De officier van justitie eist een celstraf van zes maanden waarvan drie maanden voorwaardelijk tegen de eerste verdachte. Het gaat om Lucas D., een 19-jarige jongen uit Monnickendam.
Hij wordt verdacht van openlijke geweldpleging tegen de politie rond de Johan Cruijff Arena en het voorhanden hebben van een Cobra, illegaal vuurwerk. Daarnaast heeft hij deelgenomen aan een groepschat op Snapchat. Daarin zou hij anderen hebben opgeroepen tot geweld.
D. zou naar de wedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv gaan en is na middernacht aangehouden bij het Centraal Station. Hij heeft elf dagen vastgezeten.
De verdachte zegt dat hij in de bewuste groepschat is gegooid door anderen. Zijn deelname blijkt uit de telefoon van Lucas die in beslag is genomen na zijn aanhouding. „Ik ben niet naar Amsterdam gegaan om rellen te schoppen.” Hij had een kaartje voor de wedstrijd en is naar eigen zeggen onbedoeld in de rellen terecht gekomen.
‘Bitje in en raggen’
In de appgroep zegt hij dat hij meerdere cobra’s had. Maar dat was niet zo, beweert hij nu. Iemand anders zegt dat de cobra’s „in de groep hooligans” zal worden gegooid. Ook wordt in de groep gezegd dat die „IDF-soldaten uit Israël ook hier zijn”. „Broer, daar moet je met vrachtwagen overheen rijden.” Lucas D. zegt: „Bitje in en raggen.” Een bitje wordt gebruikt door vechtsporters.
„Wat vind je van die teksten?”, vraagt de rechtbank. D.: „Ik dacht er eigenlijk niet over na.”
Ook komen er filmpjes over het afsteken van vuurwerk voor in de groep. Net als een filmpje van een mishandeling waarbij iemand wordt gevraagd waar hij vandaan komt. Volgens D. is dat een filmpje dat is doorgestuurd.
‘Had meteen weg moeten gaan’
De rechtbank houdt Lucas D. een proces-verbaal voor van een agent waarin gewelddadigheden voor de wedstrijd worden beschreven. Dat gaat over geweld, het gooien van stenen en ook het plegen van politiecharges. Ook wordt er geroepen: „al die kankerjoden moeten dood” en we pakken ze „na de wedstrijd”. Een agent in burger zou D. hebben herkend terwijl hij een steen heeft gegooid. De agent heeft een foto van hem gemaakt en op basis daarvan is hij die avond aangehouden. D. erkent dat hij de persoon is op de foto, maar ontkent dat hij stenen heeft gegooid. „Dat is geen steen, maar een blok klei dat ik van de grond heb gepakt.”
„Ik had meteen na de wedstrijd weg moeten gaan”, ziet D. nu in. Over de berichten in de chatgroep: „Het schokt me wel als ik het teruglees. De volgende keer zou ik meteen uit zo’n appgroep gaan.”
Geen terrorisme
Op 8 november werd Nederland wakker in een grote storm, stelt het Openbaar Ministerie. Volgens de burgemeester van Amsterdam is Nederland terechtgekomen in een giftige cocktail van antisemitisme, hooligangedrag en woede over de gebeurtenissen in Gaza. In het onderzoek in de weken daarna is gekeken naar de vraag of er sprake is geweest van terrorisme en een georganiseerd verband.
Volgens de officier is er geen sprake van een of meerdere leidende figuren die het geweld hebben georganiseerd. Ook is gekeken naar de vraag of er sprake is van terrorisme. Openlijk geweld, kan volgens de officier van justitie nooit kwalificeren als een terroristisch oogmerk. De deelnemers van het geweld moeten opzettelijk het doel hebben om angst aan te jagen. Dat is niet het geval. „Niets wijst erop dat door de deelnemers aan het geweld niet is nagedacht over de gevolgen van het geweld.”
Ook is volgens het OM gekeken naar antisemitisme. Begrippen als Joden, Israël en zionisten worden door elkaar gebruikt, aldus de officier van justitie. Tijdens de demonstratie zijn antisemitische leuzen geuit.
