Het kostte 2,5 miljoen euro en vijf jaar werk door een team van vijftig professionals en meer dan vijfhonderd vrijwilligers, maar deze maandag is het zo ver: de database goetgevonden.nl staat online. Vanaf nu kan iedereen de 680.000 resoluties (besluiten) doorzoeken die de Staten-Generaal genomen hebben tussen 1576 en 1796 – de periode dus van de opstand tegen Spanje, de daaropvolgende Gouden Eeuw en de uiteindelijke teloorgang van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden na de inval door de legers van de Franse Revolutie.
„De razendsnelle ontwikkeling van de techniek heeft het ons mogelijk gemaakt dingen te doen die vijf jaar geleden, toen we aan dit avontuur begonnen, nog ondenkbaar waren”, zegt projectleider Joris Oddens van het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en Cultuur. „Met het beschikbaar maken van deze database loopt Nederland voorop in de wereld.”
De Staten-Generaal vormden in de tijd van de Republiek het hoogste bestuurscollege van wat de Generaliteit werd genoemd, het centrale bestuursniveau. De afzonderlijke provincies stuurden afgevaardigden naar Den Haag om daar de beslissingen te nemen die het hele land aangingen. Oddens: „De ambitie om alle resoluties van de Staten-Generaal te ontsluiten, bestond al aan het begin van de vorige eeuw, maar pas toen we in 2019 een beurs kregen van onderzoeksfinancier NWO, konden we echt aan de slag.”
De naam van de database is ontleend aan de frase ‘is goetgevonden ende verstaen’, die dagelijks uit de pen vloeide van de griffier van de Staten-Generaal als hij een besluit van de vergadering noteerde. Al deze resoluties zijn ingebonden in ruim zeshonderd dikke boeken die zijn opgeslagen in het magazijn van het Nationaal Archief in Den Haag. De eerste stap van het project was het scannen van alle pagina’s uit deze banden. „Dat waren er ongeveer een miljoen”, zegt Oddens. „Hierna begon het moeilijke werk.”
2 procent leesfouten
Zijn team had te maken met twee soorten resoluties, zegt Oddens. „De besluiten uit de achttiende eeuw waren gedrukt, maar die uit de zeventiende eeuw noteerde de griffier met de hand. Van die handgeschreven resoluties dachten we in het begin dat de computer ze zou kunnen lezen met een foutmarge van 20 procent. Dan heb je er dus eigenlijk niets aan. Maar uiteindelijk zitten we nu onder de 2 procent leesfouten bij deze resoluties, en voor de gedrukte besluiten zelfs op minder dan 1 procent.”
Dat succes is mede te danken aan het werk van de vrijwilligers, zegt Oddens. „Zij hebben de eerste transcripties die de computer had gemaakt met de hand gecorrigeerd. Daar leerde het programma van, waardoor het zijn werk beter kon doen.”
Na het lezen en transcriberen was er een enorme brei letters beschikbaar. Oddens: „Als je die wilt kunnen gebruiken, zul je de tekst moeten opsplitsen in de delen waarin je geïnteresseerd bent: de afzonderlijke resoluties. Dat hebben we gedaan door samen met vrijwilligers te zoeken naar zinnen die kenmerkend waren voor het begin van zo’n genoteerd besluit. Hiermee hebben we algoritmes getraind en zo zijn we erin geslaagd zo’n 680.000 verschillende resoluties te onderscheiden.”
Hierna kon het materiaal worden verrijkt, zegt Oddens. „In de transcripties van de resoluties hebben we allerlei tekstelementen herkend. Dat deden we met een techniek die al werkte bij moderne teksten, maar nog niet bij historisch materiaal.”
Ook op dit vlak zijn de ontwikkelingen heel snel gegaan, aldus Oddens. Er is nu een large language model – een door AI gedreven programma zoals het bekende ChatGPT – dat kan werken met historisch Nederlands. „We hebben de vrijwilligers gevraagd om in een klein deel van het materiaal namen van plaatsen, personen en organisaties te taggen. Vervolgens ging het programma aan de slag om diezelfde woorden in het hele corpus te vinden. Dat is nog nergens ter wereld op deze manier gedaan.”
