slechts deels over die opvang. „Maar we moeten iets doen”, zegt Schouten. „Dit ga ik samen met de wethouder Zorg oppakken.”
De burgemeester wil dan ook van de bewoners horen over de tweedeling in de wijk: „Hoe adresseer ik jullie eigenlijk? Zien jullie jezelf als Schiebroek-Zuid of als één gezamenlijke wijk Schiebroek?” Voor dat laatste gaan de meeste handen omhoog, de wijk als geheel.
Maar dan stapt Ubah Moussa naar de microfoon. Ze woont in een huis vol schimmel tegenover de school en werkte in de thuiszorg, ze kwam in alle delen van de wijk over de vloer. „Schiebroek-Zuid heeft de verslaafden, de jongerenproblemen, de slechte woningen”, zegt ze. „Dat heeft het andere Schiebroek niet.”
Lees ook
Podcast: Hoe een kwetsbare, Rotterdamse buurt steeds wordt vergeten