OM: verdachte heeft bewust geweld gebruikt
Volgens het OM staat vast dat D. geweld heeft gebruikt tegen de politie. Op basis van de berichten in de chatgroep blijkt volgens de officier dat D. de intentie had om „te gaan vechten” met Maccabi-supporters en van plan was om cobra’s te gooien. Daarmee is volgens justitie ook bewezen dat D. heeft deelgenomen aan openbare geweldpleging.
Volgens het OM is er sprake van strafverzwarende omstandigheden. De belangrijkste is het geweld tegen de politie. We mogen niet accepteren dat „dit geweld erbij hoort”, stelt de officier van justitie. Het gebruik van termen als ‘kankerjoden’ en ‘IDF-soldaten’ in de groep waar D. deel van uitmaakte, ziet het OM ook als strafverzwarend.
Liveblog Rellen in Amsterdam
OM eist celstraf van zes maanden, waarvan drie voorwaardelijk, tegen eerste verdachte
Het scheelde niet veel of het moeras in natuurgebied De Bruuk had helemaal niet meer bestaan. „Landbouwers hebben hier sloten gegraven om het water af te voeren en het moeras droog te leggen”, zegt ecoloog Tim Termaat van Staatsbosbeheer, terwijl zijn laarzen bijna onder water staan. Dat De Bruuk nog altijd een moeras is, blijkt uit alles. Termaat wijst: „Dat is volgens mij een klimopwaterranonkel, een bijzondere waterplant.”
Het grootste deel van het moeras werd inderdaad drooggelegd om het geschikt te maken voor landbouw, maar in dit deel bleef het grondwater maar omhoogkomen. Het was veel te nat voor akkerbouw of om koeien op te laten grazen. Er kon alleen hooi worden gewonnen. Nu nog kun je op sommige stukken tot halverwege je schenen in het water staan.
Wat overbleef van het moeras, werd het beschermde natuurgebied De Bruuk. Het is een van de kleinste Natura 2000-gebieden van Nederland: zo’n honderd hectare groot. Toch is het soortenrijk: er kunnen dertig soorten planten per vierkante meter voorkomen, vergelijkbaar met tropisch regenwoud.
Kleine natuurgebieden liggen onder een vergrootglas. De vier coalitiepartijen (PVV, VVD, NSC en BBB) spraken afgelopen zomer af dat de Nederlandse natuur moet bestaan uit „robuuste natuurgebieden”. „Geen ‘snippernatuur’”, staat er in het Hoofdlijnenakkoord specifiek bij.
Maar die gebieden schrappen kan niet zomaar: het gaat om Natura 2000-gebieden, die Europees beschermd zijn en niet zomaar opgeheven kunnen worden. Staatssecretaris Jean Rummenie (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, BBB) houdt zich tot nu toe op de vlakte: hij schrijft in een Kamerbrief dat hij van plan is volgend jaar de “herindeling van natuurgebieden” met de Europese Commissie te bespreken.
Er wordt te veel gekeken naar de stippellijnen van Natura 2000, alsof daarbuiten geen natuur is
In de tussentijd heeft het kabinet een ander plan: provincies worden gevraagd om in kaart te brengen „waar de natuurregels knellen”, specifiek voor kleine gebieden, schrijft een woordvoerder van het ministerie aan NRC. Provincies mogen gebieden aanwijzen waarvan de doelen, zoals het vergroten van een populatie van een bepaalde soort, mogelijk kunnen worden overgeheveld worden naar natuurgebieden waar dat „makkelijker” zou gaan.
De woordvoerder geeft een hypothetisch voorbeeld van een natuurgebied, waar de doelstelling is de populatie kamsalamanders met tien te vergroten. Als dat moeilijk blijkt, kunnen provincies bekijken of het doel van tien extra kamsalamanders misschien in een ander, nabijgelegen natuurgebied sneller gehaald kan worden. Het doel kan dan in het andere gebied worden geschrapt.