Kunstmatige intelligentie
Het grote probleem hierbij was dat er gedurende de ruim twee eeuwen waarin de besluiten zijn genomen, geen consistente, algemene spelling bestond, zegt Oddens. „Er waren soms tientallen manieren om een plaatsnaam te schrijven. Maar als onderzoeker wil je natuurlijk alle verwijzingen naar ‘Amsterdam’ vinden als je dat woord op het zoekscherm intypt. Normaliter gebeurt het aan elkaar koppelen van al die spellingswijzen handmatig, maar wij zijn erin geslaagd dat automatisch te doen.”
Uit deze combinatie van het handwerk van vrijwilligers en de modernste kunstmatige intelligentie is nu dus een enorme database ontstaan die via het internet voor iedereen toegankelijk is. Oddens: „Voor historici die geïnteresseerd zijn in langetermijnontwikkelingen is het nu mogelijk om onderzoek te doen dat vroeger ondenkbaar was, omdat je moeilijk al die banden bladzijde voor bladzijde kon lezen.”
Maar ook voor andere geïnteresseerde gebruikers is goetgevonden.nl wellicht een schatkamer, vindt Oddens. „Denk aan mensen die onderzoek doen naar de geschiedenis van hun familie of woonplaats. Die kunnen nu met één druk op de knop zien of daarover in de Staten-Generaal iets is gezegd.”
De mensen die op deze zondagmiddag het pand van autodealer NIO binnenlopen, komen niet om de nieuwste Chinese elektrische auto’s te bewonderen. Ze lopen doelgericht door naar een zaaltje achter in de winkel, waar een open mic wordt gehouden van Gale Comedy, een stand-upcomedyclub die zich vooral richt op Chinese migranten in Nederland.
Het comedygezelschap, dat maandelijks op verschillende locaties in Rotterdam samenkomt, werd vorig jaar opgericht door Weina Ma, een 34-jarige econoom. Ze trad al op met Engelstalige stand-up, maar miste de aansluiting met haar moedertaal. „Om Engelse comedy lach ik ook, maar met andere Chinezen lachen om een grap die alleen in het Chinees werkt is een totaal ander gevoel.”
De zaal zit vol deze zondag en het voornamelijk Chinese publiek gaat goed op de grappen – over ongemakkelijke ervaringen met Nederlandse managers („heel lange witte mannen die denken dat ze vrouwen snappen”), over spanningen met familieleden in China en over Chinese immigranten in de Verenigde Staten die op Trump hebben gestemd.
Er zijn ook twee niet-Chinese artiesten die in het Engels optreden. „Niemand gaat me geloven als ik vertel dat ik hier was”, opent een van hen. „Bij een comedyshow in een autodealer en iedereen was Chinees. Het klinkt als een gekke droom.”
Voor een nieuwe generatie Chinese migranten wordt het juist steeds normaler: een breed cultureel aanbod in Nederland, in het Chinees. Steeds meer migranten van Chinese komaf vestigen zich hier permanent, na een studie of start als expat. Tijdens de pandemie groeide deze groep doordat nieuwe migranten China wilden verlaten vanwege het steeds onvrijere politieke klimaat.
Lees ook
Chinezen die naar de stad trekken, krijgen langzaamaan meer rechten
Migranten
Wie zijn deze nieuwe migranten uit China? „Het gaat om een langere verschuiving binnen de etnische Chinezen in Nederland”, aldus Pál Nyiri, hoogleraar antropologie en geschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Sinds China vanaf de jaren tachtig de grenzen langzaam weer opende, kwamen de meeste eerstegeneratiemigranten naar West-Europa uit gebieden met een lange migratietraditie.
Deze groep, veelal afkomstig uit de provincies Zhejiang en Fujian, werkte in Nederland vaak in de Chinees-Indische restaurants, die op hun beurt vaak in de decennia daarvoor door migranten uit Hongkong waren geopend. Andere delen van de Chinese bevolking in Nederland hebben hun roots in overzeese gemeenschappen in Zuidoost-Azië en Suriname.
Vanaf ongeveer 2000 verandert dit migratiepatroon. Allereerst door de snelgroeiende groep Chinese studenten, die na hun afstuderen vaak in Nederland blijven werken. Daarnaast wordt Nederland een hub voor Chinese bedrijven die actief worden op de Europese markt en die personeel uit China meenemen of hier aannemen. Deze twee nieuwe hoogopgeleide groepen, legt Nyiri uit, hebben het etnisch Chinese landschap in Nederland veranderd, onder meer met hun vraag naar authentiek Chinees eten, en met hun taal van voorkeur: Mandarijn in plaats van het aanvankelijk dominante Kantonees.
Een vriendin ging eens langs bij een Nederlandse klant. Haar werd toen gevraagd de koffie in te schenken
Afgelopen jaren is bovendien nog een nieuwe lichting migranten uit China gearriveerd, die bekendstaan als de ‘renners’. Ze zijn ‘weggerend’ uit China omwille van de strenge coronarestricties, vaak maatschappelijk betrokken en kritisch op de Chinese overheid. Veel van de ‘renners’ kwamen naar Nederland en Duitsland vanwege de progressieve reputatie en het relatief flexibele migratiebeleid van beide landen.
Volgens een analyse van het Leiden Asia Centre wonen inmiddels ruim 25.000 Chinese eerstegeneratiemigranten in Nederland die komen uit andere delen dan de traditionele migratiegebieden aan de Zuid-Chinese kust. Het totale aantal eerstegeneratiemigranten uit die traditionele gebieden is nog altijd groter (33.403), maar deze migranten kwamen veelal vóór 2005 naar Nederland, terwijl sinds die tijd de nieuwkomers uit de rest van China domineren. Volgens de analyse – die is gebaseerd op CBS-cijfers uit 2022 – komt deze nieuwe groep relatief vaak uit China’s grote steden en rijkere provincies. Daarnaast woont ze, evenals eerdere generaties migranten, voornamelijk in de Randstad.
Nyiri ziet dat deze nieuwe generatie ook een „totaal nieuw fenomeen” van gemeenschapsvorming met zich meebrengt. Waar Chinese migrantenorganisaties zich voorheen vooral beperkten tot verenigingen voor zakenmensen – georganiseerd per herkomstregio – en een aantal dissidentengroeperingen, is nu sprake van een breed spectrum van grassrootsorganisaties. Sommige richten zich op het creëren van gemeenschappen, andere hebben een activistische inslag. „De scheidslijn is niet zo duidelijk”, zegt Nyiri.
Kinderen
Michael Liu (41) doet het allebei. De advocaat koos in 2019 voor Nederland uit pragmatische overwegingen. De Verenigde Staten vielen af nadat Trump aan de macht was gekomen. In Nederland zag hij een liberaal land waar zijn gezin – met man en inmiddels twee geadopteerde kinderen – welkom zou zijn en van waaruit hij zijn internationale carrière kon voortzetten.
Eenmaal in Nederland, veel thuis in Den Haag vanwege de pandemie, merkte hij dat hij een organisatie miste voor „liberale Chinezen zoals ik”. Dus richtte hij Helan Digest op als een informele groep die, in het Chinees, de politieke ontwikkelingen in landen als Nederland, Oekraïne of Syrië besprak. Haar evenementen trokken al snel een publiek van studenten en jonge professionals, deels recent aangekomen uit China.
We vormen deel van de samenleving hier, maar we geven ook veel om wat er gebeurt in China
Inmiddels is Helan Digest als stichting ook een stem in de discussie rond mogelijke Chinese staatsinmenging in Nederland. Voor het ministerie van Sociale Zaken organiseert de stichting momenteel een dialoog hierover tussen verschillende Chinese gemeenschapen in Nederland. Liu: „We beschouwen onszelf als onderdeel van de civil society hier. Maar we geven ook veel om wat er in China gebeurt.”
Een recent project van Liu was het opzetten van een Chinese boekhandel in Den Haag. Tijdens de opening van de winkel, die in het Nederlands Nu Hier heet, hield Liu het als initiatiefnemer kort. „Ik wil nog meer van deze stad gaan houden dan ik nu al doe.” Hij denkt dat de politiek geëngageerde eerstegeneratiemigranten behoefte hebben aan een eigen plek.