Een mogelijk gevolg is dat de kamsalamander in dat natuurgebied in gevaar komt: de populatie moest daar groeien om een goede kans te hebben om te overleven. Het ministerie benadrukt dat dit plan alleen kan worden uitgevoerd als het ook “beter voor de natuur” is. Provincies moeten dat goed onderbouwen.
‘Snippers’
NRC rekende uit hoeveel van dit soort ‘snippers’ natuur er zijn. Bij gebrek aan een duidelijke definitie – die heeft het ministerie ook niet – is een grens van 250 hectare gehanteerd (zie kader). Met die definitie zijn er in totaal 202 stukjes Natura 2000-gebied een ‘snipper’.
Soms gaat het om het complete natuurgebied, zoals bij De Bruuk in Gelderland, tegen de Duitse grens. Van de 202 ‘snippers’ zijn er 22 complete Natura 2000-gebieden. De rest bestaat uit stukjes die werden afgesneden van grotere natuurgebieden, door bijvoorbeeld een snelweg of bebouwing.
Bij elkaar opgeteld zijn die snippers ruim achtduizend hectare groot. Als al die stukjes samengevoegd zouden worden tot één natuurgebied, zou het gelijk tot de tien grootste Natura 2000-gebieden op land behoren – grofweg zo groot als het duingebied Kennemerland-Zuid, of zelfs vier keer zo groot als de Sallandse Heuvelrug.
Zouweboezem (zuid)
118 hectare
Coepelduynen
188 hectare
De Bruuk
99 hectare
NRC sprak acht beheerders van kleine natuurgebieden, verspreid gelegen over het hele land. Daaruit blijkt dat de grenzen van de Natura 2000-gebieden, die door de Nederlandse overheid werden vastgelegd, vaak wel erg krap werden getrokken. De natuurgebieden zijn meestal eigenlijk groter, zegt landschapsecoloog Allard van Leerdam van Staatsbosbeheer. „Vaak is alleen het stuk met de beste natuur aangewezen als Natura 2000-gebied”, aldus Van Leerdam. „Alsof daarbuiten geen natuur is.”
Soms ook moeten de natuurgebieden zelf worden aangepast om ze binnen de krappe grenzen te houden. Neem de Coepelduynen in Zuid-Holland. Dat natuurgebied stopt zo abrupt door bebouwing, dat noodgrepen moeten voorkomen dat de duinen de woonwijk inwaaien: de duinen worden beplant.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Een stuwtje in een sloot, dat voorkomt dat te veel water het gebied uitstroomt.” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Een stuwtje in een sloot, dat voorkomt dat te veel water het gebied uitstroomt.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/01/06163403/data126315531-1d7b6e.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-9.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-7.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-8.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-9.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-10.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/6XPBRhmLg7-XzTJyshVi2g_Pa6s=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/01/06163403/data126315531-1d7b6e.jpg 1920w”>Een stuwtje in een sloot, dat voorkomt dat te veel water het gebied uitstroomt.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Haakveenmos (links) en glanzend veenmos.” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Haakveenmos (links) en glanzend veenmos.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/01/06163410/data126315603-e904ae.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-13.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-11.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-12.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-13.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-14.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/gml09hkWkpyG3pOvT9XSnPs_ixU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/01/06163410/data126315603-e904ae.jpg 1920w”>Haakveenmos (links) en glanzend veenmos.
Foto’s: Eric Brinkhorst
Boeren
De laarzen van ecoloog Termaat soppen in het hoge water van De Bruuk. Hij wijst. „Die heuvel daar is een stuwwal, ontstaan in de voorlaatste ijstijd.” Daarom is De Bruuk zo nat. Het water zakt van twee stuwwallen naar het laagste punt, waar De Bruuk ligt. Daar wordt het uit de grond omhooggestuwd, vol met mineralen zoals ijzer en calcium.
De stuwwallen, die zo belangrijk zijn voor het moeras, vormen geen onderdeel van het officiële Natura 2000-gebied. Sterker, tussen de wallen en het natuurgebied zitten aan alle kanten boeren. Die willen de waterstand graag zo laag mogelijk houden, zodat er met tractoren gereden kan worden en gewassen beter kunnen groeien. In de zomer, als het warm en droog is, pompen boeren grondwater op om gewassen nat te houden. „Aan alle kanten wordt hier aan het water getrokken”, stelt Termaat. „Er wordt óók drinkwater gewonnen.”