Terugkijkend op de laatste vijf jaar ziet hij hoeveel is veranderd. „Er zijn nu veel meer nieuwe groepen actief. We hebben uiteenlopende opvattingen, maar dat is precies wat je wil en verwacht in een vrij land waar mensen zich kunnen organiseren. In China kan dat niet, maar als emigranten hebben we de vrijheid om onze levens opnieuw vorm te geven.”
Landloos
Ook Weina Ma, de oprichter van Gale Comedy, is voornemens in Nederland te blijven. Ze is getrouwd met een Rotterdammer die ze ontmoette tijdens haar promotietraject. Ma is zwanger van hun eerste kind. „Maar dat staat daar los van: ik besloot eerst om hier te blijven, de rest volgde.”
Ma, afkomstig uit het patriarchalere noorden van China, had moeite met de hiërarchie waarin ze opgroeide. „Binnen de familie, bedrijven, op school: overal komt veel druk bij kijken.” In Nederland voelen de organisaties platter en heeft ze als migrant een buitenstaanderspositie die ze prettig vindt. Dat neemt veel van de druk weg. „Nu kon ik hier op mijn eigen tempo aan kinderen beginnen.”
Ze heeft het gevoel dat Chinese vrouwen en leden van seksuele minderheden vaker besluiten in Nederland te blijven. Beide groepen ervaren in China meer discriminatie. Ook de CBS-cijfers uit 2022 laten zien dat vrouwen onder de Chinese eerstegeneratiemigranten in Nederland in de meerderheid zijn (56,5 procent), opvallend gezien China zelf juist kampt met een mannenoverschot.
Ook Rui Gao – een twintiger die eind 2021 in Rotterdam kwam studeren – besloot naar Nederland te komen, deels omdat ze een vrouw is. „Ik paste nooit goed in dat sociale stramien.”
Gao, een stoere verschijning met een bedachtzame blik, ziet zichzelf als onderdeel van de ‘renners-generatie’. Ze had al internationale werkervaring en toen de coronarestricties in China te verstikkend werden, besloot ze te migreren. Ze kwam uit bij Nederland vanwege de goede reputaties van de universiteiten, de werkmogelijkheden en immigratieregelgeving.
Na haar master vond ze inderdaad makkelijk werk in de Rotterdamse havensector. Maar ze wil Nederland ook niet te veel ophemelen. „Seksisme heb je hier ook. Juist voor een Aziatische vrouw is dat een uitdaging.” Ze merkt het vooral op haar werk. „Vrouwen worden minder serieus genomen. Een vriendin ging eens langs bij een Nederlandse klant en werd toen gevraagd de koffie in te schenken.”
Inmiddels denkt ze dat je als vrouw in een mannenwereld misschien nog het beste af bent als migrant. „Vrouwen hebben geen eigen land,” citeert ze Virginia Woolf. „Maar als migrant ben je in ieder geval wat vrijer.”
Woordgrap
Gao is zondagmiddag ook van de partij in het zaaltje achterin de autodealer. Het is de eerste keer dat ze Gale Comedy, genoemd naar de krachtige Nederlandse wind, bezoekt.
Vier van de vijf Chinese performers zijn vrouwen, een uitkomst waar oprichter Ma geen moeite mee heeft. „Misschien is het omdat het vrouwen zijn die de club leiden.”
Tijdens een gesprek een week na de show is ze nog steeds aan het nagenieten van een seksueel getinte Chinese woordgrap die tijdens de middag werd gemaakt. „Snap je hem? Ik wil er het liefst geen grote woorden op plakken maar ik word daar gewoon heel blij van.”
Lees ook
‘Het Europese Chinabeleid is een stoplicht waarvan alle lichten branden. En dat is heel verwarrend’
Nederlandse statushouders dreigen in financiële problemen te raken doordat er plotseling geen toeslagen meer voor hen worden aangevraagd. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is hier op 1 januari mee gestopt. Volgens het COA is het de taak van gemeenten om vluchtelingen hierbij te helpen. Gemeenten voelen zich door het besluit overvallen.
Veel statushouders (asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen) zijn afhankelijk van toeslagen. Maar lang niet alle statushouders weten hoe ze die op tijd en bij de juiste instantie moeten aanvragen. Om te voorkomen dat zij in de schulden belanden, krijgen zij hierbij in de beginperiode ondersteuning. Die kwam sinds 2015 van het COA. Zodra een statushouder een woning kreeg toegewezen, vroeg het COA huurtoeslagen aan, en voorheen ook zorgtoeslagen.