En dat merken ze in De Bruuk. Zeker in de droge zomers gaat de grondwaterstand flink omlaag, waardoor veenlagen afgebroken worden. Daarnaast kreeg regenwater meer invloed op het gebied – en dat water heeft een andere samenstelling dan grondwater. Daardoor kregen onder meer veenmossen de overhand, die andere soorten verdrongen.
Aan alle kanten wordt hier aan het water getrokken
Afgelopen jaren nam Staatsbosbeheer maatregelen om het gebied nat te houden, wat het soortenrijk maakt: sloten werden gedempt en stuwtjes geplaatst die het water in het gebied moeten houden. „Alles wat we binnen het gebied kunnen doen, is gedaan”, zegt Termaat. Er wordt nu onderzocht of dat de waterstanden hoog genoeg houdt om De Bruuk in stand te houden.
Termaat vreest van niet. „En dan moeten we gaan kijken naar maatregelen buiten het gebied.” Bijvoorbeeld met een ‘bufferzone’ van minder intensieve landbouw rond het gebied, waar de waterstanden hoger kunnen blijven.
NRC benaderde meerdere boeren rond De Bruuk. Eén wilde met zijn naam in de krant. „De natuur schuift steeds verder op. Het lijkt een beetje op een Rupsje Nooitgenoeg en daar heb ik wel moeite mee.”, zegt boer Martien Nillesen, die 180 melkkoeien heeft en akkerbouwer is. „We mogen al minder mest uitrijden in een strook van 250 meter rond het gebied.” Toch zou hij misschien wel willen meewerken aan zo’n bufferzone met hogere grondwaterstand. Al eerder ruilde hij grond, zodat een watergang kon worden verplaatst. „Daar ben ik niet slechter van geworden. Over alles valt te praten”, zegt hij.
Ook elders spelen boeren een cruciale rol. De Wilck (Zuid-Holland) is aangewezen als rust- en broedgebied voor vogels. Het officiële gebied bedraagt 116 hectare, maar het oorspronkelijke natuurgebied is zeker dubbel zo groot. „De andere helft is allemaal landbouwgebied”, vertelt landschapsecoloog Van Leerdam. „Daar proberen we met boeren samen te werken. Soms gaat dat heel goed, soms helemaal niet. Wij bewaren zo veel mogelijk rust in het voorjaar, tot 1 juni. Maar dan is het veld van een buurman bij wijze van spreken al drie keer gemaaid. Dat beïnvloedt het broedsucces van weidevogels in ons reservaat.”
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="De klimopwaterranonkel in De Bruuk.” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="De klimopwaterranonkel in De Bruuk.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/01/06163400/data126315507-601577.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-17.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-15.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-16.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-17.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-18.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/n9zQKkg3Zqxz60Xn2VRFA_JUqU0=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/01/06163400/data126315507-601577.jpg 1920w”>De klimopwaterranonkel in De Bruuk.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Een van de natte velden van De Bruuk.” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Een van de natte velden van De Bruuk.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-3.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/01/06163405/data126315534-bb175e.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-21.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-19.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-20.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-21.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/het-kabinet-wil-robuuste-en-geen-versnipperde-natuur-maar-dit-zijn-kraamkamers-van-biodiversiteit-22.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/ylwEkD3KWKti-RM-t5qlkzrdfm4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/01/06163405/data126315534-bb175e.jpg 1920w”>Een van de natte velden van De Bruuk.
Foto’s: Eric Brinkhorst
Kraamkamers
Kleine gebieden bevatten vaak bijzondere natuur: heides, plantenrijk duinen, moerassen, bossen in natte en kalkrijke beekdalen. De biodiversiteit is hoog. De Zouweboezem (Zuid-Holland, doorsneden door een snelweg) kent de grootste populatie purperreigers van Noord-Europa; in het Bunder- en Elslooërbos (Limburg) komt de vuursalamander nog voor en in de Schaopedobbe (Friesland) groeit moeraswolfsklauw.