‘Niet onze taak’
Het opvangorgaan is op 1 januari gestopt met deze toeslagenhulp. „Omdat het onze taak niet is”, zegt een COA-woordvoerder. „We zijn in dit gat gesprongen, maar eigenlijk horen gemeenten dit te doen.” Het COA verwijst naar de Wet inburgering, die bepaalt dat gemeenten de eerste zes maanden verantwoordelijk zijn voor de begeleiding van inburgeraars. Ook is het door een wijziging bij de Dienst Toeslagen ingewikkelder geworden om huurtoeslagen vooraf aan te vragen. „Daarom hebben we eind 2023 de betrokken ministeries gevraagd ervoor te zorgen dat deze taak elders wordt belegd”, zegt de woordvoerder. „De ministeries hebben destijds aangegeven dit op te pakken.”
Dit lijkt nooit te zijn gebeurd: gemeenten, tevens verantwoordelijk voor bijstandsuitkeringen, zeggen dat zij onlangs volledig werden verrast door het besluit. „We kwamen er bij toeval achter”, vertelt een ambtenaar die in een grote gemeente verantwoordelijk is voor de huisvesting van statushouders. „Op Oudjaar ontvingen we een automatisch mailbericht van het COA dat zij vanaf morgen geen toeslagen meer zullen aanvragen. Terwijl wij nog van niets wisten.”
Het is volgens de ambtenaar onmogelijk deze taak op die korte termijn over te nemen. „Dat vergt normaal gesproken maanden voorbereiding. Er is al heel weinig capaciteit bij gemeenten. Nu wordt het zomaar door het COA over de schutting gegooid, terwijl er nog niets is geregeld.” Statushouders die vanaf 1 januari worden geplaatst, dreigen daardoor tussen wal en schip te vallen, met als risico dat zij geen toeslagen ontvangen en in financiële problemen raken.
Een van de gemeenten die zich „grote zorgen” maakt is Amsterdam. „Deze begeleiding is van belang om te zorgen dat statushouders die net zijn uitgestroomd naar de gemeente niet direct in financiële problemen komen”, laat de gemeente weten.
We moeten nog uitvinden hoe we dit precies gaan oplossen
‘Alsnog een grote verrassing’
Het COA bestrijdt dat gemeenten te laat zijn geïnformeerd. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft eind 2023 namelijk al te horen gekregen dat het COA van deze taak af wilde. „Dat klopt”, reageert de woordvoerder van de VNG. „Maar in die brief van het COA stond dat er nog afspraken zouden worden gemaakt over de invulling van de taak en dat nader onderzoek zou plaatsvinden. Het ministerie zou ons op de hoogte houden. Alleen is dat nooit gebeurd. Er is daarna nooit meer met ons over gesproken.”
Dus kwam het „alsnog als een grote verrassing” toen het COA afgelopen december de VNG informeerde dat het per 1 januari definitief stopt met de toeslagenhulp. „Het zal een grotere druk opleveren op gemeenten”, zegt de VNG-woordvoerder. „We moeten nog uitvinden hoe we dit precies gaan oplossen.”
Sommige gemeenten hebben de hulp bij toeslagen nu uitbesteed aan Vluchtelingenwerk. Een woordvoerder van de stichting: „COA legt hiermee in feite een extra taak neer bij gemeenten en Vluchtelingenwerk.” De gevolgen hiervan kunnen ingrijpend zijn, zegt de woordvoerder. „Het is heel belangrijk dat toeslagen zo snel mogelijk worden aangevraagd, want statushouders moeten direct huur betalen bij de eerste huisvesting terwijl zij nog geen inkomen hebben. Als dat niet op tijd gebeurt, worden statushouders geconfronteerd met een financieel gat.”
Op de vraag of het verantwoord is om met deze taak te stoppen terwijl veel gemeenten nog niets hebben geregeld, zegt de woordvoerder van het COA: „Dat vind ik een ingewikkelde vraag. Het is nu eenmaal een taak van gemeenten.”
Dit onderzoek zullen ze zich bij het Openbaar Ministerie nog lang heugen, zei de officier van justitie van het Landelijk Parket begin december, in de rechtbank van Rotterdam. Het Parket bestrijdt nationaal en internationaal georganiseerde en zware criminaliteit, waaronder terrorisme, drugshandel en kinderporno. De 57-jarige Jan W. uit Zoetermeer stond terecht voor het verspreiden van beeldmateriaal van gewelddadig seksueel kindermisbruik via Telegram. De officier noemde de ernst van de vergrijpen ongekend: „Het huilen en krijsen van de kinderen is intens. De commentaren van verdachte en mededaders bij de beelden zijn wreed. Meedogenloos. Zoveel bizarre ellende laat niemand koud. Hartverscheurend.”
Jan W. was lid van veertig à vijftig Telegramgroepen met extreme inhoud, sommige hadden wel 1.500 leden. In meer dan de helft van de groepen werden kinder- en dierenporno gedeeld. Andere bevatten materiaal over necrofilie, nazisme en extreem geweld.
Jan W. had enkele groepen zelf opgericht en beheerde ze. Daarom was hij niet alleen onderdeel van een criminele organisatie, maar had hij ook een leidende rol. Voor het eerst werd een Telegramgroep voor kinderporno door een Nederlandse rechtbank aangemerkt als een crimineel netwerk, wat eerder alleen werd gedaan met kinderpornoplatforms op het zogeheten darkweb. Dat deel van internet is niet toegankelijk via reguliere zoekmachines. Gebruikers blijven daar doorgaans anoniem.
In de hoogte van de straf spelen de jonge leeftijd van de misbruikte kinderen en het zeer ernstige geweld een belangrijke strafverzwarende rol
Het OM signaleert dat kinderporno zich uitbreidt van het darkweb naar versleutelde chatapps zoals Telegram en Signal, een trend die het afgelopen jaar sterk is toegenomen doordat steeds meer applicaties gebruik maken van versleutelde technologie. Linda van den Oever, officier van justitie kinderporno en kindersekstoerisme bij het Landelijk Parket, benadrukt het belang van de zaak van Jan W. als precedent. Waar voorheen vooral darkweb-gebruikers werden vervolgd voor het downloaden, verspreiden of toegankelijk maken van kinderpornografie en deelname aan een criminele organisatie, gebeurt dat nu ook met gebruikers van chatapps.
Deze dinsdag verscheen een 37-jarige man uit Bodegraven voor de rechter die wordt verdacht van het delen van kinderporno via de versleutelde chatapp TeleGuard en van deelname aan een criminele organisatie, die de porno zou vervaardigen en verspreiden. Het Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme (TBKK) kwam de man afgelopen zomer op het spoor. De verdachte zou beelden van seksueel misbruik van (zeer) jonge kinderen hebben gedeeld in diverse groepen. In de rechtbank werd duidelijk dat de man ook wordt verdacht van seksueel misbruik van minderjarigen.
Internationaal verband
Volgens het OM functioneren chatgroepen op Telegram op vergelijkbare wijze als een darkweb-forum en wordt kinderporno vaak verspreid in internationaal georganiseerd verband. Leden werken samen om beeldmateriaal te verzamelen, te delen en om zo anoniem mogelijk te werk te gaan om uit handen van politie en justitie te blijven.
Het extreme geweld en de zeer jonge leeftijd van de kinderen in de zaak van Jan W. leken uitzonderlijk, maar Van den Oever wijst erop dat Telegramgroepen niet alleen meer, maar ook heftiger materiaal bevatten dan het darkweb. „Tijdens deze zaak werd door rechercheurs gezegd dat het materiaal zo heftig was dat ze het even weg moesten leggen.”
Personen die kinderporno downloaden of verspreiden en werken in direct contact met kinderen worden beschouwd als extra risicovol
In oktober 2023 kreeg het TBKK een melding van de Australische autoriteiten. Die hadden aanwijzingen dat een Nederlandse man via Telegram extreem gewelddadig beeldmateriaal van misbruik van een baby had verspreid, dat recent zou zijn vervaardigd. Kinderpornorechercheurs over de hele wereld doken op de zaak. De dader in het filmpje werd in de Verenigde Staten geïdentificeerd en gearresteerd. De baby werd in veiligheid gebracht. „De man die dit materiaal verspreidde, zit vandaag voor u”, zei de officier tegen de rechtbank over Jan W. die door de Nederlandse politie was geïdentificeerd en opgepakt.