„In deze gebieden zitten soorten die vroeger in Nederland algemeen waren, maar nu op nog maar heel weinig plekken voorkomen”, zegt Termaat. „Dit soort natuurreservaatjes zijn de laatste strohalm voor bijvoorbeeld graslandvlinders, anders verdwijnen ze volledig. Het zijn kraamkamers van biodiversiteit.” Maar die bijzondere soorten zitten soms ook opgesloten in de natuurgebieden, die dan te ver liggen van andere gebieden. Zo heeft De Bruuk een populatie zilveren manen, een voor Nederland zeldzame vlindersoort. Maar de vlinders kunnen zich moeilijk verspreiden; het volgende gebied ligt kilometers verderop.
Dit soort natuurreservaatjes zijn de laatste strohalm voor bijvoorbeeld graslandvlinders, anders verdwijnen ze volledig
Andersom komen verdwenen soorten moeilijk terug. In de Coepelduynen verdween de aardbeivlinder, die nauwelijks meer in Nederland voorkomt. Inmiddels werden delen van het natuurgebied weer geschikt voor de vlinder, maar het ligt waarschijnlijk te afgezonderd om de oversteek te maken.
„Liever zou ik snippernatuur ook opheffen”, stelt Termaat. „Maar dan door die gebieden groter te maken.” Stel je voor, zegt Termaat, dat ze worden opgeheven. „Dan weet je helemaal zeker dat flink wat soorten uit Nederland verdwijnen.”
Lees ook
De snippers natuur waar het nieuwe kabinet over spreekt zijn eigenlijk parels
Bij de jongens stond de naam Noah (afgeleid van Noach, betekenis: rust, troost) voor het zesde jaar op rij op één, gevolgd door Luca, met op de derde plaats Lucas. En ouders noemden hun pasgeboren meisje het vaakst Emma (betekenis: groot, geweldig) – de afgelopen jaren zeker niet voor het eerst.
Sinds 2022 wordt ook de meest gekozen ‘genderneutrale’ naam bijgehouden: een naam die even vaak wordt gekozen voor meisjes als voor jongens. Charlie werd in 2024 zowel 156 keer gekozen als naam voor een meisje als voor een jongen. Daarna kwamen Robin (68 meisjes en 64 jongens) en Sammy (11 meisjes en 10 jongens) in deze categorie.
Doorgaans blijven de populairste kindernamen jaren hangen in de kopgroep voordat ze uit zwang raken. Om toch sociaal-culturele ontwikkelingen te kunnen ontwaren uit de jaarlijkse lijsten van de Sociale Verzekeringsbank, is het nodig verder uit te zoomen, zegt Gerrit Bloothooft, die als gastonderzoeker verbonden is aan het Institute for Language Studies van de Universiteit Utrecht.
Het overgrote deel is tegenwoordig een modenaam: een die ouders mooi vinden en die daarna in vergetelheid raakt
Bloothooft: „Vroeger zag je grote regionale verschillen in Nederland. De protestanten in het noorden noemden hun kinderen vaker Piet en Klaas. Katholieken in het zuiden gingen voor gelatiniseerde namen als Adrianus en Cornelius.”
Maar nu ogen de toplijsten van Groningen tot Limburg, van Zuid-Holland tot Overijssel, voor een groot deel hetzelfde. „Naamgeving wordt niet langer regionaal bepaald,” zegt Bloothooft, „maar sociaal-cultureel.” De vernoemingstraditie – tussen 1820 en 1920 konden opa, vader en zoon gerust alle drie Jan heten – is vanaf de jaren zeventig minder geëerbiedigd. „Inmiddels wordt minder dan 5 procent van de baby’s met de eerste voornaam naar een familielid vernoemd.” Vaker worden opa en oma met de tweede of derde voornaam in herinnering gehouden.