„In de hoogte van de straf spelen de jonge leeftijd van de misbruikte kinderen en het zeer ernstige geweld een belangrijke strafverzwarende rol”, stelde de rechtbank in haar vonnis. Jan W. werd veroordeeld tot drieënhalf jaar cel en tbs met voorwaarden – een lagere straf dan de geëiste vier jaar, omdat de rechtbank W. verminderd toerekeningsvatbaar achtte vanwege onder meer een pedofiele stoornis en persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken.
Een ervaren kinderpornorechercheur zei dat hij dit werk al elf jaar doet, maar dat hij zelden zo veel beelden van kinderen onder de één jaar was tegengekomen.
Telegramgroep met 1.500 leden
Laagdrempelige en gebruiksvriendelijke platforms maken het makkelijker om strafbaar materiaal te verspreiden, zegt Van den Oever. Telegram is bijvoorbeeld veel vlugger en efficiënter dan het darkweb, dat privacy zwaarder laat wegen dan snelheid. Via Telegram kunnen ook beter dan via het darkweb grote bestanden massaal worden verspreid.
Het is lastig om Telegram-gebruikers op te sporen. Toen rechercheurs in de zaak van Jan W. een Telegramgroep met 1.500 leden ontdekten, konden ze niet zomaar alle betrokkenen identificeren. Dat vereist medewerking van de dienstverlener en Telegram werkt lang niet altijd mee met opsporingsinstanties. Een Europese wet die internetbedrijven verplicht kindermisbruikmateriaal te melden, laat al twee jaar op zich wachten door verdeeldheid in Brussel over privacy.
Het OM kan niet prijsgeven hoe Jan W. is opgespoord, omdat die informatie de opsporing van anderen kan bemoeilijken. Wel bevestigt Van den Oever dat in deze zaak geen contact is geweest met Telegram.
Afgelopen september wijzigde Telegram het privacybeleid. Dit gebeurde een maand nadat de Frans-Russische oprichter Pavel Doerov in Frankrijk werd gearresteerd, op verdenking van het mogelijk maken van criminele activiteiten, waaronder het verspreiden van kinderporno. Voortaan deelt het platform IP-adressen en telefoonnummers als die worden opgevraagd via een gerechtelijk bevel.
„Wij juichen het toe dat Telegram aangeeft dat het gegevens wil verstrekken”, zegt Van den Oever, die bevestigt dat Telegram op vorderingen heeft gereageerd. „We zien nu een verschuiving, want als criminelen horen dat Telegram mee gaat werken met de autoriteiten, gaan ze naar andere apps. In die zin is sprake van een waterbedeffect.”
Lees ook
Telegram verandert beleid: gaat IP-adressen en telefoonnummers van gebruikers vaker delen
Waarschuwingsgesprekken
Intussen blijven de meldingen binnenstromen bij het TBKK in Zoetermeer, jaarlijks ongeveer zeventigduizend. „We delen de ervaring van de officier van justitie dat op chatapps meer kinderpornomateriaal is te vinden dan op het darkweb”, zegt rechercheur Annemiek van Noord van het TBKK.
Op het kantoor in Zoetermeer legt Van Noord uit dat alle meldingen van kinderporno met een vermoedelijke Nederlandse link – zoals een IP-adres of telefoonnummer – binnenkomen bij de intakeafdeling. Dan checken haar collega’s eerst of het materiaal al eerder is gemeld. Bij nieuwe beelden gaan direct alle alarmbellen af. „Er is dan een reële kans dat het om een actieve misbruiksituatie gaat. Dan zetten we alles op alles om het slachtoffer te identificeren.” Het belangrijkste doel van het TBKK is het helpen van slachtoffers en het beëindigen van het misbruik.
Van de jaarlijks tienduizenden meldingen kan de politie slechts een klein deel onderzoeken. Dat resulteert in zeshonderd interventies per jaar, volgens het OM. Die interventies zijn gerichte acties, zoals waarschuwingsgesprekken aan huis of een strafzaak tegen een verdachte. „Dat is het maximale dat met onze capaciteit behaald kan worden, omdat behalve de kwantiteit ook de ingewikkeldheid van de zaken toeneemt,” aldus Van den Oever. Dit komt doordat criminelen steeds vaker geavanceerde technologieën zoals versleutelde communicatie en het darkweb gebruiken, wat opsporing bemoeilijkt.
De focus ligt daarom op de zwaarste misdrijven rondom kinderporno. Misbruikzaken waarbij de dader zelf direct is betrokken krijgen prioriteit. Daaronder valt ook misbruik van kinderen elders ter wereld via livestreams. Daarna wordt prioriteit gegeven aan netwerken en sleutelspelers die grootschalige verspreiding van kinderporno mogelijk maken. Daarnaast analyseert het TBKK de meldingen op specifieke signalen. „Bijvoorbeeld als e-mailadressen gelinkt kunnen worden aan een basisschool”, legt Van Noord uit. Personen die kinderporno downloaden of verspreiden en werken in direct contact met kinderen – bijvoorbeeld scoutingleiders – worden beschouwd als extra risicovol.
Puzzelstukjes
Het TBKK pakt de zwaarste zaken op. Tientallen per jaar, volgens Van den Oever. Van Noord benadrukt dat internationale samenwerking essentieel is voor veel zaken. „Het internet kent geen grenzen”, zegt ze, zoals in de zaak van Jan W. „Een Nederlander deelt materiaal dat heel recent is gemaakt in Amerika en dat komt via hem terecht in Australië. Al die puzzelstukjes moeten we bij elkaar krijgen.”
Van Noord noemt Europol en Interpol cruciaal. „Europol is echt de spin in het web om informatie tussen politiediensten te delen. Ook Interpol is belangrijk, bijvoorbeeld door materiaal te verzamelen en ons onderzoek te ondersteunen. Deze organisaties hebben specialisten en technische experts die specifiek op dit thema werken.”
Over de meldingen zegt Van Noord: „Het gebeurt helaas te vaak dat een simpele melding leidt tot een veel groter verhaal. Zo wisten we bij Jan W. dat hij niet zelf had gefilmd, maar dat het wel nieuw materiaal was. Toen we een inval deden en alles in beslag namen, werd de omvang van de zaak pas duidelijk. Zulke zaken ontdek je pas op het moment dat je binnenstapt.”
In de hoogte van de straf spelen de jonge leeftijd van de misbruikte kinderen en het zeer ernstige geweld een belangrijke strafverzwarende rol
Het TBKK kan echter niet alles oppakken. „We krijgen ook veel meldingen die laag geprioriteerd zijn, waarbij wij inschatten dat er niet direct een kind in gevaar is.” zegt Van Noord. Dat zijn vaak de zaken van downloaders en verspreiders die worden beschouwd als minder risicovol. „We kunnen veel meer mensen identificeren dan we überhaupt kunnen opsporen en vervolgen. Van de zaken die blijven liggen, slaan we de informatie op in de politiesystemen,” geeft Van den Oever aan.
„We vinden het belangrijk om ook in dit soort gevallen iets te doen”, zegt Van Noord. Daarom heeft het TBKK afgelopen november een landelijke actieweek georganiseerd, waarin agenten langsgingen bij 150 mensen die kinderporno in hun bezit hadden om ze te waarschuwen te stoppen met het downloaden van kinderporno. Bij deze personen is het risico als laag ingeschat, omdat ze bijvoorbeeld geen recidivisten zijn of en niet met kinderen werken. De boodschap was dat degenen die kinderpornografisch materiaal bezitten, downloaden of verspreiden daarmee moeten stoppen en dat ze anders worden opgepakt.
„Zelfs als je alleen kijkt zonder zelf materiaal te maken, ben je strafbaar en houd je het systeem in stand”, zegt Van Noord. En ze benadrukt de gevolgen: „Het ergste is dat het materiaal maar rond blijft gaan, daardoor wordt het slachtoffer telkens opnieuw slachtoffer.”
Stop it Now is er voor iedereen die zich zorgen maakt over seksuele gevoelens en/of gedrag richting minderjarigen. Telefoon (anoniem): 0800 2666436. Chat via stopitnow.nl