Baard
Oorsprong van die ontwikkeling ligt in de jaren zestig, zegt Bloothooft. Nederlanders verlieten massaal de kerk, familiebanden werden losser, individualiteit steeds belangrijker. Voornamen werden voor ouders steeds meer een middel voor zelfexpressie. Het resultaat? Bloothooft: „Het overgrote deel van de voornamen van baby’s is tegenwoordig een modenaam: een die ouders mooi vinden en die daarna in vergetelheid raakt.”
Wie kijkt naar de populairste babynamen van 2000, ziet dat Bloothooft gelijk heeft. De top-3 voor jongens bestond uit Thomas, Max en Tim. Voor meisjes waren dat Sanne, Lisa en Fleur. Geen van die zes namen haalde afgelopen jaar de top-20: de trend waaide over.
Heten over tien jaar alle jongens met de baard in de keel dan Noah? Zo ver is het nog niet. Een kleine uitzondering op de regel van homogenisering is bijvoorbeeld Friesland, dat volgens Bloothooft altijd een „zeer eigenzinnige traditie van naamgeving” heeft gehad, geheel in lijn met de sterke culturele identiteit van de provincie. Die afwijking is ook dit jaar terug te zien. Hidde en Lieke, twee typisch Friese namen, voeren in Friesland de lijsten met populaire jongens- en meisjesnamen aan, maar komen in de Nederlandse top-10 niet voor.
Media
Toch is ook die traditie op z’n retour. Waar in de jaren vijftig ongeveer de helft van de in Friesland geboren baby’s een Friese voornaam kreeg, geldt dat volgens Bloothooft nu nog maar voor 20 procent.
Wie anno 2025 een geïnformeerde gok wil doen over de persoon die zich zojuist voorstelde, kan beter iets zeggen over het opleidingsniveau of het inkomen van de ouders. Introduceert iemand zichzelf als Floris, Pepijn of Alexander? Dan is de kans groot dat hij uit een villawijk komt. Heeft hij een Engelse naam, zoals de dit jaar populaire jongensnaam James? Dan komt hij waarschijnlijk uit een minder welgestelde wijk, want lageropgeleiden experimenteren volgens Bloothooft meer en blijken gevoeliger voor invloeden vanuit de media.
In Gorcum twijfelt niemand aan de verzetsdaden van Richard Navest. ‘De Baviaan’, zo luidde in verzetskringen zijn bijnaam, heeft onder meer de bevrijding van Maarten Willem Schakel op z’n conto staan. Schakel, toen verzetsstrijder en later spraakmakend ARP-Tweede Kamerlid, was gevangengenomen en zou worden geëxecuteerd. Ware het niet voor Navest, dus. Gorcum eert de verzetsstrijder dan ook met een straatnaam. Zijn graf is een gemeentelijk monument.
Maar sinds begin januari prijkt de naam van Navest op de index van het Nationaal Archief van Nederlanders die na de bevrijding werden verdacht van collaboratie met de Duitsers. Navest komt voor in de meer dan 420.000 strafdossiers uit die tijd, die vanaf begin dit jaar werden geopenbaard, de zogeheten CABR-archieven. Al die dossiers werden gerubriceerd op naam van toenmalige verdachten. Wie de dossiers wil inzien, kan inzage vragen in het strafdossier zelf. Maar op die ‘verdachtenindex’ prijken nu onbedoeld ook de namen van mensen die wel in het dossier voorkwamen, maar niet als hoofdverdachte. Bijvoorbeeld mensen die verklaringen hebben afgelegd, maar ook Joodse slachtoffers van collaboratie en verraad.
Het Nationaal Archief waarschuwt inmiddels voor mogelijke fouten in de archivering van die index. Online is die echter een eigen leven gaan leiden als de ‘verdachtenlijst’ van foute Nederlanders.
Drie vragen over die index en de potentiële gevolgen van die fouten.
De index is geen ‘collaboratielijst’, zo benadrukt de woordvoerder van het Nationaal Archief
1 Wat is het precies voor archief en waarom staat alleen die verdachtenindex online?
Dit is het zogeheten Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), het archief van een speciale rechtsgang die na de bevrijding is opgetuigd om collaborateurs op te sporen en te berechten. Meer dan 420.000 mensen werden onderzocht, 66.000 moesten zich voor de rechter verantwoorden, voor speciaal opgerichte tribunalen en bijzondere gerechtshoven. De tribunalen deden uitspraak over 50.000 personen. Zo’n 35.000 mensen kregen een gevangenisstraf van maximaal tien jaar. De bijzondere gerechtshoven deden uitspraak over zo’n 16.000 personen.
Goed of fout in de oorlog is nog steeds een maatschappelijk thema, zo blijkt uit de massaal bezochte site waarop die index is gepubliceerd. Eén op de vijf Nederlanders ziet kinderen van ouders met een ‘fout’ oorlogsverleden liever niet in publieke functies als het onderwijs, de politiek of de journalistiek. Dat bleek in september uit het onderzoek Geluiden uit de stilte van ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid.
Het was de bedoeling dat al die strafdossiers vanaf januari online raadpleegbaar zouden zijn. Maar vorig jaar december – vlak voor de deadline – stak minister Eppo Bruins (Onderwijs, NSC) daar een stokje voor, nadat hij was gewaarschuwd dor de Autoriteit Persoonsgegevens. Die toezichthouder stelde dat de privacy van nog levende personen onaanvaardbaar geschonden zou worden. Zolang levenden voorkomen in een dossier, is dat beperkt toegankelijk.
Digitaal onderzoek is weliswaar bij het Nationaal Archief mogelijk, maar beperkt. Er is inmiddels een wachtlijst.
Lees ook
De oorlogsarchieven gaan open: is goed of fout achteraf vast te stellen?
2 Wat betekent die beperking in de praktijk?
Nabestaanden kunnen erachter komen of familieleden op die index staan, maar krijgen niet – of beperkt – inzage in de bijbehorende dossiers. Een woordvoerder van het Nationaal Archief vertelt „enkele tientallen telefoontjes” te hebben gekregen van mensen die zich zorgen maken over de persoonsvermelding. Volgens de woordvoerder gaat het om fouten die bij het opstellen van die dossiers gemaakt kunnen zijn. Die worden nu, met het toegankelijk maken van dat CABR-archief, zichtbaar.
Ook is de index geen ‘collaboratielijst’, zo benadrukt de woordvoerder, maar een lijst van mensen naar wie na de Tweede Wereldoorlog een onderzoek is gestart, met de vraag of ze gecollaboreerd hadden: „Het kwam regelmatig voor dat een onderzoek snel werd gesloten, omdat de aanleiding geen standhield.”
Intussen is de studiezaal van het Nationaal Archief tot eind februari volgeboekt, want daar is offline inzage mogelijk. Later dit jaar kunnen de dossiers digitaal worden doorzocht. Daarvoor is voorlopig één terminal beschikbaar. Er wordt onderzocht of dat aantal kan worden uitgebreid.
3 Speelt de Autoriteit Persoonsgegevens nog een rol? En heeft dit consequenties voor andere oorlogsarchieven?
De voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens, Aleid Wolfsen, noemde het in december een „morele plicht” voor het ministerie en het Nationaal Archief om het mogelijk te maken voor iedereen – die daar recht op heeft – om de dossiers in te kunnen zien. „Daar moet massaal in geïnvesteerd worden”, zei hij in NRC.
Met een aantal andere oorlogsarchieven is online inzage al mogelijk. Zo kunnen de dossiers van de Amsterdamse politie ten tijde van de Tweede Wereldoorlog worden bekeken. Die kunnen worden doorzocht, naar namen van burgers die verdacht werden of die aangifte hadden gedaan. Volgens een woordvoerder van Wolfsen werden andere oorlogsarchieven niet onder de loep genomen. Daarvoor heeft de AP ook de capaciteit niet.
Wel biedt de eind vorig jaar verstuurde waarschuwing aan de minister en het Nationaal Archief volgens de woordvoerder „handvaten en normuitleg om de privacy van nog levende betrokkenen in archiefstukken te kunnen beschermen”.
Lees ook
Waarom oorlogsdossiers toch niet online komen? ‘Je kunt niet zeggen: u bent negentig jaar oud, privacy doet er minder toe’